Jezus en het complot op Pasen: Hosanna + kruisig hem
De laatste week van Jezus op aarde roept allerlei vragen op. In de evangeliën staan verhalen die soms moeilijk te begrijpen zijn. Op de website van de Protestantse gemeente Langedijk-Noord staat te lezen dat Jezus op palmpasen op een ezeltje Jeruzalem binnenreed, waarbij de mensen riepen: 'Hosanna'. Maar nog geen week later riepen ze: 'Kruisig Hem'. Wat is er in vredesnaam die week gebeurd dat het volk als een blad aan een boom is omgeslagen? Of is er wat anders aan de hand?
Jezus en het complot op Pasen
Corrupte tempelpraktijk in Jezus' tijd
In Jezus' tijd had zich een corrupte tempelpraktijk ontwikkelt:
Throughout the history of Israel, high priests were chosen by lot from among the Levites. But Herod was threatened by the power of the priesthood, so he ignored biblical law and appointed the high priest himself. The position was subsequently bought with bribes from wealthy Sadducean families, who agreed to keep peace with Rome in exchange for wealth from the temple tithes and the sale of sacrificial animals.[1]
De Sadduceeën waren een kleine groep mensen die de sociale en economische aristocratie vormden en zeer invloedrijk waren in de tempel. De priesters behoorden vaak bij deze groepering (Handelingen 4:1; 5:17). De Sadduceeën ten tijde van Jezus worden geassocieerd met de oristerlijke bovenklasse. Zij controleerden in feite de tempeldienst. De hogepriester (Kohen haGadol) was de hoogste functionaris van het Jodendom; het is een religieus ambt door God ingesteld. In de periode dat Jezus op aarde rondliep, werd de hogepriester door de Romeinen - de bezettende macht - aangesteld en dit ging met corruptie gepaard. Zodoende werden er mensen hogepriester, die niet bepaald deze plaats verdienden. De Romeinse procurator benoemde toentertijd waarschijnlijk de hogepriester. Deze procuratiehouders stonden erom bekend dat ze erg corrupt waren. Er werd flink wat geld betaald voor de machtige positie van hogepriester.[2]
Kajafas en Annas
Kajafas was hogepriester in de Joodse tempel in Jeruzalem van 18 tot 36 na Chr., en hij was getrouwd met een dochter van Annas (of Annanias) die van 6 n.Chr. tot 15 na Chr. hogepriester was geweest. Kajafas onderhield nauwe banden met het Romeinse bestuur, hetgeen zijn positie veilig stelde. Kajafas moet erg corrupt geweest zijn. Van de Joodse geschiedschrijver Philo komt het verhaal dat Kajafas alleen bereid was om een zaak te behandelen als hij geld onder de tafel kreeg toegeschoven. Zowel het Nieuwe Testament als de Joodse historicus
Flavius Josephus suggereren dat Annas behoorlijk veel invloed had op Kajafas. Ook vijf van Annas' eigen zonen waren hogepriester.[3]
Deze familie was zeer rijk en corrupt en het was Annas die aan de touwtjes trok, ook toen zijn zonen of schoonzoon hogepriester waren. De familie van Annas bezat de kuddes waar de offerdieren uit voortkwamen en ze hadden ook de zeggenschap over de tafels van de geldwisselaars in de Tempel. Vanwege hun monopoliepositie konden ze veel geld vragen voor de offerdieren en ze stalen met geweld de tienden die bedoeld waren voor de priesters. Josephus schrijft over deze praktijken:
But as for the high priest Ananias, he increased in glory every day, and this to a great degree ... for he was a great hoarder up of money... He also had servants who were very wicked, who joined themselves to the boldest sort of the people, and went to the threshing floors, and took away the tithes that belonges to the priests by violence, and dit not refrain from beating such as would not give these tithes to them. So the other high priests acted in the like manner, as did those his servants without any one being able to prohibit them; so that [some of the] priests, that of old were wont to be supported with those tithes, died for want of food.[4]
De Joden uit de tijd van Jezus hadden weinig op met de hogepriesters en de Sadduceeën die aan de leiband van de bezetter liepen. De Essenen, een Joodse religieuze sekte, gingen zelfs zo ver dat ze de tempeldienst categorisch verwierpen, omdat ze vonden dat het vreselijk ontaard was.
