Verhouding Oude- tot het Nieuwe Testament (eenheid bijbel)
De verhouding van het Oude- tot het Nieuwe Testament is, zo schreef meer dan een halve eeuw geleden J.G. Feenstra in 'Onze geloofsbelijdenis', als die van de bol tot de bloem, die er in zit en er uit komt. Het Nieuwe Testament is in het Oude verborgen en het Oude Testament wordt in het Nieuwe openbaar. Zij vormen geen tegenstelling, maar een eenheid. Er zijn onder zowel christenen als niet-christenen veel misverstanden over de verhouding tussen beide testamenten.
Verhouding Oude Testament tot het Nieuwe Testament
Verantwoording: het uitgangspunt van schrijver dezes is het geven van 'een Bijbelgetrouwe uitleg' over het onderwerp.
De eenheid van de schrift (h)erkennen
Sommige christenen, vooral die uit Evangelische hoek, verwaarlozen het Oude Testament. Ze lezen alleen het Nieuwe Testament en vinden het Oude Testament saai en moeilijk te begrijpen. Weer anderen kunnen niet uit de voeten met de wraakpsalmen en vloekbeden en de - in hun ogen - primitieve en oorlogszuchtige verhalen. Ze laten deze en andere Bijbelteksten over Gods toorn en wraak, maar liever links liggen. Ze weten niet hoe deze teksten te rijmen met de nieuwtestamentische boodschap van Gods liefde in Jezus Christus. Een aantal gelovigen verwerpen zelfs het Oude Testament op grond van wreedheden, zoals de slachtingen van de Kanaänieten. Er zijn ook mensen die, zoals de Coccejanen, het Oude Testament als inferieur ten opzichte van het Nieuwe Testament beschouwen.
Als men niet de eenheid van de schrift (h)erkent, dan kan dit tot verkeerde leringen leiden. Zo zijn een aantal Bijbeluitleggers van de vroege kerk op een dwaalspoor belandt, toen zij de allegorische methode van interpretatie gingen uitdragen. Doordat een substantieel gedeelte van het Oude Testament werd gezien als nutteloos of achterhaald, waren ze van mening dat het Oude Testament alleen voor christelijk gebruik geschikt was door in de tekst een verborgen geestelijke betekenis te zien. De kerkvader Gregorius de Grote (ca. 540-604) is daar een voorbeeld van:
"De letterlijke betekenis van de bijbelse verhalen omtrent Mozes wordt compleet verwaarloosd. Alles wordt vergeestelijkt. Heel Mozes' leven is voor Gregorius een mystieke 'opgang', met God Zelf als einddoel van het menselijk streven."[1]
Tijdens de Reformatie werd opnieuw het belang van de historische en natuurlijke betekenis van de Schrift erkent. De Bijbel mag dan door vele mensen gedurende vele eeuwen geschreven zijn, toch wordt ons daarin de ene wil van God geopenbaard. De reformatoren belijden de duidelijkheid van de Schrift (Psalm 19:8; Deuteronomium 30:11-14). De Katholieke kerk ontkent dit en is van mening dat de kerk en de traditie nodig zijn om de Schrift voor ons duidelijk te maken. Nee, zeggen de reformatoren: er is geen instantie buiten de Schrift nodig om uit te leggen hoe de Schrift gelezen moet worden. De reformatoren, vrij als ze waren van een autoriteit die zei hoe ze de Schrift moesten verstaan, ontdekten dat de beginselen van de interpretatie van de Schrift zijn vervat in de Bijbel zelf!
De verhouding van het Oude- tot het Nieuwe Testament
Deze verhouding is als die van de bol tot de bloem, die er in zit en er uit komt. Het Nieuwe Testament is in het Oude verborgen en het Oude Testament wordt in het Nieuwe openbaar. Zij vormen geen tegenstelling, maar een eenheid.[2]
De duidelijkheid van de Bijbel en hermeneutische beginselen
De opvatting aangaande de duidelijkheid van de Schrift, betekent niet dat uitleg ervan je niet voor grote vragen kan stellen. Het meest belangrijke beginsel van Schriftuitleg is: 'Schrift met Schrift vergelijken'. De bijbel is zijn eigen uitlegger, de ene Schriftplaats werpt licht over de andere. Verder is het belangrijk de tekst in zijn historische en letterlijke contexten te analyseren.
