Sociale Psychologie
Psychologie is een wetenschap die de laatste 150 jaar pas echt tot bloei is gekomen. Psychologie richt zich op gedrag, gevoelens en gedachten van mensen. Een sub-discipline daarvan die pas de laatste 100 jaar serieuze aandacht krijgt, is sociale psychologie. Sociale psychologie behandelt – op wetenschappelijke wijze – hoe men in hun voelen, denken en doen wordt beinvloed door anderen of door hun (sociale) omgeving. De term ‘op wetenschappelijke wijze’ houdt in dat sociale psychologen gebruik maken van systematische methoden, zoals bijvoorbeeld experimenten en objectieve metingen van fysische toestanden van mensen, of hun gedrag. Meer hierover in de alinea methodologie. Eerst geef ik een overzicht van de geschiedenis van de discipline, waarna ik nader inga op het doel van sociale psychologie (en methoden). Vervolgens beschrijf ik enkele van de meest prominente benaderingen binnen de sociale psychologie, en sluit af met prominente themas die sociaal psychologen veel aandacht gaven.
Geschiedenis
Voor een uitgebreidere beschrijving van de geschiedenis zie het artikel Geschiedenis van Sociale Psychologie. De eerste wetenschappelijke publicatie die als sociaal psychologisch betiteld werd stamt uit 1898, van Norman Triplett. Sociale psychologie ontstond uit de erg jonge wetenschaps-tak psychologie en kreeg zijn eerste groeispurt in de jaren ’30, toen veel Gestaltpsychologen Duitsland ontvluchten om de oorlog te ontlopen. Deze wetenschappers zorgden er in de Verenigde Staten voor dat de sociale psychologie zich tot een zelfstandige losstaande discipline ontwikkelde. Ze maakte zich in dit tijdperk onder andere los van het
behaviorisme en de psychoanalyse. Tijdens de 2e wereldoorlog onderzochten veel sociale psychologen de propaganda van de Duitsers en probeerden ze ook de beïnvloeding van het Amerikaanse leger te begrijpen en sturen. Na de oorlog verviel de noodzaak om dit soort onderwerpen te onderzoeken en ging men zich meer richten op maatschappelijke problemen als racisme. De onderwerpen die toentertijd interessant geacht werden (Perceptie, cognitie en
attitudes) zijn nog steeds actueel in de sociale psychologie. In de jaren na de tweede wereldoorlog ontstonden ook nieuwe onderzoeksgebieden, vaak naar aanleiding van maatschappelijke problematiek of vindingen van wetenschappers. Zo ontstond er meer aandacht voor cognitieve dissonantie (theorie ontwikkeld door onderzoeker Festinger) en agressie (door toenemende melding van agressie in de media). In de jaren 80 en 90 groeide het veld van de sociale psychologie tot een veld wat vele maatschappelijke en sociale onderwerpen behelst. Tegenwoordig is er voor sociaal psychologen geen afgebakend gebied aan onderwerpen meer te benoemen, zolang het onderzochte onderwerp maar enigszins gerelateerd kan zijn aan gedrag, gevoelens of gedachten.
Het doel van sociale psychologie
Natuurlijk heeft ieder onderzoek binnen sociale psychologie zijn eigen doelen voor ogen, maar over het algemeen zijn sociale psychologen bezig met ten eerste beschrijven van gedrag, gevoelens en gedachten van mensen, ten opzichte van anderen en hun omgeving, en ten tweede bezig met het verklaren waarom mensen zich zodanig gedragen, denken of voelen. Die verklaringen worden ontworpen als ‘theorie’; in het geval van sociale psychologie is een theorie dus een verklaring voor (eventueel samenhang tussen) gedrag, gedachten en/of emoties van mensen die getest is via wetenschappelijke methodologie. Zulke theorieën zijn nuttig in het voorspellen van toekomstige gebeurtenissen. Een simpel voorbeeld: de theorie van Copernicus, dat niet alles om de aarde draaide, maar om de zon, heeft ertoe geleidt dat we nu uiteindelijk minutieus voorspellingen kunnen doen van allerlei gebeurtenissen in het heelal, zoals een zonne-eclips. In sociale psychologie worden theorieën gezocht met behulp van bijvoorbeeld fysieke metingen aan gedrag of fysiologie van mensen, of door middel van experimenten. Veelal worden ook enquêtes of vragenlijsten gebruikt als onderzoeksmiddel.
