Nieuwe Testament: Joodse wortels christelijke Jodenhaat?
Nieuwe Testament: Joodse wortels christelijke Jodenhaat? Er zijn Joden die ervan overtuigd zijn dat het Nieuwe Testament (NT) antisemitisme bevordert. Gezien de eeuwenlange christelijke Jodenhaat geloven ze dat er niets in kan staan wat in positieve zin betrekking heeft op Joden. Er zijn echter ook Joden die er geheel anders over denken. Een voorbeeld is de Messiaanse Jood David Stern, die in zijn 'commentaar op het NT' tot de conclusie komt dat het NT geen enkele grond biedt voor antisemitisme.
Dit artikel gaat in op een tweetal diametraal tegengestelde opvattingen die onder Joden leven met betrekking tot het Nieuwe Testament: het NT is anti-Joods of juist niet. En op welk glibberig pad kom je terecht als je het NT als anti-Joods beschouwt? Het artikel eindigt met een aantal indringende vragen aan heidenchristenen (dat wil zeggen niet-Joodse christenen) met betrekking tot dit thema.
Negatieve vooronderstelling, gevoed door eeuwenlange Jodenhaat
Voor de meeste Joden is het Nieuwe Testament een gesloten boek, ze zijn niet bekend met de inhoud ervan. Ze houden zich er verre van en een aantal van hen is zelfs van mening dat het een anti-Joods schotschrift is. Dat is alleszins begrijpelijk. Het Nieuwe Testament wordt namelijk geassocieerd met eeuwenlange Jodenhaat en vervolging van het Joodse volk van de zijde van 'christenen'. Een niet gering aantal Joden is er om die reden van overtuigd dat het Nieuwe Testament antisemitisme bevordert en een giftige bron is van waaruit Jodenhaat omhoog borrelt en het denken van christenen verziekt, generatie op generatie. De meerderheid gelooft dat er niets in kan staan wat in positieve zin betrekking heeft op het Joodse leven en de Joodse waarden.
In veel opzichten lijkt de ervaring een negatief oordeel van het Nieuwe testament te ondersteunen. Immers, Joden zijn eeuwenlang onderdrukt en vervolgd door de christelijke Kerk. Deze ontsporing moet te maken hebben met de boodschap in het Nieuwe Testament, het boek dat aan de basis van het christendom staat, zo is men geneigd te denken. Maar weinigen onderzoeken of deze gedachte inderdaad correct is.
Jodenhaat Nieuwe Testament: diametraal tegengestelde opvattingen
Er zijn ook Joden die het Nieuwe Testament wel ter hand nemen. Onder hen zijn er die van mening zijn dat het NT de bron van christelijke Jodenhaat is, hetgeen de weg heeft geplaveid voor de Holocaust. De Joodse historicus Heinrich Graetz schreef bijvoorbeeld:
The authors of the Gospels, by putting these words of violent hatred against the preservers of Judaism into the mouth of Jesus Himself, stamped Him thereby as a relentless foe of the members of His own race who did not believe in Him by clung to their original faith.[1]
Aan de andere kant zijn er ook Joden die het Nieuwe Testament diepgaand onderzocht hebben en tot een diametraal tegengestelde conclusie komen. Ik noem de Messiaanse Jood
David Stern, die de 'the Complete Jewish Bible' heeft geschreven. Dit is de Engelse vertaling van de Tenach (Oude Testament) en de B'rit hadashah (Nieuwe Verbond of Nieuwe Testament) in volledig authentiek Joodse stijl. In zijn '
Jewish New Testament commentary' (commentaar op het Nieuwe Testament), bespreekt hij het hele NT. Hij heeft alle teksten grondig uitgeplozen en geanalyseerd en hij komt tot de conclusie dat het NT geen enkele grond biedt voor antisemitisme in welke vorm dan ook.[2]
Stern noemt zijn werk een 'bewustwordingscommentaar' en dat effect heeft het bij mij zeker gehad. De lezer moet volgens Stern tot het besef komen dat het Nieuwe Testament een voluit Joods boek is - geschreven door Joden, grotendeels over Joden, en bedoeld voor zowel Joden als heidenen. Stern zegt ergens dat Joden moeten weten dat het Nieuwe Testament gaat over Jesjoea (Jezus) uit Nazareth, de Zoon van David, de langverwachte Messias van Israël, van essentieel belang voor de individuele Jood en voor Israël als geheel. En heidenchristenen moeten weten dat ze verbonden zijn met het Joodse volk, dat ze geent zijn op de reeds bestaande Joodse stam (Romeinen 11:17), en dat het Nieuwe Testament geen grond biedt voor anti-Joodse sentimenten.
