Het Credo: de Apostolische Geloofsbelijdenis
Na tweeduizend jaar geschiedenis is het christelijk geloof in talloze kerken en kerkjes uiteen gevallen. Er zijn katholieken, protestanten, anglicanen, orthodoxen ... Ze verschillen allemaal over vele punten van mening, maar ze kunnen elkaar allemaal vinden in het Credo van de Apostelen. Deze geloofsbelijdenis werd ergens in de tweede eeuw samengesteld en bevat de twaalf artikelen van het geloof - de kern van het christendom. In de vierde eeuw werd dit Credo wat uitgebreid tot het Credo van Nicea-Constantinopel. Het Credo bevat het 'minimum' over God de Vader, Jezus, de Heilige Geest, de Kerk en het leven na de dood.
Inhoudsopgave
- De Apostolische Geloofsbelijdenis of het Credo
- De Triniteit of Drie-eenheid: één God, drie Personen
- Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde
- En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer
- Die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria
- Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven
- Die neergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden
- Die opgevaren is tegen hemel, zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader
- Vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden
- Ik geloof in de Heilige Geest
- Ik geloof in de heilige katholieke Kerk, de gemeenschap van de heiligen
- De vergiffenis van de zonden
- Ik geloof in de verrijzenis van het lichaam
- En het eeuwig leven
- Amen
De Apostolische Geloofsbelijdenis of het Credo
Godsdiensten overlappen het hele menselijke leven: hoofd, hart en handen. De geloofsinhoud wordt de doctrinele of dogmatische dimensie genoemd. Na tweeduizend jaar christendom is die doctrinele dimensie immens groot. Er zijn duizenden boeken over geschreven, theologen uit alle tijden hebben er zich over gebogen ... In de Apostolische Geloofsbelijdenis wordt de geloofsinhoud in twaalf zinnen beknopt weergegeven. Opvallend is dat zowat alle christelijke godsdiensten dit Credo nog erkennen, gaande van de rooms-katholieke en orthodoxe kerken tot de lutheranen en calvinisten. De concrete betekenis die men eraan toekent verschilt wel.
De Apostolische Geloofsbelijdenis wordt ook wel het Credo genoemd. Deze term komt van het allereerste woord van de tekst: in het Latijn staat er 'Credo' of 'Ik geloof'. De tekst is, in tegenstelling tot de naam, niet door de apostelen geschreven. De tekst is wel erg oud en dateert grotendeels uit de tweede eeuw na Christus. In de eucharistieviering wordt deze tekst door de gemeente opgezegd, al kiest men vaak ook voor de Geloofsbelijdenis van Nicea. Die dateert uit de vierde eeuw en is heel wat langer. De Apostolische Geloofsbelijdenis bestaat uit twaalf zinnen. Vaak krijgt ze dan ook de naam 'De twaalf artikelen van het geloof'.
De Triniteit of Drie-eenheid: één God, drie Personen
Het hele Credo is opgebouwd rond de christelijke overtuiging van de Triniteit of Drie-eenheid. De Vader, Zoon en Heilige Geest worden vermeld. De Catechismus van de katholieke Kerk haalt zware woorden boven om het belang van de Triniteit voor de christelijke geloofsovertuiging weer te geven:
Het mysterie van de allerheiligste Drieëenheid is het centrale mysterie van het christelijk geloof en het christelijk leven. Het is het mysterie van God in zichzelf. (...) Het is de meest fundamentele en essentiële leer in de hiërarchie van de geloofswaarheden.
De Drie-eenheid is een dogma. Dat wil zeggen dat het een leerstelling is die volgens de Kerk door God zelf geopenbaard is. Hierover kan en mag de mens dus nooit twijfelen. Dit dogma is ook een mysterie: de mens kan proberen het te begrijpen en kan hier ook ver in komen, maar het helemaal doorgronden is niet mogelijk. Over de leerstelling van de Drie-eenheid is al ongelofelijk veel inkt (en bloed) gevloeid. In het kort komt het hierop neer. De Drie-eenheid is één, dit betekent dat er dus maar één God is. Deze ene God is de Goddelijke natuur. Maar in deze natuur bevinden zich drie personen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Deze drie personen zijn niet hetzelfde, ze verschillen. Toch zijn ze volledig God. Meestal wordt door theologen aan elke Persoon een andere ‘taak’ gegeven: “Eén God en Vader, uit wie alles is, en één Heer Jezus Christus door wie alles is, en één Heilige Geest in wie alles is.” (Catechismus) Sommigen drukken het als volgt uit: de Vader zou dan de 'plannenmaker' zijn. De Zoon is de 'uitvoerder' van de plannen. En de Heilige Geest is de 'kracht' waarmee deze plannen uitgevoerd worden.
Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde
De eerste persoon van de Drie-eenheid is God de
Vader. We moeten het woord vader niet geslachtelijk interpreteren, God “is man noch vrouw maar zuiver geest”, zoals de Catechismus zegt. God bezit alle goede eigenschappen van een vader: goedheid, vertrouwen, bezorgdheid enz. Kort samengevat: God is liefde. Reeds in het Oude Testament wordt Gods naam geopenbaard aan Mozes: JHWH (‘Ik ben er, ik zal zijn’). Hiermee wordt Gods betrokkenheid op de mens uitgedrukt.
Tegenwoordig hebben veel mensen moeite met
God als Schepper, aangezien het Scheppingsverhaal in Genesis ogenschijnlijk in tegenspraak is met de wetenschap. In 1998 nog zei paus Johannes Paulus II dat dit verhaal geen uitspraak doet over hoe het heelal ontstaan is, maar dat het gaat over de zin van de Schepping. In concreto: God heeft alles geschapen, van het kleinste grassprietje tot de grootste walvis. De evolutietheorie wordt door de katholieke Kerk niet per se afgewezen. De Bijbelverhalen worden eerder symbolisch geduid.
God is almachtig: “Voor God is niets onmogelijk.” (Lc 1, 49) Toch lijkt het voor ons alsof God net onmachtig is, hij sluit zijn ogen voor het lijden van de mensen. Dit is het oeroude probleem van de theodicee: de rechtvaardiging van God. Ofwel is God almachtig, maar is Hij niet goed - waarbij er dan gewezen wordt op het vele lijden in de wereld. Ofwel is Hij wel goed, maar niet almachtig. Waarom zou anders het lijden in de wereld niet wegnemen? Als antwoord wordt vaak gewezen op het passieverhaal van Jezus, Zijn lijden en dood. God zelf heeft het lijden op zich genomen en het zou betekenis gegeven.
En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer
Jezus is de Redder van de mens, Hij maakt de kloof tussen mens en God terug dicht. Jezus behoort tot God, Hij staat zo dicht bij God dat men hem Zoon noemt. In het Oude Testament stond het woord ‘Zoon’ niet per se voor een goddelijke afstamming, maar voor een ‘dicht staan bij’. Later is men Jezus als de waarlijke Zoon van God gaan beschouwen (zie bv. Mt 16,17). Jezus is ten volle mens én ten volle God. Hij is niet God in mensengedaante of een buitengewoon goede mens.
De namen Jezus, Christus en Heer zijn tegenwoordig zo ingeburgerd dat de oorspronkelijke betekenis ervan wat verdwenen is. De
naam Jezus komt van het Hebreeuwse woord Jeshua, een toen veel verkomende naam. De betekenis ervan is 'God redt'. Het woord
Christus is niet de achternaam van Jezus, al denken veel mensen dat wel. In de oudheid waren achternamen eigenlijk nog niet ingeburgerd. Christus is een achteraf aan Jezus gegeven titel. Hij komt van het Griekse woord christos: de Gezalfde. De titel
Heer komt van het Griekse woord Kyrios en het Hebreeuwse woord Adonai. Deze duiden op God. Met het woord ‘Heer’ duiden wij Jezus dus aan als God. Joden hebben zoveel respect voor God dat ze de naam JHWH nooit uitspreken en vervangen door Adonai.
Die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria
Maria geniet bijzondere verering in de orthodoxe en katholieke Kerk. Zij wordt vooral vereerd als de Moeder Gods, en als de Heilige Maagd. Zij was maagd toen zij Jezus ter wereld bracht. Deze maagdelijkheid verwijst naar Jesaja 7,14: “Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuël* noemen.” In dit vers wordt ‘de jonge vrouw’ vergeleken met Maria, hoewel jonge vrouw niet per definitie over een maagd moet gaan.
