Dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis: symptomen DSM-5
Het belangrijkste kenmerk of symptoom van een dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis (DPS) is preoccupatie met ordelijkheid, perfectie en psychische en interpersoonlijke beheerstheid, hetgeen ten koste gaat van flexibiliteit, openheid en efficiëntie. Het gaat om een pervasief of diepgaand patroon, wat begint op jongvolwassen leeftijd en de kenmerken zijn in een scala van situaties en contexten aanwezig. Wat zijn de symptomen, kenmerken en DSM-5 criteria van een dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis en (hoe) kan het behandeld worden? Een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis moet niet verward worden met een dwangstoornis.
Dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis symptomen DSM-5
Wat zijn de symptomen en classificatiecriteria van een dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis volgens DSM-5? Er moet volgens
DSM-5 sprake zijn van een pervasief patroon van preoccupatie en ordelijkheid, van perfectionisme en van intrapsychische en interpersoonlijke beheerstheid, ten koste van flexibiliteit, openheid en efficiëntie. Dit begint op jongvolwassen leeftijd en is aanwezig in uiteenlopende contexten, zoals blijkt uit ten minste vier van de volgende kenmerken:
- Is gepreoccupeerd met details, regels, lijstjes, organisatie of schema’s, zozeer dat het eigenlijke doel van de activiteit uit het oog verloren wordt.
- Toont een perfectionisme dat interfereert met het voltooien van taken.
- Is buitensporig toegewijd aan werk en productiviteit, met uitsluiting van ontspannende activiteiten en vriendschappen.
- Is overmatig consciëntieus, scrupuleus en inflexibel in zaken van moraliteit, ethiek of waarden.
- Is niet in staat om versleten of waardeloze voorwerpen weg te gooien, zelfs als deze geen sentimentele waarde hebben.
- Is onwillig om taken te delegeren of met anderen samen te werken, tenzij zij zich geheel onderwerpen aan zijn of haar manier van werken.
- Heeft een vrekkige stijl van geld uitgeven, zowel voor zichzelf als voor anderen; geld wordt beschouwd als iets dat moet worden opgepot voor eventuele toekomstige catastrofes.
- Toont rigiditeit en koppigheid.
Vóórkomen
De prevalentie van de dwangmatige persoonlijkheidsstoornis bedraagt ongeveer 2,1 tot 7,9% en wordt twee keer zo vaak toegekend aan mannen dan aan vrouwen. De dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis is één van de meest voorkomende
persoonlijkheidsstoornissen.
Dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis kenmerken en beschrijving
Hoofdkenmerk
Het hoofdkenmerk van deze persoonlijkheidsstoornis is het in beslag genomen zijn door regels, ordelijkheid, netheid, details en het bereiken van perfectie, alsmede de intrapsychische en interpersoonlijke beheerstheid. Dit gaat ten koste van flexibiliteit, efficiëntie en openheid.
Kenmerken en beschrijving
Mensen met deze stoornis vinden het uitermate belangrijk dat regels minutieus worden nageleefd en zijn erop gefixeerd om dingen op de ‘juiste manier’ te doen. Mensen met deze persoonlijkheidsstoornis streven naar overzichtelijkheid en voorspelbaarheid. Ze omschreven zichzelf vaak als echte perfectionisten en ze hebben een hoog streefniveau. Ze houden van orde, planning en regelmaat, procedures en hebben oog voor detail. Bij voorkeur wordt alles tot in de puntjes geregeld. Ze willen daarmee het gevoel krijgen dat ze ergens controle over hebben, maar hierbij verliezen ze zich in details en dat maakt het vaak lastig om activiteiten en projecten af te maken. Daarbij kunnen mensen met deze stoornis zo excessief toegewijd aan hun werk en productiviteit, dat ze geen tijd meer hebben voor ontspanning en het onderhouden van vriendschappen. Deze toewijding is overigens geen gevolg van een economische noodzaak. Zelfs van spelen kunnen deze mensen een taak maken, door bijvoorbeeld een dreumes te corrigeren als deze bepaalde vormen niet op de juiste manier door de vormenstoof probeert te drukken of door van een potje voetbal een serieuze les te maken.
Principes en waarden worden door deze mensen bij de uitvoering van een taak strikt gehanteerd. Iets is goed of fout en een gulden middenweg lijkt er niet te zijn. Mensen met deze stoornis worden door anderen vaak omschreven als plichtbewust en toegewijd, maar tegelijk ook als rigide, dwangmatig en koppig. Regels moeten strikt worden nageleefd, handelen naar de geest ervan zit er voor deze mensen niet in.
Er zijn mensen met deze stoornis die niet in staat zijn om versleten spullen of rommel weg te doen, niet zozeer omdat deze spullen gevoelswaarde hebben maar meer omdat ze het ‘zonde’ vinden: ‘Je weet maar nooit of je het nog eens een keer nodig hebt’. Vaak geven ze toe dat ze ‘verzamelaars’ zijn en ze raken van slag als iemand probeert deze spullen op te ruimen.
Het kost veel spanning en energie om altijd maar controle te moeten hebben en beheerst te zijn. Daarom komt het geregeld voor dat iemand met deze stoornis op een gegeven ogenblik volledig uitgeput raakt. Mensen met deze persoonlijkheidsstoornis hebben dan ook vaak allerlei stress-gerelateerde lichamelijke klachten,
angststoornissen of ze krijgen last van een burn-out. Bij deze groep mensen komt ook vaker dan gemiddeld een eetstoornis, zoals anorexia of boulimia voor. Voorts kunnen ze last hebben van
somberheidsklachten.
Dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis behandeling
Zoals bij de meeste persoonlijkheidsstoornissen, is de voorkeursbehandeling psychotherapie. Cognitieve gedragstherapie (CGT) en technieken die het zelfinzicht vergroten (bijvoorbeeld psychodynamische therapie) kunnen zinvol zijn. Het doel is om verwachtingen bij te stellen, de lat minder hoog te leggen, te leren omgaan met imperfectie en het leren waarderen van vriendschappelijke relaties waarbij activiteiten niet worden opgevat als een taak maar als recreatief, ontspannend en plezierig. Het voorschrijven van selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's) kan nuttig zijn naast psychotherapie, omdat het de persoon helpt minder te verzanden in allerlei details. Daarnaast kunnen specifieke ademhalings- en ontspanningstechnieken nuttig zijn om het gevoel van urgentie en stress te verminderen die door mensen met deze stoornis wordt ervaren. Er moet ervoor gewaakt worden dat ze deze oefeningen en technieken niet als een taak gaan opvatten.
Dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis en autismespectrumstoornis
Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis (DPS) en autismespectrumstoornis (ASS) zijn twee afzonderlijke psychische aandoeningen, maar ze vertonen enkele overlappende kenmerken.
Dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis wordt gekenmerkt door een overdreven focus op details, perfectionisme en de neiging tot controle en ordelijkheid. Mensen met DPS kunnen moeite hebben met flexibiliteit en het delegeren van taken. Dit kan leiden tot stress en frustratie.
Autismespectrumstoornis bestaat uit een een breed scala aan neurologische ontwikkelingsstoornissen die zich uiten in problemen met sociale interactie, communicatie en repetitief gedrag. Mensen met autisme vertonen vaak specifieke interesses en hechten waarde aan routine.
Lees verder