Wat is de bijbel, waarom uniek, canonieke & apocriefe boeken
Het woord 'Bijbel' stamt van het Griekse woord biblia en dat is het meervoud van biblion oftewel boekrol. De bijbel bestaat uit twee delen: het Oude Testament en het Nieuwe Testament. De bijbel is in feite een verzameling boeken of geschriften. Het bestaat uit maar liefst 66 boeken van uiteenlopende literaire genres: geschiedschrijving, gedichten, novelle, liederen, brieven, wetten, opstellen, profetieën, spreekwoorden, enz. Het oudste gedeelte wordt geschat op 3500 jaar of nog wel ouder.
Bijbel: Wat is de bijbel, waarom is de bijbel uniek, canonieke & apocriefe boeken
Christenen die de Bijbel lezen /
Bron: Dream Perfection/Shutterstock.comDe bijbel
De bijbel bestaat uit 66 boeken, met vele literaire genres, talloze schrijvers en het is in een tijdsbestek van over zeker 1500 jaar geschreven. Dat maakt het boek zo uniek. Door Joden wordt het eerste deel, het Oude testament, als Gods Woord gezien en door christenen wordt ook het tweede deel, het Nieuwe Testament, als Gods Woord beschouwd, dat wil zeggen dat deze boeken door God geïnspireerd zouden zijn. Wat er wordt bedoeld met
goddelijke inspiratie kunnen we vinden in de bijbel. Het eerste citaat is afkomstig uit het Oude Testament (OT) en het tweede citaat uit het Nieuwe Testament (NT):
De HEER richtte de volgende woorden tot [zijn profeet] Jeremia: ‘Dit zegt de HEER, de God van Israël: Schrijf alle dingen die ik je heb gezegd in een boekrol. Want de dag zal komen – zegt de HEER – dat ik het lot van mijn volk Israël en van Juda ten goede keer, dat ik hen terugbreng naar het land dat ik hun voorouders gegeven heb en dat zij het in bezit zullen nemen – spreekt de HEER.’ Hier volgen de woorden die de HEER tot Israël en Juda sprak. (Jeremia 30:1-4)
Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven. (2 Timoteüs 3:16)
Het begrip 'testament'
De bijbel bestaat zoals gezegd uit het Oude - en het Nieuwe Testament. Testament staat voor 'verbond' of 'convenant'. De benamingen Oude en Nieuwe Testament zijn ontleend aan de brief van Paulus aan de Korinthiërs. In 2 Korinthiërs 3:14 spreekt Paulus over het oude verbond en in 2 Korinthiërs 3:6 van het nieuwe verbond. Door deze aanduiding wordt door christenen een onderscheid gemaakt tussen het Oude verbond (dat van God met met de mensheid in het algemeen en het het volk van Israël in het bijzonder) en het Nieuwe (dat van Jezus de Christus met de mensheid). Volgens de christelijke visie wijst het Oude Testament naar de komst van Jezus de Christus en gaat het aan het Nieuwe Testament vooraf, alwaar God door Jezus de Christus een nieuw verbond heeft gesloten met de mensheid 'opdat een ieder die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft'. (Johannes 3:16) Het Oude Testament kan in deze visie niet zonder het Nieuwe - en vice versa. Ze zijn als twee verdiepingen: de eerste leidt naar de tweede en de tweede kan niet niet bestaan zonder de eerste die het draagt. Ze zijn elkaars
spiegelbeeld: belofte en vervulling.
In het Oude Testament hebben zowel de Joodse als de christelijke traditie hun gemeenschappelijke wortels. Er zijn daarom
twee perspectieven, twee manieren van kijken naar het Oude Testament. Zo zien christenen (overigens in navolging van de allereerste Joodse navolgers van Jezus de Messias!) in veel teksten van het Oude Testament een verwijzing naar Jezus. In het verhaal van Filippus en de Ethiopiër in het Bijbelboek Handelingen zien we hoe Filippus een Schriftgedeelte in Jesaja uitlegt dat heenwijst naar Jezus.
