Symboliek van getallen in Matteüs' geslachtslijst van Jezus
Matteüs begint zijn evangelie met een geslachtslijst van Jezus Christus. In deze geslachtslijst spelen getallen een bijzondere rol. Het zijn niet zomaar getallen, maar ze hebben een duidelijke symbolische waarde. Ze verwijzen bijvoorbeeld naar het koningschap David of naar de schepping. Voor Matteüs is het Oude Testament van groot belang. In zijn geslachtslijst grijpt Matteüs geregeld terug naar het Oude Testament. Zo verwijst hij in de eerste zin van zijn evangelie naar het Bijbelboek Genesis.
De symbolische betekenis van getallen in de geslachtslijst
Getallen zijn er om te tellen. Met een getal kun je aangeven om hoeveel, of hoe weinig het gaat. Zo gebruiken we de getallen in het dagelijks leven. In de Bijbel hebben getallen naast een vaak letterlijke betekenis ook een
symbolische betekenis. Getallen verwijzen naar iets anders, een andere werkelijkheid vaak. Getallen krijgen dan geloofsbetekenis. Matteüs heeft in zijn geslachtsregister met aantallen en getallen de geslachtslijst een diepere boodschap willen doorgeven.
De drie namen voor en na de lijst
Het geslachtsregister begint met drie namen. Het getal drie staat in de Bijbel vaak voor volheid. De evangelist Matteüs schrijft: 'Overzicht van de afstamming van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham' (Matteüs 1:1). Aan het eind van de lijst worden deze drie namen weer genoemd, maar dan in omgekeerde volgorde: 'Van Abraham tot David telt de lijst dus veertien generaties, van David tot de Babylonische ballingschap veertien generaties, en van de Babylonische ballingschap tot Christus veertien generaties' (Matteüs 1:17). De introductie begint met Christus, dan David en tot slot Abraham. De conclusie van de geslachtslijst begint met het noemen van de namen Abraham, dan David en tot slot Christus. Het literaire schema van deze namen is dan ABCCBA. Deze vorm wordt een chiasme genoemd. Een chiasme is een literaire vorm met het schema ABBA. Hierbij horen de delen van A bij elkaar en de delen van B ook. In het geval van de namen, gaat het om identieke delen. Zo staat Jezus aan het begin en aan het eind in de geslachtslijst. Alsof Matteüs wil zeggen wat Jezus zelf verwoordde toen hij zei: ' Ik ben de eerste en de laatste' (Openbaring 1:17).
Drie keer het getal veertien
Matteüs heeft een duidelijke voorkeur voor indelingen in drieën. In de geslachtslijst gaat hij dan ook van het drietal uit. Hij maakt namelijk onderscheid in drie reeksen van veertien geslachten. Eerst veertien geslachten tot het hoogtepunt van de geschiedenis van het volk Israël, namelijk de regering van koning David. Vervolgens veertien geslachten tot aan het dieptepunt van Israëls geschiedenis, de ballingschap van het volk in Babylon. Ten slotte veertien geslachten tot een nieuw hoogtepunt Jezus die uit Maria wordt verwekt.
Matteüs construeerde de geslachtslijst
Dat Matteüs drie maal veertien geslachten noemt is geen toeval. Het is een duidelijke constructie van de evangelist Matteüs om de geslachtslijst zo samen te stellen, want in het Oude Testament staan er meer namen en geslachten dan dat Matteüs in zijn geslachtslijst noemt. Zo laat Matteüs bijvoorbeeld tussen Joram en Uzzia namen weg vallen (zie 2 Koningen 8).
De getalswaarde veertien en de naam koning David
Aangezien het Hebreeuws geen aparte tekens voor cijfers kent heeft elke letter ook een bepaalde cijferwaarde. Als we naar de getalswaarde van de naam David kijken dan blijkt deze naam in het Hebreeuws de cijferwaarde veertien te hebben. Volgens de Hebreeuwse schrijfwijze is de cijferwaarde van David veertien: D (=4) + v (=6) + d (=4). Daar komt nog eens bij dat Davids naam precies op de veertiende plaats wordt genoemd in deze geslachtslijst (Matteüs 1:6). De naam van David is de meest voorkomende naam in dit gedeelte (vers 1, 6 (2x), 17 (2x)). In vers zes staat van David dat hij 'de koning' is. Van niemand anders in deze lijst wordt dat gezegd. In totaal wordt de naam van David vijf keer genoemd. Vijf staat in de joodse traditie voor de Thora, de vijf boeken van Mozes. Matteüs kan met deze getallensymboliek vertellen dat in Christus de Thora, de wet, op koninklijke wijze vervuld wordt.
