Stromingen binnen pedagogiek volgens het drie-stromen-model
Binnen de pedagogiek zijn er drie wetenschappelijke stromingen: de geestelijk wetenschappelijke pedagogiek, de empirische analytische pedagogiek en de kritisch emancipatorische pedagogiek. Deze stromingen samen worden het drie-stromen-model genoemd. Elke stroming heeft een eigen visie met daarin een kijk op kinderen en hoe je daar mee om kan gaan. Ieder pedagogisch middel kan in zo'n stroming worden ingedeeld.
Geestelijk wetenschappelijke pedagogiek (GWP)
Bij de geestelijk wetenschappelijke stroming wordt er vooral gekeken naar het gevoel van kinderen. In deze stroming wordt een kind gezien als actief en zelfstandig. Daarnaast is het belangrijk dat een kind ook echt een kind kan zijn. In de opvoeding is het van belang dat er uit wordt gegaan van de belevingswereld van een kind. Door vanuit dit uitgangspunt op te voeden, kan de opvoeder het meeste bereiken. Opvoeders worden gezien als een gids voor kinderen. Ze begeleiden het kind en verdiepen zich in hoe het kind de wereld ziet. Vanuit daar kan een opvoeder een kind helpen. De maatschappij heeft geen rol in deze stroming.
Theorie ontwikkelen
In de geestelijk wetenschappelijke pedagogiek worden theorieën ontwikkeld door iets naar de praktijk te kijken. Dit omdat elk kind en elke opvoeder uniek is en een eigen belevingswereld heeft. Het is belangrijk om iets met die belevingswereld te doen. Ook is het belangrijk om kennis te hebben van cultuur en tijd. Deze twee aspecten kunnen een grote invloed hebben op de belevingswereld. Vanuit deze dingen worden theorieën ontwikkeld. Toch is het in deze stroming belangrijk om te weten dat ieder kind uniek is en dus een unieke methode nodig heeft. Toch kan er wel richting worden gegeven door literatuur. Daarom wordt dit wel geschreven.
Methoden
Een methode bij deze stroming is het onderzoeken van de belevingswereld van kind en ouder. Dit kan door middel van een vragenlijst of een gesprekje. Vanuit daar kan een opvoeder een kind helpen. Door het gesprek of de vragenlijst te analyseren, kan de hulpverlener de hulpvraag van een kind ontdekken. Door de hulpvraag te ontdekken, kan de hulpverlener iets betekenen voor het kind.
Voorbeeld
Aan de hand van een voorbeeld wordt de geestelijk wetenschappelijke pedagogiek duidelijker. Een kind leeft gelukkig met haar twee ouders. Haar ouders zijn echter niet zo gelukkig. Ze scheiden en het kind wordt nu opgevoed volgens het co-ouderschap. In de geestelijk wetenschappelijk pedagogiek ga je dan kijken naar wat de verandering teweeg brengt in het leven van het kind. Hoe beleeft het kind bijvoorbeeld deze ervaring? Je gaat dan bijvoorbeeld onderzoeken hoe kinderen zich voelen als ze co-ouders hebben.
Praktijk
In de praktijk wordt de geestelijk wetenschappelijk pedagogiek gebruikt. Deze pedagogiek wordt bijvoorbeeld gebruikt in
vrije scholen,
het jenaplan , de
Montessori methode en speltherapie.
Empirische analytische pedagogiek (EAP)
In de empirisch analytische pedagogiek is bewijs belangrijk. Alles dat je doet moet wetenschappelijk onderbouwd zijn. Problemen worden objectief en van een afstand bekeken. Naar gevoel wordt niet gekeken, omdat dit niet meetbaar is. De bedoeling is om het gedrag van de mens meetbaar te maken. Deze manier van beredeneren vraagt dat je kijkt zonder waardeoordeel. Het is belangrijk dat je objectief een situatie kunt bekijken.