Sadduceeën
Het was indertijd de gewoonte om de hogepriester met de titel ‘vader’ aan te spreken. Toen Jezus zei: "En noem niemand op aarde vader, want jullie hebben maar één vader, de Vader in de hemel” (Mattheus 23:9), had hij de hogepriesters, die corrupt waren en heulden met de Romeinen, op het oog. In de laatste week van Jezus, gaat hij de confrontatie aan met de op macht beluste tempelaristocratie - de hogepriesters en Sadduceeën. Tussen het jaar 6 en 66 n.Chr. waren het de Sadduceeën - een kleine elite van rijke aristocraten - die de meerderheid vormden binnen het Sanhedrin en gedurende vele jaren waren ze in staat om de hogepriester te leveren.
Het Sanhedrin, uit een encyclopedie van 1883 /
Bron: Unknown author, Wikimedia Commons (Publiek domein)De Sadduceeën vormden de machtigste fractie in de Hoge Raad (Sanhedrin) en de Farizeeën - die meer een volkspartij waren - vormden de minderheid in het Sanhedrin. Sadduceeën collaboreerden met de Romeinse bezetter, teneinde hun positie veilig te stellen. Deze groepering oriënteerde zich uitsluitend op de vijf boeken van Mozes. Zo geloofden ze niet in de opstanding der doden en in de komst van een Messias, aangezien dat bij de latere profeten vandaan kwam en niet in de Tora terug te vinden was. Dergelijke leringen beschouwden zij als nieuwlichterij. De Sadduceeën verwierpen de mondelinge Tora. De Farizeeën waren vrome navolgers van de wet van Mozes en zij erkenden net als Jezus niet alleen de geschriften van Mozes, maar de hele Tenach. Ook hielden zij zich aan de mondelinge overlevering. Zij wierpen zich op als de zuivere bewaarders van de wetten van Mozes en hadden veel invloed bij het volk. De Farizeeën vormden geen homogene religieuze stroming. Het Farizeïsme was een pluriforme beweging met strengere en mildere vleugels. Paulus was (tot aan zijn dood) Farizeeër (Handelingen 23:6; Filippenzen 3:5). De Sadduceeën en de Farizeeën waren rivaliserende partijen.
Het waren de Sadduceeën die Jezus ter kruisiging aan de Romeinen hebben overgeleverd. De verhouding tussen de Farizeeërs en Jezus was gespannen. Maar het waren de Sadduceeën - veel meer nog dan de Farizeeën - die belang hadden bij Jezus’ ondergang. De Sadduceeën zagen hun machtige, comfortabele posities bedreigd worden door de prediking van Jezus, die in zijn laatste week openlijk de confrontatie met hen zocht.
Gerespecteerd en veracht
"High priests, including Caiaphas, were both respected and despised by the Jewish population. As the highest religious authority, they were seen as playing a critical role in religious life and the Sanhedrin. At the same time, however, many Jews resented the close relationship that high priest maintained with Roman authorities and suspected them of taking bribes or practicing other forms of corruption."[5]
De Koning op een ezel
Jezus zet in de laatste week voor zijn dood een aantal gebeurtenissen in gang die onherroepelijk tot zijn dood zouden leiden. De confrontatie met de religieuze elite is onvermijdbaar. Jezus komt Jeruzalem binnen als Messias van Israël, hij zuivert de tempel (een Messiaanse daad bij uitstek), hij doet voorspellingen over de directe toekomst van Jeruzalem, de tempel en de corrupte priesterklasse, en ten overstaan van de hogepriester bekent hij de Messias, de Zoon van de Gezegende te zijn (Marcus 14:62). Deze confronterende acties van Jezus, de politieke overwegingen van de over het algemeen corrupte priesterklasse (i.c. de Sadduceeërs) toentertijd en de macht van Rome vormen het mengsel dat leidt tot Jezus dood.[6]
Jezus kwam op een ezel Jeruzalem binnen, waarmee hij de profetie van Zacharia (9:9) vervult. Hij treedt hiermee op als de door God gegeven koning. De Romeinen hebben het niet door, maar een goede Joodse verstaander weet genoeg, ofschoon het volk een andersoortige Messias voor ogen heeft. Zij willen een Messias die voor aardse verlossing zorgt, die Israël zal bevrijden van het juk van de Romeinen en een einde zal maken aan onrechtvaardigheid en corruptie. Maar Jezus kwam op een ezel en niet op een paard. Een ezel is allesbehalve een strijdros. Jezus is als de beloofde Koning die Zacharia aankondigt: nederig en zachtmoedig. Jezus kwam niet om gediend te worden, maar om te dienen (Marcus 10:45). Hij is de lijdende knecht uit
Jesaja 53.