"Een engel van de Heer zei tegen Filippus: ‘Ga tegen de middag naar de verlaten weg van Jeruzalem naar Gaza.’ Filippus deed wat hem gezegd werd en ging naar die weg toe. Daar kwam hij een Ethiopiër tegen, een eunuch, een hoge ambtenaar van de kandake, de koningin van Ethiopië, die belast was met het beheer van haar schatkist. Hij was in Jeruzalem geweest om daar God te aanbidden en zat nu op de terugweg in zijn reiswagen de profeet Jesaja te lezen. De Geest zei tegen Filippus: ‘Ga naar die man daar in de wagen.’ Filippus haastte zich naar hem toe en hoorde hem de profeet Jesaja lezen, waarop hij vroeg: ‘Begrijpt u ook wat u leest?’ De Ethiopiër antwoordde: ‘Hoe zou dat kunnen als niemand mij uitleg geeft?’ Hij nodigde Filippus uit om in te stappen en bij hem te komen zitten. Dit was het Schriftgedeelte dat hij las:
‘Als een schaap werd hij naar de slacht geleid;
als een lam dat stil is bij zijn scheerder
deed hij zijn mond niet open.
Hij werd vernederd en hem werd geen recht gedaan,
wie zal van zijn nakomelingen verhalen?
Want op aarde leeft hij niet meer.’
De eunuch vroeg aan Filippus: ‘Kunt u me zeggen over wie de profeet het heeft? Over zichzelf of over een ander?’ Daarop begon Filippus met hem te spreken over het evangelie van Jezus, waarbij hij deze Schrifttekst als uitgangspunt nam."
Joden die Jezus niet als de Messias aanvaarden, zien in dit tekstgedeelte uiteraard geen verwijzing naar Jezus. Ze zien Jezus daarentegen als valse messias. Ze verwerpen om die reden het Nieuwe Testament.
Tanakh
De Joden noemen het Oude Testament Tanakh (in het Nederlands wel 'Tenach' genoemd). De Tanakh wordt onderverdeeld in drie afdelingen:
- Tora (Leringen of onderwijzing - ook wel de vijf boeken van Mozes);
- Nevi'im (Profeten); en
- Ketuvim (Geschriften).
Ta
Na
Kh is een acroniem voor
Tora,
Nevi'im en
Ketuvim.
Deze drie onderdelen liggen als het ware in
cirkels om elkaar heen. De tora vormt daarbij de binnencirkel, het vormt het hart van het joodse belijden. Daaromheen ligt de tweede cirkel, de Nevi'im (Profeten), waarin de uitwerking van de tora in Gods volk, Israël, tot uiting komt. De buitenste concentrische cirkel zijn de Ketuvim (Geschriften). Ze bevatten vooral de zogeheten vijf feestrollen, de boeken die tijdens joodse gedenkdagen in de synagoge voorgelezen worden.
Boeken van het Oude Testament / Tanakh
Het Oude Testament telt 39 boeken. We volgen eerst de onderverdeling van de Hebreeuwse. We geven de Joodse benaming weer, met daarachter tussen haakjes de Nederlandse benaming.
Thora
- B’resheet (Genesis)
- Sh’mot (Exodus)
- Vayikra (Leviticus)
- B’midbar (Numeri)
- D’varim (Deuteronomium)
Profeten / Nevi’im
Er wordt dikwijls een onderverdeling gemaakt tussen vroege en late profeten, waarbij de laatste categorie weer onderverdeeld wordt in grote en kleine profeten, ook wel 'de twaalf' genoemd.
