De symbolische betekenis van dieren in de Bijbel
Dieren nemen in de Bijbel een bijzondere plaats in. Ze zijn geschapen op de zesde dag. Op deze dag heeft God ook de mensen gemaakt. Dieren zijn geschapen naar hun aard. Elk dier is anders. Sommige dieren worden door de mens gebruikt als lastdier of voor de productie van wol, melk en vlees. Andere dieren zijn gevaarlijk, zoals de leeuw, de slang en de beer. Er zijn ook dieren die vanwege hun karakter in de Bijbel genoemd worden. Zo is de mier een toonbeeld van ijver. Elk dier is anders en elk dier heeft zijn eigen symbolische betekenis in de Bijbel.
Dieren in de Bijbel
De Bijbel beschrijft hoe God de dieren heeft geschapen. In Genesis 1: 24-25 staat dat God de dieren schiep: 'God maakte alle soorten in het wild levende dieren, al het vee en alles wat op de aardbodem rondkruipt'. De Bijbel vertelt ons dat de levensadem in hen woont (Genesis. 7:15). Toen God dieren schiep, verklaarde Hij dat hun schepping 'goed' was (Genesis 1:25). De eerste mens, Adam, geeft elk dier zijn eigen naam (Genesis 2:20). Omdat de dieren belangrijk zijn, worden ze met Noach in de ark gered van de watervloed (Genesis 6:19).
De symbolische betekenis van dieren
Dieren hebben in de Bijbel natuurlijk een letterlijke betekenis. Als Jezus op een ezel Jeruzalem binnen rijdt, dan is die ezel in de eerste plaat een concreet lastdier waar iemand op kan zitten (Matteüs 21:1-11). Dat Jezus op een ezel zit heeft ook een symbolische betekenis. Een ezel is een eenvoudig lastdier. Een koning hoort op een paard de intocht in de hoofdstad te doen. Door op een ezel te rijden toont Jezus dat Hij een andere, een dienende, koning is. In het verhaal komen de letterlijke en de figuurlijke betekenis samen. Dat is een symbool. Ons woord 'symbool' is afgeleid van het Griekse werkwoord
'syn-ballein' wat 'samenvallen' betekent. In de symbolische betekenis vallen de concrete en de figuurlijke betekenis samen. Veel dieren in de Bijbel hebben een symbolische betekenis.
Bron: Couleur, Pixabay Arend of adelaar
Een adelaar is een andere naam voor de arend. Het gaat om dezelfde vogel. De arend is een indrukwekkende roofvogel. De snelheid van de adelaar wordt in de Bijbel spreekwoordelijk gebruikt: 'Sneller dan een arend waren ze' (2 Samuël 1:23). De spreukenschrijver vergelijkt de snelheid van een arend met de vluchtigheid van geld en rijkdom: 'Zodra je op rijkdom afvliegt, is die al verdwenen. Hij krijgt vleugels, plotseling, en vliegt als een arend weg' (Spreuken 23:5). De vleugels van de arend staan symbool voor Gods liefde en trouw voor het volk Israël: 'Zoals een arend over zijn jongen waakt en voortdurend erboven blijft zweven, zijn vleugels uitspreidt en zijn jongen daarop draagt, zo heeft de HEER zijn volk geleid' (Deuteronomium 32:11).
Beer
'Zo sterk als een beer', meldt de bekende uitdrukking. Naast kracht symboliseert de beer ook woede en wreedheid. Dit is te zien in meerdere Bijbelgedeelten, zoals in 2 Koningen 2:24, waar een groep van 42 jongelingen de profeet Elisa uitscheldt. God komt op voor de integriteit van Elisa door twee vrouwelijke beren te sturen die de groep jongelingen te grazen neemt. Een ander verhaal waarin de beer staat voor woede en wreedheid is te vinden in Daniël 7: 5, waarin het kwaadaardige koninkrijk Perzië met een beer vergeleken wordt. In de klaagliederen van Jeremia wordt de woede van God vergeleken met die van een beer. De profeet schrijft: 'Al schreeuw ik en roep ik om hulp, Hij wil mijn gebed niet horen. Hij verspert mij de weg met rotsblokken, mijn paden maakt hij krom. Als een beer loert hij op mij, als een leeuw in het verborgene. Hij dringt me opzij, hij verscheurt me en verwoest mijn leven' (Klaagliederen 3: 8-11).