Tempelreiniging
Direct na de intocht in Jeruzalem,
reinigt Jezus de tempel. Iedereen die daar iets kocht of verkocht, joeg hij weg. Hij anticipeert met zijn profetische handeling op de komende verwoesting van de tempel (Marcus 13:2) en tevens brengt hij met deze daad bepaalde Messiaanse profetieën in vervulling, die spreken over het feit dat 'in het einde der dagen' de tempel gereinigd en in ere hersteld zou worden (Maleachi 3:1vv; Zacharia 14:21; Ezechiël 40-47). Hij hield de omstanders voor: ‘Staat er niet geschreven: “Mijn huis moet voor alle volken een huis van gebed zijn”? Maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt’ (Marcus 11:17)! Deze actie was vooral gericht tegen de corrupte hogepriester en zijn familie, die zijn zakken vulde door woekerprijzen te vragen voor de offerdieren.[7] Rovershol is namelijk een toespeling op Jeremia 7:11, waar God de goddeloze geestelijke leiders uit de tijd van Jeremia aanklaagt en duidelijk maakt dat Hij Zijn tempel kan loslaten en dit ook zal doen omdat men niet naar Hem geluisterd heeft. De priesterklasse wordt het oordeel van God aangezegd. Het oordeel over de tempel wordt later luid en duidelijk door Jezus uitgesproken (Matteüs 23:38; 24:2).
Jezus’ optreden is primair gericht tegen de corrupte tempelpraktijk. Het is een ferm protest tegen de hebzucht bij de religieuze autoriteiten, vooral het huis van Annas, die de tempel hebben veranderd in een rovershol en met hun handelswijze God in dienst stellen van de zonde. De familie van Annas was alom berucht om haar corruptie. Het is een gewaagd en provocerend optreden van Jezus. Het misbruik van de tempel als ‘huis van gebed’ en de schandelijke uitbuiting van de gewone gelovigen, wordt aan de kaak gesteld. Het was een aanklacht tegen het ontaarde religieuze establishment. Voor het gewone volk wordt Jezus een populaire volksheld die messiaanse verwachtingen van bevrijding en vrede aanwakkert. Tijdens de jaarlijkse bedevaarten naar de hoofdstad Jeruzalem zinderde het reeds van de politiek getinte, messiaanse verwachtingen, zeker in deze periode van onderdrukking door de Romeinen. De Joden hoopten en verlangden naar nationale bevrijding.
Corrupte priesterklasse
In zijn laatste week refereert Jezus in de gelijkenis van de onrechtvaardige pachters aan de corrupte priesterklasse (Lucas 20:9-16). De schriftgeleerden en hogepriesters (
cohanim), die wisten dat Jezus deze gelijkenis met het oog op hen verteld had, wilden hem op dat moment laten grijpen, maar ze waren bang voor de reactie van het volk.[8] De wijngaard in de gelijkenis staat symbool voor het volk Israël (zie Jesaja 5:1-7), maar de pachters en
niet de wijngaard worden veroordeeld. Het zijn de pachters die de zoon van de eigenaar hebben gedood. Zij en niet de wijngaard zullen gestraft worden.
