De redding komt van de Joden - het heil is uit de Joden
De internationaal Bijbelleraar Derek Prince (1915-2003), schrijft dat de kerk van Christus schatplichtig is aan Israël, het Joodse volk.¹ In het Bijbelse Jodendom liggen de wortels van het christelijke geloof. Israël is het verbondsvolk en los van Jezus' Jood zijn is zijn optreden als leraar (rabbi) en Messias niet te begrijpen. Jezus had vanuit Bijbels perspectief niet net zo goed een Griek kunnen zijn. Hij moest onderworpen zijn aan de Tora, om ons ervan vrij te kopen opdat wij zijn kinderen zouden worden (Gal 4).
Christelijke visie op Johannes 4:22
De redding komt van de Joden (Johannes 4:22)
In gesprek met een Samaritaanse vrouw zegt Jezus dat 'de redding van de Joden komt', of in een andere vertaling: 'het heil is uit de Joden' (Johannes 4:22). In de HSV staat: 'want de zaligheid is uit de Joden'. Voor de stelling dat 'de redding van de Joden komt', greep Jezus terug op het getuigenis van de Tenach (Oude Testament):
- "Laat uit Sion redding komen voor Israël" (Psalm 14:7).
- "Hij zal als bevrijder naar Sion komen" (Jesaja 59:20).
De 'leeuw uit de stam Juda, de telg van David' (de term 'Jood' komt van Juda), zoals Jezus genoemd wordt (Openbaring 5:5), was een wetsgetrouwe Jood die zich identificeerde met het Joodse volk waar hij van jongs af aan deel van uitmaakte. Hij was één hunner en aangezien Jezus is opgestaan uit de doden, is hij nog steeds één hunner. Jezus moest een Jood zijn:
Maar toen de tijd gekomen was zond God zijn Zoon, geboren uit een vrouw en onderworpen aan de wet (Tora), maar gezonden om ons vrij te kopen van de wet (Tora) opdat wij zijn kinderen zouden worden. (Galaten 4:4-5)
Jezus moest dus volgens de profetie geboren worden binnen het verbond dat God met Israël gesloten had en Jezus heeft
op volmaakte wijze de Wet volbracht. Jezus was het onschuldige en onbevlekte lam, geslacht voor de zonden van de wereld. Door zijn kruisdood hebben we volgens het christendom Gods rechtvaardigheid ontvangen en zijn we gered.
Het Nieuwe Verbond
Gesloten met Israël
Het Nieuwe Verbond is volgens het christendom evenals het Oude Verbond gesloten met Israël (Jeremia 31:31; Romeinen 9:4). Het Oude Verbond heeft betrekking op Israël als natie en het Nieuwe Verbond heeft betrekking op het Koninkrijk van de hemel en is - hoewel gesloten met Israël - opengesteld voor alle niet-joden. De vervangingsleer claimt ten onrechte dat in het Nieuwe Verbond de kerk het nieuwe Israël is. Ds. Willem J.J. Glashouwer zegt hierover:
De Kerk [Ecclesia, Gemeente] is niet in de plaats gekomen van Israël, net zomin als de doop in plaats van de besnijdenis [zoals het doopformulier van de Gereformeerde Kerken leert], noch kerkgebouwen in plaats van de tempel. Israël is Israël en de Kerk is de Kerk. God zal Zijn beloften aan Israël vervullen, net als Zijn beloften aan de Kerk. We moeten ophouden met het door elkaar halen van die twee, of de één voor de ander in de plaats te stellen, zoals in het verleden zo vaak is gebeurd.²
Eeuwigdurende verbonden
De Kerk is kortom niet in de plaats van Israël gekomen. De verbonden die God met Israël gesloten heeft zijn
eeuwigdurend. Het verbond met het Joodse volk is dus ook niet afgeschaft of vervangen door een Nieuw Verbond, maar het is vervuld.
Vervuld in Jezus: de Messias van Israël is namelijk het doel waarop de Tora mikt (Romeinen 10:4). Er is geen verschil tussen de Tora in Psalm 1 en Jezus het Woord in Johannes 1.
De Bijbel is door en door Joods
Zowel het Oude- als het Nieuwe Verbond zijn door en door Joods. Jezus is als Jood geboren in Bethlehem uit een Joodse moeder, Maria. Jezus leefde als een Jood en hij hield zich volkomen aan de Joodse Wet, de Tora. Jezus stierf aan het kruis als 'Koning der Joden' (Matteüs 27:37). In de toekomst zal Jezus vanaf de troon van David vanuit Jeruzalem de wereld regeren. Jezus was en is de Joodse Messias, zoals aangekondigd in de Tenach.