Methodologie
De sociale psychologie is een empirische wetenschap. Dit wil zeggen dat ze gebruik maken van theorieën, hypothesen (voorspellingen) en variabelen (verschillen in condities of toestanden) om de voorspellingen te toetsen. Om theorieën te kunnen bevestigen zoeken sociaal psychologen naar manieren om verbanden te kunnen aantonen. Een verband tussen de twee variabelen A en B kan verlopen op 3 wijzen:
- A veroorzaakt B
- B veroorzaakt A
- C (een derde variabele) veroorzaakt zowel A als B
Om zinnige uitspraken te kunnen doen zoeken sociaal psychologen naar een causaal verband. Dit betekend dat ze zoeken naar een verband dat aangeeft dat A eerder plaatsvond dan B en tevens de veroorzaker is van B. Grof samengevat kan ze worden opgedeeld in twee ‘stromen’: descriptief (beschrijvend) en experimenteel.
Descriptief onderzoek betekent letterlijk ‘ beschrijven’ van wat er gaande is. Dit is dus het ‘zo objectief mogelijk’ noteren van gedrag, gedachten en emoties van mensen. In sociaal psychologisch onderzoek kan dit gedaan worden door observatie (in natuurlijke settings), case studies, gebruik maken van secundaire gegevens in archieven, vragenlijsten/enquêtes en psychologische tests. De kracht van descriptief onderzoek is dat de deelnemers, ook wel ‘subjecten’ genoemd, niet uit hun natuurlijke omgeving worden gehaald, en soms zelfs niet bewust zijn dat ze worden onderzocht (in het geval van observatie, case studies en archief-onderzoek). Een zwakte is helaas dat dergelijk onderzoek wel ‘relaties’ tot elkaar kan aantonen, maar nooit een direct causaal verband kan bewijzen. Een causaal verband betekent dat men zeker weet dat A lijdt tot B. In correlatieve verbanden weet men dat A en B aan elkaar verbonden lijken, maar er is nog niet bewezen dat de een de ander veroorzaakt, of vise versa. Descriptief onderzoek is veelal niet voldoende om zulk causaal verband aan te tonen. Hiervoor zijn experimenten nodig...
Experimenteel onderzoek toetst systematisch welke oorzaken welke gevolgen hebben. Wanneer we een gedrag B onderzoeken, en we hebben mogelijke oorzaak A, dan is een experimenteel onderzoeker bezig met het ontwerpen van situaties waarin oorzaak A, en dan ook álleen oorzaak A tussen bepaalde ‘subjecten’ verschilt. Op alle andere gebieden moeten de subjecten identiek zijn. Wanneer dan alleen A verschilt, en er in B uiteindelijk ook een verschil plaats vindt, kan dit verschil causaal worden toegeschreven aan oorzaak A (er komt nog wel iets meer bij kijken, voor meer info lees artikel). Experimenteel onderzoek is geschikt om causale verbanden (A lijdt tot B) aan te tonen, maar helaas zijn de meeste experimenten zo ‘kunstmatig’ dat ze moeilijk naar de werkelijkheid te vertalen zijn. Wellicht kan een experiment in een laboratorium lijden tot kennis als A lijdt tot B, maar in de werkelijkheid kan de situatie veel complexer zijn, en kunnen veel meer variabelen meespelen.
Kortom: sociaal psychologen verzamelen hun data door middel van:
- Vragenlijsten: Door deelnemers te vragen om vragen te beantwoorden over hun acties en gedachten kunnen wetenschappers een hoop te weten komen. Maar niet iedereen weet genoeg over zijn (onbewuste) beweegredenen en sommige mensen vertellen alleen dingen die sociaal wenselijk zijn. Daarom zijn er ook andere methoden.
- Observatie van gedrag: Door gedrag van deelnemers te observeren kan de wetenschapper meer onbewuste processen te weten komen.
