Antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) en psychopathie

Antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) en psychopathie Antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP of ASPS) en psychopathie zijn twee van elkaar te onderscheiden stoornissen met eigen diagnostische kenmerken en classificatiecriteria. De antisociale persoonlijkheidsstoornis wordt beschreven in DSM-5, maar psychopathie niet. Mensen met ASPS zijn antisociaal in de zin van dat ze vaak de rechten van anderen schenden, zich niet storen aan sociale conventies en in sommige gevallen de wet overtreden. ASPS moet onderscheiden worden van psychopathie, waarbij zowel predispositie voor antisociaal gedrag als emotionele oppervlakkigheid en de afwezigheid van schuldgevoelens op de voorgrond treden. Bij de antisociale persoonlijkheidsstoornis gaat het meer om gedrag.

Antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP)

Roekeloosheid zonder rem

Kevin had altijd al lak aan regels. Op zijn vijftiende reed hij al zonder rijbewijs in een gestolen auto door de stad, lachend terwijl de politie hem op de hielen zat. Angst? Dat kende hij niet. Consequenties? Die interesseerden hem niet. Alles draaide om de kick, de spanning, de adrenaline. Hij leefde op snelheid, letterlijk en figuurlijk. Op een avond zette hij in een dronken bui een weddenschap met zijn vrienden: wie durfde het snelst door rood te scheuren op een drukke kruising? Kevin aarzelde geen seconde, trapte het gaspedaal in en crashte frontaal op een andere auto. Twee gewonden, hijzelf ongedeerd. Met een stalen gezicht keek hij toe hoe de ambulances arriveerden, zonder een spoortje spijt.

De rechter zag het anders. Kevin had al een strafblad langer dan zijn arm: diefstal, mishandeling, fraude—de lijst bleef groeien. Nu was de maat vol. Vijf jaar cel. Tijdens de zitting haalde hij zijn schouders op, alsof het hem niets deed. Binnen de gevangenismuren was hij dezelfde Kevin: charmant, manipulatief, altijd een stapje voor op de bewakers. Maar diep van binnen? Geen verandering. Want voor iemand met ASPS is straf geen les, maar een tijdelijk obstakel. En zodra hij weer buiten stond, lonkte de volgende roekeloze uitdaging.

De antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) heeft een lange geschiedenis en heeft vele benamingen gehad, zoals:
  • psychopathie;
  • sociopathische persoonlijkheidsstoornis; en
  • dissociale persoonlijkheidsstoornis.

Vanaf jonge leeftijd al gedragsproblemen / Bron: HaiRobe, PixabayVanaf jonge leeftijd al gedragsproblemen / Bron: HaiRobe, Pixabay

Gedragsproblemen vanaf jonge leeftijd

Het meest kenmerkende van iemand met ASP is dat hij al vanaf jonge leeftijd met gedragsproblemen kampt, dat ze dikwijls de rechten van anderen met voeten treden, zich niet storen aan sociale conventies en in sommige gevallen de wet overtreden. Ze zijn vaak impulsief, komen hun verplichtingen niet na, hebben de neiging de strijd aan te binden, bij problemen zullen ze anderen of de maatschappij de schuld te geven, ze hebben weinig invoelend vermogen en geen behoefte aan zelfkritiek, ze hebben een onvermogen tot zelfreflectie, ze hebben de neiging tot ageren en tot testing the limits, ze vertonen vaak acting-out gedrag bij kleine frustraties of tegenslagen, ze leven zonder duidelijk perspectief en leven van de ene dag in de andere en ze kunnen soms roekeloos optreden. De meeste hunner hebben weinig tot geen schuldgevoel of spijt na een misdrijf of wangedrag. Ook vertonen ze soms weinig angst als ze met een bedreigende situatie worden geconfronteerd. Ondanks straf en dreigen met straf, kunnen ze volharden in een onverantwoordelijk en impulsief bestaan. Desalniettemin beschikken ze vaak over een oppervlakkige charme en de meeste hebben een gemiddelde intelligentie (Cleckley, 1976).

Oorzaken

Persoonlijkheid bestaat uit de combinatie van gedachten, emoties en gedragingen die iedereen uniek maakt. Het is de manier waarop mensen de buitenwereld bekijken, begrijpen en ermee omgaan, evenals hoe ze zichzelf zien. Persoonlijkheid krijgt vorm tijdens de kindertijd door de interactie van aangeboren tendensen en omgevingsfactoren. De exacte oorzaak van antisociale persoonlijkheidsstoornissen is anno 2025 niet bekend, maar genetische factoren kunnen je kwetsbaar maken voor het ontwikkelen van een antisociale persoonlijkheidsstoornis, en bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld emotionele en/of fysieke verwaarlozing) kunnen de ontwikkeling ervan in gang zetten.

Vóórkomen

De diagnose ASP wordt vaker bij mannen dan bij vrouwen gesteld (Cale & Lilienfeld, 2002). Ongeveer 3-6% van de mannen hebben ASP (Kessler et al., 1994). Het behoeft niet te verbazen dat veel personen met ASP te maken krijgen met 'de sterke arm'. Volgens de onderzoeker Singleton e.a. (1998) heeft grofweg de helft van de Engelse gedetineerden ASP.

Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen (DSM-5) / Bron: DSM-5Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen (DSM-5) / Bron: DSM-5

DSM-5

De criteria volgens de DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders), een Amerikaans handboek voor de classificatie en diagnose van psychische aandoeningen, zijn vooral gericht op concrete en gedragsmatige kenmerken (zie onder). De nadruk ligt op overte gedrag, dat wil zeggen rechtstreeks observeerbaar gedrag in tegenstelling tot covert gedrag zoals attitudes, opinies en emoties. Hierdoor wordt het probleem ondervangen dat mensen met ASP kunnen liegen, bedriegen en misleiden als dat hun zaak ten goede komt, waardoor het lastig kan zijn door middel van een diagnostisch interview tot een betrouwbare diagnose te komen.

FAQ antisociale persoonlijkheidsstoornis

Sommige mensen lijken zich nergens iets van aan te trekken. Regels? Die zijn er om te breken. Gevoelens van anderen? Niet hun probleem. Consequenties? Ach, die lossen ze later wel op (of liever helemaal niet). Dit zijn de mensen die mogelijk kampen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASPS). Een pittige diagnose, die vaak samenhangt met impulsief gedrag, manipulatie en een gebrek aan empathie. Maar hoe werkt dat precies? En wat als iemand in je omgeving hier last van heeft?

Misschien heb je ooit met zo iemand te maken gehad: charmant aan de oppervlakte, maar ondertussen een meester in misleiding. Of misschien ben je gewoon nieuwsgierig hoe dit werkt in het brein. Wat drijft iemand met ASPS? Waarom gedragen ze zich zoals ze doen? Kunnen ze echt niet voelen wat een ander voelt, of willen ze het simpelweg niet? En is er hoop op verandering?

In deze FAQ duiken we in de wereld van ASPS. Geen droge opsomming van kenmerken, maar een overzicht van de meest gestelde vragen, mét eerlijke antwoorden. Verwacht geen wollige taal of vage psychologiepraat – gewoon recht voor z’n raap, zoals je van ons gewend bent. Laten we beginnen.

