Symboliek van getallen in het verhaal van de ark van Noach
Het geschiedenis van Noach die van God de opdracht kreeg om een ark te bouwen is een bekend verhaal. Minder bekend is dat in het verhaal een heel spel met cijfers en getallen plaatsvindt. De getallen die worden gebruikt komen ook op andere plaatsen in de Bijbel voor. Het gaat om getallen die een symbolische betekenis hebben, zoals het getal drie, zeven en veertig. Ook worden in het verhaal zoals het in Genesis staat opgetekend herhalingen van woorden gebruikt om het belang van bepaalde termen of gebeurtenissen te benadrukken. Zo wordt bijvoorbeeld het woord 'verbond' zeven keer gebruikt.
Het getal zeven in het verhaal van de ark van Noach
Het getal zeven komt veel voor in het verhaal van de vloed. Noach krijgt bijvoorbeeld van God de opdracht om van alle reine dieren zeven paar in de ark mee te nemen. Ook van de vogels moet hij van God zeven paar meenemen. Als Noach met alle dieren in de ark is wachten ze zeven dagen voor dat de regen los barst. Als het water weer gezakt is laat Noach een duif vrij. De duif komt terug en dan wacht Noach zeven dagen voor hij de duif voor de tweede keer los laat. Weer keert de duif terug. Na nog eens zeven dagen wachten wordt de duif weer vrij gelaten. Dan komt hij niet meer terug.
Het getal veertig in Genesis 7 en 8
Het getal veertig heeft een bijzondere betekenis in de Bijbel. Het getal staat symbool voor de tijd van boetedoening. Het is een tijd van inkeer en bezinning. Bij de zondvloed regende het veertig dagen en veertig nachten aaneengesloten (Genesis 7: 4, 12, 17). Deze periode van veertig dagen en veertig nachten doet ook denken aan Jezus. Hij verbleef veertig dagen en veertig nachten in de woestijn om verzocht te worden (Matteüs 4: 2: Marcus 1: 13; Lucas 4: 1). Het volk van Israël verbleef veertig jaar in de woestijn voor het beloofde land ingenomen kon worden. De Filistijnse kampvechter Goliath tartte het leger van Israël veertig dagen (1 Samuël 17: 16). De profeet Jona verkondigde dat over veertig dagen de stad Nineve vernietigd zou worden (Jona 3:4). Het getal veertig komt in het verhaal van de zondvloed een tweede keer voor. Noach laat een raaf los: 'Na verloop van veertig dagen deed Noach het venster dat hij in de ark had aangebracht open en liet een raaf los' (Genesis 8: 6-7).
De zondvloed geordend in het aantal dagen
Het verhaal van de ark van Noach is opgebouwd in perioden van verschillende lengte. Het verhaal van de zondvloed begint en eindigt met zeven dagen. Het aantal van zeven dagen verwijst naar de schepping van God. In de eerste zeven dagen wordt 'al wat leeft vernietigd'. Bij de laatste zeven dagen is als het ware sprake van een herschepping. De schepping wordt weer leefbaar, zodat eerst de duif en later Noach en zijn gevolg de ark kunnen verlaten.
De chiastische structuur van de tijd
Het verhaal van de ark van Noach is zorgvuldig geconstrueerd. Het verhaal heeft de structuur van een chiasme. Een chiasme is een literaire stijlvorm, waarbij het rijmschema ABB'A' leidend is voor deconstructie van het verhaal. In deze structuur horen de elementen A bij elkaar, de elementen B en de elementen C, enzovoort. In het verhaal van de zondvloed is deze structuur te herkennen in de telling van dagen.
A - 7 dagen: De watervloed komt zeven dagen nadat Noach de ark inging (Genesis 7: 10).
B - 40 dagen: Er valt veertig dagen regen op de aarde (Genesis 7:12).
C - 150 dagen: Honderdvijftig dagen waren de wateren op aarde aanwezig (Genesis 7: 24).
C' - 150 dagen: Na honderdvijftig dagen begon het water te zakken (Genesis 8: 3).
B' - 40 dagen: Na veertig dagen opent Noach het raam van de ark (Genesis 8: 6).
A' - 7 dagen: Na zeven dagen verlaat de duif de ark (Genesis 8: 12).
