Het Onze Vader: een joods gebed (Mat. 6:9-13; Luc. 11:2-4)
In Matteüs 6: 9-13 en in Lucas 11: 2-4 lezen we dat Jezus zijn discipelen leerde hoe ze moesten bidden. Dit populaire gebed staat bekend als Het Onze Vader. Het Onze Vader is niet alleen overgeleverd in twee evangeliën, Lucas en Matteüs, maar ook in een vroegchristelijk boek, de Didachè (didachê is een Grieks woord dat ‘onderricht’ betekent) en in de vroege kerk een grote populariteit genoot. De Joodse nieuwtestamenticus David Flusser heeft over de Joodse wortels van het Onze Vader geschreven.¹ David Flusser - een orthodoxe Jood - vertelt dat hij, tussen de twee wereldoorlogen in, opgroeide in Bohemen. Het was toentertijd gebruik dat men dagelijks voorafgaand aan de lessen hardop het Onze Vader bad. Hij had hier geen enkel probleem mee, het gebed kwam volledig overeen met zijn joodse overtuiging.
Het Onze Vader - Matteüs 6:9-13 en Lucas 11:2-4
Jezus leerde het Onze Vader aan zijn volgelingen. Het bekende gebed is te vinden in Matteüs 6:9-13 en een afgeslankte versie in Lucas 11:2-4.
Matteüs 6:9-13 | Lucas 11:2-4 |
Bid daarom als volgt:
Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen
en uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad. | Hij zei tegen hen: ‘Wanneer jullie bidden, zeg dan:
“Vader, laat uw naam geheiligd worden
en laat uw koninkrijk komen.
Geef ons dagelijks het brood dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze zonden,
want ook wijzelf vergeven iedereen
die ons iets schuldig is.
En breng ons niet in beproeving.”’ |
Het Onze Vader in het Engels
The Lord's Prayer
Our Father, who art in heaven,
hallowed be thy name;
thy kingdom come;
thy will be done;
on earth as it is in heaven.
Give us this day our daily bread.
And forgive us our trespasses,
as we forgive those who trespass against us.
And lead us not into temptation;
but deliver us from evil.
For thine is the kingdom,
the power and the glory,
for ever and ever.
Amen.
Het Onze Vader bidden /
Bron: Milkovasa/Shutterstock.comHet Onze Vader: een joods gebed
Hieronder volgt een beknopte samenvatting van het hoofdstuk 'Het Onze Vader - een joods gebed' uit het boek '
Het christendom - een joodse religie' van wijlen David Flusser (1917-2000), een veelgeprezen Joodse nieuwtestamenticus.
Het Onze Vader en het Kaddisj
Volgens Flusser is de eerste helft van het Onze Vader (Matteüs 6:9-10), een parafrase van een joods eschatologisch lofgebed tot God, waaruit zich het Kaddisj - ontwikkelde. Het Kaddisj is een der belangrijkste gebeden van het Jodendom die bij de dagelijkse gebeden en bij de eredienst een belangrijke plaats inneemt.²
Er zijn veel parallellen tussen het Onze Vader en het Kaddisj:
Onze Vader [NBG51] | Kaddisj |
1) Onze Vader die in de hemelen zijt, | 1) Voor hun (Israëls) Vader, die in de hemel is,... |
2) uw naam worde geheiligd; | 2) zijn grote naam worde verheven en geheiligd ... |
3) uw Koninkrijk kome; | 3) zijn koninkrijk verrijze ... |
4) uw wil geschiede in de hemel en op aarde. | 4a) Rijke vrede kome van de hemel en vrede over Israël ...
4b) die vrede sticht in zijn hoogten, hij stichte vrede over heel Israël. |
Een persoonlijk smeekgebed
De tweede helft van het gebed (Matteüs 6:11-13), is een persoonlijk smeekgebed. De achtergrond van de zinsnede 'Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben', wordt verder uitgewerkt in de Bergrede, in Matteüs 6:25-34.³ Maak je niet druk over wat je zult eten of drinken of waarmee je je moet kleden - dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. Maak je dus geen zorgen over de dag van morgen, want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben. Dit is geheel in lijn met de rabbijnse school van Hillel, waartoe Jezus zich bekende:
Wanneer namelijk Sjammai [de andere leidende school van het rabbijnse Jodendom in Jezus' dagen] op de vleesmarkt een goed stuk vlees zag, bewaarde hij het voor de feestmaaltijd op sabbat. Wanneer datzelfde echter Hillel overkwam, bereidde hij het mooie stuk vlees voor dezelfde dag, waarbij hij het schriftvers aanvoerde: 'Gezegend zij de Heer dag aan dag' (p.61).
God voorziet dagelijks in onze behoeften
Dit wordt gezegd tegen de achtergrond van het Bijbelverhaal dat God Israël 40 jaar lang had gevoed met het Manna. Het brood uit de hemel mocht iedere keer slechts voor één dag worden verzameld. Indien iemand manna opraapte voor de volgende dag, dan bedierf de godsspijs. Hier zien we dezelfde strekking: God voorziet in de dagelijkse nood en behoeften van de mens. Ieder dag heeft genoeg aan zijn eigen zorgen. Jezus zegt:
Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij? (Mattheüs 6:26).