Het Joodse Achttiengebed
In het eeuwenoude Joodse Achttiengebed wordt in de veertiende bede God gebeden om het herstel van het koningschap van David en de komst van de Messias.
Ontferm u, HERE, onze God, in uw grote barmhartigheid over Israël, uw volk, en over Jeruzalem, uw stad, en over Sion, de woning van uw heerlijkheid, en over de tempel en over uw woning en over het koningschap van het huis David, de Messias van uw gerechtigheid. Geprezen zijt Gij, HERE, God van David, die Jeruzalem bouwt. (Achttiengebed, 14e bede).
De zes scheppingsdagen en de geboorte van Jezus Christus
Matteüs begint zijn evangelie met een geslachtslijst. De eerste woorden zijn 'Boek van de genesis'.
'Biblos genesoos' staat er in het Grieks. Het woord genesis verwijst naar het eerste Bijbelboek. Genesis start met het verhaal van de schepping. Er zijn zes dagen waarop God schept. De zevende dag, de dag van de Heer, is een rustdag. Matteüs maakt een verbinding met genesis. Hij vertelt niet over zes scheppingsdagen, maar over drie keer veertien geslachten. Drie keer veertien kan je ook schrijven als zes keer zeven. Zes scheppingsdagen en zes keer zeven geslachten. Zeven is in de Bijbel het getal van de volheid de volmaaktheid.
Boek van de genesis
'Boek van de genesis', zo schreef Matteüs. In het Grieks:
'Biblos genesoos'. In de Griekse vertaling van de Joodse Bijbel (het Oude Testament), de zogenaamde Septuaginta, komen deze woorden
'Biblos genesoos' ook voor. Ze zijn te vinden in Genesis 5:1. Daar wordt het ontstaan, de genesis, van het menselijk geslacht verteld. Vanaf het algemene menselijke geslacht vindt er steeds meer een versmalling plaats. Van het algemene menselijke geslacht naar de genesis van één volk. Matteüs versmalt nog verder naar de genesis van Christus.
Het boek van de genesis van Jezus Christus
Matteüs noemt zijn evangelie letterlijk: Het boek van de genesis van Jezus Christus. Door het genesisverhaal te beginnen met Christus vertelt Matteüs dat Gods scheppend handelen niet is afgesloten met het eerste scheppingsverhaal. In Christus is God met een nieuw scheppingsverhaal begonnen.
De symboliek van het getal veertig
Binnen de strakke opsomming van namen in deze geslachtslijst van Christus noemt de evangelist Matteüs het woord 'verwekte' precies veertig keer. Het getal veertig staat in de Bijbel voor tussentijd. Veertig jaar zwierf het volk Israël door de woestijn om in het beloofde land aan te komen. Veertig dagen verbleef
Jezus in de woestijn voordat hij in openbaarheid optrad. Veertig verwekkingen waren er nodig om Jezus geboren te laten worden, aldus Matteüs.
De symboliek van het getal vier
Het getal vier verwijst in de Bijbel naar de vier windrichtingen, oost, zuid, west en noord. In de geslachtslijst worden vier vrouwen genomen. Het zijn
Tamar de schoondochter van Juda,
Rachab uit Jericho,
Ruth de Moabitische en
Batseba (de vrouw van Uria). Deze vier vrouwen zijn van buitenlandse afkomst. Geen van deze vrouwen hoorde oorspronkelijk tot het Joodse volk. Matteüs wil daarmee zeggen dat Christus er niet alleen als Messias voor het Joodse volk is gekomen, maar dat alle mensen, vanuit alle windrichtingen, in Hem hun Heiland kunnen zien.
Lees verder