Noach laat de duif los
Veertig dagen nadat de ark was vast komen zitten op het Araratgebergte laat Noach een raaf los (Genesis 8: 4-7). Deze keert niet meer terug naar de ark. Vervolgens laat Noach een duif drie keer uitvliegen en wacht zeven dagen (Genesis 8: 8-12). Tussen de drie keer dat de duif wordt losgelaten zit telkens zeven dagen. De derde keer komt de duif niet meer terug. De derde keer is in de Bijbel vaak de beslissing, dan komt de ommekeer. Dit is bijvoorbeeld heel mooi te zien in het Paasverhaal. Op de derde dag staat Jezus op.
Genesis 8: 8 Vervolgens liet hij een duif los om te zien of het water verder gedaald was. 9 Maar de duif kon nergens een plekje vinden waar ze kon neerstrijken om te rusten en kwam bij hem terug in de ark, want overal op de aarde was nog water. Hij stak zijn hand uit, pakte haar en nam haar weer bij zich in de ark. 10 Hij wachtte nog zeven dagen en liet de duif toen opnieuw los. 11 Tegen de avond kwam ze bij hem terug – met een jong olijfblad in haar snavel. Toen wist Noach dat het water op de aarde verder gedaald was. 12 Weer wachtte hij zeven dagen en daarna liet hij de duif nogmaals los. Ze kwam niet meer bij hem terug.
De aarde is weer droog
'In het zeshonderd
eerste jaar van Noachs leven, op de
eerste dag van de
eerste maand, was het water van de aarde verdwenen. Noach maakte het dak van de ark open en keek rond – de aarde was drooggevallen' (Genesis 8:13). Het eerste deel van dit vers wordt beheerst door het woord 'eerste'. Het staat er drie keer. Door de drievoudige herhaling wordt het onderstreept dat er een nieuwe periode begint. Deze dag is als een soort nieuwjaarsviering. Er is een nieuw begin voor de schepping.
Het teken van de regenboog
Na de vloed over de aarde gaan Noach met zijn familie en alle dieren de ark uit. Noach brengt als dank voor hun redding een offer aan God. Noach bracht brandoffers van al het reine vee en alle reine vogels. God ruikt de geur van de offers. 'De geur van de offers behaagde de Heer' (Genesis 8: 21). God besluit dan bij zichzelf om de aarde nooit meer te vervloeken vanwege de mens. Om dit te bevestigen sluit God een verbond met Noach. In dat verbond wordt al wat leeft op aarde en alle komende generaties betrokken. Het gaat om een eenzijdig verbond. Het is een belofte van de kant van God. Van Noach wordt niets gevraagd als tegenprestatie. In dit verbond belooft God dat Hij nooit meer al wat leeft zal vernietigen door een watervloed. De regenboog is het teken en zegel van die belofte van God.
Genesis 9:8 Ook zei God tegen Noach en zijn zonen: 9 ‘Hierbij sluit ik een verbond met jullie en met je nakomelingen, 10 en met alle levende wezens die bij jullie zijn: vogels, vee en wilde dieren, met alles wat uit de ark is gekomen, alle dieren op aarde. 11 Deze belofte doe ik jullie: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen. 12 En dit,’ zei God, ‘zal voor alle komende generaties het teken zijn van het verbond tussen mij en jullie en alle levende wezens bij jullie: 13 ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen mij en de aarde. 14 Wanneer ik wolken samendrijf boven de aarde en in die wolken de boog zichtbaar wordt, 15 zal ik denken aan mijn verbond met jullie en met al wat leeft, en nooit weer zal het water aanzwellen tot een vloed die alles en iedereen vernietigt. 16 Als ik de boog in de wolken zie verschijnen, zal ik denken aan het eeuwigdurende verbond tussen God en al wat op aarde leeft. 17 Dit,’ zei God tegen Noach, ‘is het teken van het verbond dat ik met alle levende wezens op aarde gesloten heb.’
De kracht van de herhaling
In de beschrijving van belofte die God met Noach maakt staan veel herhalingen. Het Hebreeuwse woord voor belofte/verbond '
beriet' komt bijvoorbeeld zeven keer voor (Genesis 9: 9, 11, 12, 13, 15, 16 en 17). Daarin is een symboliek te zien. Zeven is het getal van de volheid. Het aantal zeg dat het compleet, volledig en groots is. Een andere herhaling is het woord teken. Dit woord komt drie keer voor (Genesis 9:12, 13 en 17). Ook het woord boog wordt drie keer genoemd (Genesis 9: 13, 14 en 16). Door de drievoudige herhaling laat de auteur zien dat dit belangrijk is. Iets wordt drie keer achterelkaar in de Bijbel genoemd om te voorkomen dat het twijfel oproept.
Lees verder