Bron: 6689062, Pixabay Duif
De duif is een bijzondere vogel. Hij is vreedzaam en is te temmen. De duif is volgens de joodse wet een reine vogel en kan als enige vogel gebruikt worden als offerdier. Duiven symboliseren ook zuiverheid, herstel en vrede. Dit is te zien in het verhaal van Noach, toen de duif een olijftak mee terugbracht en Gods hernieuwde vrede ten opzichte van de mensheid toonde (Genesis 8). De duif met de olijftak wordt vaak gezien op grafstenen om zo de eeuwige vrede te symboliseren. Ook is de duif een symbool van de Heilige Geest. De duif verscheen bij de doop van Jezus, waar hij uit de hemel neerdaalde en op Hem rustte (Johannes 1:32).
Ezel
De ezel symboliseert de vervulling van profetie. Dit is te zien in verschillende gebeurtenissen in de Bijbel. Het meest gedenkwaardige voorbeeld is dat Jezus op een ezel Jeruzalem binnenreed (Lucas 19: 28-40). Hierin wordt de profetie van Zacharia vervuld: 'Juich, Sion, Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde! Je koning is in aantocht, bekleed met gerechtigheid en zege. Nederig komt hij aanrijden op een ezel, op een hengstveulen, het jong van een ezelin (Zacharia 9: 9). Een ander voorbeeld is de ezel die met Bileam sprak (Numeri 22: 22-35).
Bron: Falco, Pixabay De ezel en de os in de kerststal
De ezel en de os zijn vaak samen te vinden in de kerststal. Het is historisch uiterst onwaarschijnlijk dat deze twee dieren ook daadwerkelijk op de plek waren waar Jezus in de voederbak gelegd wordt. De evangelist Lucas, die verslag doet van de geboorte van Jezus, vermeldt niets over hun aanwezigheid. De ezel en de os in de kerststal verwijzen naar de verwerping van de Messias door het Joodse volk. In Jesaja 1:3 staat namelijk: 'Een rund herkent zijn meester, een ezel kent zijn voederbak, maar Israël mist elk inzicht, mijn volk leeft in onwetendheid'. Door de os en de ezel klinkt het verwijt naar Israël dat zij de Messias hebben verworpen hebben. Uit de kerkgeschiedenis blijkt dat deze gedachte een bron van antisemitisme kan zijn.
Hert
Het hert is mooi, rank en snel. Het is een van de meest gracieuze en snelste wilde dieren in de Bijbel. Ze zijn dus een goed symbool van schoonheid en snelheid. Die schoonheid wordt bijvoorbeeld in het
Hooglied bezongen: 'Als een gazelle is mijn lief, als het jong van een hert' (Hooglied 2:9). De snelheid van het hert komt in Psalm 18 naar voren. Daar zegt de dichter: 'De God die mij met kracht omgordt, leidt mij op een volmaakte weg, Hij geeft mij voeten snel als hinden' (Psalm 18:33-34). Een dorstige hert verbeeldt het verlangen naar God: 'Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar u, o God' (Psalm 42:2).
