Het verhaal van Tamar, stammoeder van Jezus volgens Matteüs
Tamar is een van de vrouwen in het geslachtsregister van Jezus zoals dat door de evangelist Matteüs is opgetekend. Het verhaal van Tamar is te vinden in het eerste Bijbelboek. In Genesis wordt verteld hoe een kinderloze weduwe zich in een geslaagde onderneming zich van het recht op een kind verzekert. De geschiedenis van Tamar staat in de context van het verhaal over Jozef, de broer van Juda. De vertelling over Tamar en Juda past om meerdere redenen in het verhaal over Jozef.
Tamar in het geslachtsregister van Jezus volgens Matteüs
De evangelist Matteüs begint zijn verhaal over Jezus met een geslachtsregister: 'Het geslachtsregister van Jezus Christus, de Zoon van David, de Zoon van Abraham' (Matteüs 1:1). Matteüs volgt zoals in die tijd gewoon was de mannelijke lijn van afstamming. Echter op vier punten wordt dat onderbroken doordat Matteüs dan ook de moeder noemt. Het gaat dan om de moeders Tamar, Rachab,
Ruth en de vrouw van Uria. Tamar wordt door Matteus (1:3) genoemd als één van de stammoeders van Jezus: 'Juda verwekte Perez en Zerah bij Tamar; Perez verwekte Hezron, Hezron verwekte Aram'.
Het verhaal van Juda en Tamar in Genesis
Midden in de geschiedenis van Jozef, de zoon van Jakob, staat het verhaal van Tamar (Genesis 38). Juda, ook een zoon van vader Jakob, verlaat de stam en trekt naar Adullam. Hij trouw met een Kanaänitische vrouw. Samen krijgen ze drie zonen: Er, Onan en Sela. De oudste zoon van Juda, Er, huwt met Tamar. Nadat Er overleden is, laat Juda Onan de plaats van Er innemen om bij Tamar voor nageslacht van zijn overleden broer te zorgen. Op grond van de leviraatswet (Deuteronomium 25: 5 -10) moet Onan, de zwager van Tamar, bij haar een nakomeling verwekken voor zijn kinderloos gestorven broer.
Wanneer broers bij elkaar wonen en een van hen sterft zonder dat hij een zoon heeft, dan mag de vrouw van de gestorvene niet de vrouw van een vreemde man buiten de familie worden. Haar zwager moet bij haar komen en haar voor zichzelf tot vrouw nemen, en zo zijn zwagerplicht tegenover haar vervullen. En het moet zó zijn dat het eerste kind dat zij baart, op naam van zijn gestorven broer zal staan, zodat diens naam niet uit Israël wordt uitgewist (Deuteronomium 25: 5 -6).
Onan komt zijn plicht niet na
Onan onttrekt zich echter aan zijn plicht. Om die reden laat God hem sterven. Juda stuurt Tamar daarop terug naar haar familie. Hij wil niet langer voldoen aan de eisen van de leviraatswet, omdat hij Tamar er van verdenkt dat zij de oorzaak is van de dood van twee van zijn zonen. Juda wil het leven van zijn jongste zoon niet riskeren door hem een zwagerhuwelijk met Tamar te laten aangaan.
De list van Tamar
Tamar laat het daar niet bij zitten. Zij neem initiatief en zorgt ervoor dat het recht alsnog zijn beloop krijgt en dat haar eerste man Er toch een nakomeling krijgt om zijn naam levend te houden in het nageslacht. Tamar gaat op een zekere dag gesluierd langs de weg zitten. Haar schoonvader, Juda, ziet haar en denkt dat zij een prostituee is. Hij bedrijft met haar de liefde. Als na een tijdje zichtbaar wordt dat Tamar zwanger is, wordt Juda boos op haar. Hij veroordeelt haar tot de dood door verbranding. Tamar confronteert haar schoonvader dan met het onomstotelijke bewijs dat hij de vader is van het kind dat zij draagt. Juda heeft immers voor hij tot haar kwam zijn zegelring, snoer en staf als onderpand aan Tamar gegeven. Juda kan dan niet anders dan erkennen dat Tamar gelijk heeft en dat zij een rechtvaardige is: 'Zij staat in haar recht, meer dan ik, omdat ik haar niet aan mijn zoon Sela gegeven heb' (Genesis 38:26). Haar gedrag wordt gerechtvaardigd door het onrecht dat Juda zelf begaan heeft. Tamar wordt door Juda gerechtvaardigd!
Tamar krijgt een tweeling
Het verhaal van Tamar sluit af met een genealogisch kader, een geslachtsregister. Daarin wordt verteld dat Tamar een tweeling krijgt. Tamar geeft het leven aan twee zonen: Perez en Zerah. De namen van deze twee zonen worden ook allebei in het geslachtsregister van Jezus volgens Matteüs genoemd. Tamar is nu weer in ere hersteld. Zij is opgenomen in de familie van Juda.
