mijn kijk opEen christelijke kijk op alternatieve voornaamwoorden
In mei 2016 berichtte de New York Post dat er in New York City een boete kwam te staan op het weigeren van het gebruiken van voornaamwoorden die mensen die zichzelf niet als man of vrouw identificeren prefereren. Onder andere bedrijven en huizenverhuurders kunnen een boete krijgen die oploopt tot $250.000,- wanneer zij iemand bewust, meerdere malen, aanspreken met een verkeerd voornaamwoord. Dit roept een aantal praktische en morele bezwaren op.
Alternatieve voornaamwoorden?
Een aantal van de standaard voornaamwoorden in de Engelse taal zijn
he,
him,
his en
himself voor mannen en
she,
her,
hers en
herself voor vrouwen. Er zijn echter mensen die zich niet als een man of een vrouw identificeren en die dus niet met deze voornaamwoorden aangesproken willen worden, maar met andere voornaamwoorden. Enkele van deze voornaamwoorden zijn
*e,
h*,
h*s en
h*self of
co,
co,
co's (of
cos) en
coself. Beide sets van voornaamwoorden hebben de bedoeling om geslachtsneutraal te zijn. De eerste, met de asterisken (*), werd in de jaren 90 door enkele computerprogramma's en op enkele websites gebruikt. De tweede set is in 1970 bedacht door Mary Orovan als inclusief alternatief voor de standaard voornaamwoorden. Vandaag de dag zijn, onder andere, de voornaamwoorden
ze,
hir,
hirs en
hirself populair. Ook deze voornaamwoorden zijn geslachtsneutraal.
Hiernaast zijn er ook mensen die
bigender zijn en die afwisselend met de standaard mannelijke en vrouwelijke voornaamwoorden aangesproken wensen te worden. Ook in dat geval kan worden gesproken van alternatieve voornaamwoorden.
Praktische bezwaren
Het afdwingen van het gebruik van alternatieve voornaamwoorden brengt de nodige praktische bezwaren met zich mee. Het eerste luidt dat als bedrijven worden gedwongen om alle voornaamwoordwensen van klanten te respecteren zij daardoor moeilijker klanten kunnen aanspreken en grote investeringen moeten doen in hun personeel. Het tweede luidt luidt dat het moeilijk is om te bewijzen dat iemand de wet overtreedt.
Mensen aanspreken
Wanneer iemand in een winkel komt en een tijdje rond aan het kijken is kan het gebeuren dat een medewerker van de winkel naar de klant toe komt en vraagt of hij hem of haar kan helpen. Meestal zegt zo een medewerker iets als "goedemiddag meneer" of "goedemiddag mevrouw" "kan ik u helpen"?
Maar onder de nieuwe wet moeten New Yorkse winkelmedewerkers iemand eerst vragen wat voor geslacht iemand is. Hiervoor zullen medewerkers getraind moeten worden omdat zij hun manier van communiceren met en kijken naar andere mensen moeten veranderen. Iets dat niet makkelijk is en ook nog eens onpraktisch, omdat de manier waarop deze medewerkers naar hun medemens keken en met hun medemens communiceerden voor de invoering van de wet werkte voor meer dan 99% van de mensen.
1
Moeilijk bewijsbaar
Het is om meerdere redenen moeilijk bewijsbaar dat iemand de wet overtreedt. Ten eerste kunnen contacten tussen bedrijven en mensen wiens geslacht continu aan verandering onderhevig is leiden tot verwarring onder het personeel. Fouten kunnen hierdoor makkelijk gemaakt worden, waarbij het onmogelijk te zeggen is of dit bewust of onbewust gebeurt. Ten tweede wordt van mensen gevraagd om te communiceren op een manier die radicaal anders is dan zij gewend zijn, waardoor fouten vaak gemaakt kunnen worden. Al helemaal wanneer zij buiten hun werk om zich niet aan de wet hoeven te houden. Ook daardoor is moeilijk te zeggen of het bewust of onbewust is. Hierdoor kunnen bedrijven onterecht straffen opgelegd krijgen.
Morele bezwaren
Het laatstgenoemde bezwaar raakt dicht aan de morele bezwaren die er zijn tegen het afdwingen van het gebruik van alternatieve voornaamwoorden. Het eerste luidt dat de verplichting ingaat tegen de vrijheid van meningsuiting. Het tweede luidt dat het ingaat tegen de godsdienst- en gewetensvrijheid. Het derde luidt dat de verplichting discriminatie op basis van geloof in de hand werkt.
