Tom, 13-08-2016
Beste Tartuffel,
Naar mijn idee zit het Jodendom met de Noachitische geboden uiteindelijk dichter bij de waarheid dan wij veronderstellen.
Wat ik mis in de Noachitische wetten is het verbod om geen valse getuigenis te spreken. Nu heb ik begrepen dat wanneer wij ons aan de Noachitische geboden gaan houden en wij laten ons onderrichten door een Rabbijn we uiteindelijk zullen gaan leren dat we geen valse getuigenis mogen spreken. Uiteindelijk kom je dus weer op het punt aan dat we onze naasten lief moeten hebben als onszelf.
Zoals Jezus aangaf hangt de gehele wet en de profeten vast aan de geboden "Heb je naaste lief als je zelf en God boven alles". Zoals Jezus aangaf in Zijn bergrede mogen we zelfs niet de kleinste wet ontbinden (los maken of los zien) van de hoofd wetten dat we onze naasten lief moeten hebben als onszelf en God boven alles (De Liefdeswet).
Als je de Bergrede verder leest dan moet Jezus dit bedoeld hebben. De schriftgeleerden onderwezen de Joden namelijk in ALLE wetten (Jezus prees de schriftgeleerden vanwege hun kennis van de Tora) en de schriftgeleerden hebben geen enkele wet afgeschaft. Het probleem van de wettische manier van leven is dat de wetten dus als separate wetten werden verkondigd door de schriftgeleerden terwijl juist de gehele wet onderdeel had moeten zijn van de geboden "Je naaste liefhebben als jezelf en God boven alles". Jezus roept ons op om dus rechtvaardiger te zijn dan de schriftgeleerden en de gehele wet te zien als één liefdesgebod.
Nu merk ik tot mijn verbazing dat de Noachitische wetten veel meer onderdeel zijn van de geboden "Je naaste liefhebben als jezelf en God boven alles". Als ik de Handelingen der Apostelen er op na sla (en de brieven van Paulus) dan krijg ik ook sterk de indruk dat ook zij de kant op zijn gegaan van de Noachitische geboden (Handelingen 15).
Zodra je echter uit gaat van de twee geboden "Je naaste liefhebben als jezelf en God boven alles" dan kom je uiteindelijk weer bij de Tien Geboden uit maar dan in een niet-Joods jasje. Dat is echter logisch want Christenen zijn geen Joden en de Apostelen onderwezen ons ook niet in het Jodendom maar in het Geloof (zie opnieuw Handelingen 15). Als voorbeeld kun je de Sabbat nemen: een Christen kan zich houden aan de daadwerkelijke Sabbat maar hij/zij kan zich ook houden aan de zondagsrust. Zolang je het Liefdesgebod aanhoudt maakt het niet uit welke dag je voor God houdt terwijl voor de Joden de Sabbat onderdeel blijft van het Verbond. Als wij als Christenen nu gaan roepen dat ook wij de Sabbat moeten aanhouden dan ontbinden ook wij de wetten van het Liefdesgebod. Hou je de Sabbat als onderdeel van het Liefdesgebod dan is het geen probleem. Ga je andere mensen verplichten om de Sabbat aan te houden dan ontbind je het Liefdesgebod en daar waarschuwt Jezus ons voor tijdens de Bergrede… Wees rechtvaardiger…
Begrijp je wat ik bedoel? Wij moeten de bril van het Liefdesgebod opzetten en daar doorheen kijken naar de Wet. Of je dat nou Noachitisch wil noemen of de Tien Geboden dat zou er niet toe moeten doen.
Reactie infoteur, 04-11-2016
Bedankt voor uw reactie. God is waarheid, en van deze God van de waarheid (Jesaja 65:16) gaat de Geest van de waarheid uit (1 Johannes 4:6), de Geest die waarheid is (1 Johannes 5:6). Ook Jezus wordt waarheid genoemd. In Johannes 14:6 zegt Jezus van zichzelf: "Ik ben de weg en de waarheid en het leven."