- Experimenten: door ervoor te zorgen dat deelnemers zich in een omgeving bevinden waarin de onderzoeker alle variabelen onder controle heeft, wordt ervoor gezorgd dat de situatie 3 (een derde variabele C veroorzaakt de variabele A en B) niet voorkomt. Tevens kan worden uitgesloten dat situatie 2 (B veroorzaakt A) worden uitgesloten, door A altijd eerst te laten gebeuren. In experimenten kunnen wetenschappers gedrag ook nauwkeuriger observeren dan in het dagelijks leven. Tevens kunnen ze de deelnemers onbewust ergens attent op maken, ook wel primen genoemd.
Benaderingen in de sociale psychologie
Hoewel sociale psychologie pas de laatste eeuw tot ontplooiing is gekomen, betekent dat niet dat er maar weinig benaderingen zijn ontwikkeld. De vijf meest aanwezige benaderingen (volgens Kenrick et al. 2002) zijn:
- De Socio-culturele benadering: hierbij word aangenomen dat de voorkeuren, vooroordelen en meningen van mensen worden bepaald door iemands sociale situatie: zijn stand of klasse in de maatschappij, zijn politieke overtuiging, economische toestand, historische achtergrond et cetera. Binnen deze benadering staat cultuur centraal, en cultuur wordt gedefiniëerd als de overtuigingen, gewoonten en taal die mensen delen in een bepaalde temporele en ruimtelijke omgeving (dus in dezelfde tijd, op dezelfde plek). Deze ‘cultuur’ heeft volgens de socio-culturele benadering grote invloed op het gedrag, emoties en gedachten van individuele mensen. Een van de topics die door wetenschappers uit deze benadering vaak onderzocht is, is ‘sociale normen’.
- De Evolutionaire benadering: terwijl onderzoekers van de bovengenoemde benadering kijken naar verschillen tussen culturen, kijken anderen meer naar de overeenkomsten tussen alle culturen, en concluderen daaruit dat bepaalde (sociale) gedragingen van mensen geworteld zijn in ‘voor-geprogrammeerde’ patronen die we geerfd hebben van onze voorouders. Bijvoorbeeld, lachen en huilen zijn emotionele expressies die door langzame evolutie tot stand zijn gekomen, net als het langzaam aan rechter op gaan lopen van mens-apen totdat we van de ‘rechtopstaande’ mensaap kunnen spreken. Een van de topics die evolutionaire sociaal psychologen veel hebben onderzocht is de ‘need to belong’ ofwel de behoefte om ergens bij te horen. Dit zou, volgens evolutionaire sociaal psychologen, een aangeboren voorgeprogrammeerde karaktereigenschap kunnen zijn die (vrijwel) universeel gevonden wordt bij alle mensen (en andere zoogdieren).
- De Sociaal leren benadering: Na een vliegende start in het begin van de 19e eeuw kalmeerde de enthousiasme voor de bovenstaande benaderingen ietwat, en kwam er een derde ‘stroming’ op binnen de sociale psychologie: sociaal leren. Voorlopers hiervan waren de behavioristische theorieën rondom leren, zowel klassiek conditioneren als operant conditioneren. Deze 'sociaal leren' benadering legt de oorzaak van bepaalde gedragingen (en gedachten en emoties) bij gebeurtenissen of ‘leermomenten’ uit het verleden. Met andere woorden, we gedragen ons nu zus en zo omdat we voorheen ervaring hebben gehad met dat gedrag. Was de voorgaande ervaring positief, dan is het waarschijnlijk dat we het gedrag herhalen, was de ervaring negatief, dan zullen we in de toekomst zulk gedrag proberen te voorkomen. Dit klinkt rationeel en ‘nadenkend’, maar zulke processen kunnen ook onbewust gebeuren. Denk bijvoorbeeld aan snoepjes eten. Het gedrag ‘snoepje eten’ brengt positieve herinneringen bij ons op, namelijk een lekkere smaak. Daarom pakken we een nieuw snoepje. Weinig mensen denken hier bewust over na, maar grijpen ‘onbewust’ naar de snoep-la. Net als de eerste stroming (socio-cultureel) zoekt deze benadering de oorzaak van ons gedrag bij de omgeving. Verschillend echter is dat bij sociaal leren, de nadruk ligt op de individuele ervaringen uit het verleden, terwijl in socio-culturele benaderingen de niet-individuele culturele situatie centraal staat. Compleet in tegenstelling zijn beide tot de evolutionaire benadering, die de oorzaak van ons gedrag zoekt in genetische make-up.