Hond
Over honden wordt in de Bijbel negatief gesproken. Honden zijn onreine dieren. Ze eten onreine dingen (onder andere aas) en kunnen agressief naar mensen blaffen en bijten. De hond als huisdier, zoals wij een hond hebben en verzorgen, bestond niet in het oude Israël. Honden werden als verachtelijk beschouwd. De vijanden werden honden genoemd: 'Honden staan om mij heen, een woeste bende sluit mij in' (Psalm 22:17). Dat sommige afgodendienaars zouden worden gedood en ter vernedering worden verscheurd door honden (1 Koningen 14:11; 16: 4; 21:23, 24; 2 Koningen 9:10, 36; Jeremia 15: 3). Dit betekende dat na een onrein leven hen een onreine dood te wachten staat.
De hond in het Nieuwe Testament
Ook het Nieuwe Testament heeft geen goed woord over voor de hond. Dit zien we bijvoorbeeld uit het antwoord dat Jezus de Griekse vrouw, de Syrofenicische, gaf wier dochter ernstig gekweld werd door een demon: ‘Het is niet goed om de kinderen hun brood af te nemen en het aan de honden te voeren’ (Matteüs 15: 26, 27; Marcus 7: 27, 28). De honden zijn degene die niet tot het uitverkoren volk van God behoren. Met de honden worden de slechte mensen bedoeld, zoals geschreven staat in de brief aan de
Filippenzen: 'Pas op voor die honden met hun kwalijke praktijken' (Filippenzen 3:2). De apostel Johannes schrijft in Openbaring: 'Buiten is de plaats voor de honden die zich bezighouden met toverij en ontucht, met moord en afgodendienst, voor iedereen die de leugen koestert en ernaar handelt' (Openbaring 22:15).
Bron: Bergadder, Pixabay Kameel
De kameel wordt van oudsher het schip van de woestijn genoemd. Kamelen zijn uitgesproken woestijndieren. Per dag kan een kameel, die in een goede conditie is, ongeveer 175 km afleggen. Kamelen zijn ook kostbare dieren. In de Bijbel worden de aantallen kamelen die iemand bezit genoemd om zijn rijkdom uit te drukken. Job heeft bijvoorbeeld 3000 kamelen (Job 1:3). Ook Jezus noemt kamelen in het kader van rijkdom, maar dan in een ander perspectief: 'Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan’ (Marcus 10:25).
Kikker
De kikker is in de Bijbel een onrein dier. In de tweede plaag worden de Egyptenaren overspoelt door kikker (Exodus 7:27- 8:11). Kikker dringen overal door. Zij verontreinigen water, land, huizen en mensen. Zij vormen een bedreiging voor de mens. In de Bijbel komen ze alleen negatief voor. Met name in het Bijbelboek Openbaring waarin de kikker de demonische macht symboliseert. Johannes ziet in een visioen: 'Toen zag ik dat uit de bek van de draak, uit de bek van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten tevoorschijn kwamen in de vorm van kikkers. Dat zijn demonische geesten … ' (Openbaring 16:13).
Leeuw
De leeuw staat bekend om zijn macht en majesteit. De leeuw is een dapper en moedig dier: 'Zo dapper is als een leeuw' (2 Samuël 17:10). De leeuw is de koning van de dieren, zoals in de Disneyfilm 'De Leeuwenkoning' mooi wordt uitgebeeld. Ook in de Bijbel wordt de leeuw de koning genoemd: 'de leeuw – hij is de koning der dieren en deinst voor niets terug' (Spreuken 30:30). Als aartsvader Jakob zijn zonen zegent dan noemt hij Juda een leeuw. De stam van Juda zal heersen vol majesteit en glorie.