Jezus zegt verder: "Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht" (Johannes 14:15). Hij heeft door het Nieuwe Verbond de Torah niet opgeheven en ongeldig verklaard, maar juist in ons binnenste gelegd (Jeremia:31:31-33). Het gaat dus niet om de Noachidische geboden, welke een rabbijnse inventie zijn, en ook niet 'slechts' om de Tien Geboden.
Yessey, 24-07-2011
Volgens de woorden van Torah kan de Messias geen G'd zijn gezien het feit dat gesteld in Jesaja 11:2 en 3 staat geschreven (in een correcte vertaling vanuit het Hebreeuws) dat de Messias een Godvrezend persoon zal zijn (… eerbied voor de Eeuwige (zal op hem rusten), hij ademt eerbied voor de Eeuwige).Het zijn dus niet de rabbijnen die op eigen conto Jezus als messias afwijzen maar de eigen stellling der christenen dat Jezus én de messias én G'd zou zijn. De Schrift ontkent duidelijk dit gegeven.Exodus benoemd het verbod op afgoderij en deze Joodse Jezus laat zich toch - volgens de schrijvers van de evangeliën- als G'd aanbidden.Jezus stond niet onder de zeven Noachitische wetten maar als Jood had hij te maken met de door G'd zélf gegeven Wet - de 10 Woorden. Ook die verbied afgoderij.
Mijn vraag is waarom u jezus graag ontjoodst en hier zijn aanbidding goedkeurt omdat volgens u het verbod hiervan 'slechts 'rabbinaal ingegeven zou zijn?Jezus was immers geen Noachiet maar een Jood?
Mijn volgende vraag aan u is : WIE waren die Joodse schrijvers die volgens u de evangeliën hebben geschreven?
Reactie infoteur, 26-07-2011
Jesjoea (de Hebreeuwse naam van Jezus) is waarachtig een Jood. Hij is de Joodse Messias van Israël! Messias is de transcriptie van de Hebreeuwse term 'Mashiach'. Het equivalent van Messias in het Nieuwe Testament (Grieks) - is Christos (Christus). Beide termen betekenen 'de gezalfde'. Deze naam is speciaal voor de Persoon in Wie al de beloften en plannen van God samenvloeien. In het OT staan meer dan 300 profetieën over de Messias. Er ligt meer dan 400 jaren tussen de laatste profetieën over de Messias in het OT en de vervulling. De voorzeggingen in het Oude testament zijn zo nauwkeurig en de vervulling ervan in het Nieuwe testament is zo volkomen, dat Jesjoea zonder enige zweem van twijfel en met absolute zekerheid kon zeggen: "Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke van Mij getuigen" (Johannes 5:39).
Door de vele profetieën over de Messias die uitgekomen zijn in het leven van Jesjoea, hebben we het bewijs in handen dat God het is Die gesproken heeft en dat de Bijbel geen sprookjesboek is. De vervulling van de talloze voorzeggingen over de Messias in Jesjoea is ongeëvenaard; er is geen buiten-Bijbels voorbeeld in de geschiedenis aan te wijzen waarbij een profetie of voorspelling - opgesteld in ondubbelzinnige en duidelijke bewoordingen en niet in vage algemeenheden waarbij je alle kanten op kunt - kan bogen op het feit dat ze is vervuld. Niet één. Alleen in de Bijbel treffen we vervulde profetie aan.