Het complot tegen Jezus
Jezus was populair onder het gewone volk. De religieuze leiders waren bang dat als ze hem zijn gang zouden laten gaan, iedereen in hem zal gaan geloven (Johannes 11:48).[9] Bovendien had Jezus met zijn acties zoals de tempelreiniging de woede van de tempelaristocratie op zijn hals gehaald. Het is deze groep die verantwoordelijk is voor het proces tegen Jezus. Zij zijn tevens de belangrijkste vervolgers van de vroege kerk (Handelingen 4:1-3; 5:17-18). De partij van de Farizeeën hebben zich helemaal buiten de zaak gehouden. De partij van de Sadduceeën, die sterk vertegenwoordigd was in de rangen van hogepriesters en in het Sanhedrin - instanties die toentertijd eerder politiek dan religieus van aard waren - had het op Jezus gemunt.[10]
The Stoning of Saint Stephen - Annibale Carracci - Louvre INV 204 /
Bron: Annibale Carracci, Wikimedia Commons (Publiek domein) Farizeeën namen het op voor Jezus
Het waren juist Farizeeën die het opnamen voor Jezus. Denk aan de Farizeeër Jozef van Arimatea, een lid van het Sanhedrin, maar oneens met de veroordeling van Jezus. Hij regelde Jezus' begrafenis. Een ander lid van het Sanhedrin die sympathiseerde met Jezus was de Farizeeër Nicodemus. Sommige Farizeeërs waren Jezus gunstig gezind en waarschuwden hem voor Herodus die hem wilde doden (Lucas13:31). Jezus had regelmatig 'twistgesprekken' met Farizeeën. Deze gesprekken verschilden in geen enkel opzicht van de vele heftige theologische discussies tussen rabbijnen onderling. Farizeeën nodigden hem regelmatig uit voor een maaltijd (zie o.a. in Lucas 7:36, 11:37 en 14:1). Jezus kon ongehinderd in de tempel prediken (Matteüs 26:55, Marcus 14:48 en Lucas 22:53). Het boek Handelingen verhaalt dat de apostelen, die de opstanding van Jezus uit de dood verkondigen, hoofdzakelijk in aanvaring komen met de Sadduceeën. De Farizeeër Gamaliël I - kleinzoon van de beroemde Joodse wetgeleerde Hillel de Oude - neemt het juist voor ze op (Handelingen 5:33-40). Ook waren er Farizeeërs die zich hadden aangesloten bij de Messiaanse oergemeente te Jeruzalem (Handelingen 15:5). De Farizeeër Saulus is na de steniging van Stefanus de motor van de vervolging van de volgelingen van Jezus. Saulus bekeert zich echter en wordt Paulus, waarna de vervolging stopt en de rust terugkeert in de gemeente van Jezus Christus. Paulus moet zich later verantworden voor het Sanhedrin. De Farizeeën vinden dat Paulus niet vervolgd moet worden omdat hij niets zegt wat in strijd is met de Joodse godsdienst (Handelingen 23:9). Paulus noemt zich niet alleen een zoon van een Farizeeër, maar hij meldt tevens dat hij een Farizeeër is (Handelingen 23:6). Paulus bleef tot aan zijn dood een (Jezusbelijdende) Farizeeër.
In het geheim handelen
De religieuze leiders kunnen Jezus vanwege zijn populariteit niet overdag te grazen nemen. Om een opstand te voorkomen, moeten ze in het geheim handelen op een tijdstip dat iedereen op één oor ligt. Ze hadden iemand nodig die ze 's nachts naar hem toe konden brengen, wanneer hij zich ergens buiten de stad in een afgelegen kamp - ver weg van de menigte - zou bevinden. Ze weten één van zijn leerlingen, Judas, daarvoor te strikken. Deze verraadt Jezus voor dertig zilverstukken. Na afloop van de sedermaaltijd (paasmaaltijd) is een uitgelezen moment om Jezus op te pakken. Alle Joodse families vieren dit feest na zonsondergang. De sedermaaltijd moet om middernacht, halverwege zonsondergang en zonsopgang, afgelopen zijn. Dan volgen nog dankgebeden en liederen. Tussen één en drie uur 's nachts gaat iedereen naar bed.[11] Het is niet toegestaan om na de beëindiging van de eigen viering van Pesach verder te feesten bij anderen (Bavli Pesachim 119b), ofschoon niet duidelijk is of dat in de eerste eeuw ook al het geval was.[12]
Nachtelijk proces
Na zijn nachtelijke gevangenneming, vindt het proces tegen Jezus plaats, terwijl de meeste aanhangers van Jezus slapen. Petrus loochening vindt plaats wanneer de haan kraait, omstreeks vier of vijf uur in de ochtend (Marcus 14:68). 's Ochtends in alle vroegte komen de hogepriesters, de oudsten en de schriftgeleerden en het hele Sanhedrin in vergadering bijeen (Marcus 15:1). Het is niet duidelijk of het daarbij om een echt proces ging, in de juridische zin van het woord.[13] Daarna wordt Jezus overgeleverd aan Pilatus.