Verder moet je voor ogen houden dat er sprake is van voortgang van de openbaring binnen de Schrift. Op sommige zaken die in het Oude testament slechts verhuld of aanduidende wijze geopenbaard zijn, werpt het Nieuwe Testament het volle licht:
"Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie hij de wereld heeft geschapen" (Hebreeën 1:1). Om de verhouding van het Oude- ten aanzien van het Nieuwe Testament te verhelderen, gebruikt Paulus in Galaten 4 het beeld van het kind ten opzichte van een volwassene.
Het Oude Testament is tot het Nieuwe, wat belofte is tot vervulling
Het Nieuwe Testament is in het Oude verborgen en het Oude is in het Nieuwe onthuld, zoals ik reeds in de inleiding schreef. Je kan ook zeggen dat het Oude Testament is tot het Nieuwe, wat belofte is tot vervulling. Zo verwijzen dieroffers in het Oude Testament naar Christus' verzoenende offer aan het kruis. En zo verwijst de profetie in
Jesaja 53 over de Lijdende Knecht, naar het lijden en sterven van de Messias, Jezus Christus. Door het gehele Oude Testament loopt als een rode draad van profetie, de verwachting en de hoop van Iemand die komen zal. Het hoofddoel van de Oudtestamentische openbaring zijn vervat in de woorden van Jezus: "De Schriften getuigen over mij" (Johannes 5:39). Het Oude Testament is in feite net zo Christo-centrisch als het Nieuwe Testament.
Dus de belangrijkste reden voor christenen om het Oude Testament te bestuderen, ligt gelegen in het Nieuwe Testament. Het Nieuwe Testament bespreekt dat Jezus van Nazareth is de Ene in wie en door wie alle beloften van God hun vervulling vinden. Deze beloften zijn louter en alleen te begrijpen vanuit het Oude Testament. De vervulling van de beloften kan slechts worden begrepen in de context van de beloften zelf. Het Nieuwe Testament veronderstelt kennis van het Oude Testament. De schrijvers van het Nieuwe Testament plaatsen alles in het licht van dit ene grote doel: de verwachting en de toebereiding tot de komst van de Messias, de Zoon van God, Zoon van Abraham, Zoon van David, de Zoon des mensen. Alles in het Nieuwe testament is een onderdeel van de heilsgeschiedenis waarvan het Oude Testament getuigt. De persoon en het werk van Christus, noch het leven van de christelijke gemeenschap, kan los worden gezien van deze heilsgeschiedenis die haar oorsprong heeft in het Oude Testament.
De dag zal komen – spreekt de HEER – dat ik met het volk van Israël en het volk van Juda een nieuw verbond sluit (Jeremia 31:31)
"Jewish people will ... accuse Christians of inventing a New Covenant that does not exist, claiming that the only covenant is the Torah. Jeremiah 31:31 says that God will make a new covenant, but when you tell them this they will try to tell you that you have misunderstood the text. At this point, you can point to the Midrash on Psalm 7, p. 5a of the Warsaw Edition: "God will speak through the Messiah to make a new covenant."
"Joodse mensen zullen ... christenen beschuldigen van het uitvinden van een nieuw verbond, dat niet bestaat, stellende dat de enige convenant de Thora is. Jeremia 31:31 zegt dat God een nieuw verbond zal sluiten, maar als je ze dit vertelt dan zullen ze u er van proberen te overtuigen dat u de tekst niet goed hebt begrepen. U kunt dan wijzen op de Midrasj over Psalm 7, p. 5a van de Warschau Editie: "God zal spreken via de Messias om een nieuw verbond te sluiten."[6]
Christus komt in het Oude Testament op verschillende manieren tot ons:
- Christus in de profetie;
- Christus in het ritueel; en
- Christus in persoonlijke typen.
