Pedagogische stromingen in de kinderopvang
De pedagogiek van een kinderdagverblijf kan geïnspireerd zijn door een (of verschillende) pedagogische stroming(en) of de pedagogische ideeën van een persoon. Het is daarom leuk en interessant om te weten wat een bepaalde pedagogiek inhoud en hoe je deze terug kunt zien in de dagelijkse praktijk van het kinderdagverblijf?
Dalton
Helen Parkhurst (1887-1973) is de grondlegster van het daltonplan. Binnen daltononderwijs zijn drie uitgangspunten terug te vinden.
- Vrijheid in gebondenheid (keuzevrijheid uit een beperkte lijst met mogelijkheden)
- Zelfwerkzaamheid (aangepast aan het niveau van het kind)
- Samenwerking
Naast de drie uitgangspunten zijn de volgende kenmerken terug te vinden in een daltonkinderdagverblijf.
- Medewerkers leren van elkaar en van de kinderen
- Dagkleuren (elke dag heeft een andere kleur)
- Kiesbord (activiteiten waaruit kan worden gekozen)
- De kinderen kiezen een maatje. Ze helpen elkaar, ondernemen en ontdekken samen nieuwe dingen
- Verticale groepen (kinderen van verschillende leeftijden kunnen elkaar helpen en leren van elkaar)
Freinet
Célestin Freinet (1896-1966) vond het belangrijk om te werken vanuit de belevings- en ervaringswereld van kinderen. Het is de taak van de pedagogisch medewerker om het kind te begeleiden bij zijn onderzoeksdrang en experimenten. Een freinetkinderdagverblijf heeft de volgende kenmerken.
- Een kind kan zelf kiezen waarmee het wil spelen.
- Spelen is werken (wat een kind doet draagt bij aan zijn ontwikkeling)
- Leren van elkaar (geldt niet alleen voor kinderen, maar ook voor ouders en pedagogisch medewerkers)
- Verschillende speel- en werkhoeken
- Aanmoedigen van eigen initiatief
- Meehelpen met huishoudelijke klusjes
- Praktisch oefenen in de buitenwereld (wandeling door de buurt, boodschappen doen et cetera)
- Spelen met levensechte dingen (een echte kassa)
- Herinneringsboekjes (van uitstapjes, kerst et cetera)
- Veel aandacht voor de interactie tussen de kinderen
Gordonmethode
De gordonmethode is van oorsprong een oudertraining, ontwikkeld door dr. Thomas Gordon (1918-2002). Hij legde zich toe op het verbeteren van de communicatie tussen ouders en kinderen. Belangrijk bij de gordonmethode is:
- Contact maken (zowel non-verbaal als verbaal). Exclusieve aandacht zorgt ervoor dat kinderen op de groep rustiger zijn en langere tijd alleen kunnen spelen.
- Praten in de ik-taal (zonder oordelen)
- Actief luisteren (de achterliggende emotie van het kind wordt benoemd)
- Het kind wordt geholpen zelf zijn probleem op te lossen
- De vaardigheden van deze methoden bevorderen het democratisch burgerschap
Korczak
Janusz Korczak (1878-1942) heeft zich altijd ingeleefd in de belevingswereld van het kind, maar tegelijkertijd ook altijd erkend dat ditzelfde kind een groot mysterie blijft. Regels zijn er om rechten van het kind veilig te stellen en grenzen af te bakenen. Als kinderen oud genoeg zijn kunnen ze meedenken en meebeslissen (kinderparticipatie) over regels. Pedagogisch handelen geïnspireerd door het werk van Korczak bestaat uit zes kernbegrippen.
- Dialoog: met in plaats van over het kind spreken
- Observatie: goed kijken en luisteren en dit schriftelijk bijhouden
- Respect: iedereen heeft het recht er te zijn en te zijn zoals hij is en wie hij is
- Ruimte: kinderen hebben letterlijk en figuurlijk ruimte nodig
- Participatie: binnen een afgesproken kader hebben kinderen de mogelijkheid om mee te doen
- Zelfreflectie: waarom handel je zoals je doet, kan dit ook anders, wat zou (nog) beter kunnen?