Ik heb daar het volgende artikel over geschreven:
http://mijn-kijk-op.infonu.nl/mens-en-samenleving/56851-messias-betekenis-en-bewijs-jezus-beloofde-joodse-messias.html
De Tenach leert ons dat de Messias zowel God als Mens is. Ook hier heb ik enige tijd geleden een artikel over geschreven:
http://mens-en-samenleving.infonu.nl/religie/49201-messias-masjiach-zowel-god-als-mens-in-oude-testament-ot.html
De evangeliën zijn geschreven door Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes. De theoloog B.J.E. van Noort laat in zijn boeiende studie 'De vastheid van het gesproken Woord' zien, dat de evangeliën van Matteüs, Lucas en Johannes reeds in het jaar 30 na Christus zijn geschreven en Marcus zo rond het jaar 34, wanneer de apostelen het Evangelie buiten Jeruzalem begonnen te verkondigen. Op overtuigende wijze toont hij aan dat Jezus' uitspraken direct zijn opgetekend in werkverslagen. Er is geen orale overlevering van tientallen jaren waarna alle verhalen nog eens op schrift zouden zijn gesteld, met als gevolg dat de tekst bol staat van 'gemeentetheologie' van een jonge christelijke kerk die zich afzet tegen het Jodendom.
Lucas was ooggetuige van de gebeurtenissen die hij beschrijft in zijn evangelie, maar hij baseerde dit boek op ooggetuigenverklaringen en schriftelijke bronnen (1:1-4). Matteüs (Mattiyahu) is het evangelie dat door een Jood, aan Joden, en over Joden is geschreven. Hij werd gekozen als één van de twaalf apostelen. Johannes (Yochanan) - ook een Jood - was ook getuige van de gebeurtenissen die hij beschreef (1:14; 19:35; 21:24). Johannes noemt zichzelf 'de discipel die Jesjoea liefhad'. Marcus was geen discipel, maar maakte wel al vroeg deel uit van de groep volgelingen van Jesjoea.
Ton Nuiten, 15-08-2009
Beste Hr. Tartuffel:
Misschien had ik de vraag ánders moeten stellen en had ik ook korter kunnen zijn. Het Nieuwe Testament maakt duidelijk dat Jezus Christus Gód is. 2: het eerste artikel van de Noachidische wetten verbiedt afgoderij. Mijn vraag is: wanneer iemand Jezus Christus als God aanbidt en vereert, wordt dit door het eerste artikel van genoemde wetten toegestaan of is dit juist verboden? Verder leert het Nieuwe Testament indirect dat God uit Drie Personen bestaat: God de Vader, God de Zoon (Jezus Christus) en God de Heilige Geest. Mijn vraag is nu: is hier iets van te vinden in de Talmud en mocht dit zo zijn, wát heeft die dan hier over te zeggen?
Met vriendelijke groet: Ton.
Reactie infoteur, 19-10-2009
Hallo Ton Nuiten,
Beter laat dan nooit. Hierbij mijn reactie.
Het rabbijnse jodendom wijst Jezus af als de Messias. Vanuit dat licht bezien kan ik mij voorstellen dat zij het aanbidden van Jezus als de christus als blasfemie beschouwen en dat zij vinden dat het verboden is o.a. op grond van art. 1 van de Noachidische wetten. Het bestaan van deze wetten is immers een rabbijnse inventie.
De figuur Jezus lijkt voor te komen in de Talmoed, maar zeker is het niet.
In de Talmoed staat:
"Op de avond van het paasfeest werd Yeshu [sic] opgehangen."
Een groot aantal geleerden zijn van mening dat met de persoon Yeshu Yeshua genoemd wordt. Weer andere geleerden betwisten dat. Yeshua is de Hebreeuwse naam van Jezus. Op meerdere plaatsen in de Talmoed wordt de figuur Yeshu genoemd. Er wordt niet in positieve zin over hem gesproken.
Zie verder mijn artikel: "Bewijzen voor bestaan Jezus (2): Heidense en Joodse bronnen" op
http://mens-en-samenleving.infonu.nl/religie/35144-bewijzen-voor-bestaan-jezus-2-heidense-en-joodse-bronnen.html
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geinformeerd.