Vroege profeten / Nevi-im Rishonim
- Y’hoshua (Jozua)
- Shof’tim (Richteren/Rechters)
- Sh’mu’El Alef (1 Samuel)
- Sh’mu’El Bet (2 Samuel)
- M’lakhim Alef (1 Koningen)
- M’lakhim Bet (2 Koningen)
Nevi’im Acharonim (Late profeten)
- Yesha’Yahu (Jesaja)
- YirmeYahu (Jeremia)
- Yechezk’El (Ezechiël)
Shneim ‘Asar (De Twaalf)
- Hoshea (Hosea)
- Yo’El (Joël)
- ‘Amos (Amos)
- ‘OvadYah (Obadja)
- Yonah (Jona)
- Mikhah (Micha)
- Nachum (Nahum)
- Havakuk (Habakuk )
- Tz’fanYah (Sefanja)
- Hagai (Haggai)
- Z’kharYah (Zacharia)
- Maol’akhi (Maleachi)
K’tuvim (Geschriften)
- Tehillim (Psalmen)
- Mishlei (Spreuken)
- Iyov (Job)
The Five Megillot (De vijf feestrollen)
- Shir-HaShirim (Hooglied)
- Rut (Ruth)
- Eikhah (Klaagliederen)
- Kohelet (Prediker)
- Ester (Esther)
‘Ezra-NechemYah (Ezra-Nehemiah)
- Dani’el (Daniël)
- ‘Ezra (Ezra)
- NechemYah (Nehemia)
- Divrei-HaYamim Alef (1 Kronieken)
- Divrei-HaYamim Bet (2 Kronieken)
Hieronder volgt de christelijke indeling van het Oude Testament.
De Wet
- Genesis
- Exodus
- Leviticus
- Numeri
- Deuteronomium
De Historische Boeken
- Jozua
- Rechters
- Ruth
- 1 Samuel
- 2 Samuel
- 1 Koningen
- 2 Koningen
- 1 Kronieken
- 2 Kronieken
- Ezra
- Nehemia
- Ester
De Poëtische Boeken
- Job
- Psalmen
- Spreuken
- Prediker
- Hooglied
De Profeten
- Jesaja
- Jeremia
- Klaagliederen
- Ezechiël
- Daniël
- Hosea
- Joël
- Amos
- Obadja
- Jona
- Micha
- Nahum
- Habakuk
- Sefanja
- Haggai
- Zacharia
- Maleachi
Het begrip 'canon' en de criteria om de canoniciteit vast te stellen
Hoe hebben Joden en christenen vastgesteld welke boeken tot de bijbel behoorden? Als we dit thema bespreken, komt het begrip '
canon' om de hoek kijken. Canon is afgeleid van het Hebreeuwse woord 'qaneh' en het Griekse woord 'kanon'. Beide woorden hebben de betekenis van maatstaf of rietstengel; een rietstengel kan als maatstaf fungeren. Dit is voor tweeërlei uitleg vatbaar. In de eerste plaats betekent het dat de bijbelse canon een standaard, een maatstaf is voor leer en leven. In de tweede plaats duidt het begrip canon een standaard aan waaraan de Bijbelse geschriften moeten voldoen. Er waren voor de oud testamentische geschriften drie criteria om de canoniciteit te bepalen:
- het boek dat deel uitmaakte van de canon moest door een profeet of een persoon met profetische gaven zijn geschreven;
- het boek moest voor alle generaties gelden, waardoor het nooit aan actualiteit zou inboeten en mensen van alle tijden de boodschap van het boek zouden kunnen toepassen op hun eigen leven;
- het geschrevene moest in overeenstemming zijn met voorgaande openbaring.