Kort en krachtig: de maagdelijke geboorte gaat over de kracht van God. Er is geen man nodig om Jezus te verwekken, God alleen (in de gedaante van de Geest) is nodig! Ook de onbevlekte ontvangenis sluit hierbij aan: dit betekent dat Maria zonder zonde ter wereld kwam.
Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven
Pontius Pilatus was de Romeinse gouverneur (prefect) van Judea; zijn verblijf hield hij in Caesara. De vermelding van deze man in het Credo heeft als bedoeling het geheel in een historisch perspectief te plaatsen. Ook wordt duidelijk dat de joden én de heidenen (Romeinen) schuldig zijn aan de dood van Jezus – alle mensen dus. Dit gaat dan meteen in tegen de opvatting van sommigen dat de joden Jezus hebben vermoord.
Jezus is gekruisigd omwille van onze zonden, hij heft de erfzonde op die sinds Adam en Eva op ons rust. De theoloog Jan van der Ploeg verwoordde het zo:
Maar Christus heeft door zijn bloedig offer op Calvarië voor alle zonden der mensen genoegdoening aan zijn Vader aangeboden zodat God nu bereid is om aan ieder van ons de genade te geven er persoonlijk van bevrijd te worden.
Die neergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden
Het woord hel is in de moderne tijd niet meer in de mode. Dit woord duidt hier niet op een plaats met vuur, maar het is de plaats waar alle doden (dus ook de goede mensen) verblijven. Beschouw het als ‘de onderwereld’. Voor Jezus’ dood en verrijzenis werden de zielen van goede mensen verzameld in deze hel; door Jezus’ nederdaling mochten zij ‘vrij’. Zo heeft Jezus enkele bekende figuren bevrijd: Adam, Eva, Abraham, Isaak, Jakob, Mozes enz.
Op de derde dag is Jezus verrezen. De leerlingen vinden de steen weggerold voor het graf ... Deze verrijzenis van Jezus is cruciaal in het verhaal (net daarom is Pasen de belangrijkste feestdag): “Christus, de eerste die van de dood is opgestaan, is de oorsprong van onze verrijzenis, van nu af door de rechtvaardiging van onze ziel, later door het ten leven wekken van ons lichaam.” (Catechismus)
Die opgevaren is tegen hemel, zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader
Met Onze-Lieve-Heer-Hemelvaart herdenken wij de opstijging van Jezus naar de hemel. Het hoogfeest wordt veertig dagen na Pasen gevierd. Dit is een definitief heengaan, de leerlingen zullen Hem nu niet meer kunnen zien in de wereld. Nu zit hij aan de rechterhand van de Vader. Dit betekent dat Jezus nu dezelfde macht en heerlijkheid bezit als de Vader; Hij staat helemaal op gelijke hoogte.
Vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden
Hoewel Jezus is heengegaan naar de hemel, houdt de Kerk eraan vast dat Hij ook zal terugkeren. Denk ook aan volgende zin uit de mis: "Wij belijden tot Gij wederkeert dat Gij verrezen zijt." Bij de tweede komst van Christus begint de eindtijd, wanneer ‘God alles in allen zal zijn’. Wanneer we sterven, worden we individueel berecht. Elke mens moet verantwoording afleggen voor zijn doen en laten tijdens zijn leven. Dit is het eerste of bijzondere oordeel. Later volgt het algemeen of laatste oordeel.
Ik geloof in de Heilige Geest
Jesaja noemt de zeven gaven van de Geest: “De geest van wijsheid, verstand, raad, kracht, kennis, de godsvrucht en de godsvrees.” De Catechismus geeft volgende definitie van de Heilige Geest: “De heilige Geest die Christus, het hoofd, uitstort over zijn ledematen, bouwt, bezielt en heiligt de kerk. Zij is het sacrament van de gemeenschap van de heilige Drieëenheid en de mensen.” Men zegt wel eens dat de Geest de werkzaamheid van God in de wereld nu is. De Geest wordt ook wel eens de Parakleet of Helper genoemd. Jezus schonk de Heilige Geest aan de mensen op Pinksteren. Pinksteren is het begin van de verkondiging, van de missionering. De Heilige Geest leidt deze verkondiging en leidt dus ook de Kerk.
