Bijbelse feesten vieren: moadiem vieren door christenen
Bijbelse feesten vieren doen steeds meer christenen. Hoe zit dat precies? Wat zijn Bijbelse feesten en waarom gaan steeds meer christenen deze vieren? In de Bijbel stipuleert God aan Mozes dat Zijn volk, de Israëlieten, op vaste dagen bepaalde feesten zal vieren. De Bijbelse feesten worden Moadim genoemd. De Eeuwige heeft Zélf de vastgestelde tijden bepaald. Naast de feesten ook de sabbat: de zevende en laatste dag van de week, welke begint op vrijdagavond zodra de zon ondergaat en duurt tot zaterdagavond wanneer de zon ondergaat. De huidige Kerk viert deze feesten niet tot nauwelijks. Er wordt gezegd dat deze feesten alleen voor de Joden waren bedoeld; er wordt dan naar verwezen als 'Joodse feesten'. Toch vierden de eerste christenen en de vroege christelijke kerk deze Bijbelse feesten.
Bijbelse feesten vieren
Groeiende groep christenen die Bijbelse feesten vieren
Er zijn steeds meer christenen die beseffen dat de feesten geen oudtestamentische zaak zijn en alleen bij het Jodendom horen, maar dat God deze feesten gegeven heeft aan Israël om door te geven aan de volkeren en dat die hun volle betekenis krijgen door Jesjoea (Jezus) de Messias. Een groeiende aantal christenen onderhoudt en viert de door God gegeven moadiem (vastgestelde tijden): de Bijbelse feestdagen (Leviticus. 23).
Gods reddingsplan
De Bijbelse feesten hebben een profetische betekenis.¹ Deze is voor christenen belangrijk om te begrijpen. Dit om zicht te geven op volwassen discipelschap en de wederkomst van de Messias. Elk feest belicht gedurende de loop van het kalenderjaar telkens een ander aspect van Gods Reddingsplan met de wereld. Daarnaast leveren deze feesten het bewijs dat Jezus daadwerkelijk de beloofde Joodse Messias was waarop iedereen hoopte. De feesten zijn niet alleen voor oudtestamentisch Israël bedoeld, maar ook voor christenen. Jezus heeft de voorjaarsfeesten precies op de daarvoor vastgestelde Bijbelse kalenderdagen vervuld en bij zijn wederkomst zal hij de najaarsfeesten op het daarvoor bestemde tijdstip vervullen.
Exacte volgorde van Gods reddingsplan
De Bijbelse feesten ontsluieren exact de volgorde in Gods reddingsplan. God stelde de religieuze kalender in bij de uittocht uit Egypte. Vanaf dat tijdstip verschoof God de start van het kalenderjaar met zes maanden van het najaar, de zevende maand (Tisjri), naar het voorjaar, de eerste maand (Nisan). Hiermee zou het volk de voorjaars- en najaarsfeesten in de juiste volgorde vieren. De eerste en de zevende maand zijn belangrijke feestmaanden. Onze Gregoriaanse kalender maakt de Bijbelse patronen onzichtbaar; deze kunnen we dus alleen maar ontdekken als we Gods kalender willen volgen. De Joodse kalender is gebaseerd op de maan- en de zonnecycli, waardoor de feesten steeds gevierd worden in het juiste seizoen.
De moadiem of Bijbelse feesten als repetities
Aan de voet van de berg Sinaï sloten de Israëlieten een verbond met God. God verordende toen dat Zijn volk op vastgestelde tijden bepaalde feesten zouden vieren. In Leviticus stelt God dat het
Zijn feesten zijn, die precies op daarvoor gestelde tijden gevierd moesten worden als heilige samenkomsten. Het zijn dus
Gods feesten. Deze feesten vormen een voorafschaduwing van de dingen die gingen komen. Jezus heeft de eerste vier feesten precies op Gods tijd vervuld. Dus op Gods vastgelegde kalender. Het Hebreeuwse woord voor feest is 'mo-ed' en dit betekent dan ook 'vastgestelde tijd of afspraak'. De feesten moeten 'heilige samenkomsten' zijn, in het Hebreeuws 'Mikra Kodesj' wat 'heilige repetitie' betekent. Wat aangeeft dat de feesten heilige draaiboeken zijn van specifieke toekomstige gebeurtenissen.