Juda, jou zullen je broers bejubelen, voor jou buigt de vijand de nek, voor jou zullen mijn zonen zich buigen. Sterk als een jonge leeuw ben jij, je verovert je prooi, mijn zoon, en keert naar je leger terug. Juda gaat liggen als een leeuw, vol majesteit vlijt hij zich neer – wie zou hem durven wekken? In Juda’s handen zal de scepter blijven, tussen zijn voeten de heersersstaf, totdat hij komt die er recht op heeft, die alle volken zullen dienen. (Genesis 48:8-10)
Jezus als de leeuw van Juda
De leeuw verwijst in de Bijbel naar Jezus. Jezus is ook een koning. Hij heerst met majesteit en kracht. In de Openbaring van Johannes wordt gezegd dat Jezus als de leeuw uit de stam van Juda de overwinning heeft behaald: 'Wees niet verdrietig. Want de leeuw uit de stam Juda, de telg van David, heeft de overwinning behaald.' (Openbaring 5:5)
De leeuw als vijand
De leeuw is een roofdier. Het is gevaarlijk om in het wild een leeuw te ontmoeten. Hij kan je verscheuren. Het leven van Daniël was dan ook in gevaar toen hij in
de leeuwenkuil geworpen werd (Daniël 6). De leeuw wordt in de Bijbel soms gebruikt als beeld voor de vijand. In Psalm 17:12 staat: 'Mijn vijand is een leeuw, belust op prooi, een roofdier dat zich schuilhoudt'. In Psalm 22:22: 'Red mij uit de muil van de leeuw'. In de Bijbel wordt ook de belofte gegeven dat God bescherming biedt en dat de gevaarlijke leeuw verslagen wordt: 'Leeuw en adder zul je vertrappen, roofdier en slang vermorzelen' (Psalm 91:13).
Satan als een leeuw
Hoewel de leeuw in de Bijbel in het algemeen de overwinning van Jezus verbeeldt, kan de leeuw ook geassocieerd worden met de grote tegenstander. De leeuw kan ook de satan of de duivel symboliseren. De apostel Petrus waarschuwt de christenen tegen de duivel met de woorden: 'Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi' (1 Petrus 5: 8).
Mieren
De mier symboliseert het samenwerken in groepen. Mieren worden in de Bijbel gezien als wijze en hardwerkende dieren. Een van de spreuken luidt: 'Ga naar de mieren, luiaard, kijk hoe ze werken en word wijs' (Spreuken 6:6). De hoge werkethos van de mier wordt geroemd: 'De mieren – sterk zijn ze niet, maar al in de zomer leggen ze een voorraad aan' (Spreuken 30:25). De mier kan door haar vermogen tot samenwerken en focus op gemeenschap een voorbeeld zijn voor kerken.
Paard
Een paard is een edel dier. Het is gracieus en sterk. God de Schepper vraagt aan de opstandige Job: 'Geef jij het paard zijn kracht? Bekleed jij zijn nek met welige manen?' (Job 39:19). In de tijd van de Bijbel waren paarden voor de groten der aarde. Zoals voor de Assyriërs, die door de profeet Ezechiël omschreven worden als: 'strijders die zich kleedden in purper, ruiters te paard, gouverneurs en stadhouders, allemaal aantrekkelijke jongemannen' (Ezechiël 23: 5-6). In Openbaring 6 zijn het paard en de ruiter beeld voor de verschillende fasen in de eindtijd. Uiteindelijk verschijnt er een wit paard met een ruiter, die ‘Trouw en betrouwbaar’ heet, die een rechtvaardig vonnis velt en een rechtvaardige strijd voert (Openbaring 19:11). Deze ruiter verwijst naar Jezus.
Bron: Skeeze, Pixabay Raaf
De raaf is een symbool van onrust. De symboliek is verbonden met het verhaal van Noach en de ark. De raaf was de eerste vogel die door Noach werd vrijgelaten. D raaf verliet de ark verliet en keerde niet meer terug. De raaf bleef heen en weer vliegen totdat de aarde droog was (Genesis 8:7). Na de raaf laat Noach een duif los, maar die keert nog twee keer terug. Een raaf is een vogel die zich meer thuis voelt in onherbergzaam gebied dan de duif. De raaf is ook een teken van Gods voorzienigheid. Toen Elia zich schuilhield in de woestijn, stuurde God raven met vlees om hem te voeden (1 Koningen 17: 6). Het is bijzonder hoe deze onreine en vraatzuchtige vogel wordt ingezet om een dienaar van God van voedsel te voorzien.