De levensfilosofie van Jezus - 'Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben' - is dus reeds terug te vinden is bij Hillel. Ook de daaropvolgende zin is oerjoods volgens Flusser: "Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was". In de verzen 14 en 15 wordt hij gedeeltelijk door Jezus verklaard:
Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven. Maar als je anderen niet vergeeft, zal jullie Vader jullie je misstappen evenmin vergeven.
'Vergeef ons onze zonden, want ook wijzelf vergeven iedereen'
De verheven gedachte dat wij God pas dan om vergeving van onze eigen zonden kunnen vragen als wij eerst de zonden van anderen jegens ons hebben vergeven, heeft oude joodse papieren. In hoofdstuk 28 van het boek Ecclesiasticus van de hand van Jezus Sirach - ongeveer 180 v.C. - treffen we haar klassieke uitdrukking aan:
Vergeef je naaste het onrecht dat hij deed, dan worden, als je bidt, ook jou je zonden vergeven. (Sirach 28:2)
Volgens Flusser is het onderscheid tussen enerzijds zonden tegenover je naaste en anderzijds tegenover God goed rabbijns. En op Grote Verzoendag worden Joden jaarlijks herinnert aan de noodzaak van verzoening tussen enerzijds mens en God en anderzijds tussen mens en medemens, ofschoon Grote Verzoendag "alleen de zonde tegenover God verzoent, maar niet de zonden tegenover de naaste - men moet, opdat de verzoening werkzaam wordt, zich juist zelf met de medemensen verzoenen" (p.62).
'Red ons uit de greep van het kwaad'
De zinsnede "En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad", sluit volgens Flusser niet alleen aan bij de joodse gedachtewereld, maar is tevens een variant van een zeer wijdverbreide algemeen joodse gebedsformule. Tegelijk is het typerend voor bepaalde gebeden van het rabbijnse Jodendom van het genre dat Flusser 'apotropeïsche' gebeden noemt, dat wil zeggen bedoeld om het kwaad af te weren, van natuurlijke maar bovenal van bovennatuurlijke krachten, waartoe waarschijnlijk Psalm 51 ook toe behoort. Flusser vermoedt dat het om demonische krachten buiten en in ons gaat.
Het onze Vader is een geschenk
Flusser vindt het ganse Onze Vader "kunstig opgebouwd" (p.64). Het bestaat uit twee helften en beide delen zijn samengesteld uit een drietal beden. Met de aanroeping erbij, bestaat het gebed uit zeven eenheden. De drie eerste beden van het Gebed des Heren gaat over zaken die God aangaan en is volgens Flusser schatplichtig aan een oudere vorm van het joodse Kaddisj. Aan het einde van het eerste deel wordt een bruggetje gemaakt naar het tweede deel: 'Laat ... uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel'. "Daardoor werd de overgang naar de persoonlijke wensen van de biddende aardse gemeente gecreëerd" (p.64).
Volgens Flusser is dit gebed een geschenk van Jezus aan zijn gemeente en in feite aan de gehele mensheid, voor zover deze in een hemelse Vader gelooft. Vanuit het perspectief van Jezus/Jesjoea bezien is dit niet correct, getuige zijn woorden in Johannes 14:6: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij". Alleen door het geloof in Jesjoea Hamasjiach heeft men toegang tot de hemelse Vader.
Uitleg van het Onze Vader in vogelvlucht
De volgende zes kernelementen of waarheden tref je aan in het Onze Vader:
- Spreek God aan als Vader
- Aanbid en prijs God voor wie Hij is en alles wat Hij heeft gedaan
- Erken dat het draait om Gods wil en Zijn plannen en niet de onze
- Vraag God om de dingen die we nodig hebben
- Belijd je zonden en bekeer je
- Vraag bescherming en hulp bij het overwinnen van zonde en Satans aanvallen op jou
Het 'Onze Vader' laat zien dat er gebeden wordt zonder omhaal van woorden. De eenvoud en helderheid van het gebed is een opvallend gegeven.
Laat deze tekst bij het lezen en herlezen in je hart doordringen en begin eerlijk en open met God te praten; bidden is praten met God. God is jouw Creator, Hij heeft je geschapen, Hij houdt van je en wil van je horen. Gebruik het Onze Vader als een manier om door communicatie en gebed met God te wandelen.
Noten:
- David Flusser: Het christendom - een joodse religie; Ten Have, Baarn, 1991, p. 56-65.
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Kaddisj
- 25 Daarom zeg ik jullie: maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam en over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding? 26 Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij? 27 Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen? 28 En wat maken jullie je zorgen over kleding? Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken niet en weven niet. 29 Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen. 30 Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zo veel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen? 31 Vraag je dus niet bezorgd af: “Wat zullen we eten?” of: “Wat zullen we drinken?” of: “Waarmee zullen we ons kleden?” – 32 dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. 33 Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden. 34 Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last.
Lees verder