Geldigheid van de Bijbelse feesten
Kerken vieren de Bijbelse feesten niet mee, maar hebben eigen feesten bedacht, vaak geënt op heidense gebruiken en feesten, zoals het kerstfeest. Met kerstmis wordt de geboorte van Christus gevoerd en dit is een gekerstend feest dat zijn oorsprong vindt in het Germaanse feest van de zonnewende, de joelfeesten. De Bijbel geeft christenen echter niet de opdracht om de geboortedag van Jezus te vieren. Dat is een door mensen bedacht feest. In tegenstelling tot de moadiem, die
Gods feesten worden genoemd.
Jezus en Paulus vieren de Bijbelse feesten
Jezus zelf vierde de feesten nauwgezet. Jezus is onze na te volgen Weg. Paulus vierde de feesten en instrueerde de gelovigen in Korinthe om de feesten voortdurend te gedenken vanuit hun nieuwtestamentische betekenis: "Uw roem is niet goed. Weet gij niet, dat een weinig zuurdesem het gehele deeg zuur maakt? Zuivert dan den ouden zuurdesem [hametz] uit, opdat gij een nieuw deeg zijn moogt, gelijk gij ongezuurd zijt. Want ook ons Pascha [
Pesach-lam] is voor ons geslacht, namelijk Christus. Zo dan laat ons feest [Seder] houden, niet in den ouden zuurdesem [hametz], noch in den zuurdesem [hametz] der kwaadheid en der boosheid, maar in de ongezuurde broden [matzes] der oprechtheid en der waarheid" (1 Korintiërs 5:6-8). Het feest moet worden gevoerd in oprechtheid en waarheid. Het gaat dus niet om het klakkeloos kopieren van Joodse rituelen, maar het vieren verwijst dus naar een concrete discipelschapswandel. Het vieren is een hulpmiddel om de gelovige te wijzen op Gods Reddingsplan en de volgorde daarvan.
Alle volken zullen de feesten vieren
Zacharia voorzegde reeds dat in het Duizendjarig Vrederijk het dan vervulde Loofhuttenfeest door álle volken gevierd zal worden. De volken zullen ieder jaar opgaan om het Loofhuttenfeest te vieren: "Het zal geschieden dat al de overgeblevenen van alle heidenvolken die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, van jaar tot jaar zullen opgaan om zich neer te buigen voor de Koning, de HEERE van de legermachten, en om het Loofhuttenfeest te vieren" (Zacharia 14:16).
Niet-Joodse gelovigen vieren de Bijbelse feesten
De niet-Joodse gelovigen vierende de Bijbelse feesten in de eerste eeuwen. Paulus schrijft over deze feesten naar de gemeenten buiten Israël en Lucas verwijst ernaar in het boek Handelingen. Bij bestudering van de vroege kerkgeschiedenis blijkt dat er geen breuk is met de feestkalender zoals deze voor Christus werd gevierd. Algemeen wordt aangenomen dat Joden en gelovigen uit de heidenen tot het eind van de eerste eeuw en mogelijk langer, beiden de Bijbelse feesten vierden. Vanaf het begin van de tweede eeuw werden de feesten steeds meet als 'Joods' gezien en na verloop van tijd werden de feesten beschouwd als onchristelijk, dit onder invloed van anti-Judaïsme wat de Kerk in was geslopen. Op den duur werden de feesten verboden.