Montessori
Maria Montessori (1870-1952) heeft een methode ontwikkeld waar in ons land relatief veel scholen en kinderdagverblijven mee werken. De bekendste uitspraak van Maria Montessori is ‘Help mij het zelf te doen’. Door veel zelf te doen groeit het zelfvertrouwen en neemt hun eigenwaarde toe. Belangrijk bij deze methode zijn de volgende zaken:
- De voorbereide omgeving. De ruimte moet zo ingericht zijn dat kinderen zelf alles kunnen vinden, met als doel ze onafhankelijk te maken van de volwassenen
- De gevoelige periode. Het is de taak van de pedagogisch medewerker er voor te zorgen dat het juiste materiaal op het juiste moment aan het kind wordt aangeboden
- Mooie en aantrekkelijke materialen
- De hoeveelheid materiaal is beperkt. Hierdoor leren kinderen op hun beurt te wachten
- Het materiaal wordt op kindhoogte aangeboden
- Samen huishoudelijke werken doen
- Van elkaar leren en goed voor de omgeving zorgen
- Voldoende ruimte om ook binnen te kunnen bewegen
Pikler
Emmi Pikler (1902-1984) is de grondlegster van de Pikler methode voor babygroepen. In kinderdagverblijven waarin op de babygroep volgens deze methode wordt gewerkt vallen een aantal zaken op.
- De ruimte is verdeeld in drie zones (een liggedeelte, een kruip- en loopruimte en een ruimte waar de baby’s verzorgd kunnen worden.
- De dagelijkse verzorging (eten, wassen, verschonen en dergelijke) zijn belangrijk. Het is het moment om individuele aandacht aan het kind te geven, een moment om samen te zijn en elkaar te leren kennen.
- Tijdens het vrije spel hebben de kinderen de mogelijkheid om zelfstandig te bewegen/spelen
Reggio Emilia
Regio Emilia is geen methode maar een manier van leven. Binnen deze benadering wordt uitgegaan van het complete kind. Er wordt gekeken naar wat het kind al wel kan. Een kind heeft wel 100 talen. Niet alleen gesproken taal, maar ook dans, spel et cetera. Het is belangrijk de ervaringen van kinderen vast te leggen zodat er thuis aan de hand van foto’s en verhalen ook over een thema met de ouders kan worden gepraat. De Reggio Emilia pedagogiek (in Nederland ook wel bekend als ‘Sporen’ ) gaat uit van drie pedagogen:
- De kinderen zelf en met elkaar
- De volwassenen (om het kind te begeleiden)
- De ruimte (moet zo aantrekkelijk mogelijk zijn)
Solter
Aletha Solter (geboren in 1945) is een Amerikaanse ontwikkelingspsychologe die het Aware Parenting Institute (Instituut voor bewust opvoeden) heeft opgericht. In haar boeken besteedt ze veel aandacht aan de gevoelswereld van jonge kinderen en de manier waarop je hiermee om kunt gaan. Ze heeft veel bekendheid gekregen met haar onderzoek naar huilen. Huilen kan een manier zijn om spanning te ontladen. Het is belangrijk dat jonge kinderen hiervoor de gelegenheid krijgen. Dit geldt ook voor andere emoties, zoals boosheid.
Steiner
Rudolf Steiner (1861-1925) is de grondlegger van de antroposofie (wijsheid van de mens). Binnen de antroposofie is aandacht voor de spirituele kant van het leven en er is veel ruimte voor fantasie en sprookjes. Kenmerken van antroposofisch kinderdagverblijven zijn:
- Natuurlijke materialen en natuurlijk speelgoed
- Rust op de groep
- Ritme
- Seizoentafel
Andere stromingen en pedagogen
Naast bovengenoemde stromingen en pedagogen zijn er nog vele andere stromingen en pedagogen die de pedagogiek van een kinderdagverblijf kunnen inspireren. Deze zijn (als het goed is) terug te vinden in het pedagogisch beleidsplan van het kinderdagverblijf en uitgewerkt in het pedagogisch werkplan.
Lees verder