Ik geloof in de heilige katholieke Kerk, de gemeenschap van de heiligen
Bij het woord ‘Kerk’ denken veel mensen enkel aan het instituut of zelfs enkel aan het gebouw. Maar de Kerk is méér dan dat. Naast een hiërarchisch instituut, met haar talenten en gebreken, is de Kerk ook een gemeenschap van alle gelovigen - verspreid over de ruimte én de tijd. De Kerk vormt een eenheid over de dood heen. Ook de doden horen dus nog bij de Kerk. Met andere woorden: de Kerk is het ‘Rijk Gods’ op aarde. Deze betekenis druist in tegen het aanvoelen van vele mensen, die de Kerk als een verstikkend instituut beschouwen.
De verwoording van het geloof in de Kerk is wat anders in het Apostolisch Credo en het Credo van Nicea-Constantinopel: "Ik geloof in de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk.”
- De ene Kerk. De Kerk vormt een eenheid, verzamelt rond de paus. Tegenwoordig is de Kerk uiteengevallen in katholieken, orthodoxen, anglicanen en protestanten.
- De heilige Kerk. Heilig mogen we niet verstaan alsof alle gelovigen perfect zijn. Neen: heilig betekent hier ‘voorbehouden aan God’.
- De katholieke Kerk. Katholiek betekent ‘algemeen’. De Kerk is verspreid over de hele wereld. In nagenoeg elk land zijn er katholieken.
- De apostolische Kerk. Jezus duidde twaalf apostelen aan om Zijn Kerk te leiden. De opvolgers van de apostelen zijn de bisschoppen, die nu de leiding voeren. Apostolisch betekent ook dat er een band met het verleden is.
De vergiffenis van de zonden
Christenen, van welke overtuiging dan ook, zijn van mening dat Jezus naar de aarde is gekomen om de mens uit de zonde te redden. Dit betekent niet dat de mensen niet meer (kunnen) zondigen; het is zeer duidelijk dat de mens nog steeds zondig is. Door middel van de doop en de biecht krijgen wij hier op aarde vergeving van onze zonden, inclusief de erfzonde.
Tijdens Zijn leven heeft Hij veel contact gehad met zondaars, met uitgestotenen. Een voorbeeld hiervan is de zondige vrouw die Jezus’ voeten wast met haar eigen tranen (Lc. 7, 36-50). Jezus weet dat deze vrouw zondig is en toch gaat hij met haar om. Een nog mooiere tekst is Joh. 8, 1-11, waarin Jezus duidelijk zegt: “Wie van u zonder zonde is, moet dan maar als eerste een steen op haar werpen.” Met andere woorden: veroordeel de zondaren niet, maar help hen. Jezus heeft zijn bevoegdheid om zonden te vergeven aan de apostelen en de Kerk doorgegeven (Joh. 20,23): “Als jullie iemand zijn zonden vergeven, dan zijn ze ook vergeven; als jullie ze niet vergeven, dan blijven ze behouden.” De Kerk heeft deze woorden van Jezus in de praktijk omgezet door middel van het sacrament van de biecht.
Ik geloof in de verrijzenis van het lichaam
Ook dit artikel is zeer moeilijk te geloven voor de moderne mens. Verrijzenis betekent dat God "in zijn almacht het onvergankelijk leven definitief aan ons lichaam zal teruggeven door het krachtens de verrijzenis van Jezus met onze ziel te verenigen” (Catechismus). Die ziel is meteen na de dood naar God gegaan. De verrijzenis is uitdrukkelijk voor iedereen bedoeld. De goede mensen krijgen de opstanding ten leven, de kwade of slechte mensen de opstanding ten oordeel. De Kerk gelooft ook dat de verrijzenis op een of andere manier lichamelijk is, al is het lichaam dat men terugkrijgt verheerlijkt.
En het eeuwig leven
Aan het einde der tijden zal Christus wederkomen. Hij zal het Laatste Oordeel vellen, waarna alle mensen die rechtvaardig beschouwd werden (en na hun straffen in het vagevuur) in de hemel terechtkomen. Zij die niet als rechtvaardig geoordeeld worden, komen terecht in de hel. Dit is niet echt een plaats, maar eerder een toestand. God kan de mensen niet dwingen om te geloven, om zich naar Hem te keren. Degenen die zich niet aan God toevertrouwen, komen in de hel terecht.
Amen
Het woord 'Amen' betekent letterlijk "Het is zo", "Ik ben akkoord". Men bevestigt dus op het einde van het Credo nog eens uitdrukkelijk dat men met de inhoud akkoord gaat.
Lees verder