Vrijheid van meningsuiting
De wet lijkt in te gaan tegen de vrijheid van meningsuiting. Reden hiervoor is dat mensen die zich identificeren als een geslacht dat anders is als 'man' of 'vrouw' zich niet meer identificeren als een biologische sekse, maar als een door henzelf bedacht sociaal construct. Dat betekent dat het geslacht waarmee zij zich identificeren geen feit is, maar een gevoel of een mening. Andere mensen hebben het Bijbelse
2 en grondwettelijke recht om hier ook een mening over hebben. Door die mensen te dwingen om te spreken op een manier die tegen hun mening ingaat neem je hen deze vrijheid af.
Gewetens- en godsdienstvrijheid
Hiermee komen ook de gewetens- en godsdienstvrijheid in gevaar. Voor veel mensen, waaronder christenen, is het zondig om aan te nemen dat er andere geslachten zijn dan man en vrouw. God schiep de mens namelijk als 'man' en 'vrouw' (Gen. 1:27), wat volgens christenen, als mijzelf, betekent dat er geen andere geslachten bestaan en dat het erkennen van andere geslachten betekent dat je niet erkent hoe God de mens heeft geschapen. Door af te dwingen dat iemand gebruikmaakt van voornaamwoorden die uiting geven aan het feit dat iemand een ander geslacht heeft dan 'man' of 'vrouw' en door deze mensen af te schilderen als wetsovertreders ontneem je mensen het recht op hun gewetens- en godsdienstvrijheid.
Discriminatie op basis van geloof
Mensen die op basis van hun geloof (of mening) geen gebruik wensen te maken van de alternatieve voornaamwoorden kunnen door de wet het risico lopen op discriminatie wanneer zij zoeken naar werk. Werkgevers kunnen namelijk eisen dat personeelsleden de voornaamwoorden gebruiken omdat de wet hen verplicht om de wensen van klanten te respecteren en kunnen om die reden besluiten om geen christenen, of andersgelovigen, in dienst te nemen.
Hiernaast betekent de wet dat de lokale overheid in New York van mening is dat het immoreel is als je niet aan iemands alternatieve voornaamwoordwensen voldoet. Hierdoor zullen veel gelovigen (en andere mensen met een eigen mening) worden weggezet als 'immoreel', wat stigmatisering van deze groepen en mensen in de hand werkt.
Wat als iemand in de kerk komt en het gebruik van deze voornaamwoorden wenst?
Dan kan men dat in New York gelukkig onder de nieuwe wet nog wel weigeren. Men kan namelijk ervoor kiezen om in gesprek met diegene het gebruik van voornaamwoorden die mannelijk en vrouwelijk zijn te vermijden, zonder deze te vervangen met alternatieve voornaamwoorden (wat in de zakelijke context lastiger is omdat je klanten uit beleefdheid vaak met een voornaamwoord moet aanspreken). Reden om het gebruik van de voornaamwoorden te weigeren is dat met het gebruik van deze voornaamwoorden de kerk en haar leden de alternatieve geslachten zouden erkennen.
In andere contexten, waar geen wetten over de voornaamwoorden zijn, kan het ook verstandig zijn om het gebruik van mannelijke en vrouwelijke voornaamwoorden in deze situaties te vermijden, omdat het gebruik hiervan de dialoog met de ander verhindert. Dat zou jammer zijn, omdat dialoog kan leiden tot wederzijds begrip of zelfs tot de overtuiging van de ander.
Naast de weigering om mee te doen met het gebruik van alternatieve voornaamwoorden kunnen kerk en gelovige namelijk iemand met dit soort wensen aanspreken op het feit dat diegene door God is geschapen als man of vrouw. Hierbij kan er sprake zijn van een
biologisch defect, waardoor iemand zich niet het geslacht voelt dat hij of zij is, maar in dat geval voelt iemand zich nog steeds man of vrouw.
1 Het is hierbij ook nog eens mogelijk dat het vragen naar het geslacht verbazingwekkend of zelfs beledigend kan overkomen op mannen en vrouwen die zich als zodanig identificeren, omdat zij aannemen dat de ander heus wel kan zien dat diegene een man of een vrouw is. Hierdoor kan het gebeuren dat de nieuwe manier van kijken naar en communiceren met mensen voor minder dan 99% van de mensen werkt. Dat zou betekenen dat de wet achteruitgang veroorzaakt in de communicatie tussen mensen in plaats van vooruitgang.
2 In Matteüs 10:14 vertelt Jezus aan zijn discipelen dat zij het stof van hun voeten moeten schudden en verder reizen wanneer zij mensen tegenkomen die hun woorden niet willen horen. Zoals de apostelen deden in Handelingen 13:51. Christenen hoeven mensen die het niet willen horen niet te overtuigen of te proberen af te dwingen dat zij ook geloven. Zij hebben het recht en de vrijheid om een eigen mening te hebben.