Zo vinden rituelen, zoenoffers en bijzondere verzoeningsrituelen (zoals Pesach en Grote Verzoendag) hun vervulling in Christus.[3] Christus wordt niet alleen uitgebeeld in dingen of rituelen, maar ook in personen. Zo is Jozef (een verlosser van zijn volk) een type van Jezus. Een definitie van type is: een voorbeeld uit een lagere sfeer gebruiken om te wijzen op een waarheid, die tot een hogere sfeer behoort.[4] In het gehele Oude Testament wordt geprofeteerd over de Messias. Uit het Oude Testament kunnen we een volledig beeld van de Messias tekenen. Zacharia beschrijft bijvoorbeeld in Zacharia 1 een Man op een rood paard en deze Man blijkt de 'Engel des Heren' te zijn. Deze figuur is niemand anders dan Jezus Christus, een Oudtestamentische manifestatie of theofanie van de Zoon van God. Een aantal andere profetische voorbeelden hoe we Hem kunnen zien, geef ik hieronder weer.[5]
- het zaad der vrouw (Eden)
- de Beloofde (Abraham)
- de Soli (Jacob)
- de Profeet (Mozes)
- de Ster (Bileam)
- de Koning (David)
- de Lijder (Jesaja)
- de Here onze Gerechtigheid (Jeremia)
- de Zoon des Mensen (Daniël)
- de Zoon van God (Zacharia)
- de Zon der Gerechtigheid (Maleachi)
Elke profeet draagt bij om het goddelijke beeld van de komende Messias te completeren. Bij Jezus' eerste komst op aarde zijn een deel van deze profetieën vervuld en bij Zijn wederkomst zullen de overige in vervulling gaan (
klik kier).
Het Oude Testament wijst naar het verlossingswerk van Christus
Des te meer en intensiever we het Nieuwe Testament zullen bestuderen, des te duidelijker wordt het beeld - dat gedeeld wordt door Jezus, de apostelen en de nieuwtestamentische schrijvers in het algemeen - dat het Oude Testament het Woord van God is dat wijst naar Christus. De wijze waarop het Oude Testament getuigt van Christus, kunnen we ontdekken op basis van het Nieuwe Testament. Het is het Nieuwe Testament, dat ons voorziet van een gezaghebbende interpretatie van het Oude.
Houdt daarbij te allen tijde de volgende twee basiswaarheden voor ogen. Ten eerste is de heilsgeschiedenis een proces; er is sprake van een progressieve ontwikkeling van de openbaring. God heeft op verschillende manieren en op verschillende tijden geopenbaard aan de vaderen (Hebr. 1:1). Ten tweede vindt dit proces van heilsgeschiedenis haar doel en vervulling in de persoon en het werk van Jezus Christus. In de Bijbel wordt ons de volkomen openbaring gegeven van Gods verlossingswerk in Christus.
Twee 'Testamenten', één Bijbel - David H. Stern
'The Comple Jewish Bible' /
Bron: Boekomslag Complete Jewish Bible
De Messiaanse Jood David H. Stern, schrijft in 'The Complete Jewish Bible':
"Nevertheless, the two parts of the Bible, the
Tanakh [the Old Testament] and the
B'rit Hadashah [the New Testament], form one bible. These two parts deal with parallel material in complementary ways. History, having commenced with the creation of heaven and earth and the sinless paradise of 'Eden in the first two chapters of the
Tanakh, ends with the sinless paradise of a 'new heaven and a new earth' [Isaiah 65:17; Revelation 21:1] in the last two chapters of the
B'rit Hadashah. The
B'rit Hadashah, continuing the salvation history set forth in the
Tanakh on the basis of covenants made with Noach (Noah), Avraham (Abraham), Moshe (Moses) and David, presents itself as encompassing the 'new covenant' which God promised in the
Tanakh to make 'with the house of Isra'el and the house of Y'hudah (Judah)' [Jeremiah 31:30-33 (31-34)] and presents Yeshua as consummating the systems of kings, prophets,
cohanim(priests) and sacrifices described therein, as well as being himself the sum and subtance of the
Torah. Thus the New Testament apart from the Old is heretical, and the Old Testament apart from the New is incomplete - two testaments, one Bible."[7]
Noten:
- RD. Orthodoxe Gregorius bleef —meer dan ons lief is — een kind van zijn tijd. https://www.digibron.nl/viewer/collectie/Digibron/id/tag:RD.nl,19890809:newsml_c8e0e8531116ebb69faa71abea954f07 (ingezien op 15-11-2020)
- J.G. Feenstra: Onze geloofsbelijdenis; J.H. Kok NV, Kampen, 2e druk, 1947, p.55.
- Men leze: Dr. Willem J. Ouweneel: Het zoenoffer van God - Ontwerp van een verzoeningsleer; Uitgeverij Medema, 2009, p.89-131.
- Brandpunt Bijbelscholen, 3e jaar, zd., p.120.
- Ibid.
- Jacob Prasch: Jesus In The Talmud; http://www.moriel.org/articles/israel/jesus_in_the_talmud.htm
- David H. Stern (translation): Complete Jewish Bible; Jewish New Testament Publications, Clarksville, Maryland, USA, 1998.
Lees verder