Deuterocanonieke boeken
In de leerschool van Jamnia (of Javne) bevestigden Joodse geleerden rond 90 n.Chr. welke boeken tot de canon behoorden. Ik gebruik opzettelijk het woord 'bevestigen', aangezien de geleerden niet vaststelden welke boeken tot de canon behoren, maar officieel bekrachtigden wat generaties voor hen al al erkend hadden. De christenen namen aanvankelijk de Septuagint - de Griekse vertaling van de Hebreeuwse bijbel (ontstaan rond 250-110 v.Chr. ten behoeve van de vele joden die buiten het land Israël woonden en behoefte hadden aan een Griekse vertaling) - als gezaghebbende bundel over. De Septuagint bevatte vreemd genoeg meer boeken dan de Hebreeuwse lijst van bijbelboeken, die later bevestigd werd te Jamnia. De boeken die wel in de christelijke lijst van bijbelboeken en niet in de Hebreeuwse canon voorkwamen, werden '
deuterocanonieke boeken' genoemd', dat wil zeggen: 'in tweede instantie aan de canon toegevoegd'. De kerkvader Hiëronymus geloofde net als de Joden dat deze boeken waardevol waren ter lering en onderricht, doch dat ze niet beschouwd moesten worden als een deel van de bijbel. Tijdens de concilies van Florence (1441 n.Chr.) en Trente (1546 n.Chr.) en het eerste Vaticaanse concilie (1870 n.Chr.) bevestigde de katholieke Kerk de meeste deuterocanonieke boeken als deel van de bijbelse canon.
De deuterocanonieke boeken komen na Maleachi en zijn:
- Tobit
- Judit
- Ester (Grieks)
- 1 Makkabeeën
- 2 Makkabeeën
- Wijsheid
- Sirach
- Baruch
- Brief van Jeremia
- Toevoegingen aan Daniël
- Manasse
De protestanten hebben deze boeken niet als canoniek erkend. Daarvoor zijn een aantal redenen te noemen, waarvan de eerste twee de doorslag geven:
- ze bevatten leringen die diametraal tegengesteld zijn aan de Bijbelse leer (voorbeeld: liegen is geoorloofd Judit 9:10 14; Tobit 5:4,13);
- de boeken bevatten evidente geografische en historische fouten en onjuistheden;
- ze beschouwen zichzelf niet als door God geïnspireerd;
- ook in het jodendom werden ze als niet-canoniek beschouwd;
- in het Nieuwe Testament wordt veelvuldig uit gezaghebbende Oud Testamentische boeken geciteerd, echter nooit uit de deuterocanonieke boeken.
Het nieuwe Testament
In het Hebreeuws wordt het Nieuwe Testament ook wel '
Besorat HaMashiach', het goede nieuws van de Messias of 'B'rit Hadashah', het Nieuwe Verbond genoemd (naar Jeremia 31). Links treft u de Nederlandse aanduiding van het Bijbelboek en daarnaast de Hebreeuwse aanduiding, zoals die onder andere gehanteerd wordt door Messiasbelijdende Joden. Het Nieuwe Testament telt 27 boeken.
- Matteüs (MattitYahu)
- Marcus
- Lucas
- Johannes (Yochanan)
- Handelingen
- Romeinen
- 1 Korintiërs
- 2 Korintiërs
- Galaten
- Efeziërs
- Filippenzen
- Kolossenzen
- 1 Tessalonicenzen
- 2 Tessalonicenzen
- 1 Timoteüs
- 2 Timoteüs
- Titus
- Filemon
- Hebreeën (Ivrim)
- Jakobus (Ya’akov)
- 1 Petrus (1 Kefa)
- 2 Petrus (2 Kefa)
- 1 Johannes (1 Yochanan)
- 2 Johannes (2 Yochanan)
- 3 Johannes (3 Yochanan)
- Judas (Y’hudah)
- Openbaring
Deze boeken worden dikwijls onderverdeeld in vier afdelingen:
- de vier biografische boeken, oftewel de evangeliën: Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes.
- het historische boek (kerkgeschiedenis): Handelingen.
- De 21 opvoedkundige c.q. stichtelijke boeken, oftewel de 'brieven': Romeinen, 1 en 2 Korintiërs, Galaten, Efeziërs, Filippenzen, Kolossen-zen, 1 en 2 Tessalonicenzen, 1 en 2 Timoteüs, Titus, Filemon, Hebreeën, Jakobus, 1 en 2 Petrus, 1, 2 en 3 Johannes, Judas.