H.P. Medema komt in zijn boek
Het proces tegen Jezus tot de veronderstelling dat voorafgaande het nachtelijke proces de hogepriester Kajafas persoonlijk overleg zou hebben gehad met Pilatus. Dit verklaart:
- dat bij de gevangenneming van Jezus niet alleen de tempelpolitie, maar ook Romeinse soldaten waren betrokken; en
- dat de religieuze leiders de euvele moed hadden om 's nachts bij Pilatus aan te kloppen met het verzoek aan hun wens te voldoen.[14]
Pontius Pilatus
Gedurende 10 jaar diende Kajafas met de Romeinse prefect Pontius Pilatus. De twee mannen hadden vermoedelijk een nauwe (werk)relatie ontwikkeld en ze hadden - zo mogen we aannemen - afspraken met elkaar gemaakt over hoe om te gaan met subversieve personen zoals Jezus. Ook heeft Kajafas waarschijnlijk gelobbyd om hem uit de weg te doen ruimen.
Jezus wordt voor Pilatus geleid, maar Pilatus begrijpt niet wat er mis was aan de rabbi uit Galilea. Hij heeft wel door dat de hogepriesters hem uit afgunst hadden uitgeleverd. Een groep mensen trekt naar Pilatus. Pontius Pilatus maakte gebruik van het recht op amnestie tijdens het Paasfeest. Hij stelt de groep mensen voor de keuze: Jezus vrijlaten of de moordenaar Barabbas. De menigte kiest luidkeels voor de moordenaar, ze schreeuwen: "Kruisig hem!" (Marcus 15:13). Ze werden opgehitst door de hogepriesters, aldus het Marcusevangelie. Men kan zich afvragen wie deze mensen zijn die met het krieken van de dag op een belangrijke Joodse feestdag al op de been waren en schreeuwden om Jezus' dood. Het waren in ieder geval niet die mensen die hem een week eerder binnenhaalden met "Hosanna, hosanna, de koning komt". Het waren hoogstwaarschijnlijk de op macht beluste tempelaristocratie en consorten. De personen die achter de dood van Jezus zaten, waren een aantal mensen met een machtige positie, die het koningschap van Jezus als een bedreiging zagen. De Sadduceeën speelden de hoofdrol in het Pesach-complot en niet het volk.
Kruisiging
Marcus schrijft in zijn evangelie, dat Jezus op het derde uur, dat is 9 uur 's morgens, wordt gekruisigd. Dit is het tijdstip van de eerste tempeldienst. De religieuze autoriteiten beseften terdege dat ze hun geheime proces afgerond moesten hebben voordat de mensen weer naar de stad kwamen voor de tempeldienst. Op het moment dat Jezus het kruis draagt, komen de mensen en ook zijn aanhangers net de stad binnen:
Toen Jezus werd weggeleid, hielden de soldaten een zekere Simon van Cyrene aan, die net de stad binnenkwam. Ze legden het kruis op zijn rug en lieten het hem achter Jezus aan dragen. Een grote volksmenigte volgde Jezus, evenals enkele vrouwen die zich op de borst sloegen en over hem weeklaagden. (Lucas 23:26-27)
Het gewone volk was niet aanwezig bij Jezus' nachtelijke arrestatie en het direct daaropvolgende proces. Ze wisten van niets. Het had zich allemaal afgespeeld in de nacht na sederavond, de Joodse feestavond aan het begin van Pesach, toen de meeste mensen sliepen. De mensen kregen pas door wat er was gebeurd toen ze Jezus met een kruis op zijn rug door de straten zagen strompelen. De mensen die 'Hosanna' hadden geroepen, waren toch echt andere mensen dan zij die 'Kruisig Hem' hadden geschreeuwd en zich hadden laten ophitsen door de hogepriesters.
