Jezus' doodskleed: de bewijzen
Er zijn meer dan vermoedens dat het Kleed van Edessa, later de Lijkwade van Turijn genoemd, inderdaad de eeuwen heeft overleefd en het doek is waarin Jezus werd gewikkeld bij zijn begrafenis. In de twintigste eeuw begon een reeks onderzoeken om het kleed te kunnen dateren. Een onderzoek naar de bewijzen voor de ware lijkwade.
De geschiedenis van de lijkwade van Edessa
- Toen Jezus Christus aan het kruis op Golgotha gestorven was werd hij begraven in een spelonk bij Jeruzalem.
- Hij werd volgens de bijbel in doeken gewonden in een rots gelegd. (Joh 20.:1-20, Lucas 24:1-15).
- Men veronderstelt dat het grote doek waarin hij werd begraven werd meegenomen door zijn volgelingen.
- De apostel Judas Thaddeüs het doek meenam op zijn reis naar Griekenland
- nadat een brief van de koning van Edessa de gemeente in Jeruzalem had bereikt,
- waarin de koning de toen al gekruisigde Jezus vroeg om hem te genezen.
De Gemeente moet heel goed het belang hebben ingezien van zo'n verzoek van een Griekse koning. Judas Thaddeüs was blijkbaar een apostel die niet de mystieke esotherische eigenschappen had verworven op de Pinksterdag na Jezus' hemelvaart om gelovigen te genezen.
Toen koning Adbar V Ouchama door het zien of aanraken van de lijkwade wonderbaarlijk was genezen werd de lijkwade in Edessa bewaard. Het zou kunnen dat Judas Thaddeüs besloot om in Edessa te blijven om het koninkrijk bij te staan in hun nieuwe geloof in Jezus Christus.
- De lijkwade moest worden verborgen toen Adbar V Ouchama's zoon christenen begon te vervolgen.
- Door de eeuwen heen moest hij ook worden verstopt tegen de vervolgende Romeinse keizers Decius, Diocletianus en Galerius.
- Tijdens herstelwerkzaamheden aan de muren van Edessa werd de lijkwade in een nis in de muur ontdekt in de zesde eeuw.
- In 944 werd het Kleed van Edessa overgebracht naar Constantinopel, geruild tegen islamitische gevangenen.
- Aartsbisschop Gregorius van de Aya Sofia hield bij aankomst van de lijkwade een preek over het kleed.
- Deze preek ligt in de archieven van het Vaticaan.
- In deze preek wordt duidelijk de afbeelding van een heel lichaam op de lijkwade beschreven.
- Toen de kruisvaarders in 1204 Constantinopel veroverden
- namen zij ongetwijfeld het kleed mee naar Jeruzalem en later naar Akko waar de orde der tempeliers gevestigd was
- Bij de grote Tempeliers vervolging in 1307 geraakte het doek in de handen van de Fransen.
Het werd waarschijnlijk gebruikt tijdens de martelingen van de Groot-Tempelier Jacques de Maloy. Via een nichtje van de eveneens gemartelde Geoffroy de Charny werd het doek weer aan de openbaarheid prijs gegeven. Zodra er weer geruchten ontstonden over de lijkwade hebben de kerkelijke authoriteten alles gedaan om te ontkennen dat het hier de lijkwade van Jezus betrof.
De onderzoeken naar de echtheid van het doodskleed
Het eerste moderne onderzoek vond plaats in 1973: Umberto II van Italië die destijds eigenaar was van de lijkwade gaf toestemming aan elf wetenschappers om summier enige vezels van de lijkwade te nemen onder de voorwaarde dat de analyses geheim zouden blijven 'totdat het publiek daar aan toe was.' Dit laatste was een buitengewoon vreemde eis: hij is nauwelijks objectief te noemen en waarschijnlijk ingegeven door de R.K.kerk.
De enige bekendmakingen na het onderzoek van 1973:
Gilbert Raes (Professor en directeur van het Gentse Instituut voor Textiel Technology.)