- De fenomenologische benadering: een vierde benadering gaat onder de zeer moeilijke term ‘fenomenologisch’, welke aanduidt dat de oorzaak van ons gedrag ligt bij de persoonlijke (subjectieve) interpretatie van sociale gebeurtenissen in de omgeving van een individu. De fenomenologie (een benadering in de wetenschap die veel breder is dan alleen sociale psychologie) benaderd de wereld vanuit de optiek dat mensen nimmer de objectieve werkelijkheid kunnen waarnemen. Wat wij waarnemen is altijd een subjectieve interpretatie. Dat betekent (volgens de meeste fenomenologen) niet dat er geen objectieve werkelijkheid is, maar wel dat wij die nooit zullen kunnen waarnemen. Dit idee is deel van het social constructivisme, een stroming binnen de wetenschap die constateert dat mensen de werkelijkheid zelf ‘construeren’ of maken, in plaats van objectief waarnemen.
- De sociaal cognitieve benadering: de laatste (hier behandelde) benadering is een gevolg geweest van de nadruk op fenomenologische ideeën. Het idee dat niet de buitenwereld, maar onze eigen interpretatie van de wereld uitmaakt welk gedrag wij vertonen, zorgde ervoor dat er een link gelegd werd tussen sociale psychologie en cognitieve psychologie. De laatste houdt zich bezig met de mentale processen die mensen gebruiken om te waarnemen, nadenken, beslissen en onthouden, ofwel ‘hoofdzaken’. De sociaal cognitieve benadering tot sociale psychologie maakt dan ook gebruik van cognitieve processen om uit te leggen waarom mensen zich zus en zo gedragen.
Soms worden deze benaderingen gezien als direct in conflict met elkaar, en bepaalde aspecten van de benaderingen lijken behoorlijk tegenstrijdig, maar toch komt het vaak voor dat er combinaties gemaakt worden van deze benaderingen. De zin daarvan is heel makkelijk voor te stellen aan de hand van een voorbeeld: roken. Sommige mensen (beginnen met) roken omdat ze dat voorbeeld hebben gekregen van hun ouders (socio-cultureel), of omdat ze het idee hebben dat ze daar ‘stoer’ door zullen lijken (sociaal cognitief). Mensen blijven roken omdat het ze kalmeert en een fijn gevoel geeft (sociaal leren) of omdat ze ‘van nature’ meer gevoelig zijn voor verslaving dan anderen (evolutionair). Bij de meeste mensen is het dus een combinatie van factoren die meespeelt in de bepaling van hun gedrag, en niet één enkele oorzaak. Dit is wat sociale psychologie aan de ene kant zo moeilijk, en aan de andere kant zo intrigerend maakt.
Een centraal thema dat overigens bij alle benaderingen terugkomt is het doel-georiënteerde aspect van gedrag; of mensen nu vrienden willen maken, zichzelf willen leren kennen, status vergaren, hun ego verdedigen of anderen ‘aantrekken’, mensen gedragen zich altijd ‘met een bepaald doel’. Veelal zijn deze doelen niet geheel beschikbaar voor onze bewustzijn. Soms doen we dingen waarvan we achteraf pas inzien dat het gericht was op bepaalde doelen, zoals bijvoorbeeld wanneer iemand een rot-opmerking maakt over een vriend van je; automatisch voel je de neiging om je vriend te verdedigen. Dit is een reactie bedoeld om vriendschap tussen jou en je vriend te waarborgen, maar op dat moment denk je hier waarschijnlijk niet actief over na. Het is een soort automatische reactie, een click-whirr effect (lees artikel als je meer wil weten over dit effect).