mvg, Tartuffel
Ton Nuiten, 06-08-2009
Eén van de wetsartikelen van de Noachidische wetten is dat er geen afgoderij mag worden gepleegd. Afgoderij is: het aanbidden of het enigszins vereren van mensen hetzij voorwerpen waaraan (door de vereerders) op een bepaalde wijze dezefde reddende aard en kwaliteiten toegekend worden zoals God Zelf die bezit. Deze wetten zijn op hun beurt afkomstig uit de Talmud. Nu leert het Nieuwe Testament ons dat Jezus Christus niet alleen de Zoon van God is maar Zélf God is. Het Nieuwe Testament laat ons tevens zien dat Jezus toeliet dat Hij aanbeden werd. Een voorbeeld: nadat iemand die vanaf de geboorte blind geweest was, op wonderbare wijze door Hem genezen is, weet hij niet dat dat Hij "de Zoon des mensen" is. Nadat hij die eens blind was, door de heersende priesterkaste van die dagen, de Farizeën, smadelijk afgewezen wordt omdat die zélf niet in Jezus als van God gezonden geloven, komt hij Jezus later weer tegen. Nadat Hij de man gevraagd heeft of hij in de Zoon des mensen gelooft, antwoordt deze Wie Hij is om in Hem te geloven. Dan lezen we:
"En Jezus zeide: En gij hebt Hem gezien en Die met u spreekt, Dezelve is het. En hij zeide: Ik geloof Heere! En hij aanbad Hem." (zie Johannes 9)
Dit lezen we ook weer in de geschiedenis waarbij de Heere Jezus over het water loopt; Zijn discipelen bevinden zich dan op zee en hebben vanwege de hevige wind tegen, de grootste moeite om vooruit te komen. Dan zien zij iets wat voor hen een geest lijkt te zijn en verschrikken dan ook hevig. Op dat moment roept Jezus hen toe, niet bevreesd te zijn. Petrus, één van Zijn volgelingen is hier echter nog niet helemaal van overtuigd; om te weten te komen of hij wérkelijk met Jezus van doen heeft, vraagt hij Hem om over het water naar Hem toe te wandelen. Jezus roeprt hem en inderdaad… Petrus is in staat, over het water te lopen. Nadat zowel Petrus als Jezus weer in de boot terugkeren, gaat de wind liggen en wordt het rustig. Diegenen die in het schip achtergebleven waren, zijn verwonderd en,
"… kwamen en aanbaden Hem, zeggende: Waarlijk, Gij zijt Gods Zoon!" (zie Mattheüs 14:22-33)
En zo zijn er nog vele andere plaatsen in het Nieuwe Testament waar Jezus als God aanbeden wordt. De Bijbel leert ons nl. dat aanbidding slechts de Wáre God toekomt en dat engelen om nog maar iets anders te noemen, niet aanbeden mogen worden. De apostel Johannes die zich op het moment dat Jezus aan hem verscheen, in ballingschap op het eiland Patmos leefde, heeft het voorrecht gekregen om te weten wat er zich in de toekomst voordoen zal. Daarnaast heeft hij tevens een ontmoeting met engelen. Wanneer Johannes voor de voeten van een engel neervalt met de bedoeling die te eren en te aanbidden, lezen we het volgende:
" En ik viel neder voor zijn voeten om hem te aanbidden, en hij zeide tot mij: Zie, dat gij dat niet doet; ik ben uw mededienstknecht, en uwer broederen die de getuigenis van Jezus hebben; aanbidt God. Want de getuigenis van Jezus is de geest der profetie." (Openbaring 19:10)
Dat het hier inderdaad om een hemelse boodschapper gaat, kunnen we zien aan het eerste vers van Openbaring 18. Daar lezen we over een engel die met "grote macht" vanuit de hemel neerdaalt en Johannes vervolgens door gezichten en visioenen te kennen geeft wat het einde van Babylon zal zijn dat eens in de eindtijd over de wereld heersen zal en over "De bruiloft des Lams". (Openbaring 18 en 19:1-10)
Mijn vraag is nu: Wat zegt de Talmud over Jezus, de engelen en het Nieuwe Testament?
Met vriendelijke groet: Ton.
Reactie infoteur, 08-08-2009
Hallo Ton Nuiten,
Bedankt voor uw reactie.
Ik begrijp niet precies waar met uw vraag naartoe wilt. Misschien kunt u dat nader toelichten.
mvg, Tartuffel