- Hij ontdekte dat de lijkwade geweven was in een drie-aan-één visgraat met Z-draad. Een techniek uit de eerste eeuw.
- Hij bevestigde dat de wade een van de beste kwaliteit mummy linnen was.
- De katoen vezels werden geïdentificeerd als Gossypium herbaceum dat in de eerste eeuw in het Midden-Oosten groeide.
In 1988 werd dit bevestigd door de textiel onderzoekster Flury-Lemberg, die toevoegde dat de lijkwade opvallende gelijkenis vertoonde met de lijkwaden gevonden in Massada in de eerste eeuw. De Zwitserse forensische criminoloog
Max Frei deed een graspollen onderzoek. Hij deed dat met behulp van plakband, en niet met behulp van vezels uit het kleed. Hij meende dat hij pollen had gevonden van planten in en om Israel die groeiden in de eerste eeuw, maar die in de twintigste eeuw uitgestorven waren en dat het mogelijk was dat de
lijkwade uit de eerste eeuw afkomstig was.
Behalve de ontdekkingen van prof. Raes en van Max Frei werden er verder geen andere bevindingen van het onderzoek gepubliceerd. Dat mag op zich vreemd heten, er waren immers elf onderzoekers en niet twee. Het is niet duidelijk of de bevindingen van de andere negen ooit zijn gepubliceerd.
Onderzoek via een VP-8 beeld analyse
In 1978 werd dit onderzoek via drie dimensionale beeldanalyse uitgevoerd op een foto van de lijkwade uit 1938. (Dus niet op de lijkwade zelf.- derhalve was er geen toestemming nodig van Umberto II of eventueel de kerk.)
- Het bleek dat er een duidelijk reliëf van een menselijk lichaam zichtbaar werd.
- Duidelijk was ook dat de dichtheid van het beeld in directe verhouding was met de afstand van het lichaam tot de wade.
- Dit elimineert direkt de theorie dat het lichaam was opgeschilderd of gefotografeerd
- en bevestigt dat de afbeelding werd gevormd toen de wade metterdaad over een lichaam werd gedrapeerd.
Onderzoek van het speciaal opgerichte STURP team
Door de vondst via de VP-8 beeld analys in Layola, Verenigde Staten, ontstond er enthousiasme bij een groot aantal verschillende wetenschappers om verdere onderzoeken te doen in een collectief: Shroud of Turin Research Corporation -STURP.
Dit team concludeerde uiteindelijk dat:
- er geen pigmenten, verf, kleuring of vlekken zijn gevonden:
- dit wordt uitgesloten door tests met röntgen, fluoriserende tests en microchemische tests: er is geen verf gebruikt op de wade.
- Dit wordt nog eens door infra-rode en ultra-violet tests bevestigd.
- De VP-8 analyse toont aan dat de afbeelding van het lichaam een unieke drie dimensionale informatie geeft.
- Microchemisch onderzoek toont geen aanwezigheid van kruiden, spijzen, oliën aan
- of enige biochemische stoffen die door een lichaam kunnen worden geproduceerd, levend of dood.
- Het is duidelijk dat er een direkt kontakt was met de wade en het lichaam,
- dat verklaart bepaalde vindingen zoals afdrukken van zweepslagen en bloed.
- Het team is niet in staat om de hoge (foto)resolutie van het gezicht te verklaren.
Het raadsel van de munten
Professor Francis Filas (Loyola University Chicago) maakte een vergroting van de cirkels op één van de oogleden. Omdat hij letters dacht te zien vroeg hij advies aan een expert in oude munten Michael Marx. Marx' meende dat het om een Pilatus' lituus-munt ging uit 30AD, die door Pontius Pilatus rond het jaar 30AD is uitgegeven. De letters op de oogkassen die men meende te zien ("AICA") zouden deel zijn van de inscriptie "TIBEPIOY KAICAPOC". Het mag duidelijk zijn dat afgezien van de datering van een eventuele munt deze ontdekking, ook al werd hij later bevestigd bijzonder controversiëel is.