Misverstand over de Bijbelse feesten
Door een onjuiste vertaling van wat Paulus zegt in Kolossenzen 2:16-17, zijn er misverstanden ontstaan over de Bijbelse feesten:
Dat u dan niemand oordele in spijs of in drank, of in het stuk des feest dags, of der nieuwe maan, of der sabbatten; Welke zijn een schaduw der toekomende dingen, maar het lichaam is van Christus. (Statenvertaling)
In de NBG-vertaling is echter het woordje 'slechts' toegevoegd: "... die slechts een schaduw zijn van ...". Dit woord staat niet in de grondtekst. Paulus laat zich dus niet badinerend uit over de schaduwen, maar hij stelt hier juist dat alle feesten verwijzen naar Jezus Christus. Deze is het origineel van elk van de schaduwen. Paulus houdt de mensen hier niet voor dat men zich niet al te druk hoefde te maken over zaken als feesten en
sabbat, want dit zijn toch slechts schaduwen van Christus. Wat is de context van de brief?
- Paulus schrijft aan heidenen in Kolosse die tot geloof gekomen waren;
- Paulus had opgeroepen dat ze zich moesten onthouden van afgoderij en heidense feesten, braspartijen en eetgewoonten;
- Deze gelovigen gingen de Bijbelse feesten vieren (op de Nieuwe Verbondswijze) en stadsgenoten vonden ze maar een stelletje rare snuiters;
- Deze gelovigen kregen het verwijt dat ze niet meer op 'hun eigen feesten' kwamen en zich steeds meer als Joden gingen gedragen;
- Ze wilden zich houden aan Gods voorschriften, gelijk Jezus, en ze beseften dat ze waren geënt op de Edele Olijfboom (Romeinen 11);
- Paulus riep op zich niet opnieuw in te laten met wereldgeesten en door hen geïnspireerde leringen van mensen, engelenverering en kastijding van het lichaam (ascese);
- Paulus houdt ze voor dat de wereldse manier van denken geen macht meer over hen heeft en dat ze zich niet nog allerlei regels moeten laten opleggen;
- Paulus waarschuwt ze dus voor het tegenovergestelde.
Keizer Constantijn (280 – 337) heeft deze heidense feesten, waar Paulus zich dus met hand en tand tegen verzette, vermengd met de Bijbelse feesten. Uiteindelijk bleef er niet veel meer over van Gods feesten.
Bijbelse feesten zijn schaduwen van toekomstige gebeurtenissen
Er is geen enkel thema in het Nieuwe Testament (beter is te spreken van 'Tweede Testament') dat niet al in het Oude Testament (Eerste Testament) op verborgen wijze is opgenomen.
De verhouding van het Oude- tot het Nieuwe Testament is, zo schreef meer dan een halve eeuw geleden J.G. Feenstra in 'Onze geloofsbelijdenis', als die van de bol tot de bloem, die er in zit en er uit komt. Het Nieuwe Testament is in het Oude verborgen en het Oude Testament wordt in het Nieuwe openbaar. Zij vormen geen tegenstelling, maar een eenheid.² Het Nieuwe Testament wijkt dan ook nergens af van wat reeds in het Oude Testament is voorzegd. De oudtestamentische schaduw toont wie Christus is. Zo laten Gods feesten Gods patroon, volgorde en tijden zien van Zijn Reddingsplan.
Schaduwbeelden
Schaduwen verwijzen naar de werkelijkheid van Jezus Christus. We kunnen deze werkelijkheid alleen goed begrijpen als christenen de schaduwen goed begrijpen. Elk onderdeel van de werkelijkheid in Christus heeft een schaduwbeeld in het Oude Testament. In het Bijbelboek Genesis treffen we bijvoorbeeld één van de meest kenmerkende profetische afspiegelingen en referenties aan het komende Lam van God aan. Het verhaal van Abraham die door God de opdracht krijgt om zijn geliefde zoon Isaak als een offergave te offeren. Dit is een
voorbode van het kruis van Messias Jezus. Dit hele geschiedenisverhaal is een schaduwbeeld van de lijdensweg van Jezus Christus. Abraham zei niet voor niets tegen zijn zoon dat God Zelf zou voorzien in een lam.