Rund
Runderen zijn grote en sterke dieren. Een Bijbelse passage verwijst naar de 'kracht van de os' (Spreuken 14: 4). Het offeren van een van deze grote dieren aan de Heer was een offer van grote economische waarde, omdat de huid, het vlees en het vermogen om nageslacht voort te brengen, werden opgegeven op het moment dat het dier werd geofferd. Runderen waren in het oude Israël ook werkdieren. Daar moest goed voor gezorgd worden. 'De Schrift zegt immers: ‘U mag een dorsend rund niet muilkorven’' (1 Timotheüs 5:18; 1 Korintiërs 9:9).
Schaap
Een schaap is bij uitstek een kuddedier. Schapen zijn kwetsbaar, zwak, langzaam. Ze zijn amper in staat zichzelf te verdedigen tegen roofdieren. Een schaap dat van de kudde afdwaalt is al snel ten dode opgeschreven. In de tijd van de Bijbel waren er veel kudden schapen. De herders moesten de schapen leiden naar voedzame weide en ze beschermen tegen dieven en wilde dieren. Dit beeld wordt in de Bijbel vaak gebruikt. De schapen verwijzen dan naar het volk van Israël of naar de volgelingen van Jezus, de christenen. In het Bijbelboek Ezechiël (34: 5) staat over het volk Israël: 'Zonder herder raakten ze verstrooid, en werden ze door wilde dieren verslonden. Mijn schapen zijn verstrooid'. Jezus vertelt bijvoorbeeld de gelijkenis van
het verloren schaap (Lucas 15:4).
Lam
Een jong schaap, een lam, is compleet weerloos. Een lam staat symbool voor kwetsbaarheid. Het lam wordt het meest gebruikt om Jezus Christus te vertegenwoordigen (Johannes 1:29). Jezus wordt
'het lam van God' genoemd. Hij is als lam geofferd, gestorven
aan het kruis. Woorden van de profeet Jesaja klinken hierin door: 'Als een lam werd Hij ter slachting geleid; als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open' (Jesaja 53: 7b, Herziene Statenvertaling).
Bron: Mike 68, Pixabay Slang
De slang verwijst in eerste instantie naar
de duivel. Het was de slang die Eva in de hof van Eden tot zonde verleidde (Genesis 3). De slang werd door de Heer vervloekt: 'Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan, het vee zal je voortaan mijden, wilde dieren wenden zich af; op je buik zul je kruipen en stof zul je eten, je hele leven lang' (Genesis 3:14). In het laatste Bijbelboek Openbaring wordt weer uitdrukkelijk over de slang als de grote tegenstander gesproken: 'De grote draak werd op de aarde gegooid. Hij is de slang van weleer, die duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt' (Openbaring 12:9).
De slang op een paal
Als een slang op een paal wordt afgebeeld, symboliseert dit genezing en Gods genade. De Israëlieten waren na hun bevrijding uit de slavernij van Egypte aan het klagen in de woestijn. Hierop liet God het volk door giftige slangen treffen. Velen van hen werden gedood (Numeri 21: 4-9). Toen ze berouw hadden, gebood God Mozes om een koperen slang te maken; allen die ernaar keken, werden genezen. Eeuwenlang bleven de Israëlieten deze koperen slang vereren door wierrook voor hem te branden. Koning Hizkia maakte hier een einde aan door de koperen slang aan stukken te slaan (2 Koningen 18:4). Nog eens eeuwen later gebruikt Jezus dit beeld in het gesprek met de schriftgeleerde Nicodemus om aan te geven dat hij door verhoogd te worden aan het kruis genade kan bewerkstelligen. Jezus zegt: 'De
Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft, opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven heeft' (Johannes 3: 14-15).
