Therapie externaliserende en internaliserende problemen
Jongeren kunnen last hebben van internaliserende en externaliserende problematieken. Bij internaliserende problematieken gaat het om problemen die van binnen bezig zijn. Deze zijn vaak niet zichtbaar voor anderen en worden door de persoon in kwestie verborgen. Hierdoor worden deze onvoldoende herkend en dus onvoldoende behandeld. Bij externaliserende problematieken gaat het juist om problemen die te zien zijn aan een persoon. Deze gaan vaak hand in hand met conflicten met andere mensen of de maatschappij. Ook kun je hierbij denken aan fout middelengebruik, liegen of stelen.
Externaliserende problemen
Bij externaliserende problemen zijn er verschillende therapieën mogelijk.
Cognitief gedragstherapeutische programma’s
Bij cognitieve gedragstherapeutische programma's worden cognitieve en sociale vaardigheden aangeleerd. Dit wordt gedaan door het geven van instructie. Het goede voorbeeld geven en oefenen zijn ook twee belangrijke punten in deze programma's. De oefeningen worden vaak gedaan in een trainingsruimte en in de praktijk. Door feedback te geven leren mensen wat de volgende keer anders moet, maar ook wat ze de volgende keer weer kunnen gebruiken.
Systeemgerichte interventies
Bij deze manier van werken is het belangrijk om eerst de mensen te vinden die het belangrijk vinden dat het goed gaat met de patiënt. Ook is het netwerk van iemand in kaart brengen een belangrijke stap. Dit kun je gewoon doen door de de patiënt vragen te stellen. Daarna worden er gesprekken gehouden om problematische relatiepatronen aan te pakken. Vervolgens is het belangrijk dat het netwerk van iemand versterkt wordt. Doordat je deze in kaart hebt gebracht, kun je deze gaan uitbreiden. Een andere stap is de opvoeders ondersteunen in het opvoedproces. Door hen hier in te ondersteunen, kan het ook weer beter gaan met de jongere.
Versterking van het moreel redeneren
De
theorie van Kohlberg stelt dat er verschillende niveaus zijn waarop iemand kan zitten wat betreft moreel redeneren. Dit zijn geen fases, ze kunnen dus door elkaar lopen. Het ene moment zit je meer op het bepaald niveau dan op een willekeurig ander moment. In het preconventionele niveau denk je alleen maar aan jezelf. Je probeert straffen te ontlopen en kiest de weg die voor jou het meeste voordeel oplevert. Met deze therapie probeert de hulpverlener je naar het conventioneel niveau te krijgen. Op dit niveau houd je rekening met anderen en doe je wat het beste is voor de groep/gemeenschap. Dit doet de hulpverlener door een jongere te leren wat de behoeften van anderen zijn. Door dit in te zien, kan een jongere het volgende niveau bereiken. Ook is het belangrijk dat de mate van zelfcontrole die een jongere heeft, wordt vergroot.
Internaliserende problemen
Cognitieve model van Beck (1999)
In het cognitieve model gaat Beck ervan uit dat er na een bepaalde gebeurtenis automatische gedachten ontstaan. Deze gedachten komen voort uit leefregels en kernovertuigingen (denk bijvoorbeeld aan normen en waarden). Door deze gedachten ontstaat er een bepaalde emotie. Het gevolg daarop is bepaald gedrag. Uit deze gedragingen ontstaat dan weer een gevolg. Met deze therapie probeert de hulpverlener de automatische gedachten te veranderen. Daardoor ontstaan er andere emoties of gevoelens. Dit leidt dan vervolgens weer tot ander gedrag en een ander gevolg.
Cognitieve gedragstherapie
Bij de cognitieve gedragstherapie leert een jongere vanuit een ander perspectief naar een bepaalde situatie kijken. Hierdoor leert deze anders te reageren. Een voorbeeld hiervan is exposure. De jongere wordt dan geconfronteerd met een angst of vervelende ervaring. Een hulpverlener praat hem/haar hier doorheen en probeert een ander perspectief te bieden.
EMDR
Bij EMDR worden pijnlijke gedachten opnieuw in de hersenen opgeslagen. De patiënt beleeft een vervelende ervaring opnieuw met de hulpverlener. Deze maakt een bepaalde beweging met de handen. Dit is een afleidende stimulus voor de patiënt. Deze moet hij/zij volgen, terwijl de gedachten worden herleefd. Hierdoor slaat de jongere de gedachten anders op en kan er beter mee worden omgegaan.
Natuurlijk bestaan er nog meerdere soort therapieën om internaliserende en externaliserende problematieken te verhelpen. Dit is slechts een klein overzicht van de mogelijkheden.