Conflictstijlen
Conflicten tussen mensen en groepen is iets heel alledaags. Meestal denken mensen bij het woord conflict aan echte ruzies, schreeuwen, zelfs fysiek geweld. Maar in principe kan een gewoon meningsverschil ook gezien worden als een conflict. In de strikte zin van het woord betekent conflict gewoonweg ‘meningsverschil’, waarbij twee partijen in botsing met elkaar komen. Iedereen gaat hier anders mee om, maar er zijn wel algemene ‘stijlen’ te onderscheiden waar bijna iedereen wel in lijkt te passen.Sommige wetenschappers hebben zich gebogen over deze stijlen, of ‘conflict - benaderingen’. Een inventorisatie van deze conflict-stijlen is in de jaren 70 ontworpen, genaamd (naar diens ontwerpers) de Thomas-Kilmann Conflict Mode Instrument.
Thomas & Kilmann Conflict Mode Instrument
Kenneth Thomas en Ralph Kilmann hebben in de jaren 70 een instrument ontworpen (in de vorm van een lijst met statements, waarmee je het eens/oneens kan zijn). Dit instrument helpt mensen om te achterhalen wat hun meest geprefereerde stijl van conflictbenadering is. Belangrijk is om te onthouden dat verschillende situaties verschillende aanpakken kunnen eisen. Als perfecte conflict-bemiddelaar behoor je dus flexibel te zijn in het toepassen van verschillende stijlen. Echter, de meeste mensen hebben een of twee voorkeuren.Er zijn in principe twee ‘assen’ waarop je kan scoren, in dit instrument. Ten eerste is er het niveau van assertiviteit (verticale as). Dit houdt in, de mate in hoeverre je rekening houdt met je eigen mening en je eigen doelen. Stel dat je op vakantie wil, en je besluit samen te gaan met vrienden. De mate waarin jij volhoudt aan je eigen droom-oord en activiteiten tijdens de vakantie wordt op deze as gemeten.
Daarnaast is er een tweede as (horizontaal), die meet hoe co-operatief iemand is. In hetzelfde voorbeeld als hierboven: de mate waarin je probeert mee te gaan in de behoeften en wensen van je vrienden.
Vijf verschillende soorten conflict stijlen
Stel, jij wil op vakantie naar Brussel, maar je vriend wil graag de Spaanse kust zien. Als je een competitieve conflict-stijl adopteert in deze situatie, dan zul je net zo lang doordrammen, praten of anderszins sjoebatten, totdat de ander toegeeft, en jullie een weekje Brussel gaan verkennen.
Een collaboratieve oplossing voor het vakantie-probleem is misschien om te zeggen dat je eerst een paar daagjes Brussel verkent, om vervolgens naar Costa del Sol te vliegen.
Als jij naar Brussel wil, en je vriend naar de Spaanse kust, kan je een compromis sluiten door te besluiten om halverwege te landen, en een weekje Bretagne te doen.
Misschien wil je wel naar Brussel, maar interesseert het je niet zo heel erg waar je heen gaat, zolang je maar op vakantie gaat. De ander, daarentegen, wil koste wat kost naar de Spaanse kust. Op zo’n moment kan je verkiezen om te accomoderen, en dus te zwichten voor andermans wensen.
Zowel je vriend als jij zijn bang om de relatie te beschadigen door ruzie te maken. Daarom roepen jullie beiden: “het maakt mij niets uit, zeg jij het maar”.
Het mag misschien duidelijk zijn dat iedere situatie verschillende soorten stijlen vereist, om tot een goede oplossing te komen. Echter, de meeste mensen hebben wel de neiging om een of enkele van deze stijlen in bijna alle situaties te gebruiken. We kennen denk ik allemaal wel een dominant figuur, die altijd gelijk wil hebben. Daarnaast kennen we ook vaak wel iemand die altijd meebuigt met andermans wil. Belangrijk is om te onthouden dat geen van beide extremen altijd en overal werkt. Een goede conflict-bemiddelaar, zoals al eerder gezegd, kan de situatie inschatten en daarop zijn conflictstijl aanpassen.