'Tegenstrijdige brij van gevoelens'
De Nederlandse rabbijn Raphaël Evers gaat niet zover om het Nieuwe Testament antisemitisch te noemen:
Ik ken het Nieuwe Testament niet goed genoeg. Ik heb het nooit zo gelezen. Heel veel in het christendom is uit het Jodendom afkomstig; het christendom is op Joodse bodem ontstaan. En Jezus was zelf ook Joods - dus je komt dan in een heel tegenstrijdige brij van gevoelens terecht. (Nederlands Dagblad, 13 juni 2006)
Je komt op een glibberig pad terecht als je het NT als antisemitisch bestempeld. De ambivalente gevoelens waar Evers het over heeft als je het NT als antisemitisch zou beschouwen, zijn zeer goed invoelbaar. Het is namelijk cynisch dat het Nieuwe Testament wordt aangewezen als de giftige bron van christelijke Jodenhaat. Want daaruit zou je kunnen concluderen dat het Joden zijn die de kiem hebben gelegd voor het onheil dat in latere eeuwen door de christenheid over het Joodse volk is uitgestort. Met andere woorden: de christelijke Jodenhaat heeft Joodse wortels. Maar dit is een volslagen abjecte gedachte.
Nu is er een natuurlijk altijd een
escape mogelijk door te suggereren dat er een zuiver oerevangelie is geweest, dat in een later stadium is gecorrumpeerd. Dit is de oplossing van de Joodse geleerde
David Flusser. Hij sluit hier aan bij de beschuldiging van Mohammed, die de christenen (maar ook de Joden) verweet dat zij hun Schriften verdraaid hadden, nadat zij op basis van hun Schriften Mohammed hadden afgewezen als profeet. Het is overigens ironisch dat er 1400 jaar later zowel Joodse als christelijke wetenschappers zijn, die met hun opvattingen over de Bijbel Mohammed feitelijk gelijk geven, maar dat terzijde. Flusser stelt dat er een onderscheid gemaakt moet worden tussen een Joods - d.w.z. Semitisch - oerevangelie, die dan later Grieks - d.w.z. antisemitisch - is bewerkt tot de tekst die ten grondslag ligt aan onze hedendaagse vertalingen van het Nieuwe Testament. Flusser is van mening dat men betrekkelijk eenvoudig de authentieke versie van de bewerkte versie kan onderscheiden door het Griekse Nieuwe Testament gewoon zo letterlijk mogelijk terug te vertalen in het Hebreeuws. Alles wat niet goed-semitisch klinkt, kan beschouwd worden als later toegevoegd en afkomstig uit Griekse kring. Het is een creatieve oplossing om het probleem te tackelen dat christelijke Jodenhaat Joodse wortels heeft, in geval uitgegaan wordt van de aanname dat het NT anti-Joodse sentimenten aanwakkert. Maar het is een ongefundeerde speculatie, die berust op aannames en veronderstellingen en niet op feiten. Er is geen objectief bewijs voor deze theorie of hypothese.
De evangeliën zijn authentiek
Een belangrijke vooronderstelling die aan deze hypothese ten grondslag ligt, is dat de evangeliën zoals we die nu kennen veel later geschreven zijn dan de tijd waarin Jezus op aarde leefde. De theoloog B.J.E. van Noort laat daarentegen in zijn studie 'De vastheid van het gesproken Woord' zien, dat de evangeliën van Matteüs, Lucas en Johannes reeds in het jaar 30 na Christus zijn geschreven en Marcus zo rond het jaar 34, wanneer de apostelen het Evangelie buiten Jeruzalem begonnen te verkondigen.[3] Op overtuigende wijze toont hij aan dat Jezus' uitspraken direct zijn opgetekend in werkverslagen. Er is geen orale overlevering van tientallen jaren waarna alle verhalen nog eens op schrift zouden zijn gesteld, met als gevolg dat de tekst bol staat van 'gemeentetheologie' van een jonge christelijke kerk die zich afzet tegen het Jodendom. Ook is er geen lange periode waarin er maar één oerevangelie was, die later antisemitisch is bewerkt (lees: verminkt). In zijn boek komt Van Noort tot de conclusie dat de uitspraken van Jezus, zoals die staan opgetekend in de evangeliën, ook echt de uitspraken van Jezus zijn. Hij baseert zich daarbij op nieuwe taalkundige analyse van het NT, welke hij combineert met kennis rond stenografie en schrijfmethoden in de Romeinse tijd.
