Jozef | Jezus |
Rachels moederschoot werd door God ontsloten (Genesis 30:22). | Ook bij Jezus ging een wonder aan zijn geboorte vooraf. Zo werd Jezus niet verwekt door het zaad van een mens, maar door de Heilige Geest. |
Jozef was de lievelingszoon van Jacob (Genesis 37:3). | Jezus is Gods geliefde Zoon (Markus 1:11). |
Jozef' levensloop werd bekendgemaakt via dromen. | Ook Jezus' levensloop is bekend gemaakt in profetieën, typen (zo is dus Jozef, een verlosser van zijn volk, een type van Jezus) en aanwijzingen van engelen. |
Jozef ging op zoek naar zijn broers (Genesis 37:16). | Jezus zoekt alle verloren mensen (Lucas 15:1-7). |
Jozef werd afgewezen door zijn eigen broers (Genesis 37:23-24). | Jezus werd door zijn eigen volk afgewezen (Johannes 1). |
Jozef werd door zijn broers verraden en verkocht (Genesis 37). | Jezus werd door Judas verraden en verkocht voor dertig zilverstukken (Matteüs 26:14). |
Jozef' broers spanden tegen hem samen (Genesis 37:18). | Dit gebeurde ook bij de geboorte van Jezus: Herodus liet alle kinderen in Bethlehem van twee jaar en jonger vermoorden. Ook gedurende Jezus' bediening, werd er tegen hem samengezweerd (Matteüs 12:14). |
De woorden van Jozef werden in twijfel getrokken (Genesis 37:19). | Ook de woorden van Jezus werden in twijfel getrokken (Marcus 15:29-30; Johannes 3:18, 36). |
Jozef werd verleid, maar zondigde niet (Genesis 39:7-12). Drie keer werd hij verleid: vers 7, 10 en 12. | Aan het begin van Jezus' openbare optreden werd Hij drie keer door de duivel verzocht (Matteüs 4:1-11). |
Jozef voorspelde het lot van zijn medegevangenen. De schenker werd in mijn ambt hersteld, de bakker werd opgehangen (Genesis 41). | Samen met Jezus werden nog twee anderen, beiden misdadigers, gekruisigd. Jezus beloofde redding aan de ene en aan de andere de ondergang. Jezus zei tot de eerste: “Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn” (Lucas 23:43). |
Jozef spreekt de wens uit herinnert te zullen worden: "Ik hoop dat u aan mij zult denken als het u straks goed gaat, en dat u mij dan een dienst wilt bewijzen door de aandacht van de farao op mij te vestigen, zodat ik vrijkom." | Jezus zei: "Doe dit tot mijn gedachtenis" (Lucas 22:19). |
Jozef ging door een diepe vernedering in de gevangenis, voordat hij door de farao verhoogd werd. | Jezus ging door de diepste vernedering van de dood aan het kruis, voordat God Hem verhoogde met de naam boven alle namen. |
De mantel van Jozef werd door zijn broers met bloed besmeurd. | Denk hierbij aan een plaatsvervangend zondoffer, alsook aan het kleed van Jezus dat aan de voet van het kruis werd verdobbeld. |
Jozefs leven vertoont een grillig verloop van afwisselend dieptepunten en hoogtepunten, voordat hij uiteindelijk verhoogd werd. | Vanuit de hemel daalde Jezus af naar het in duisternis gehulde domein van de overste van deze wereld; van het licht van de hemel naar de aardse duisternis. Hij was Koning, maar liet zich vernederen en kruisigen. Vervolgens keert Hij terug naar Zijn Vader en ontving Hij de grootste heerlijkheid: “Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader” (Filippenzen 2:6-11). Het is een Bijbels principe dat ‘het kruis aan de kroon voorafgaat’. Dit wordt zichtbaar in het leven van Jezus, maar dit principe geldt evenzeer voor alle navolgers van Christus (1 Petrus 4:13; Matteüs 10:24-25; Romeinen 8:17). |
Jozef werd boos noch bitter, hij veroordeelde zijn broers niet, maar hij toonde zich genadig. | Ook Jezus vergeeft eenieder, wijst niemand af en veroordeelt niemand, ook Hij komt met genade (Johannes 1:14). |
Jozef vergaf zijn vijanden (Genesis 50:19-21). | Jezus sprak deze woorden aan het kruis: "‘Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen" (Lucas 23:34). |
Jozef was enorm veel onrecht aangedaan en hij had er menselijkerwijs alle reden toe om opstandig te zijn. Desalniettemin lezen we nergens dat hij dat was. Hij schikte zich in zijn lot en aanvaardde de benarde omstandigheden waarin hij verkeerde. Jozef vertrouwde op God. | Jezus werd afgewezen en gedwarsboomd door de mensen voor wie Hij juist gekomen was (Marcus.8:31; Handelingen 4:13-15). Ondanks dat Jezus is gegeven alle macht in de hemel en op aarde (Matteüs 28:18), koos Hij er uit vrije wil voor om de weg van God te gaan, tot de dood toe. “Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid, als een ooi die stil is bij haar scheerders deed hij zijn mond niet open.”(Jesaja53:7, Handelingen 8:32-35). Jezus deed altijd de wil van zijn Vader (Johannes 8:28, 29). |
Jozef redde ontzettende veel mensen van een wisse dood. Na lange tijd in de gevangenis te hebben gezeten, werd hij van de ene op de andere dag onderkoning van Egypte. In die hoedanigheid hielp hij niet alleen de Egyptenaren, maar ook de bewoners van buurlanden door een lange periode van extreme hongersnood heen. In deze functie werd hij ook de redder van zijn eigen familie, ondanks dat ze Jozef ontzettende veel leed en verdriet hadden aangedaan. | Jezus werd niet alleen de Redder van de wereld (1 Johannes 2:2: “Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden, en niet alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld”), doch op de eerste plaats van Zijn eigen volk (Matteüs 1:21; Hebreeën 2:16-17), ondanks wat ze Hem hadden aangedaan. |