De slimme slang
De slang is een slim dier. Als je dat negatief duidt dan noem je hen sluw. In Genesis 3 vers 1 staat over de slang: 'Van alle in het wild levende dieren die God, de HEER, gemaakt had, was de slang het sluwst'. Jezus gebruikt de slang als een positief voorbeeld voor scherpzinnigheid als hij zijn leerlingen waarschuwt: 'Bedenk wel, ik zend jullie als schapen onder de wolven. Wees dus scherpzinnig als een slang, maar behoud de onschuld van een duif' (Matteüs 10:16).
Sprinkhaan
In ons land kan je in het gras een of meerdere sprinkhanen aantreffen. In warme landen kunnen ze in grote zwermen voorkomen. Deze zwermen sprinkhanen zijn een ware plaag. In korte tijd eten ze bomen en struiken kaal. Van het gewas op het veld blijft niets over als er een zwerm sprinkhanen over heen is gegaan. Een zwerm sprinkhanen is een echte plaag. Dat hebben de Egyptenaren bij de achtste plaag ervaren (Exodus 10:12, 19). Israël gelooft dat God macht heeft de sprinkhanen te laten komen, bijvoorbeeld als straf. De Heer zegt in Joël 2 vers 25: 'Ik zal jullie schadeloosstellen voor de oogst van jaren die door al die zwermen sprinkhanen is opgevreten, door mijn grote leger, dat ik op jullie had afgestuurd'. God kan de sprinkhanen als oordeel sturen, maar Hij kan ze ook weer laten verdwijnen. De sprinkhaan is daarom bij rampen een belangrijk symbool voor boete en gebed (1 Koningen 8:37).
Dit heeft God, de HEER, mij laten zien: Ik zag hoe hij een zwerm sprinkhanen schiep net toen het nagras opkwam. (Dat is het gras dat opkomt nadat er voor de koning al gemaaid is.) En toen de sprinkhanen ook het laatste groen van het land wegvraten, zei ik: ‘HEER, mijn God, vergeef het volk van Jakob toch, hoe zou het dit kunnen overleven? Het is zo klein!’ Toen kreeg de HEER medelijden: ‘Het zal niet gebeuren,’ zei de HEER. (Amos 7: 1-3)
Uil
In de volksmond spreek men van 'zo wijs als een uil'. In de Bijbel staat de uil niet voor wijsheid, maar symboliseert het rouw en verlatenheid, omdat de uil vooral in duisternis leeft. 'Ik ben door mijn klagen tot op het bot vermagerd. Ik ben als een uil in de woestijn, een steenuil in een verlaten bouwval' (Psalm 102: 6,7). De uil is een onreine vogel. Hij leeft graag rond graven en rottende bouwwerken.
Varken
Varkens staan vaak symbool voor gulzigheid. Als varkens in de Bijbel worden genoemd, dan worden ze in een negatief daglicht geplaats. In de gelijkenis van de verloren zoon (Lucas 15: 13-32) bereikt de verloren zoon een dieptepunt als hij als varkenshoeder zich wil voeden met het voer dat voor de varkens is bestemd. Aangezien varkens volgens de wetten van Mozes onreine beesten zijn is dat heel vernederend. In en ander verhaal smeken demonen Jezus om in een kudde varkens gestuurd te worden (Matteüs 8: 28-34). Jezus waarschuwt zijn leerlingen om geen parels voor varkens te werpen (Matteüs 7: 6).
Vis
Op de vijfde scheppingsdag schept God de vissen (Genesis 1:20). In de Bijbel wordt geen nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten vissen. Vissen, grote vis en zeedieren zijn de onderscheidingen die gemaakt worden in de Bijbel. In de christelijke traditie is de vis een centraal symbool van het werk van Jezus. Een aantal van zijn discipelen was visser voordat ze geroepen werden om Jezus te volgen en 'vissers van mensen' te worden (Matteüs 4:18-19, Marcus 1:16-17; Lucas 5:10-11). Belangrijk zijn ook de verhalen van de wonderbare visvangst (Lucas 5:1-11; Johannes 21: 1-14). Als symbool voor Gods goede zorg staan de wonderbare spijziging, waarin Jezus van vijf broden en twee vissen een grote menigte voedt (Matteüs 14:19).