VraagAntwoord
Wat is antisociale persoonlijkheidsstoornis precies?Mensen met ASPS missen empathie, trekken zich weinig aan van sociale normen en handelen vaak impulsief. Ze kunnen manipulatief en roekeloos zijn en hebben soms moeite met het tonen van oprechte spijt. Het klinkt heftig, en dat is het ook.
Is iedereen met ASPS een crimineel?Nee, absoluut niet. Sommigen belanden inderdaad op het criminele pad, maar anderen leiden ogenschijnlijk normale levens. Ze kunnen charmant en succesvol zijn, maar ondertussen gevoelloos omgaan met anderen en schaamteloos profiteren.
Waar komt het vandaan?Een mix van aanleg en omgeving. Erfelijkheid speelt een rol, maar ook een onveilige jeugd, mishandeling of verwaarlozing kunnen bijdragen. Het is vaak een cocktail van factoren die de stoornis in de hand werkt.
Hoe herken je iemand met ASPS?Charmant, manipulatief, impulsief, roekeloos en soms ronduit meedogenloos. Ze spelen makkelijk in op anderen, maar houden zich niet aan afspraken en trekken zich weinig aan van de gevolgen van hun acties. Ze kunnen overtuigend liegen zonder met hun ogen te knipperen.
Is ASPS hetzelfde als psychopathie?Ze lijken op elkaar, maar er zijn verschillen. Psychopaten plannen hun acties koelbloedig, terwijl mensen met ASPS vaker impulsief en chaotisch handelen. Psychopaten voelen soms een zekere kilheid, terwijl mensen met ASPS simpelweg niet nadenken over de schade die ze veroorzaken.
Kun je ervan genezen?Genezen is lastig. Therapie kan helpen om gedrag bij te sturen, maar echte spijt of empathie aanleren is moeilijk. Sommigen leren ermee om te gaan en hun gedrag aan te passen, anderen blijven destructief handelen.
Hoe ga je om met iemand die ASPS heeft?Wees duidelijk over grenzen en laat je niet manipuleren. Mensen met ASPS kunnen je makkelijk inpalmen, maar uiteindelijk gaat het om wat hén uitkomt. Bewaak je eigen belangen en ga niet mee in hun spelletjes.
Kunnen ze liefde voelen?Dat hangt ervan af wat je onder ‘liefde’ verstaat. Ze kunnen relaties aangaan, maar die draaien vaak om eigenbelang. Oprechte verbondenheid of diepgaande emoties? Dat blijft meestal oppervlakkig.
Wat als iemand met ASPS mijn baas is?Lastig. Ze kunnen keihard en meedogenloos zijn, en je volledig uitbuiten als het hen uitkomt. Houd zakelijk afstand, documenteer afspraken en zorg dat je niet de speelbal wordt van hun manipulaties.
Kunnen mensen met ASPS wel veranderen?Sommigen leren hun gedrag aan te passen, vooral als ze tegen de lamp lopen en écht gevolgen ondervinden. Maar diep van binnen? Het blijft een complexe stoornis waar verandering niet zomaar vanzelf komt.

Epidemiologie van ASPS: hoe vaak komt het voor en wat beïnvloedt het?

Antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASPS) is niet zeldzaam, maar het is ook geen stoornis die je bij elke straathoek tegenkomt. Het is zo’n aandoening die vaak in de schaduw blijft—totdat iemand flink over de schreef gaat. Mensen met ASPS lopen namelijk niet standaard met een bord om hun nek waarop staat: "Pas op, ik hou me niet aan regels." Toch zijn er duidelijke patronen te ontdekken in wie het krijgt, waar het vaker voorkomt en welke factoren een rol spelen. Laten we erin duiken.

Vaker bij mannen dan vrouwen? Absoluut.
De cijfers liegen er niet om: mannen lopen een véél groter risico op ASPS dan vrouwen. Wereldwijd ligt de schatting voor mannen rond de 3-5%, terwijl bij vrouwen dat percentage op 0,5-1% blijft steken. In sommige studies lopen de schattingen voor mannen zelfs op tot 7%, afhankelijk van de populatie die wordt onderzocht.

Waarom? Tja, dat is een mix van biologische, sociale en gedragsmatige factoren. Mannen hebben gemiddeld genomen een hoger testosteronniveau, wat impulsiviteit en agressie kan versterken. Daarbij komen culturele verwachtingen: jongens worden vaker aangemoedigd om "stoer" te doen, risico’s te nemen en minder om emoties te geven. Combineer dat met genetische aanleg en je hebt een recept voor een verhoogd risico.

Bij vrouwen uit ASPS zich vaak anders dan bij mannen / Bron: Clker Free Vector Images, PixabayBij vrouwen uit ASPS zich vaak anders dan bij mannen / Bron: Clker Free Vector Images, Pixabay
Bij vrouwen uit ASPS zich trouwens vaak anders. Ze zijn minder gewelddadig en minder zichtbaar crimineel, maar eerder manipulatief en bedreven in psychologisch spel. Denk aan extreem liegen, anderen tegen elkaar uitspelen of zonder enig schuldbesef mensen gebruiken voor persoonlijk gewin.

Kind versus volwassene: begint het al vroeg?
Ja. Héél vroeg zelfs. Bij kinderen zien we vaak al signalen die in de richting van ASPS wijzen. Denk aan conduct disorder (normoverschrijdend gedrag), een diagnose die vóór het 15e levensjaar wordt gesteld. Kinderen met deze stoornis pesten, liegen, stelen en hebben geen respect voor autoriteit. En dat is niet zomaar een fase.

Onderzoek laat zien dat 40-50% van deze kinderen later daadwerkelijk een diagnose ASPS krijgt. Maar let op: niet ieder lastig kind groeit op tot een volwassen sociopaat. De omgeving speelt een enorme rol, en sommige jongeren leren gaandeweg beter omgaan met hun impulsen.

Bij volwassenen wordt ASPS pas officieel gediagnosticeerd vanaf 18 jaar, maar de kenmerken zijn er vaak al veel eerder. Een tiener die al vroeg in aanraking komt met justitie, anderen manipuleert en zich nergens schuldig over voelt? Grote kans dat ASPS op latere leeftijd een realiteit wordt.

Nederland en België: Hoe zit het hier?
In Nederland en België ligt het geschatte percentage ASPS onder volwassenen rond de 2-3%, met de bekende man-vrouwverhouding. Het aantal gediagnosticeerde gevallen is lager, omdat veel mensen simpelweg niet in beeld komen bij de zorg.

In gevangenissen zijn de cijfers een stuk schokkender: daar wordt geschat dat 40-70% van de gedetineerden kenmerken van ASPS vertoont. In tbs-klinieken en forensische instellingen is het percentage eveneens hoog. Het toont aan dat deze stoornis een enorme impact heeft op de maatschappij.

En in Nederland versus België? Grote verschillen zijn er niet, maar Nederland heeft een iets hoger aantal gediagnosticeerde gevallen. Dit komt deels doordat de zorg in Nederland meer gericht is op psychologische diagnostiek en begeleiding. In België worden deze mensen vaker in het strafrechtelijke circuit opgevangen zonder specifieke diagnose.

Nederlandse Antillen, Suriname en andere overzeese gebiedsdelen: ASPS in de tropen?
In gebieden als Curaçao, Aruba en Suriname zien we relatief veel gevallen van antisociaal gedrag, vooral onder jonge mannen. De exacte cijfers ontbreken vaak, maar studies suggereren dat het percentage ASPS daar hoger ligt dan in Nederland zelf.

Mogelijke verklaringen? Sociaaleconomische achterstand, minder toegang tot geestelijke gezondheidszorg en een cultuur waarin overleven soms belangrijker is dan regels naleven. Ook jeugdtrauma’s spelen een grote rol, net als in andere landen met hoge criminaliteitscijfers.

In de VS, waar het aantal diagnoses van ASPS veel hoger ligt dan in Nederland, zien we hetzelfde patroon: in armere gemeenschappen en in omgevingen met veel jeugdcriminaliteit komt ASPS significant vaker voor.

Wereldwijde verschillen: waar is ASPS het meest (en minst) aanwezig?
ASPS komt wereldwijd voor, maar de percentages verschillen flink.

  • Hoger risico in landen met veel geweld en criminaliteit → In landen als Brazilië, Mexico, Zuid-Afrika en delen van de VS worden hogere percentages ASPS gerapporteerd. Waarom? Omdat criminaliteit, drugsgebruik en armoede vaak hand in hand gaan met antisociaal gedrag.
  • Lager risico in streng gecontroleerde maatschappijen → In Japan, Zuid-Korea en Scandinavië komt ASPS minder voor. Dit komt waarschijnlijk door sociale controle, opvoeding en een cultuur waarin het collectief belangrijker is dan het individu.
  • Het Westen versus de rest → In Europa en Noord-Amerika zijn diagnoses veel gangbaarder. Dit betekent niet per se dat er méér mensen met ASPS zijn, maar eerder dat het vaker wordt gediagnosticeerd.

