Op weg naar Pasen: bezinning en belijdenis
In de traditie van het christelijk geloof zijn de 40 dagen voor Pasen een tijd van bezinning, verootmoediging en bovenal verwondering voor het sterven en de opstanding van Jezus Christus. Pasen is als een begin en eindpunt voor het gedenken van wat Jezus voor de mensen gedaan heeft. Carnaval is van oudsher een traditie om helemaal 'los' te gaan voordat de veertig dagen van vasten begint. Het huidige Carnaval is niet echt wat de bijbel bedoeld met bezinning, belijdenis of vasten. Mensen gaan zich te buiten aan alcohol en zijn niet bepaald bezig met de betekenis van Pasen. Pasen is een tijd van bezinning om stil te staan bij het leven en de dood.
Pasen en Carnaval
De veertig dagentijd begint na carnaval. Oorspronkelijk is carnaval een feest wat door de Rooms Katholieke kerk is ingesteld als vervanging van heidense feesten. De vastentijd was een sobere tijd waar veel mensen tegenop zagen. Daarnaast werden de mensen door de heidense feesten in verleidding gebracht. De kerk dacht slim te zijn door een mogelijkheid te bieden om hun gemeenteleden vóór de vastentijd uit te laten leven in een ‘aanvaarbaar’ feest om vervolgens veertig dagen sober te leven.
Normen en waarden
Het carnaval staat ook bekend als een omkeringsritueel. Waarin normen en waarden omgedraaid worden en toelaatbaar gedrag overschreden wordt. Het carnaval begint op de 11e van de maand om 11 uur 11. Het getal elf staat al eeuwen lang symbool als het getal van de gekken en onverstandigen.
Aswoensdag
Aswoensdag is de dag waarop de vastentijd begint. Dit wordt symbolisch gedaan door een kruisje van as op het voorhoofd te tekenen of de as op het hoofd te strooien. Tijdens dit ritueel wordt de volgende tekst uitgesproken:
gedenk, dat gij stof bent en tot stof zult terugkeren’. Het ritueel wordt door bijna alle katholieken en sommige protestanten gedaan. In de Bijbel komt het bestrooien van as ook vaak voor.
Pasen als Baken
Pasen is als een baken in het jaar waar je langs komt om vervolgens verder het jaar in te gaan. Je kunt er aan voorbij, de betekenis niet ter harte nemen en net zoals vele mensen in de tijd van Jezus deden maar je ogen en oren vangen altijd een glimp van het gebeuren op.
Wie ben Ik
Sommige mensen dachten dat Jezus een profeet was. Anderen dachten dat Hij Elia was. Op een dag vroeg Jezus aan Zijn leerlingen: ‘ wie zegt gij, dat Ik ben? (Mattheus 16: 15) Jezus vraagt het op de man af. Petrus had in één keer het goede antwoord: ‘Gij zijt de Christus de Zoon van de levende God.
Bezinning en Belijdenis
Het antwoord van Petrus staat bekend als een belijdenis. Zonder te belijden dat Jezus de Zoon van God is heeft Pasen geen zin. De vraag werd niet alleen aan Petrus gesteld. Door de tekst te lezen wordt de vraag aan de hele wereldbevolking gesteld. Petrus zal zelfs de Petra, de rots van de christelijke gemeente zijn.
Aankondiging van het lijden
Vanaf het moment dat Petrus zijn belijdenis heeft gedaan kondigt Jezus aan dat Hij op weg moet gaan naar Jeruzalem. Daar zal Hij de lijdensweg moeten gaan naar het kruis. In principe begint hier bij de belijdenis van Petrus het lijden al. Zowel voor Jezus als voor Petrus.
Volgen
Jezus toont vanaf het belijden van Petrus in alles dat Hij moet lijden en ter dood gebracht zal worden en op de derde dag zal opstaan. Als Petrus dat hoort dan wordt hij woedend. Jezus spreekt hier de bekende woorden: ‘ga weg , achter Mij, satan’. Mattheus 16: 23. Jezus vervolgt door aan Zijn leerlingen duidelijk te maken dat al wie Hem wil volgen, zijn kruis op zich moet nemen’.