Op macht beluste tempelaristocratie
Het was de op macht beluste tempelaristocratie, de hogepriesters en Sadduceeën, die Jezus ter kruisiging aan de Romeinen hebben overgeleverd en het waren de Romeinse machthebbers die hem vervolgens ter dood gebracht hebben. De tempelaristocratie had het eigen volk verraden. Het was uitdrukkelijk niet ‘het joodse volk’ dat Jezus ter kruisiging overleverde, maar deze specifieke groep leiders die hun belangen veilig wilde stellen.
In de gelijkenis van de onrechtvaardige pachters toonde Jezus dat de pachters de zoon doden en gestraft zullen worden. De pachters staan voor de corrupte tempelaristocratie uit de tijd van Herodes. Zij zullen de hoeksteen verwerpen, de zoon van de eigenaar doden. Dan zal de eigenaar zelf komen, de wijnbouwers die het stuk land pachten doden en de wijngaard aan anderen geven. Na de verwoesting van de tempel verdwenen de Sadduceeën volkomen van het toneel. Het waren de Farizeeën die bleven.
Twee miljoen Joden in de voorhof?
"Het hele volk stond niet bij Pilatus, alleen de leden van het Sanhedrin stonden daar. U denkt toch niet dat er 2 miljoen mensen in de voorhof van Pilatus konden staan?"[15]
Noten:
- http://kingdomlivinglife.com/pdfs/Kingdom%20Surprise.pdf
- http://bijbelarchief.nl/default.asp?id=1046
- Eleazar ben Ananus (16–17); Josef Kajafas (18–36); Jonathan ben Ananus (36–37); Theophilus ben Ananus (37–41); Matthias ben Ananus (43); Ananus ben Ananus (63).
- Flavius Josephus: Antiquities of the Jews, XX,9.2 (205-207), The new complete works of Josephus, translated by William Whiston, commentary by Paul L. Maier, Kregel Publications, Gran Rapids, 1999, p.657. (Vergelijk: Babylonian Talmud Pesahim, 57a; Tosephta Menahoth 13:21).
- http://law2.umkc.edu/faculty/projects/ftrials/jesus/jesuskeyfigures.html
- http://dezevenderegel.ning.com/profiles/blogs/theologie-voor-wit
- "Hoe hoog de woekerprijzen daar werden opgedreven blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat Jozef en Maria zich slechts het offer van een koppel duiven kunnen veroorloven (Lucas 2:24). Dat was eigenlijk bedoeld als offer voor de allerarmsten (zie Lev. 12:8). Maar Jozef zal als timmerman, een geschoold ambachtsman, goed zijn brood hebben kunnen verdienen, dus ze zullen heus niet zo onbemiddeld zijn geweest." (Bron: http://www.broedersinchristus.nl/blad/blad_taal_31.htm).
- Tot de overpriesters werden gerekend de regerende hogepriester, de plaatsvervanger van de hogepriester en de vorige hogepriesters. Mogelijk werden tot de overpriesters verder gerekend: leden van het hogepriesterlijk geslacht. Aldus waren er meerdere hogepriesters (http://www.christipedia.nl/Artikelen/O/Overpriester).
- Er waren ook veel leiders die wel in hem geloofden, maar daar vanwege de farizeeën niet openlijk voor uitkwamen, omdat ze niet uit de synagoge gezet wilden worden (Johannes 12:42).
- Bernard Sesboüé: Ik geloof - Een uitnodiging voor de 21ste eeuw, Kok Kampen, 2000, p.296.
- Dr. G.H. Cohen Stuart: Joodse feesten en vasten - Een reis over de zee van de Talmoed naar de wereld van het Nieuwe Testament, Ten Have, Baarn, 2003, p.84.
- Ibid, p.80.
- Bernard Sesboüé: Ik geloof - Een uitnodiging voor de 21ste eeuw, Kok Kampen, 2000, p.295.
- H.P. Medema: Het proces tegen Jezus, Medema, Stichting, 1990.
- http://www.hetlichtdeslevens.nl/artikel/87heeftGodzijnverbondmetdeJodenverbroken.html
Lees verder