Genetische aanleg: zit het in de familie?
Ja, en niet zo’n beetje ook. Studies tonen aan dat 50-60% van de aanleg voor ASPS genetisch bepaald is. Dat betekent dat als een van je ouders het heeft, je een flink grotere kans loopt om het zelf ook te ontwikkelen.

Een bekend voorbeeld is de familie van Henry Lee Lucas, een beruchte Amerikaanse seriemoordenaar. Zowel zijn vader als zijn grootvader vertoonden antisociaal gedrag. Ook in families waar veel criminaliteit voorkomt, zie je vaak een patroon van impulsief, roekeloos gedrag dat van generatie op generatie wordt doorgegeven.

Maar, en dit is belangrijk: genen zijn niet alles. De omgeving kan een genetische aanleg versterken of juist afzwakken. Een kind met een risicofactor kan óók leren om betere keuzes te maken als het opgroeit in een stabiele omgeving met duidelijke grenzen en liefdevolle begeleiding.

Conclusie: een complexe stoornis met grote impact
Antisociale persoonlijkheidsstoornis is niet iets wat zomaar uit de lucht komt vallen. Het begint vaak al in de kindertijd en wordt beïnvloed door genetica, opvoeding en sociale factoren. Mannen lopen een groter risico dan vrouwen, en de kans op ASPS is in sommige landen veel hoger dan in andere.

In gevangenissen, tbs-klinieken en criminele milieus komt het extreem vaak voor, maar vergis je niet: er zijn ook mensen met ASPS die nooit met justitie in aanraking komen. Ze zijn charmant, succesvol en schijnbaar normaal, maar missen de emotionele diepgang om écht verbinding met anderen aan te gaan.

Heb je iemand in je omgeving met ASPS? Dan is het belangrijkste om je grenzen goed te bewaken. Want één ding is zeker: als je niet oplet, ben je sneller een speelbal in hun spel dan je zou willen.

Pathofysiologie en ontstaansmechanisme van ASPS: hoe werkt het in het brein?

Sommige mensen voelen zich schuldig als ze iets verkeerd doen. Een gestolen snoepje als kind? Dat kon je nachten wakker houden. Maar bij iemand met antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASPS) werkt dat fundamenteel anders. Spijt, angst voor straf, moreel besef—het zit er simpelweg niet in, of in ieder geval niet op de manier zoals bij de meeste mensen. Dit is geen kwestie van opvoeding alleen. Er zit een duidelijke biologische basis achter. Laten we in dat brein duiken en kijken wat er misgaat.

De gebrekkige rem: het probleem met de prefrontale cortex
In een gezond brein is de prefrontale cortex de controlekamer. Dit stukje hersenen, vooraan in je schedel, is verantwoordelijk voor impulsbeheersing, moreel besef en het afwegen van consequenties. Hier wordt de afweging gemaakt: "Dit is misschien niet zo'n slim idee."

MRI-scan van de hersenen / Bron: Triff/Shutterstock.comMRI-scan van de hersenen / Bron: Triff/Shutterstock.com
Bij mensen met ASPS werkt dit gebied simpelweg minder goed. Onderzoek met fMRI-scans laat zien dat hun prefrontale cortex tot wel 11% kleiner kan zijn en minder actief is dan normaal. Minder grijze massa betekent minder remmingen. Het resultaat? Impulsief gedrag, geen spijtgevoelens en roekeloosheid.

Een berucht voorbeeld is de Amerikaanse seriemoordenaar Henry Lee Lucas. Zijn hersenscans toonden ernstige afwijkingen in de prefrontale cortex. Dit verklaarde grotendeels waarom hij zonder wroeging kon moorden. Natuurlijk is niet iedereen met ASPS een moordenaar, maar het illustreert hoe een kapotte rem kan leiden tot extreem gedrag.

De emotieloze kern: een haperende amygdala
De amygdala is hét centrum voor emoties, vooral angst en schuldgevoelens. Als iemand schrikt, dan schiet de amygdala in actie. Dit zorgt ervoor dat je hartslag stijgt, je alert wordt en je vermijdt om dat enge nog een keer te doen.

Bij mensen met ASPS? Vrijwel geen activiteit. Hun amygdala is kleiner en minder responsief. Dit betekent dat ze weinig of geen angst voelen als ze risico’s nemen. Of ze nu in een gevecht belanden, de politie tegenkomen of iemand bedriegen—hun brein ervaart het nauwelijks als bedreigend.

Een bekend experiment toonde dit treffend aan: bij normale mensen stijgt de hartslag als ze een elektrische schok verwachten. Bij mensen met ASPS? Nauwelijks een reactie. Ze voelden geen stress, geen spanning—niets. Dit verklaart waarom ze roekeloos zijn en zich niets aantrekken van consequenties.

Dopamine: altijd op zoek naar de kick
Dopamine is de beloningsstof in je hersenen. Het geeft je een goed gevoel na een overwinning, een spannende ervaring of iets nieuws en avontuurlijks. Bij ASPS werkt dit systeem op volle toeren. Hun brein schreeuwt om opwinding en beloning, maar reageert amper op normale, alledaagse prikkels.

Dit verklaart waarom mensen met ASPS vaak risicovol gedrag vertonen. Ze zoeken voortdurend naar nieuwe kicks—of het nu om snelle auto’s, gokken, drugs, extreme sporten of criminele activiteiten gaat. Verveling is hun grootste vijand.

Neem bijvoorbeeld de oplichter Frank Abagnale, wiens leven werd verfilmd in Catch Me If You Can. Hij vervalste cheques, deed zich voor als piloot en leefde jarenlang op het randje. Waarom? Zijn brein had een constante drang naar spanning.

Genetische aanleg: geboren voor chaos?
Is iemand met ASPS puur een product van zijn opvoeding? Nee, verre van. Genetica speelt een gigantische rol. Studies met tweelingen tonen aan dat 50-60% van de aanleg voor ASPS erfelijk is.

Wetenschappers hebben specifieke genen ontdekt die een rol spelen. Een berucht voorbeeld is het MAOA-gen, ook wel het "warrior gene" genoemd. Dit gen reguleert serotonine en dopamine in de hersenen. Bij een lage activiteit van MAOA is er minder controle over agressie en impulsen. Mensen met deze genetische variant hebben een verhoogd risico op antisociaal gedrag, vooral als ze opgroeien in een gewelddadige omgeving.

Een bekend voorbeeld is de Nederlandse "familie X", een familie waarin generaties lang extreem gewelddadig gedrag voorkwam. Onderzoek toonde aan dat veel mannelijke familieleden een defect in het MAOA-gen hadden.

Maar let op: genen zijn geen lot. Niet iedereen met het MAOA-gen wordt crimineel. Omgevingsfactoren spelen een enorme rol in hoe deze genetische aanleg zich uit.

Jeugdtrauma’s: de perfecte storm voor ASPS
Biologie en genetica bepalen de basis, maar de omgeving bepaalt vaak of ASPS echt tot uiting komt. De meeste mensen met ASPS hebben een problematische jeugd gehad, met verwaarlozing, mishandeling of instabiele opvoeding.

Studies tonen aan dat kinderen die opgroeien in gewelddadige gezinnen vier keer meer kans hebben om antisociale trekken te ontwikkelen. Hun brein leert dat macht, manipulatie en agressie de enige manier is om te overleven.

Een schrijnend voorbeeld is Richard Kuklinski, een huurmoordenaar die honderden mensen ombracht. Als kind werd hij stelselmatig mishandeld door zijn vader. Zijn moeder was emotioneel afwezig. Gevoelens? Die leerde hij te onderdrukken. Later werd hij een van de meest beruchte huurmoordenaars ooit.

Verstoorde spiegelneuronen: geen empathie, geen spijt
Bij de meeste mensen activeren spiegelneuronen wanneer ze iemand anders pijn zien lijden. Je voelt medelijden als iemand huilt, je schrikt als iemand zich bezeert.