Thema’s en theorieën uit sociale psychologie
Ondanks dat sociale psychologen tegenwoordig een grote keuze hebben aan onderwerpen voor onderzoek, blijken bepaalde thema’s bijzonder populair te zijn. Enkele thema’s die vaak en veelvuldig onderzocht zijn, zijn:
- Stereotypen: Bepaalde vooroordelen die mensen hebben wanneer ze andere mensen zien. Een vooroordeel van een ander mens wordt ook wel stereotype genoemd. Met name over de vraag of iedereen stereotypen gebruikt, in welke mate, en of er iets aan te doen valt zijn veel onderzocht.
- Groepsdrang: Iedereen heeft een bepaalde behoefte aan de aanwezigheid van anderen. Sommige mensen willen graag in grote groepen zijn, anderen in kleine. Ook het gedrag van individuen in groepen of alleen, en de manier waarop groepen naar hunzelf en naar elkaar kijken is een onderwerp wat veel door sociaal psychologen onderzocht wordt.
- Reclame en politieke campagnes: Tegenwoordig wordt men overspoeld met reclames. Je kan je huis niet uitkomen zonder minstens 10 (vaak onbewuste) reclameboodschappen te hebben meegekregen. Alleen al de verpakking van je tandpasta kan een invloed hebben op je latere keuze van tandpasta. Sommige onbenullige dingen, zoals regen, kunnen zelfs verstrekkende gevolgen hebben voor je consumentengedrag. Omdat reclame en campagnes van de overheid en politieke partijen zo veel in het dagelijks leven aanwezig zijn is ook dit onderwerp een favoriet van veel sociaal psychologen.
- Motivatie tot gedrag iedereen gedraagt zich op een bepaalde manier om bepaalde doelen te bereiken. Dat kan bewust, maar ook onbewust gebeuren. Leren voor een tentamen, bijvoorbeeld, is vaak gemotiveerd (bewust) door de wens om goede punten te halen. Lekker eten naar binnen werken is gemotiveerd (heel wat minder bewust) door de wens om iets lekkers te ervaren. Sociaal psychologen willen graag weten waarom, wanneer, en hoe iemand gemotiveerd kan raken om bepaalde dingen te doen, en andere dingen te laten. Als men dit weet, dan kunnen we misschien beter verklaren waarom, ondanks de vele waarschuwingen, men nog steeds blijft roken, autorijden en dik wordt!
- Macht: het verkrijgen van machtsposities, uitbuiten ervan en verliezen hiervan is iets dat veel mensen zouden willen begrijpen, maar dat door sociale psychologen nog altijd iets is dat 'ter discussie' staat (wat betekent dat ze er nog steeds niet uit zijn). Enkele meer praktische lieden, met name voormalige managers en topmensen uit het bedrijfsleven, maar ook bekende en gerenomeerde psychologen hebben zich gebogen over het onderwerp, en kwamen onder andere op de volgende indelingen: French en Raven’s vijf vormen van macht, conflictstijlen en de Macht van een expert/professional.
Enkele andere interessante onderwerpen die aan sociale psychologie gerelateerd zijn heb ik in aparte artikels beschreven, zoals:
De
Theorie van geredeneerd gedrag
De verklaring waarom er een verschil is tussen wat wij willen (intentie) en wat we doen (gedrag) ofwel
intentie-gedrag-gap
De
oorsprong van gevoelens
De kracht van
zelfpresentatie en hoe je daarmee
status en macht kunt verkrijgen.
Conclusie
Sociale psychologie is een wetenschappelijke discipline die onderzoekt wat de invloed van de omgeving van een persoon is op diens gedrag, gedachten en gevoelens, en tevens wat het gevolg is van iemands gedrag, gevoelens en gegevens op diens omgeving. De wisselwerking tussen omgeving en persoon staat hierbij dus centraal. Sociale psychologie is een wetenschappelijke studie, ze maakt dus gebruik van theorieën en experimenten om deze te toetsen. Ondanks dit hoge experimentele gehalte werkt sociale psychologie wel met onderwerpen die maatschappelijk zeer relevant zijn. Meestal worden onderwerpen onderzocht die in de wereld problemen veroorzaken of onderdeel zijn van problematisch anti-sociaal gedrag.
Lees verder