De grote vis en Jona
De bekendste vis in de Bijbel is de grote vis die Jona opslokt en hem na drie dagen op het strand uitspuugt (Jona 2:1). Deze vis staat voor het goddelijk ingrijpen en voor de ruimte om tot bezinning te komen. Deze grote vis doet ook denken aan zeemonsters. Het vertegenwoordigt daarmee de onderwereld. Dat God deze grote vis stuurt symboliseert Zijn macht over de chaos- en doodsmachten.
Vliegen
Omdat vliegen ziektes en dood verspreiden, staan deze insecten symbool voor zonde en dood. De vlieg symboliseert Satan, naar wie wordt verwezen als Beëlzebul. In het Oude Testament wordt de Filistijnse afgod Baal-Zebub genoemd (2 Koningen 1:6). In het Hebreeuws betekent dat 'heer van de vliegen. In het Nieuwe Testament verwijten de schriftgeleerden dat Jezus bezeten is door Beëlzebul. Ze zeiden: ‘Hij is bezeten door Beëlzebul,’ en: ‘Dankzij de vorst der demonen kan hij demonen uitdrijven’ (Marcus 3:22).
Bron: Pixel Mixer, Pixabay Wolf
De wolf is een gevaarlijk en wreed roofdier waarvoor je op je hoede moet zijn. Als aartsvader Jakob zijn jongste zoon Benjamin zegent zegt hij over hem: 'Benjamin, een verscheurende wolf; ’s morgens verslindt hij zijn prooi, ’s avonds verdeelt hij de buit' (Genesis 49:27). De wolf staat ook symbool voor de vijand van de gelovigen. In Johannes 10:12 worden de gelovigen, de schapen, gewaarschuwd: 'De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen'. In het visioen van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zal de dreiging voorbij zijn. Beeldend spreekt de profeet Jesaja hierover door te zeggen dat een wolf zich zal neerleggen naast een lam (Jesaja 11:6) en dat de wolf en het lam samen zullen weiden (Jesaja 65:25).
Worm
De worm is een onaanzienlijk dier. In de Bijbel staat dit dier symbool voor nietigheid en afschuw. In Psalmen 22 vers 7 zegt de dichter van zichzelf: 'Maar ik ben een worm en geen mens, door iedereen versmaad, bij het volk veracht'.
Job heeft door alle tegenslag die hij te verduren heeft geen positief mensbeeld meer: 'Wat vermag dan de mens, een worm slechts' (Job 25:6a).
Waar de worm niet sterft
In 1999 presenteerde regisseur Peter Gielissen zijn documentaire 'Waar de worm niet sterft'. Deze NPS-documentaire schets een beeld van het orthodox gereformeerde geloofsleven. De documentaire is opgenomen in het Betuwse dorp Opheusden. De titel van de documentaire verwijst naar de angst voor het oordeel van God dat veel leeft binnen de gereformeerde gezindten. De titel is een citaat uit de Bijbel. In Marcus 9 vers 43 tot 48 waarschuwt Jezus zijn volgelingen om verleidingen te weerstaan, anders zullen ze in het Gehenna, een beeld voor de hel, geworpen worden. Volgens Jezus is dat de plaats waar de worm niet sterft maar blijft knagen en waar het vuur niet wordt gedoofd (Marcus 9:47). Jezus citeert hier de profeet Jesaja die zegt: 'Bij het verlaten van de stad zien ze de lijken van hen die tegen mij in opstand kwamen: de worm die aan hen knaagt zal niet sterven, en het vuur waarin ze branden zal niet doven; ze worden verafschuwd door alles wat leeft' (Jesaja 66:24).
Lees verder