Bij mensen met ASPS? Dat systeem werkt amper. Hun hersenen reageren veel minder op andermans emoties. Dit betekent dat ze kunnen liegen, bedriegen of pijn doen zonder daar ook maar iets bij te voelen.

Dit zie je terug in de koude en berekenende manier waarop sommigen met ASPS handelen. Ze begrijpen emoties rationeel, maar ze vóelen ze niet. Dit maakt ze ongelooflijk manipulatief: ze kunnen perfect inspelen op anderen zonder zelf emotioneel betrokken te raken.

Conclusie: een kapotte rem, een emotieloze motor en een verslaafd beloningssysteem
Antisociale persoonlijkheidsstoornis is geen simpele gedragsstoornis. Het is een combinatie van een defect remsysteem (prefrontale cortex), een emotioneel tekort (amygdala) en een overactief beloningssysteem (dopamine). Genetische aanleg en jeugdtrauma’s versterken het risico, en tegen de tijd dat iemand volwassen is, zit de stoornis diep verankerd.

Daarom is ASPS zo moeilijk te behandelen. Je kunt iemand met een kapotte rem leren om langzamer te rijden, maar de neiging om vol gas te gaan blijft altijd aanwezig. En zolang hun brein geen angst voelt, geen empathie ervaart en constant op zoek is naar de volgende kick, blijft het een gevaarlijke cocktail van roekeloosheid en manipulatie.

Waarom ontstaat ASPS? De oorzaken op een rij

Mensen met antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASPS) lijken soms uit een compleet ander hout gesneden. Ze missen gewetenswroeging, voelen zich zelden schuldig en kunnen keihard over anderen heen walsen zonder een greintje spijt. Maar waar komt dat vandaan? Is het een kwestie van "zo geboren" of "zo geworden"? In werkelijkheid is het een mix van beide. Biologie, opvoeding, omgevingsfactoren—alles speelt een rol. Laten we eens goed kijken naar de puzzelstukken die samen ASPS vormen.


De genen: zit het in de familie?

Laten we meteen met de deur in huis vallen: ASPS is deels erfelijk. Als iemand in je familie het heeft, is de kans groter dat jij het ook ontwikkelt. Tweelingstudies laten zien dat 50-60% van de aanleg voor antisociaal gedrag genetisch bepaald is. Dat is fors.

Een interessant voorbeeld is de "familie X" in Nederland. In deze familie kwamen generaties lang gewelddadige mannen voor. Ze pleegden misdrijven zonder enige spijt en leken een aangeboren neiging te hebben tot agressie. Toen onderzoekers hun DNA onder de loep namen, ontdekten ze een mutatie in het MAOA-gen, beter bekend als het "warrior gene". Dit gen reguleert serotonine en dopamine in de hersenen—stoffen die je impulsen en agressie onder controle houden. Bij deze familie werkte het gen minder goed, wat leidde tot explosieve woedeaanvallen en antisociaal gedrag.

Toch is genetica geen doodvonnis. Je kunt de aanleg hebben, maar als je in een stabiele, liefdevolle omgeving opgroeit, betekent dat niet automatisch dat je ASPS ontwikkelt. De genen zetten de deur op een kier, maar de omgeving bepaalt of die deur helemaal open gaat.

Een beschadigd brein: wat er misgaat in de hersenen

Bij ASPS is de structuur van de hersenen aantoonbaar anders. Op fMRI-scans zien we dat bepaalde gebieden kleiner en minder actief zijn dan bij mensen zonder ASPS. Drie hersengebieden springen er vooral uit:

  • De prefrontale cortex → Dit is het controlecentrum van je hersenen, waar impulsbeheersing en morele afwegingen worden geregeld. Bij mensen met ASPS is dit gebied tot 11% kleiner en functioneert het slechter. Gevolg? Impulsief gedrag, geen rem, geen angst voor straf.
  • De amygdala → Dit gebied regelt emoties zoals angst en schuldgevoel. Bij ASPS is de amygdala minder actief en soms zelfs kleiner. Daardoor voelen ze weinig tot geen spijt, empathie of angst.
  • Het beloningssysteem (dopaminehuishouding) → Mensen met ASPS zijn altijd op zoek naar spanning. Hun brein maakt extra veel dopamine aan, waardoor ze constant prikkels en risico’s opzoeken om zich niet te vervelen.

Hersenschade kan ook een trigger zijn. Een berucht voorbeeld is Phineas Gage, een spoorwegarbeider uit de 19e eeuw. Na een ongeluk waarbij een ijzeren staaf dwars door zijn prefrontale cortex schoot, veranderde hij in een emotieloze, impulsieve man die geen rekening meer hield met anderen. Dit laat zien hoe belangrijk dit hersengebied is voor sociaal gedrag.

De rol van opvoeding: een recept voor problemen?

Opvoeding speelt een gigantische rol. Veel mensen met ASPS hebben een moeilijke jeugd gehad, met verwaarlozing, mishandeling of instabiliteit. Dit is geen toeval. Een kind dat geen liefde, veiligheid en structuur krijgt, leert niet hoe empathie werkt.

Een klassiek voorbeeld is Richard Kuklinski, de beruchte huurmoordenaar. Zijn vader sloeg hem bijna dood toen hij nog een kind was. Zijn moeder was emotioneel afwezig. Kuklinski groeide op zonder enig schuldgevoel en werd een van de meest gevreesde moordenaars ooit.

Onderzoek wijst uit dat kinderen die opgroeien in een gewelddadige of criminele omgeving vier keer zoveel kans hebben om ASPS te ontwikkelen. Dit komt omdat hun hersenen zich anders vormen. Ze raken gewend aan chaos en geweld en leren dat macht en manipulatie de enige manieren zijn om te overleven.

Veilige hechting / Bron: Wavebreakmedia/Shutterstock.comVeilige hechting / Bron: Wavebreakmedia/Shutterstock.com

Trauma’s en hechtingsproblemen: een giftige cocktail

Een veilige hechting in de eerste levensjaren is cruciaal voor gezonde emotionele ontwikkeling. Baby’s die liefde en aandacht krijgen, bouwen een sterke basis voor empathie en sociale vaardigheden. Bij kinderen die onveilig gehecht zijn, zie je vaak het tegenovergestelde.

Een bekend experiment is het "Strange Situation Experiment" van psycholoog Mary Ainsworth. Hierin werd gekeken hoe baby’s reageerden als hun moeder even wegging en daarna terugkwam.

  • Veilig gehechte baby’s waren even van streek, maar kalmeerden snel toen de moeder terugkwam.
  • Onveilig gehechte baby’s toonden geen emotie of vermeden de moeder compleet.

Veel mensen met ASPS vertonen precies dit patroon: ze voelen geen echte band met anderen, zelfs niet met hun eigen ouders. Dit kan later leiden tot een totaal gebrek aan empathie en emotionele diepgang.

Sociaal-economische factoren: waar je opgroeit, maakt uit

Je omgeving bepaalt een hoop. In buurten waar veel criminaliteit, drugs en armoede heersen, zie je meer antisociaal gedrag. Dit heeft deels te maken met opvoeding, maar ook met een cultuur waarin "overleven" belangrijker is dan regels naleven.

Kijk naar landen met extreem hoge criminaliteitscijfers, zoals delen van Brazilië, Zuid-Afrika en Mexico. Daar zien we dat jongeren vaak op jonge leeftijd betrokken raken bij geweld. Waarom? Omdat ze simpelweg geen andere optie zien. Voor hen is criminaliteit geen keuze, maar een manier om te overleven.

In streng gecontroleerde landen zoals Japan of Scandinavië komt ASPS minder vaak voor. Dit komt door sociale controle, betere opvoedingsstructuren en een cultuur waarin samenwerking wordt aangemoedigd in plaats van competitie en egoïsme.

Alcohol en drugsberuik kunnen ASPS versterken of activeren / Bron: Andy Dean Photography/Shutterstock.comAlcohol en drugsberuik kunnen ASPS versterken of activeren / Bron: Andy Dean Photography/Shutterstock.com

Drugs, alcohol en hersenontwikkeling

Substanties zoals alcohol, cocaïne en methamfetamine kunnen ASPS verergeren of zelfs activeren bij mensen die al aanleg hebben.

