Paus Franciscus - 'De naam van God is genade': een interview
Op 12 januari 2016 verscheen in 82 landen tegelijkertijd het boek 'De naam van God is genade'. Het is een lang interview met paus Franciscus over de thematiek van het Jaar van de Barmhartigheid, het zeer uitzonderlijke heilig jaar dat bijna het hele jaar 2016 loopt. Franciscus wilt de aandacht van de Kerk en de priesters, maar eigenlijk van alle mensen opnieuw richten op barmhartigheid, vergevingsgezindheid en genade. Het interview raakt de kern van het theologisch denken van de paus en van de hele Rooms-Katholieke Kerk.
Inhoudsopgave
Enkele basisgegevens van het boek
- Auteur: paus Franciscus en Andrea Tornielli
- Volledige titel: De naam van God is genade. De paus in gesprek met Andrea Tornielli
- Uitgeverij: The House of Books, Amsterdam
- Jaar van uitgave: 2016
- Aantal pagina's: 144
- ISBN 978 90 443 5061 6
Zeer korte biografie van Franciscus: de nabije paus
Wat was het meest besproken onderwerp op Facebook in het jaar 2013? Niet een of andere popster, topvoetballer of politieke gebeurtenis, maar de verkiezing van Jorge Mario Bergoglio tot paus. Geboren op 17 december 1936 in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires wou Bergoglio, van Italiaanse afkomst, eerst een carrière in de wetenschap beginnen. Hij studeerde chemie, maar besloot toch in te treden bij de jezuïeten. Daar begon hij aan een langzame opmars in de kerkelijke hiërarchie: in 1992 werd hij hulpbisschop van Buenos Aires, in 1998 aartsbisschop. In 2001 kreeg hij van paus Johannes Paulus II de kardinaalshoed. Al tijdens deze jaren liet hij zich opmerken als een warme, menselijke kerkleider. Hij weigerde om in het immense aartsbisschoppelijke paleis te wonen, maar bleef in zijn appartementje. Ook de grote wagens interesseerden hem niet - hij nam gewoon de metro.
Op woensdag 13 maart 2013 kringelde rond zes uur 's avonds witte rook uit de schoorsteen die op het dak van de Sixtijnse kapel gemonteerd was. Bijna simultaan begonnen de klokken van de Sint-Pietersbasiliek te luiden, gevolgd door deze van de vele andere kerken in Rome. De honderdduizenden die zich op het plein verzamelden waren verbaasd toen ze de naam van Jorge Mario Bergoglio hoorden roepen - als ze zijn naam al kenden. Zijn naam hoorde niet tot het selecte groepje van de 'papabile', de mannen die favoriet zijn om de nieuwe paus te worden. Nochtans bleek hij op het conclaaf in 2005 de grote concurrent van Joseph Ratzinger te zijn, die het uiteindelijk haalde als paus Benedictus XVI.
Na enkele schuchtere momenten in de spotlights op het balkon van de Sint-Pieter wist hij het plein, de stad Rome en de hele wereld voor zich te winnen door zijn eerste woorden: "Broeders en zusters, goedenavond.", gevolgd door zijn kenmerkende brede glimlach. Sindsdien wordt zelfs in westerse, religievijandige media regelmatig positief over de paus bericht. Hij is dan ook een mediagenieke, bescheiden man. Wie op YouTube beeldmateriaal over de paus opzoekt, krijgt talloze leuke en vertederende filmpjes: de paus doet zijn wagen of pausmobiel stoppen om een gehandicapte te zegenen, laat een oude vriend meerijden in de pausmobiel, zet allerlei vreemde hoofddeksels op ... Hij weet heel wat goodwill op te wekken. Ondertussen zet hij zijn strijd om hervormingen in het Vaticaan voort, en hij ontziet niemand. Met Kerstmis 2014 haalde hij keihard uit naar de bestuurders in het Vaticaan. Hij probeert het bestuur van de Kerk ook verder te internationaliseren (minder kardinalen uit Europa, meer uit de Derde Wereld) en transparanter te maken. In alles legt hij de klemtoon op nederigheid, eenvoud en mededogen.