- het profetische boek: Openbaring.
De brieven worden vaak weer onderverdeeld naar de brieven van Paulus en de algemene brieven.
Canonieke en apocriefe boeken
Er is veel discussie geweest welke boeken deel moesten uitmaken van de Bijbel. De kerk maakte een onderscheid tussen '
canonieke boeken' enerzijds, en '
apocriefe boeken' anderzijds, dat zijn boeken die respectievelijk geschikt waren gelezen te worden en boeken die daartoe niet geschikt waren. Canon betekent maatstaf of richtsnoer. Apocrief komt van het Griekse woord 'apokrufos', hetgeen de betekenis heeft van 'verborgen'. Dit waren geschriften die een duidelijke dwaalleer verkondigden volgens de kerk. We kunnen hierbij denken aan het Evangelie van Thomas en het Evangelie van de Waarheid.
Hoe bepaalden de eerste kerkleiders welke boeken als gezaghebbend, canoniek moesten worden beschouwd? Er werden
drie criteria gehanteerd:
- De boeken moesten apostolisch gezag hebben; ze moesten zijn geschreven door apostelen aangezien zij getuigen waren geweest van hetgeen ze beschreven, of door directe volgelingen van de apostelen.
- Voorts was er de 'regel des geloofs'; stemde het manuscript in met de fundamentele geloofsbelijdenis?
- Ook moest het document door de gemeenten algemeen aanvaard en gebruikt worden.
Bepaalde boeken zoals het Evangelie van Thomas zijn niet samenzweerderig door een kerkelijke concilie buitengesloten. Wat concilies en synodes in de vijfde eeuw en daarna hebben gedaan is het bekrachtigen wat reeds algemeen aanvaard was bij de (eerste) christenen. De apocriefe boeken zijn niet buitengesloten, maar hebben zichzelf buitengesloten.[1]
De bijbel is een uniek boek
Volgens Glashouwer en Ouweneel in het boek 'Het ontstaan van de Bijbel' is de bijbel om zeven redenen uniek:
- in zijn ontstaan;
- in zijn eenheid;
- in zijn actualiteit;
- in zijn verspreiding;
- in zijn overlevering;
- in zijn literaire karakter; en
- in zijn morele karakter.
De bijbel: het unieke van zijn ontstaan
Het is door zeker veertig verschillende schrijvers geschreven gedurende minstens 1500 jaar. De bijbel heeft zijn uiteindelijke vorm gekregen gedurende 50 generaties uit geheel verschillende culturen en milieus door figuren van allerlei snit, zoals een arts (Lucas), een generaal (Jozua) en een herder (Amos) en op verschillende plaatsen en in veranderende omstandigheden.
De bijbel: het unieke van zijn eenheid
Ondanks het feit dat de bijbel door zo veel verschillende mensen, gedurende vele eeuwen, met verschillende achtergronden en omstandigheden, de bijbel hebben geschreven, is er volgens Glashouwer en Ouweneel een unieke eenheid, een wonderlijke harmonie te bespeuren in de bijbel. Tegenstrijdigheden blijken bij nadere bestudering schijnbare tegenstrijdigheden. De bijbel is pas te begrijpen is samenhang met alle delen van de bijbel. Het OT wijst in beelden en voorzeggingen naar de persoon Jezus Christus en het NT toont de vervulling van deze voorzeggingen en laten de betekenis zien van Zijn komst, lijden, sterven en opstanding.
De bijbel: het unieke van zijn actualiteit
De bijbel werd en wordt nog steeds door miljoenen mensen uit alle lagen van de bevolking en van over de gehele wereld gelezen. Het boek geeft antwoorden op vragen van mensen uit alle culturen, in allerlei omstandigheden (leven, sterven en lijden) en door alle eeuwen heen. Het zet steeds weer mensen aan tot verandering van leven en denken.