  • Alcohol onderdrukt de prefrontale cortex, wat impulsiviteit verhoogt.
  • Cocaïne verhoogt de dopaminespiegel, wat leidt tot extreem risicovol gedrag.
  • Langdurig drugsgebruik kan leiden tot structurele hersenschade, waardoor sociale remmingen verdwijnen.

Veel criminelen met ASPS hebben een geschiedenis van middelenmisbruik. Dit versterkt hun gebrek aan empathie en zorgt ervoor dat ze nog minder nadenken over de gevolgen van hun acties.

Conclusie: een mix van aanleg en omgeving

ASPS ontstaat niet zomaar. Het is een samenspel van genetische aanleg, hersenstructuur, opvoeding en sociale factoren. Sommige mensen worden geboren met een verhoogd risico, anderen ontwikkelen het door een heftige jeugd of hersenschade.

Wat vaststaat: als de verkeerde factoren samenkomen, ontstaat een gevaarlijke cocktail van roekeloosheid, manipulatie en gewetenloos gedrag. En dat maakt ASPS niet alleen fascinerend, maar ook verontrustend.

Wil je jezelf beschermen tegen iemand met ASPS? Zorg dat je niet in hun spel wordt meegetrokken. Want als er één ding zeker is: ze zullen altijd testen hoe ver ze kunnen gaan.

Risicofactoren

Bepaalde factoren lijken het risico op het ontwikkelen van een antisociale persoonlijkheidsstoornis te vergroten, zoals:
  • diagnose van gedragsstoornis bij kinderen
  • familiegeschiedenis van antisociale persoonlijkheidsstoornis of andere persoonlijkheidsstoornissen of geestesziekte
  • onderworpen zijn aan seksueel misbruik of verwaarlozing tijdens de kindertijd
  • instabiel, gewelddadig of chaotisch gezinsleven tijdens de kindertijd

Geslacht speelt ook een rol. Mannen lopen een groter risico op het ontwikkelen van een antisociale persoonlijkheidsstoornis dan vrouwen.

Twee dimensies van een antisociale persoonlijkheidsstoornis

Lang niet alle misdadigers hebben ASPS en niet iedereen met ASPS is een misdadiger. Velen zijn gezagsgetrouw, ofschoon ze ongevoelig zijn voor de belangen van anderen. Een aantal onderzoekers zijn van mening dat de antisociale persoonlijkheid uit twee dimensies bestaat, te weten:
  • de persoonlijkheidsdimensie; en
  • de gedragsdimensie.

Persoonlijkheidsdimensie

Deze bestaat uit kenmerken zoals emotionele oppervlakkigheid, oppervlakkige charme, egoïsme, gebrek aan inlevingsvermogen, opportunistische inslag, meedogenloos profiteren van anderen, onverschilligheid ten opzichte van de gevoelens en belangen van anderen. Deze psychopathische persoonlijkheidstrekken kunnen we bij mensen met een psychopathische persoonlijkheid aantreffen die binnen de wet blijven.

Gedragsdimensie

Deze wordt gekenmerkt door een instabiele en antisociale levensstijl, waaronder regelmatige problemen met de autoriteiten, een beperkt arbeidsverleden en instabiele relaties. Uiteraard staan deze twee dimensies niet los van elkaar en bij veel mensen met ASPS treffen we beide dimensies aan.

ASPS en psychopathie

De antisociale persoonlijkheidsstoornis moet onderscheiden worden van psychopathie, waarbij zowel vatbaarheid voor antisociaal gedrag als emotionele oppervlakkigheid en de afwezigheid van schuldgevoelens op de voorgrond treden (zie onder). Bij psychopathie is de emotionele oppervlakkigheid (de afwezigheid van empathie en schuldgevoel) kenmerkend en bij ASPS zou de nadruk meer liggen op het antisociale gedrag.

Symptomen

De symptomen van een antisociale persoonlijkheidsstoornis zijn:
  • geen rekening houden met goed en kwaad
  • aanhoudend liegen en bedriegen om anderen te misbruiken
  • cynisch en respectloos zijn naar anderen
  • met behulp van charme of humor anderen manipuleren voor persoonlijk gewin of persoonlijk genot
  • arrogantie, een gevoel van superioriteit en buitengewoon eigengereid zijn
  • terugkerende problemen met de wet, inclusief crimineel gedrag
  • herhaaldelijk de rechten van anderen schenden door intimidatie en oneerlijkheid
  • impulsiviteit of niet vooruit kunnen plannen
  • vijandigheid, aanzienlijke prikkelbaarheid, agitatie, agressie of geweld
  • gebrek aan empathie voor anderen en geen spijt of berouw tonen
  • onnodig risico nemen of gevaarlijk gedrag zonder rekening te houden met de veiligheid van jezelf of anderen
  • slechte of conflictueuze relaties
  • nalaten om de negatieve gevolgen van gedrag in overweging te nemen of er lering uit te trekken
  • consequent onverantwoordelijk zijn en herhaaldelijk niet voldoen aan werk- of financiële verplichtingen

Volwassenen met antisociale persoonlijkheidsstoornis vertonen meestal symptomen van gedragsstoornissen vóór de leeftijd van 15. Symptomen van een gedragsstoornis bestaat meestal uit ernstige, aanhoudende gedragsproblemen, zoals:
  • agressie naar mensen en dieren
  • spullen van anderen kapotmaken
  • liegen en bedriegen
  • diefstal en andere vermogensdelicten
  • ernstige overtreding van regels

Diagnostische kenmerken antisociale persoonlijkheidsstoornis

De diagnostische kenmerken van een antisociale persoonlijkheidsstoornis zijn:

De diagnostische criteria van de antisociale persoonlijkheidsstoornis volgens DSM-5
AEen diepgaand patroon van gebrek aan achting voor en schending van de rechten van anderen vanaf het vijftiende levensjaar aanwezig, zoals blijkt uit drie (of meer) van de volgende criteria:
1Niet in staat zich te conformeren aan de maatschappelijke norm dat men zich aan de wet moet houden, zoals blijkt uit het bij herhaling tot handelingen komen die een reden voor arrestatie kunnen zijn.
2Onbetrouwbaarheid, zoals blijkt uit herhaaldelijk liegen, het gebruik van valse namen of anderen bezwendelen ten behoeve van eigen voordeel of plezier.
3Impulsiviteit of onvermogen 'vooruit te plannen', zoals blijkt uit doelloos rondreizen zonder dat er een baan of duidelijk doel in het vooruitzicht is.
4Prikkelbaarheid en agressiviteit, zoals blijkt uit bij herhaling komen tot vechtpartijen of geweldpleging, mogelijk mishandeling van de partner of de kinderen.
5Roekeloze onverschilligheid voor de veiligheid van zichzelf of anderen, zoals blijkt uit rijden onder invloed of herhaaldelijk te hard rijden.
6Constante onverantwoordelijkheid, zoals blijkt uit het herhaaldelijk niet in staat zijn geregeld werk te behouden of financiële verplichtingen na te komen.
7Ontbreken van spijtgevoelens, zoals blijkt uit de ongevoeligheid of het rationaliseren van het feit anderen gekwetst, mishandeld of bestolen te hebben.
BDe leeftijd is ten minste 18 jaar.
CEr zijn aanwijzingen voor een normoverschrijdend-gedragsstoornis begonnen voor de leeftijd van 15 jaar. (DSM-IV-TR had hierbij nog de toevoeging: "... zoals blijkt uit minstens drie van de volgende vijftien kenmerken: (1) Pest, bedreigt of intimideert vaak anderen. (2) Neemt vaak het initiatief tot vechtpartijen. (3) Heeft een wapen (ook fles, knuppel, etc.) gebruikt dat anderen ernstig letsel kan toebrengen. (4) Heeft mensen mishandeld. (5) Heeft dieren mishandeld. (6) Heeft in direct contact een slachtoffer bestolen. (7) Heeft iemand tot seks gedwongen. (8) Was betrokken bij opzettelijke brandstichting. (9) Vernielde met opzet eigendommen van anderen. (10) Heeft ingebroken in iemands huis, gebouw of auto. (11) Liegt veel. (12) Heeft zonder direct contact met het slachtoffer gestolen. (13) Blijft vaak, ondanks verbod van ouders, 's nachts van huis weg. (14) Is minstens tweemaal van huis weggelopen en ’s nachts weggebleven. (15) Spijbelt vaak.")
DHet antisociale gedrag komt niet uitsluitend voor in het beloop van schizofrenie of bipolaire-stemmingsstoornis.

Mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis plegen vaker misdaden en belanden vaker in de bajes / Bron: Aerovista/Shutterstock.comMensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis plegen vaker misdaden en belanden vaker in de bajes / Bron: Aerovista/Shutterstock.com
De eerste symptomen beginnen gemiddeld reeds ver voor het vijftiende levensjaar, op 8-9-jarige leeftijd (Robins, L.N., Tipp, J., Przybeck, T., 1991). Antisociaal gedrag in de jeugd ontwikkelt zich niet vanzelfsprekend tot een antisociale persoonlijkheidsstoornis als volwassene.

Twee typen antisociaal gedrag in de jeugd

Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee typen antisociaal gedrag in de jeugd. Deze twee verschillende ontwikkelingstrajecten hebben elk hun eigen beloop (Moffitt, T.E., 1993 en Cannon, M., Huttunen, M., Murray, R., 2002):
  • Life-course-persistent antisociaal gedrag;
  • Adolescent-onset antisociaal gedrag.

Llife-course-persistent antisociaal gedrag

Kinderen van het type life-course-persistent antisociaal gedrag vertonen al gedragsproblemen vóór hun 5e levensjaar:
  • hyperactief (impulsief, rusteloos en snel afgeleid);
  • psychopathische karaktertrekken;
  • opvoedingsproblemen.

Het risico op het ontwikkelen van een antisociale persoonlijkheidsstoornis bij kinderen met een vroeg begin van gedragsproblemen, is zeer groot.

Adolescent-onset antisociaal gedrag

Bij het type adolescent-onset antisociaal gedrag ontstaat het antisociale gedrag tijdens de adolescentie. Het gedrag hangt samen met de volgende factoren:
  • weinig toezicht van de ouders;
  • omgang met antisociale of delinquente leeftijdgenoten, waarbij het antisociale gedrag wordt nagebootst en geïmiteerd.

Bij dit type antisociaal gedrag is de kans op het ontwikkelen van een antisociale persoonlijkheidsstoornis als volwassene lager dan bij het life-course-persistent type. Ofschoon dit type een relatief gunstig beloop heeft, met minder kans op ASPS in de volwassenheid, heeft deze groep op 26-jarige leeftijd toch meer aanpassingsproblemen dan een groep die in het verleden nooit antisociaal gedrag heeft vertoond (Moffitt, T.E., Caspi, A., Harrington, H., Milne, B.J., 2002).

Psychopathie en het vierfactorenmodel van Hare

Psychopathie kan worden vastgesteld aan de hand van de klinische beoordelingsschaal van Hare, de 'Psychopathy Checklis - revised' (PCL-R; Hare, 1991, 2003). De PCL-R blijkt een betrouwbaar en valide instrument om psychopathie vast te stellen in verschillende culturen (Hare, Clark, Grann & Thornton, 2000). De PCL-R is gebaseerd op een interview. Er zijn twintig criteria die gescoord kunnen worden op een driepuntsschaal, waarbij 0 betekent dat het item niet van toepassing is, 1 in een aantal opzichten en 2 geheel van toepassing. De score tussen de 0 en de 40 geeft aan in hoeverre de onderzochte overeenkomt met de 'prototypische psychopaat'.

ASPS en psychopathie overlappen elkaar voor een belangrijk gedeelte. Volgens Nederlands onderzoek voldoet 88% van de psychopaten aan de diagnose ASPS en ongeveer een kwart van de personen met ASPS is psychopaat (Hildebrand, 2004).

Psychopathische delinquenten zijn notoire recidivisten. De uitkomsten van de PCL-R voor recidive zijn uiterst overtuigend. Delinquenten die hoog scoren op de PCL-R recidiveren vaker met een gewelddadig delict en hebben slechtere uitkomsten na behandeling (Serin, 1996). Psychopaten zijn vanwege (neurologische) defecten weinig leerbaar en ontvankelijk en ongevoelig voor straf.

Hare PCL-R vierfactorenmodel (Hare, 2003)
factor 1interpersoonlijk
1gladde prater/oppervlakkige charme
2sterk opgeblazen gevoel van eigenwaarde
4pathologisch (ziekelijk) liegen
5list en bedrog/manipulerend gedrag
factor 2affectief
6gebrek aan berouw of schuldgevoel
7ontbreken emotionele diepgang
8kil/gebrek aan empathie
16geen verantwoordelijkheid nemen voor eigen gedrag
factor 3levensstijl
3prikkelhonger/neiging to verveling
9parasitaire levensstijl
11willekeurig seksueel gedrag
13ontbreken van realistische doelen op lange termijn
14impulsiviteit
15onverantwoordelijk gedrag
17veel kortdurende relaties
factor 4antisociaal
10gebrekkige beheersing van het gedrag
12gedragsproblemen op jonge leeftijd
18jeugdcriminaliteit
19schending voorwaarden bij voorwaardelijke veroordeling
20veelsoortige criminaliteit

Een persoon met een score van 30 of hoger komt in aanmerking voor de diagnose van psychopathie. Mensen zonder criminele antecedenten scoren gemiddeld 5 punten. Veel niet-psychopathische criminelen scoren gemiddeld 22.

Psychopathie zelf is niet een officiële persoonlijkheidsstoornis volgens DSM-5.

Behandeling antisociale persoonlijkheidsstoornis en psychopathie

Volwassen psychopaten zijn met de huidige wetenschappelijke stand van zaken onbehandelbaar. Er zijn zelfs sterke aanwijzingen dat sommige therapeutische interventies een averechts (lees: recidivebevorderend) effect kunnen hebben (Barbaree, 2005; Rice, M., Harris, G.T., Cormier, C.A., 1992), waardoor behandeling zelfs contra-geïndiceerd is.

Behandeling psychopaten blijkt effectief

Tbs-patiënten met persoonljkheidsstoornissen en zelfs psychopaten die altijd als onbehandelbaar zijn beschouwd, lijken baat te hebben bij zogeheten ‘schematherapie’. Dat blijkt uit voorlopige resultaten van een grote studie in acht Nederlandse tbs-klinieken, aldus de Universiteit Maastricht.

FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen / Bron: Wutsje  Wikimedia Commons  CC-BY-SA 3.0, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen / Bron: Wutsje Wikimedia Commons CC-BY-SA 3.0, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)
In de studie zijn ruim honderd mannelijke tbs'ers met verschillende persoonlijkheidsstoornissen gevolgd. De positieve bevindingen zijn gebaseerd op de eerste dertig patiënten die hun behandeling hebben voltooid. Bij hen nam de kans op recidive relatief snel af. Daardoor mochten zij gemiddeld 130 dagen eerder met proefverlof zonder begeleiding dan tbs'ers die geen schematherapie volgden.

Volgens planning zijn in 2015 alle behandelingen afgerond. De patiënten worden dan nog drie jaar gevolgd. De helft wordt behandeld met schematherapie, de andere helft ontvangt de gangbare behandeling. Behalve de kans op recidive, houden de onderzoekers onder meer ook bij hoe de symptomen van de persoonlijkheidsstoornis zich ontwikkelen.

Aanleiding voor het onderzoek onder leiding van hoogleraar forensische psychotherapie David Bernstein was een parlementair onderzoek enkele jaren geleden. Dat onderzoek was ingesteld na ernstige incidenten met tbs'ers op proefverlof.

Schematherapie is een vorm van therapie, waarbij onder meer een intensieve therapeutische relatie wordt opgebouwd tussen patiënt en behandelaar. Door de schematherapie krijgen de tbs'ers inzicht in de patronen die aan hun problemen ten grondslag liggen. Zo wordt onder meer aandacht besteed aan traumatische ervaringen uit de kindertijd.