2016: het Heilig Jaar van de Barmhartigheid
In een van de vijf boeken van de Thora, namelijk Leviticus, lezen we over het oude joodse gebruik van het jubeljaar (Lev 25, 8-13):
Na verloop van zeven sabbatjaren, zeven keer zeven jaar, tezamen negenenveertig jaar, moet u op de dag van verzoening, de tiende dag van de zevende maand, de bazuin luid laten klinken. In heel uw land moet u de bazuin laten schallen. Dat vijftigste jaar moet een heilig jaar zijn: dan moet u in het land afkondigen dat alle bewoners hun slaven vrijlaten. Het moet een jubeljaar voor u zijn; iedereen wordt hersteld in zijn vroeger bezit en keert terug naar zijn familie. Het vijftigste jaar zal een jubeljaar voor u zijn; dan mag u niet zaaien, de nagroei niet oogsten en de druiven van uw ongesnoeide wijngaard niet plukken, want het is het jubeljaar; dat moet heilig zijn. Alleen wat het land uit zichzelf voortbrengt, mag u eten. In het jubeljaar zal iedereen in zijn vroeger bezit worden hersteld.
In hoeverre het in de Bijbel beschreven jubeljaar ook effectief plaatsvond, blijft voer voor discussie. De sociale en economische implicaties ervan zijn aanzienlijk. Slavernij was in de oudheid (en ook later) fundamenteel voor het laten draaien van de economie - zonder slavenarbeid was landbouw en mijnbouw onmogelijk. Daarom is het ook betwistbaar of zo'n jubeljaar ooit echt bestond. De intentie van de tekst is wel duidelijk: om de 49 (of 50 jaar) vindt er een een speciaal jaar plaats, waarin slaven werden vrijgelaten, het land niet bewerkt werd en schulden werden kwijtgescholden. Het is een nieuw begin, een tijd van inkeer.
In de middeleeuwen werd besloten om overgaan tot de instelling van een soortgelijk heilig jaar of jubeljaar. Dit vond dan niet enkel in Rome plaats, maar werd in alle bisdommen gevierd. Het moment dat het eerste heilig jaar in Rome gevierd werd, is niet meer te achterhalen. Zeker is dat in 1300 paus Bonifatius VIII (bekend van de tekst
Unam Sanctam, over de prioriteit van de paus over wereldlijke heersers) een heilig jaar organiseerde. De sociale en economische factor werd hierbij weggelaten: het ging nu over de persoonlijke en individuele mens en zijn zielenheil. De angst voor het hiernamaals zat er diep in, maar eventuele zonden konden 'weggekocht' of vergeven worden door aflaten. Zo'n aflaat is bijvoorbeeld te verkrijgen door in een heilig jaar Rome en de zeven pelgrimskerken te bezoeken.
Aanvankelijk vond het christelijke heilig jaar om de honderd jaar plaats, op de eeuwwisseling. Maar om meer mensen een heilig jaar te kunnen laten meemaken werd de periode geleidelijk aan ingekort naar 50, 33 en ten slotte 25 jaar. Momenteel vindt er om de 25 jaar in de rooms-katholieke Kerk een heilig jaar plaats. Er is echter de mogelijkheid om een bijzonder heilig jaar uit te roepen wanneer de paus dat nodig vindt. Paus Johannes Paulus II deed dat zelfs meerdere malen. Op 13 maart 2015 kondigde paus Franciscus zo'n bijzonder of buitengewoon heilig jaar aan. Het loopt van het feest van Maria Onbevlekte Ontvangenis (8 december 2015) tot het feest van Christus Koning (20 november 2016). De paus wijdde het jaar aan de barmhartigheid. Tijdens het heilig jaar worden, zeer uitzonderlijk, de heilige poorten of deuren geopend. De kerkbezoeker kan zo symbolisch het heilig jaar instappen, een periode van bezinning en gebed.
Het interview met de paus: genade is het kostbaarste op aarde
Al sinds zijn eerste publieke optreden als paus weet de wereld dat Franciscus een begrijpende, vergevingsgezinde paus is. In al zijn woorden en daden heeft hij het over de menslievendheid en de nabijheid van God. God is voor Franciscus geen verre, wrekende God, maar een barmhartige God. De christelijke God heeft een voorkeur voor allen die gewond zijn:
Strikt genomen betekent barmhartigheid je hart openen voor mensen die het moeilijk hebben. En dan komen we meteen bij de Heer: barmhartigheid is de goddelijke wil om te omarmen, waarmee God ons welkom heet door zichzelf te geven en door zich naar ons toe te buigen om ons te vergeven. Jezus heeft gezegd dat Hij niet is gekomen voor de rechtvaardigen, maar voor de zondaars. Hij is niet gekomen voor de gezonde mensen die geen arts nodig hebben, maar voor de zieken. Je zou dus kunnen zeggen dat barmhartigheid de identiteitskaart is van onze God.