Onderzoek van Padua 2002
Onderzoekers van de Universiteit van Padua hadden in 2002 via en scan een tweede afbeelding op de achterkant van het kleed gevonden.
- Deze afbeelding van een hoofd en handen is weinig gedetailleerd en moeilijk zichtbaar vergeleken met de afbeelding op de voorkant van de wade.
- Net als de afbeelding op de voorzijde is de afbeelding op de achterzijde oppervlakkig,
- wat betekent dat er alleen kleurstoffen zichtbaar zijn op het bovenste deel van de vezels.
- De achterste afbeelding is consistent met de afbeelding op de voorkant van de lijkwade.
- Het bevestigt dat de afbeelding kan zijn ontstaan door de zg Maillardreactie, (vrijkomen van lichaamsgassen bij ontbinding)
- waarbij lichaamsgassen door het kleed zijn getrokken in de laag aan de buitenkant van het kleed.
- Dit laatste impliceert wel een sterf-proces.
De Rooms-katholieke Kerk en de lijkwade van Turijn
- De Rooms-katholieke Kerk heeft altijd geclaimd dat de lijkwade een vervalsing is.
- Vlak na de herontdekking van de lijkwade in ongeveer 1380 schreef de bisschop van Troyes een brief aan de paus, waarin hij opmerkte' over een "handig geverfd doek" waarvan valselijk beweerd werd dat het de lijkwade van Christus is'. Die bisschop heeft de lijkwade nooit zelf gezien.
- De kerk geeft het belang van de lijkwade van Turijn toe, maar alleen als "voorstelling" van Jezus.
Tegen-standpunten tegen de Rooms-katholieke kerk
- Het was de Katholieke kerk
die samen met Philips de Goede de door hun verachte orde der Tempeliers, bewaarders van de Lijkwade uitmoordden. Stemmen gaan op dat de verachting zo ver ging dat de Tempelier grootmeester Jacques Molay een marteling onderging waarbij hij eerst gekruisigd door zijn polsen aan een deur werd gehangen en daarna in de wade werd gebonden (1307).
- Het is natuurlijk ondenkbaar dat de kerk na zulke wandaden met het kleed kon terugkomen op de bewering dat het vals is.
- Zo omgaan met het doodskleed zou ook wijzen op weinig respect voor hun Heiland.
- Derhalve werd de kerk door haar eigen acties in de Middeleeuwen gedwongen om de echtheid van de lijkwade te ontkennen.
Kritiek en conclusie
Kerk en sommige wetenschappers gaan ervan uit dat de lijkwade gedateerd moet worden in de 13e eeuw. Die mening kan men alleen maar volgen als men ervan uitgaat dat de lijkwade pas in de 13e of 14e eeuw opdook. Daarbij gaat men voorbij aan de hele geschiedenis van de lijkwade in Edessa en in Constantinopel, waarbij er kerkelijke bewijzen bestaan van de exacte beschrijving van de lijkwade die overeenkomen met de lijkwade van Turijn.
- Voor het jaar 1000 werd er rotsvast geloofd in de echtheid van de lijkwade, specifiek door hoge kerkelijke authoriteiten.
- Pas na de vondst bij de Tempeliers in 1307 werd ineens de echtheid steevast ontkend door de kerk.
- Helaas hebben de argumenten contra een onwetenschappelijk ' welles-nietes' gehalte.
- Iedereen die wijst op de echtheid van de lijkwade wordt zwart gemaakt, incompetent verklaard of belachelijk gemaakt.
- Ook blijft er nog het raadsel van de niet-gepubliceerde onderzoeken in 1973.
- In deze tijd van geavanceerde techniek is besloten de lijkwade van Turijn pas weer in 2025 in de openbaarheid te brengen.
De conclusie over de echtheid van de lijkwade is aan de lezer, misschien wel indachtig de woorden van Jezus: 'zalig zijn zij die niet zien maar toch geloven'.
Lees verder