Schematherapie is begin deze eeuw ontwikkeld voor persoonlijkheidsstoornissen die weinig baat hebben bij reguliere cognitieve gedragstherapie. De behandeling is intensief met twee sessies per week en is gebaseerd op een combinatie van cognitieve methoden, het opbouwen van een intensieve therapeutische relatie (‘re-parenting’), ‘empathische confrontatie’ (confrontatie met onaangepast gedrag op een manier die de patiënt accepteert) en empirische technieken (bijvoorbeeld rollenspel en imaginary rescripting). (Bron: www.maastrichtaktueel.nl, 13 juni 2012)

Geleidelijk herstel ASP

Op basis van een meta-analyse werd geconcludeerd dat bij ASPS ook zonder behandeling, sprake is van geleidelijk herstel. Na tien jaar was ongeveer de helft van de personen met ASPS hersteld (Percy, 1993). De symptomen van de antisociale persoonlijkheidsstoornis nemen meestal af rond de middelbare leeftijd. Wel zij opgemerkt dat uit onderzoek is gebleken dat bepaalde persoonlijkheidstrekken zoals psychopathische trekken - gebrek aan empathie, grootheidswaan, gevoelsarmoede - vrij resistent zijn tegen verandering. ASPS mag dan (gedeeltelijk) uitdoven, dit geldt in geen geval voor personen met de diagnose psychopathie.

Behandeling van ASP

Over de behandeling van ASPS het volgende:
  • Het bewijs voor de effectiviteit van farmacotherapie bij ASPS is zwak.
  • Behandeling moet concreet, gestructureerd en directief zijn.
  • Van de psychologische behandelmethoden voor symptomen van ASP, komt cognitieve gedragstherapie als het meest veelbelovende uit de bus.
  • Andere effectieve interventies zijn de stress-inoculatie training waarin verschillende cognitieve technieken worden toegepast en agressie hantering therapie (AHT), die bestaat uit 3 onderdelen: woedebeheersing, sociale vaardigheden en moreel redeneren.
  • Psychodynamische behandeling is niet bewezen effectief.
  • Intensieve langdurige interventies hebben meer effect dan een minder langdurige behandeling.

Interventies richten zich bij voorkeur vooral op de volgende zaken:
  • Verminderen van verschijnselen en symptomen;
  • Verbeteren van sociaal functioneren;
  • Verbeteren van gedrag in werk en relaties;
  • Verminderen van criminele recidive.

Voor Nederlandse delinquenten kan, wat trainingen of gedragsinterventies betreft, gedacht worden aan de Agressietraining (ART Wiltshire-NL), de Training Cognitieve vaardigheden (CoVa) en de Training cognitieve vaardigheden voor verstandelijk minderbegaafden (CoVa+) die door de reclassering worden gegeven. Psychopathische delinquenten zijn uitgesloten van deelname, vanwege het mogelijk aanleren van gedrag en vaardigheden die manipuleren en misleiden van anderen door deze doelgroep bevorderen (Hornsveld et al., 2004).

Training Cognitieve vaardigheden (CoVa)

  • Duur 3 maanden, 2x per week 2,5 uur Bijeenkomsten 20 + 2
  • Wat: CoVa is gebaseerd op het uitgangspunt dat veel antisociaal, crimineel gedrag voortkomt uit het feit dat daders verschillende cognitieve vaardigheden missen. Deze tekortkomingen zijn niet gerelateerd aan intelligentie of opleidingsniveau, maar hebben betrekking op denkwijze en houding die leiden tot antisociaal gedrag.
  • Doel: De training richt zich op probleemoplossing, perspectief nemen, invoelingsvermogen, beheersing van impulsen en moreel en kritisch redeneren.
  • Wie: Daders die cognitieve vaardigheden missen.
  • Tijdsinvestering: 20 groepsbijeenkomsten van 2,5 uur, een kennismakingsbijeenkomst en een evaluatiebijeenkomst, tijdsinvestering circa 80 uur (55 uur training, 25 uur huiswerk en individuele begeleiding).

Training cognitieve vaardigheden voor verstandelijk minderbegaafden (CoVa+)

  • Duur 5 maanden, 2 x per week 1,5 uur Bijeenkomsten 36 + 2
  • Wat: CoVa+ richt zich op het aanpassen van cognitieve disfuncties. Kern in de aanpak is de sociale probleemoplossing, aangevuld met elementen van angermanagement, cognitieve herwaardering, assertiviteitstraining en emotieherkenning.
  • Doel: Met de training leren deelnemers om eerst te denken, dan te doen.
  • Wie: Justitiabelen met een intelligentieniveau tussen de 65 en 90.
  • Tijdsinvestering: 36 groepsbijeenkomsten van 1,5 uur, een kennismakingsbijeenkomst en een evaluatiebijeenkomst, tijdsinvestering deelnemer circa 94 uur (54 uur training en 40 uur huiswerk en individuele begeleiding).

Agressietraining (ART Wiltshire-NL)

  • Duur 2 maanden, 2 x per week, 2,25 uur Bijeenkomsten 18 + 2
  • Wat: ART is een agressieregulatietraining van drie modules: de module Sociale vaardigheden (om destructieve vaardigheden te vervangen door constructieve vaardigheden), de module Woedebeheersing en de module Moreel redeneren. Uitgangspunt is dat de doelgroep tot geweld overgaat door onvoldoende controle over de eigen woede (lichamelijke signalen, impulsen). Het gaat om daadwerkelijk geweld en serieuze dreiging met geweld.
  • Doel: Ander gedrag aanleren om agressieve delicten te voorkomen, risicovolle situaties leren vermijden en verantwoordelijkheid leren nemen voor eigen gedrag.
  • Wie: Volwassen justitiabelen met een verleden waaruit een patroon van geweldsdelicten met een reactief interpersoonlijk karakter blijkt, waarbij men onvoldoende mogelijkheden heeft de woede te beheersen. Dit komt mede voort uit de manier waarop zij tegen de wereld aankijken en de beperkte oplossingsmogelijkheden waarover zij beschikken.
  • Tijdsinvestering: 18 groepsbijeenkomsten van 2,25 uur en individuele bijeenkomsten voor en na de training), tijdsinvestering deelnemer circa 63 uur (40 uur training en 23 uur huiswerk en individuele begeleiding).

Mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis lijden vaak aan alcoholmisbruik / Bron: Marian Weyo/Shutterstock.comMensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis lijden vaak aan alcoholmisbruik / Bron: Marian Weyo/Shutterstock.com

Complicaties

Complicaties en gevolgen van een antisociale persoonlijkheidsstoornis kunnen bestaan uit:
  • huiselijk geweld richting partner of kin(deren) of verwaarlozing
  • alcohol- of drugsmisbruik
  • in de gevangenis belanden
  • moorddadig of suïcidaal gedrag
  • het hebben van andere psychische stoornissen zoals depressie of angst
  • lage sociale en economische status en dakloosheid
  • participeren in een motorbende of criminele organisatie
  • vroegtijdige dood, meestal als gevolg van geweld

Preventie

Aangezien antisociaal gedrag zijn oorsprong vindt in de kinderjaren, kunnen ouders, leerkrachten en kinderartsen vroege waarschuwingssignalen herkennen. Het is belangrijk dat kinderen die tekenen van een gedragsstoornis vertonen, vroegtijdig worden geholpen, begeleid en behandeld. Het is tevens van belang dat het systeem bij de begeleiding of begeleiding wordt betrokken.

Prognose

Net als de meeste andere persoonlijkheidsstoornissen, neemt de antisociale persoonlijkheidsstoornis met het ouder worden vaak in intensiteit af, waarbij veel mensen nog maar weinig symptomen van de stoornis ervaren tegen de tijd dat ze ergens in de 40 of 50 jaar zijn.