Wanneer dit goed begrepen wordt, kun je bijvoorbeeld ook ineens tot de ontdekking komen dat het beeld van Izaak, die na zijn binding op de berg Moria, een bruid krijgt uit een ver land, terwijl deze toch familie van hem was, naadloos aansluit bij het Nieuwe Verbond in Jezus Christus. Toen werden ook de (christen)heidenen familie van Abraham door het geloof in Jezus de Messias (Galaten 3:6 e.v.; Romeinen 4:16): "De Bruidegom verwierf zich, van Zijn Kruisiging, een Bruid die 'van verre' kwam, maar die tegelijk ook familie was. Anders geformuleerd: er werden takken op de Edele Olijfboom geënt die voordien nog niet waren aangesloten op zijn sapstroom, maar die wel van een (weliswaar wilde) olijf afkomstig waren."³
De Bijbelse feesten zijn ook voor christenen
De eerste gemeenten bleven gewoon de Bijbelse feesten in hun nieuwtestamentische vervulling doorvieren. Later is er een breuk ontstaan en vele generaties christenen zijn opgegroeid zonder de diepe betekenis te kennen en te doorleven van Gods plan welke zichtbaar worden in deze feesten en door ze te vieren. Heden ten dage worden echter steeds meer christenen wakker geschud. Steeds meer christenen verlangen ernaar deze feesten te vieren en zij geven daar ook uitdrukking aan. De Bijbelse feesten zijn "altoosdurende inzettingen" tot zelfs na de Wederkomst van Christus.
Kinderen vieren Sjavoeot in Israël, 2009 /
Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (CC BY-2.5) Zeven Bijbelse feesten
Er zijn zeven Bijbelse feesten die deel uitmaken van de cyclus van Gods plan, gegroepeerd rondom de oogstseizoenen van de verschillende gewassen. Zeven is het jodendom het getal van de volheid. De feesten zijn onderverdeeld in 3 groepen:
- 3 voorjaarsfeesten
- Pesach
- Ongezuurde broden
- Eerstelingenfeest - Bikkoeriem
- Het Pinksterfeest - Sjavoeot
- 3 najaarsfeesten
- Bazuinenfeest - Jom Teroea
- Gote Verzoendag - Jom Kipoer
- Loofhuttenfeest - Soekot
In dit patroon komt de Menora, de 7-voudige kandelaar tot uitdrukking, welke aan één stuk gedreven is en bestaat uit een middenarm en aan weerszijden 3 aparte armen. Mozes kreeg van God de opdracht om de kandelaar op deze manier vorm te geven (Exodus 25:31 vv). God gaf daarvoor precieze instructies, en dat is niet toevallig. De feesten zijn in lijn met de 7-armige kandelaar. Elk van deze feesten stelt een van Gods heildaden centraal, of tijdens de eerste komst of tijdens de wederkomst van Christus. De 4 voorjaarsfeesten vallen in de tijd van de late regen, de 3 najaarsfeesten in de periode van de vroege regen en de periode daartussen kenmerkt zich door een lange hete zomer, zonder regen. Dit alles heeft een profetische betekenis. We leven thans aan het einde van de droge periode. De najaarsfeesten zullen aanstonds hun vervulling krijgen.
De voorjaarsfeesten zijn vervuld bij de eerste komst van Jezus en de najaarsfeesten wachten op de vervulling en die hebben alles met zijn wederkomst te maken.
Noten:
- Zie ook hoofdstuk 5 'Gods plan verborgen in zeven feesten' in het boek 'Wake up! Gods profetische kalender in tijdslijnen en feesten', van Arno Lamm en Emile-André Vanbeckevoort, pp. 173-205.
- J.G. Feenstra: Onze geloofsbelijdenis; J.H. Kok NV, Kampen, 2e druk, 1947, p.55.
- Arno Lamm en Emile-André Vanbeckevoortr, p. 198.
Lees verder