Het verhaal van Tamar binnen het verhaal van Jozef
De geschiedenis van Tamar wordt verteld binnen de context van het verhaal van Jozef. Voor veel uitleggers is het verhaal van Tamar een vreemde eend in de bijt. Het is een passage die je eigenlijk niet zou verwachten midden in het verhaal van Jozef. Sommige geleerden gaan er dan ook vanuit dat het verhaal van Juda en Tamar eerst als zelfstandig verhaal is doorverteld en pas later in het verhaal van Jozef is ingepast. Het verhaal van Tamar lijkt op dat van Ruth, dat ook een zelfstandige vertelling is. Beide beginnen en eindigen met een genealogische kader, een kort geslachtsregister, en zijn zo te zien als een opzichzelfstaand verhaal te lezen (Westermann, 1986). Het verhaal van Tamar zou binnen het verhaal van Jozef geplaatst zijn om dat het daar chronologisch het best zou passen.
Het verlies van zonen
Volgens de Joodse Rabbijnen past het verhaal van Tamar wel in de context van de overlevering van Jozef. De rabbijnen zien een gemeenschappelijk thema in beide verhalen, namelijk het verlies van nakomelingen. Juda verlies in het verhaal over Tamar twee van zijn zonen, Er en Onan. Jakob verliest in het verhaal over Jozef, zijn zoon Jozef. Hierdoor heeft het relaas van Tamar en Juda een inhoudelijke band met dat van Jozef.
Juda groeit in verantwoordelijkheid
De geschiedenis Tamar kan in de context van dat van Jozef ook gezien worden als een element in de ontwikkeling die Juda doormaakt. Juda groeit in verantwoordelijkheid. Tamar leert Juda verantwoordelijkheid nemen. De rol van Juda en de verantwoordelijkheid die hij in het verloop van het verhaal van Jozef neemt zal steeds belangrijker worden. Juda stelt zich uiteindelijk verantwoordelijk voor Benjamin en pleit bij Jozef voor het leven van zijn jongste broer (Genesis 44: 16-34).
Overeenkomsten in woorden en motieven
In het verhaal van Tamar en Juda zijn overeenkomsten in woorden en motieven te vinden met het verhaal dat daarvoor plaatsvindt, het verhaal van de broers van Jozef die hem hebben verkocht (Genesis 37). Zijn mooie kleding hebben ze van Jozef af genomen en in het bloed van een bokje gedoopt om hun vader ervan te overtuigen dat Jozef dood is gebeten door een wild dier. Herkenning is een centraal thema in beide verhalen. Zozeer dat de formulering in Genesis 37:32 en 38:25 identiek is: 'herken toch'. Dat zeggen de broers tot Jakob, die Jozefs kleed herkent, en dat zegt Tamar tegen Juda die het onderpand herkent. Een ander woord dat in beide verhalen voorkomt is het woord geitenbokje. Jozefs kleed wordt gedoopt in het bloed van een geitenbokje en Juda wil Tamar betalen met een geitenbokje voor haar bewezen diensten. Er is ook het motief van kleding. De kleding van Jozef wekt afgunst op bij zijn broers. Die gebruiken het kleed van Jozef om hun vader te misleiden. In het verhaal van Tamar en Juda is het Tamar die zich zodanig kleedt om Juda te verleiden.
Tamar als stammoeder van Jezus
De geschiedenis van Tamar laat zien hoe een kinderloze vrouw opstaat en tot actie overgaat. Tamar, een kinderloze weduwe, zorgt dat er recht aan haar en aan haar overleden man, Er, wordt gedaan. Ze treedt moedig en riskant op. De dubieuze middelen die zij daarbij gebruikt worden gerechtvaardigd doordat het recht daardoor zijn beloop krijgt. Daarmee ontvangt Tamar een plaats in de reeks van vrouwen in de verhalen van de aartsvaders. Tamar is een vrouw die in opstand komt tegen bestaande zeden, waar die tot onrecht leiden. Juda ziet in haar moedige optreden dat het recht en de gemeenschap blijft voortbestaan. Daarmee is dit verhaal ten volle een Bijbelse geschiedenis. Het getuigt van de werkzaamheid van God in de historie. Later wordt duidelijk dat de zoon van Tamar een van de voorvaderen van David is. David die als koning over Israël geheerst heeft en die als voorvader van Jezus wordt genoemd. En zo is de naam van Tamar terechtgekomen in het geslachtsregister volgens Matteüs, als stammoeder van Jezus.
Lees verder