Lees verder

© 2010 - 2025 Tartuffel, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De antisociale persoonlijkheidsstoornisMensen met de antisociale persoonlijkheidsstoornis (vroeger ook wel psychopaten genoemd) worden gekenmerkt door een grot…
PersoonlijkheidsstoornissenJe persoonlijkheid is je 'eigen aard,' waarmee je je in de omgang herkenbaar onderschiedt van anderen. Dat is iets ander…
Diagnose: Antisociale persoonlijkheidsstoornisIn dit artikel geef ik u informatie over de antisociale persoonlijkheidsstoornis (APS). Deze stoornis wordt vaak moeilij…
Alcoholverslaving en comorbiditeitAlcoholverslaving en comorbiditeitEen alcolholverslaving an sich is een heftig fenomeen met verstrekkende gevolgen voor het sociale, persoonlijke en zakel…

Angst voor de tandarts komt vaker voor dan hoogtevreesAngst voor de tandarts komt vaker voor dan hoogtevreesAngst voor de tandarts: zeker 600.000 Nederlanders durven niet naar de tandarts. Deze irreële angst is zo groot dat meer…
Hoe kun je je gedrag veranderen?Hoe kun je je gedrag veranderen?De meeste mensen komen een aantal malen in hun leven op het punt dat ze iets aan zichzelf willen veranderen. Vaak gaat h…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Saschamilk, Pixabay (bewerkt)
  • American Psychiatric Association. Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen (DSM-5). Nederlandse vertaling van Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders 5th Edition. Amsterdam: Boom Psychologie, 2014.
  • Dr. E.H.M. Eurelings-Bontekoe e.a: Handboek persoonlijkheidspathologie; Bohn, Stafleu, Van Loghum, tweede herziene druk, 2009.
  • Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, fourth edition, DSM-IV, American Psychiatric Association, Washington DC, 2005.
  • Jeffrey S. Nevid, Spencer A. Rathus en Beverly Greene: Psychiatrie - een inleiding; Pearson Education, zesde editie, 2008.
  • J.S. Reedijk: Psychiatrie; Reed business, augustus 1996.
  • Martin Sulman. Mens & Gezondheid. https://mens-en-gezondheid.nl/ (ingezien op 1-2-2025)
  • Mayo Clinic. Antisocial personality disorder: Symptoms & causes. https://www.mayoclinic.org/diseases-conditions/antisocial-personality-disorder/symptoms-causes/syc-20353928 (ingezien op 23-8-2018)
  • Psych Central. Antisocial Personality Disorder Symptoms. https://psychcentral.com/disorders/antisocial-personality-disorder/symptoms/ (ingezien op 23-8-2018)
  • Rice, M., Harris, G.T., Cormier, C.A. (1992). An evaluation of a maximum security therapeutic community for psychopaths and other mentally disordered offenders. Law & Human Behavior, 16(4): 399-412.
  • http://www.hetoudegesticht.com/2009/07/24/asp-antisociale-persoonlijkheids-stoornis/
  • www.maastrichtaktueel.nl, David Bernstein Universiteit Maastricht: “Behandeling psychopaten met tbs tóch effectief”
  • Afbeelding bron 1: HaiRobe, Pixabay
  • Afbeelding bron 2: DSM-5
  • Afbeelding bron 3: Clker Free Vector Images, Pixabay
  • Afbeelding bron 4: Triff/Shutterstock.com
  • Afbeelding bron 5: Wavebreakmedia/Shutterstock.com
  • Afbeelding bron 6: Andy Dean Photography/Shutterstock.com
  • Afbeelding bron 7: Aerovista/Shutterstock.com
  • Afbeelding bron 8: Wutsje Wikimedia Commons CC-BY-SA 3.0, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)
  • Afbeelding bron 9: Marian Weyo/Shutterstock.com
Reacties

Jaap, 04-06-2020
Hebt u een advies voor vrienden van ons die te maken hebben met overlast van een buurman (en zijn gezin) die voldoet aan 95 % van de hierboven genoemde symptomen? Reactie infoteur, 12-06-2020
Bij geluidsoverlast van de buren kun je desnoods de hulp inroepen van de wijkagent. Hier kunt u opzoeken wie de wijkagent is: www.politie.nl/mijn-buurt/wijkagenten.

Joop, 10-09-2015
Mensen aan de onderkant van maatschappij hebben vaker deze stoornis begrijp ik. verklaard dat ook de toename van het aantal verwarde mannen waar je veel over leest. Reactie infoteur, 23-09-2015
De informatie over de toename van verwarde personen op straat is gebaseerd op een onderzoeksrapportage van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Dienstencentrum (WODC). Dit onderzoek is in opdracht van de minister van Veiligheid en Justitie uitgevoerd. Uit de onderzoeksrapportage blijkt dat de term 'verwarde personen' een bredere groep omvat dan alleen psychiatrische patiënten. Een verward persoon kan volgens het onderzoek ook een verslaafde, dementerende of een persoon met een verstandelijke beperking zijn. Verwardheid is niet direct een kenmerk van ASP.

T. Huisman, 09-03-2012
Ze zeggen dat psychopaten ervaren psychiaters nog wel om de tuin kunnen leiden. En ze zeggen dat Psychopthie een verouderde benaming is voor wat ze nu de Antie Sociale Persoonlijkheids stoornis noemen. Er zijn ook testen ontwikkeld die een betrouwbare uitslag geven of iemand psychopaat is. Ze zeggen dat je wel een universeel mensenkenner zou moeten zijn om echt en onecht van elkaar te kunnen onderscheiden, als het gaat om een psychopaat. Ze doen zich voor als suikerzoet en komen over als een lokvogel op mensen. Ze zijn gevaarlijk in de omgang want als anderen hun recht willen hebben na onrecht dat zij hebben meegemaakt met een psychopaat dan worden ze agressief en beginnen ze te dreigen en te schelden. En hebben de spot met rechten van andere mensen. Dan zeggen sommigen wel van opkomen maar hier houdt een Psychopaat geen rekening mee. Na dat wat ij anderen hebben aangedaan durven ze zich ook nog wel te beklagen bij autoriteiten en doen alsof zij de dupe zijn. En stellen zich op alsof zij een vorst zijn. En denken alleen maar aan zich zelf. Er zijn geen regels in het sociale en maatschappelijke verkeer. Je kunt er beter met een boog omheen lopen als je met een Psychopaat te maken hebt. Ze zijn manifest gevaarlijk. Ze dreigen maar dan denk je dat het een grap is, maar dat is dan niet zo. Ze brengen mensen in levensgevaarlijke situaties en als anderen zich hier over beklagen dan worden ze zeer agressief en beginnen te dreigen mensen op je af te sturen en krijgen dat ook nog voor elkaar. Met berekening komen zij aan de top. Het klinkt zeer zwak hol en leeg. En komen hun beloftes niet waar. Er zit niks in. Wel mooie praatjes maar maken dat in het geheel niet waar. En soms bekleden ze ook nog hoge functies. Het kan hun niets schelen wat zij anderen hebben aangedaan. Sterker nog zij geven het de gedupeerden nog de schuld en die kunnen wat hun betreft wel vervolging en gevangenis krijgen. Het is dan de omgekeerde wereld. De gedupeerde krijgt als het aan de Psychopaat ligt nog gevangenisstraf. En zelf doen ze aan het lagere genot en treden rechten van mensen met voeten en veroorzaken veel leed. Ze zouden vaak geen angst kennen en geen berouwgevoel tonen. In hun ogen moet het slachtoffer nog berouw tonen. Reactie infoteur, 11-03-2012
In de literatuur wordt onderscheid gemaakt tussen ASP en psychopathie. De 'Psychopathy Checklist - Revised' (PCL-R) is een klinische beoordelingsschaal die wordt gebruikt om de diagnose te stellen. Gezien de aard van de diagnostische criteria is er wel een overlap tussen psychopathie en ASP. In Nederlands onderzoek voldoet 88% van de psychopaten aan de diagnose ASP en ongeveer een kwart van de personen met ASP voldoet aan de criteria voor psychopathie (Hildebrand, 2004).

Tartuffel (2.971 artikelen)
Laatste update: 01-02-2025
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Psychologie
Bronnen en referenties: 21
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.