Motivatie: Self Determination Theory
Motivatie heeft verbanden met allerlei aspecten. Ryan en Deci hebben de Self-Determination Theory (SDT) opgezet. Deze theorie gaat in op drie aspecten die intrinsieke motivatie kunnen bevorderen, namelijk competentie (‘competence’), autonomie (‘autonomy’) en sociale verbondenheid (‘relatedness’). Deze drie kunnen de intrinsieke motivatie verhogen.
De drie factoren bij de Self Determination Theory (SDT)
Competentie – competence
Als je weet dat je iets niet kunt, dan is de motivatie vaak laag om die taak uit te voeren. Competentiegevoelens zijn dus belangrijk om intrinsieke motivatie te bevorderen. Het kan overigens al gaan om waargenomen gedragscontrole zoals in de
Theorie van Gepland Gedrag (Ajzen) wordt beschreven. Het gaat hierbij niet zozeer dat je het daadwerkelijk kan, maar of je dit zelf ook zo ervaart. Echter is alleen competentie niet voldoende om te komen tot interne motivatie.
Autonomie - autonomy
Autonomie beschrijven Ryan en Deci als zelfbeschikking. Je moet vrij zijn om je eigen keuzes te kunnen en mogen maken. Beloningen en/of straffen ondermijnen de autonomiegevoelens, waardoor minder intrinsieke motivatie ontstaat. Ook andere aspecten die beperken en controlerend zijn, zoals een baas die over je schouder staat mee te kijken, verminderen de autonomiegevoelens.
Sociale verbondenheid - relatedness
Sociale verbondenheid, of de perceptie daarvan, kan de intrinsieke motivatie versterken. Veiligheid en sociale steun zijn hiervan belangrijk pilaren. Door sociale steun (denk aan aanmoediging en complimentjes) kunnen de competentiegevoelens worden versterkt.
Hoe kun je de intrinsieke motivatie verhogen met behulp van SDT?
Deze drie aspecten zorgen ervoor dat je de intrinsieke motivatie kan laten groeien. Een persoon moet in staat worden gesteld om zijn eigen doelen te kunnen en mogen stellen. Helaas stuit dit vaak al op sociale weerstand – denk maar eens aan iemand die iets wil doen wat erg moeilijk is (‘onmogelijk’); deze krijgt kritiek dat hij onrealistisch is. Deze continue stroom aan kritiek kan de intrinsieke motivatie dermate onderuit halen, dat de activiteit gestaakt wordt.
Complimentjes en aanmoediging zorgen daarentegen dat iemand meer vertrouwen krijgt in zijn eigen kunnen. Daarom zal dat leiden tot meer intrinsieke motivatie. Bovendien leiden complimentjes en aanmoedigingen tot de perceptie van sociale steun.
Ook autonomie beïnvloedt de competentiegevoelens. Iemand die zelf mag en kan kiezen over hoe en wanneer hij naar zijn doel gaat werken, krijgt namelijk meer vertrouwen in zijn eigen kunnen. Hierdoor groeit de intrinsieke motivatie.
Tevens kan feedback het competentiegevoel vergroten. Dit moet echter wel feedback zijn om de competentiegevoel te vergroten en niet om te controleren (‘Je zou het zo moeten doen’) en tevens moet er een autonomiegevoel zijn (de keuze om feedback al dan niet te integreren in de aanpak).
Verder helpt de ‘optimale uitdaging’ om de intrinsieke motivatie te bevorderen. Met ‘optimale uitdaging’ wordt bedoeld dat de taak niet te makkelijk en niet te moeilijk is. Hierdoor kan ‘flow’ ontstaan. Volgens Csikszentmihalyi is interne motivatie of ‘flow’ een ervaring van totale absorptie in een activiteit en de niet-zelfbewustzijn plezier in de activiteit. De capaciteiten zijn in balans met zijn eisen van de taak. Hierdoor vergeet je de tijd, kun je lekker werken en heb je pas door als je er weer uitkomt.
Wat ondermijnt de intrinsieke motivatie?
Beloningen en straffen, in wat voor vorm dan ook, helpen niet om de intrinsieke motivatie te vergroten. Het leren ‘omdat de docent het zegt’ werkt dan ook niet. Ook een externe locus of control, waarbij de persoon denkt geen invloed uit te kunnen oefenen op de buitenwereld, werkt averechts bij intrinsieke motivatie.
Doelen en SDT
Ryan en Deci onderscheiden twee soorten doelen: performance goals en learning goals. Bij perfomance goals wil je graag laten zien wat je kan – hierbij is de uitkomst belangrijk (succes betekent trots en schouderklopjes, falen betekent schuld en afkeurende blikken). Bij learning goals gaat het echter om het zoeken naar uitdagingen en het verkrijgen van zelfvertrouwen uit ‘opgaan in de activiteit’. Zij willen zichzelf verbeteren. Deze laatste zorgt dan ook voor meer intrinsieke motivatie.
Lees verder