De symbolische betekenis van bomen in de Bijbel

De betekenis van bomen in de Bijbel
Het land van de Bijbel, Israël, heeft een ander klimaat dan Nederland. Het is er droger en warmer. Er groeien andere bomen dan we hier in onze bossen vinden. Israël wordt omgrensd door woestijnen. Water is heel belangrijk voor bomen om te kunnen groeien. De wortels van de boom moeten het schaarse water kunnen bereiken om te blijven leven. Dit beeld wordt in de Bijbel vaak gebruikt. Bomen geven vruchten en bieden in het warme klimaat een welkome schaduw.De boom des levens en de boom van de kennis van goed en kwaad
In het begin schiep God de hemel en de aarde (Genesis 1:1). Hij schiep de mens en plaatste hem in een tuin. Deze tuin wordt Hof van Eden genoemd. Het was een paradijselijke tuin. In het midden van die tuin plaatste God twee bijzondere bomen: de boom des levens en de boom van de kennis van goed en kwaad. Van de levensboom (de boom des levens) mochten de eerste mensen, Adam en Eva, de vruchten plukken en ervan eten, maar God verbood hun uitdrukkelijk om van de vruchten van de boom van kennis van goed en kwaad eten.En de HEERE God liet allerlei bomen uit de aardbodem opkomen, begerenswaardig om te zien en goed om van te eten; ook de boom des levens, in het midden van de hof, en de boom van de kennis van goed en kwaad. (Genesis 2:9) En de HEERE God gebood de mens: Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven. (Genesis 2: 16-17)
Adam en Eva eten de vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad
Op een zeker moment komt de Satan in de gedaante van een slang naar Eva. Hij verleidt haar om van de vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad te nemen door haar wijs te maken dat de vrucht van die boom je als een god maakt. Eva zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog. Toen nam zij van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan (Genesis 3:6).Het verbod op de vrucht van de boom des levens
Toen God merkte dat de mens van de boom van kennis van goed en kwaad gegeten hadden, strafte hij hen. Zij werden uit de Hof van Eden, het paradijs, verdreven. De mens werd een sterfelijk wezen en mocht niet meer nemen van de boom des levens, anders zou de mens eeuwig blijven leven.Toen zei de HEERE God: Zie, de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent. Nu dan, laat hij zijn hand niet uitsteken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij eeuwig zou leven! (Genesis 3:22)
De boom des levens op de nieuwe aarde
Eens zal God alles vernieuwen. Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Daar zal ook de boom des levens staan. In het visioen dat Johannes op Patmos ontvangt wordt een beeld van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde geschetst. Dat de boom des levens daarin voorkomt is een symbool voor het eeuwige leven dat God wil geven. Deze boom geeft twaalf vruchten. Twaalf is een symbool van de volheid. De bladeren van deze boom geven genezing. Deze boom staat voor heil en heling.En hij liet mij een zuivere rivier zien, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam. In het midden van haar straat en aan de ene en de andere zijde van de rivier bevond zich de Boom des levens, die twaalf vruchten voortbrengt – van maand tot maand geeft Hij Zijn vrucht. En de bladeren van de boom zijn tot genezing van de heidenvolken. (Openbaring 22: 1-2)
De boom als symbool voor het geestelijk leven
In de Bijbel wordt de boom gebruikt als symbool voor het geestelijk leven van de mens. De boom heeft water nodig om te kunnen leven. Via de wortels reikt de boom naar een bron van water. Voor het geestelijk leven is ook een bron nodig. Bijbellezen, gebed en kerkgang zijn bijvoorbeeld zulke bronnen. Hoe dieper de 'wortels' van een mens de Bijbel in gaan, hoe beter die mens de beproevingen en tegenslagen van leven kan weerstaan.Gezegend is de man die op de HEERE vertrouwt, wiens vertrouwen de HEERE is. Hij zal zijn als een boom, die bij water geplant is, en die zijn wortels laat uitlopen bij een waterloop. Hij merkt het niet als er hitte komt, zijn blad blijft groen. Een jaar van droogte deert hem niet, en hij houdt niet op vrucht te dragen. (Jeremia 17: 7-8)