De bijbel: het unieke van zijn verspreiding
Rond 250 v. Chr. werd het gehele OT vertaald in het Grieks. Sindsdien is de bijbel in enorm veel talen vertaald en vermenigvuldigd. Anno 2024 is het aantal talen waarin (een deel van) de Bijbel beschikbaar is, vastgesteld op 3.069.[2]
De bijbel: het unieke van zijn overlevering
De bijbel werd oorspronkelijk geschreven op kwetsbaar materiaal dat gemakkelijk verloren ging en steeds met de hand gekopieerd moest worden totdat de boekdrukkunst zijn intrede deed. Van de bijbel zijn meer handschriften bewaard gebleven dan van 10 willekeurige klassieke werken tezamen. Ook is de bijbel nauwkeurig overgeleverd.
De bijbel: uniek in zijn literaire karakter
De bijbel is een letterkundig meesterwerk dat zijn weerga niet kent. Terwijl veel schrijvers eenvoudige mensen waren die niet bijzonder veel opleiding hadden genoten, het waren geen grote geleerden, maar mensen uit het volk. Desalniettemin bevat de bijbel volgens Arthur Brisbane (1864-1936) "schitterende voorbeelden van grote literatuur in elke vorm: lyrische poëzie - de Psalmen; epische poëzie - Genesis; dramatische poëzie - Job; historische vertelkunst - de boeken van Samuël, Koningen, Kronieken; landelijke idylle - Ruth; vaderlandsliefde - Esther en Daniël; praktische wijsheid - Spreuken; filosofische bespiegelingen - Prediker; hartstochtelijke welsprekendheid - Jesaja; korte verhalen - de Evangeliën; brieven - de verschillende epistels van het Nieuwe Testament; mystieke vervoering - de Openbaring".[3] Ik zou daar zeker aan toe willen voegen: liefdespoëzie - het Hooglied; dichterlijke poëzie - de Psalmen.
Ook moeten we niet vergeten dat sinds 1900 jaar de bijbel vele mensen heeft geïnspireerd tot het schrijven van literatuur en gedichten alsook allerlei andere werken zoals apologetische (denk aan de vermaarde C.S. Lewis), stichtelijke werken, theologische werken, dogmatische werken, enz. Maar ook toneelstukken, drama- en mimevoorstellingen, films en andere kunstuitingen zoals schilderkunst, beeldhouwkunst, enz. En de creatieve stroom gaat maar door, als een bron die nooit opdroogt.
Citaat:
De bijbel is een spiegel die het ons mogelijk maakt een blik te werpen op het binnenste van onze ziel en ons zo laat zien wat daar goed en kwaad aan is. (Gregorius de Grote)
De bijbel: het unieke in zijn morele karakter
Afgezet tegen andere godsdiensten zoals de islam die aansluiting zoekt bij de menselijke natuur, houdt de bijbel een hoogstaande moraal voor die radicaal indruist tegen de natuur van de mens. Een aantal voorbeelden uit de Schrift:
Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten.” En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen. (Matteüs 5:43)
Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Pleeg geen overspel.” En ik zeg zelfs: iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd. (Matteüs 5:27-28)
De morele standaard van de bijbel blijkt ook uit het feit dat man en paard worden genoemd (de zonden en fouten van belangrijke Bijbelse figuren worden onverbloemd vermeld), en blijkt uit de wijze waarop klip en klaar over zonden wordt gesproken. Mensen neigen tot bagatelliserend, vergoelijkend taalgebruik. Een zonde noemen we een fout, slechte gewoonte of stommiteit. De bijbel noemt zonde 'zonde' en draait daar niet om heen.
Noten:
- Bron: http://www.wycliffe.nl. (Zondag 1 maart 2009).
- Bible.com. Bijbelvertalingen. https://www.bible.com/nl/versions (geraadpleegd op 18-12-2023)
- Aangehaald in: W.J.J. Glashouwer en W.J. Ouweneel: Het ontstaan van de bijbel; Buiten & Schipperheijn, 3e druk augustus 2000, p. 23.
Lees verder