Tot slot
Het is alleszins begrijpelijk dat er een aanzienlijk aantal Joden zijn die op grond van eeuwenlange christelijke Jodenhaat geloven dat het Nieuwe Testament antisemitisme aanwakkert. Er zijn ook Joodse geleerden die dat standpunt uitdragen. Door de evangeliën als niet-authentiek te verklaren en met de hypothese van een oerevangelie te komen die later is bewerkt, wordt voorkomen dat vermeende anti-Joodse teksten in het NT op het conto van Joden kan worden geschreven, wat anders onontkomelijk zou leiden tot de (verachtelijke) conclusie dat christelijke Jodenhaat Joodse wortels heeft.
Maar niet alle Joden die het NT bestuderen, komen tot de slotsom dat het geschrift niet deugt. David Stern komt op basis van een grondige studie van het NT tot de conclusie dat het NT, waaronder de evangeliën, geen aanleiding geeft tot Jodenhaat. Zijn hoop is dat Joden het NT gaan lezen en mogen ontdekken dat het gaat over Jesjoea (Jezus) uit Nazareth, de Zoon van David, de langverwachte
Messias van Israël. Maar ook voor heidenchristenen heeft hij een belangrijke boodschap. Ze zijn verbonden met het Joodse volk en God heeft nog steeds een plaats voor Israël in Zijn grote wereldplan.
Heidenchristenen moeten zichzelf het volgende afvragen: hoe anti-Joods zijn de (theologische) denkbeelden die ik aanhang? Geloof ik dat Israël heeft afgedaan en dat de Kerk in haar plaats is getreden (de zogeheten vervangingstheologie) of ken ik Israël de plaats toe die God aan Zijn volk heeft gegeven en besef ik ten volle dat God trouw is aan Zijn verkiezing en Zijn grote beloften aan Israël? Laat ik mij leiden door latente antisemitische vooringenomenheid van diabolische oorsprong of laat ik mij leiden in waarheid door de Heilige Geest (Ruach HaKodesh,רוח הקוד). Ben ik mij er van bewust dat ik als 'wilde tak' geënt ben op de edele olijfboom - de reeds bestaande Joodse stam - en verhef ik mij niet boven de (afgebroken) takken (Romeinen 11)? En heb ik
last but not least iedere connectie met mijn heidense wortels verbroken nu ik op de leven gevende wortel van de edele olijf ben aangesloten?
Hier zijn de woorden van Don Finto op zijn plaats:
Onze toewijding aan Joodse mensen moet nooit verbonden zijn aan hun acceptatie van Yeshua [Jezus] als Messias. ... Als er nooit meer iemand van het Joodse volk in Jezus als de Messias gelooft, dan nog moeten wij ons aan hen toewijden als vrienden, broeders en beschermers. Elke andere daad is in strijd met een hart van liefde.[4]
Wat gebeurd is mag niet weer gebeuren
Op 12 juni 1981 schreef de Raad van Kerken in Nederland in een Verklaring van de Raad van Kerken betreffende het hardnekkig antisemitisme, bestemd voor christenen en kerken in Nederland onder meer het volgende:
"Christenen hebben door een verkeerd gebruik van bepaalde teksten uit de bijbel, door discriminatie, Jodenhaat en pogroms mede de weg gebaand, die uiteindelijk is uitgelopen op de vernietigingskampen in Nazi-Duitsland. Wij mogen deze trieste geschiedenis tussen christenen en joden niet vergeten. Als wij ons open en grondig rekenschap geven van die schuld uit het verleden, zullen wij ook de verhulde vormen van antisemitisme in het heden niet bagatelliseren. Wat gebeurd is mag niet weer gebeuren."
Fotoverantwoording:
Grieks manuscript van 1 Korintiërs 13, dat over de liefde gaat.
Noten:
- Aangehaald in: Clifford Goldstein: Is the New Testament Anti-Semitic?; http://christianactionforisrael.org/antiholo/newtest.html
- David H. Stern: Jewish New Testament commentary; Jewish New Testament Publications, Inc., 1992. Heidenchristenen kunnen ontzettend veel leren van dit Messiaans-Joodse commentaar op het NT.
- B.J.E. van Noort: De vastheid van het gesproken Woord; Teologia, Dordrecht 2004.
- Don Finto: Uw volk is mijn volk - Hoe Israël, het Joodse volk en de christelijke kerk zich in het laatste der dagen zullen verenigen; Bread of life, Vlissingen, 2002, p.162-163.
Lees verder