Kenmerkend in het hele interview zijn de anekdotes en de verhalen die de paus aanhaalt. Hij heeft het slechts zelden over grote theologen en zelfs de Bijbel komt niet zo vaak aan bod. Hij vertelt wel over persoonlijke verhalen uit zijn leven als priester. Hij beschrijft bijvoorbeeld hoe waardevol vergeving is door het te hebben over een vrouw die zich prostitueerde om haar kinderen te kunnen voeden - al is prostitutie volgens de leer van de Kerk uiteraard niet toegelaten, de vrouw kan zeker vergeven worden. De paus gaat zelfs zo ver om te stellen dat berouw (spijt hebben van je daden) nodig is ... maar eigenlijk zelfs niet altijd. Hij geeft het voorbeeld van een man die zijn hele leven achter de vrouwen heeft gelopen en daar geen spijt van had. In principe kon hij hem dan ook geen absolutie in de biecht schenken. Maar gevraagd of deze man misschien spijt had dat hij geen spijt had, antwoordde deze bevestigend. De paus noemt dit "de kier": de deur naar vergeving en barmhartigheid staat altijd op een kier. Ze is nooit gesloten.
Twee belangrijke Bijbelverhalen: de Verloren zoon en de Overspelige vrouw
Het Bijbelverhaal dat in het boek cruciaal is, is dat van de Verloren Zoon. Een vader had twee zonen: de ene bleef mooi bij hem en hielp hem op de boerderij. De andere verliet het ouderlijk huis en ging het er eens goed van nemen. Toch bleef de vader steeds uitzien naar zijn terugkomst ... en wanneer de zoon uiteindelijk terugkomt, arm en berooid, wordt hem niet enkel vergeving geschonken, maar wordt zelfs het kalf geslacht. Ook dat is vergeving voor de paus: een feest. In de hemel is er meer vreugde over een zondaar die tot inkeer komt dan over 99 rechtvaardigen, zegt de Bijbel.
Vergeving en vergevingsgezindheid mogen volgens de paus niet verward worden met relativisme. Niet alle daden of gedachten zijn goed. Het is wel degelijk de taak van de Kerk om te bepalen wat goed en wat slecht is en mensen of structuren hierop ook te wijzen. De Kerk richt zich tegen de zonde, maar niet tegen de zondaar. Het verhaal van de overspelige vrouw vat dit voor de paus mooi samen. Zij werd door de schriftgeleerden (een mentaliteit die volgens hem ook nu hier en daar nog in de Kerk leeft) naar Jezus gebracht om Hem te testen. Volgens de oude joodse wet van Mozes moeten overspelige vrouwen gestenigd worden. Men wilt dus testen of Jezus zich aan de Wet houdt en dus niet barmhartig is, of dat Hij haar vergeeft en zich dus niet aan de Wet houdt. Uiteindelijk zegt Jezus Christus: "Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen." Alle aanwezigen dropen af ... omdat geen enkele mens zonder zonde is, en dus ook genade en vergeving nodig heeft. Alle mensen moeten dan ook genadevol en begripvol met elkaar omgaan. Maar Jezus voegde er tegenover de vrouw nog aan toe: "Ga heen en zondig niet meer." Hij erkent dus wel dat zij een zonde begaan had (geen relativisme), maar toonde zich goed en barmhartig.
De paus heeft het in het boek niet over de controversiële thema's waar het in de media vaak overgaat. Verwacht dus geen uitspraken die uit de context gehaald kunnen worden over abortus, euthanasie, homorechten enz. Over homoseksualiteit herhaalt hij slechts zijn bekende standpunt: "Wie ben ik om te oordelen?" Al luidt de titel van het boek
De naam van God is genade, in het hele boek wordt - correcter - over 'barmhartigheid' gesproken.
Lees verder