Theorie ontwikkelen
Bij de emprische analytische pedagogiek wordt eerst gekeken naar de theorie en dan naar de praktijk. Dit betekent niet dat de praktijk geen rol speelt. Er wordt namelijk eerst veel geobserveerd voordat er theorie geschreven wordt. Emperisch analystische pedagogen geloven dat er algemeen geldende theorieën zien. Dit omdat ieder mens en kind overeenkomsten heeft. Er zijn dus dingen die hetzelfde zijn en werken. Door opvoedgedrag te observeren, kunnen er conclusies worden getrokken. Als bepaald opvoedgedrag constant voor dezelfde reactie zorgt, is het voorspelbaar. Dan ontstaat er dus voorspelbaarheid. Dit opvoedgedrag kan worden herhaald en toegepast. Op deze manier kunnen er opvoedtheorieën ontwikkeld worden.
Methoden
Er wordt bijvoorbeeld gebruikt gemaakt van cijfers uit een onderzoek. Deze cijfers zijn objectief. Ze kunnen niet anders geïnterpreteerd worden en bevatten geen meningen.
Voorbeeld
Denk aan het vorige voorbeeld. Een kind leeft gelukkig met haar twee ouders. Haar ouders zijn echter niet zo gelukkig. Ze scheiden en het kind wordt nu opgevoed volgens het co-ouderschap. In de empirische analytische pedagogiek wordt er in dit voorbeeld bijvoorbeeld gekeken naar het aantal door co-ouderschap opgevoede kinderen dat de middelbare school haalt.
Praktijk
In de praktijk wordt de empirische analytische pedagogiek bijvoorbeeld gebruikt door de Cito-toets, bij onderzoek naar probleemgedrag en bij praktisch pedagogische gezinsbegeleiding.
kritisch emancipatorische pedagogiek (KEP)
In de kritisch emancipatorische pedagogiek is maatschappelijke engagement belangrijk. Dit betekent dat je betrokken bent bij de maatschappij en die groepen die in de maatschappij leven. Daarbij horen ook onderdrukte groepen. In deze stroming zijn ze kritisch ten opzichte van de verhoudingen in de maatschappij zoals die nu zijn. Ze verzetten zich tegen onrecht en onderdrukking. Het doel hiervan is bevrijding en het creëren van een betere wereld. Kinderen moeten kunnen opgroeien zonder belemmeringen. Ze moeten worden opgevoed in een gelijke wereld. Opvoeders moeten strijden tegen onrecht en de wereld beter maken voor kinderen. Je kunt niet neutraal zijn binnen deze stroming, je hebt altijd een wens of verlangen om iets beter te maken.
Bron: Jeremie, Pixabay Theorie ontwikkelen
De kritisch emancipatorische pedagogiek keurt andere stromingen niet af, maar vraagt verdieping. Ze kijken naar het wetenschappelijke bewijs van bijvoorbeeld de empirisch analytische stroming. Hierop gaan ze voortborduren door te kijken naar de maatschappelijk verhoudingen die hierbij een rol spelen. Deze kunnen namelijk ook invloed hebben op ouder en kind. Het is belangrijk om ook kritiek op deze verhoudingen te kunnen uiten. Waarden en normen zijn hierbij erg belangrijk. Ook is het van belang om kritisch te kijken naar conclusies. Deze kunnen namelijk al geïnterpreteerd worden vanuit een bepaalde maatschappelijke verhouding (denk aan onderzoek naar eenzaamheid met een conclusie waarin staat dat mensen met een kleine sociale omgeving minder vrienden hebben en dus ongelukkiger zijn. Is dat echt zo of is de standaard van extrovert zijn hierin meegenomen? Zijn introverte mensen niet juist gelukkig als zij weinig vrienden hebben?)
Methoden
De ideologiekritiek is een voorbeeld van een methode. Hierbij wordt een bepaald systeem bekeken en geanalyseerd. Daarbij wordt er gekeken of er in dit systeem gelijke kansen zijn voor iedereen. Daarnaast wordt er ook gebruik gemaakt van het handelingsonderzoek. Hierbij wordt er een onderzoek gedaan waarbij tijdens het onderzoek een verandering wordt aangebracht. Deze verandering moet te maken hebben met verbetering en gelijke kansen voor iedereen.
Voorbeeld
Er wordt in het voorbeeld van het kind dat opeens te maken krijgt met co-ouders, gekeken naar of kinderen met co-ouders evenveel kansen krijgen in het leven als kinderen zonder co-ouders.
Praktijk
In de praktijk wordt de kritisch emancipatorische pedagogiek gebruikt in
het freinetonderwijs , Reggio Emilia en in het antiracisme.