Door de dood en opstanding van Jezus heeft God een nieuw verbond met Israël gesloten. Iedereen uit Joden en heidenen die geloven in Jezus de Messias zijn deelgenoot van dit verbond. Jezus stierf aan het kruis en stond op uit de dood om te boeten voor de zonden van de mensen. Daardoor heeft hij de weg naar God weer geopend die gesloten was door de zonde. Jezus is het die door de Heilige Geest de Tora in de gelovigen werkt en vervult. De Tora wordt in de harten van mensen geschreven die zij zich uit vrije wil onderwerpen aan God via het verzoenende werk van Jezus.
Dat de redding van de Joden komt is een onloochenbaar historisch feit. Zonder de Joden, zouden er geen stamvaders zijn, geen verbondsvolk, geen profeten, geen apostelen, geen Bijbel en geen Messias. En geen Messias, geen verlossing.
Paulus, Rembrandt (1633 of 1635) /
Bron: Rembrandt, Wikimedia Commons (Publiek domein)De verantwoordelijk van de gelovigen uit de heidenen jegens Israël
Messiaanse Joden
In Romeinen 11:13 zegt Paulus:
"Ik spreek nu tot degenen onder u die uit heidense volken komen". Paulus schrijft naar de Messiaanse gemeente in Rome, bestaande uit Messiaanse Joden en niet-Joodse christenen. Paulus maakt een onderscheid tussen
Messiaanse Joden en gelovigen die uit heidense volken komen. Paulus maakt dus korte metten met het idee dat Joden die tot geloof in Jezus komen, christenen worden en ophouden Joods te zijn. Vele Messiaanse Joden moesten in de loop der eeuwen onder druk van de kerk assimileren en hun Jood-zijn afleggen. Van deze gelovigen werd verwacht dat zij geheel en al zouden opgaan in de kerk, net als alle andere gelovigen. Een aparte plaats voor het geslacht van Abraham werd niet toegekend. Hun Jood-zijn had volgens de kerk geen enkele betekenis. Dit in weerwil van het feit dat Bijbels gezien
een Messiaanse Jood een Jood blijft.
De edele olijfboom
In vers 13 richt Paulus zich expliciet tot de gelovigen uit de heidenen en hij geeft ze de volgende waarschuwing:
En als nu sommige takken van de edele olijfboom zijn afgebroken en u, loten van een wilde olijfboom, tussen de overgebleven takken bent geënt en mag delen in de vruchtbaarheid van de wortel, dan moet u zich niet boven de takken verheffen. Als u dat doet, moet u goed bedenken dat niet u de wortel draagt, maar de wortel u. (Vers 17 en 18)
God heeft niet afgedaan met de Joden. U moet zich niet boven de takken verheffen! Paulus houdt hen voor zich vooral niet arrogant, ondankbaar of superieur te gedragen jegens Israël. Het zijn de gelovigen uit de heidenen, de niet-Joden, die als vreemde loten zijn geënt op de oude wortel, op het Nieuwe Verbond met Israël. In zijn genade heeft God deze gelovigen uit de heidenen toegevoegd in het Nieuwe Verbond. Zíj zijn geënt en van hun heidense wortels afgesneden en niet de volksgenoten van Paulus. Het is hún verbond waar gelovigen uit de heidenen deel aan mogen hebben. En als de tijd van de heidenen voorbij is (Lucas 21:24), dan zal heel Israël worden gered (Romeinen 11:26).
Niet hoogmoedig opstellen
Gelovigen uit de heidenen moeten zich niet hoogmoedig opstellen ten opzichte van de afgebroken takken (Joden die Jezus niet als Messias aanvaarden), maar ontzag hebben voor God (Romeinen 11:20):
Als hij de oorspronkelijke takken al niet heeft gespaard, zou hij u dan wel sparen? Houd daarom voor ogen dat God niet alleen goed is, maar ook streng. Hij is streng voor wie gevallen zijn, maar goed voor u – als u tenminste trouw blijft aan zijn goedheid, want anders wordt ook u afgekapt. En als de Israëlieten niet volharden in hun ongeloof, zullen ook zij worden geënt, want God is bij machte hen opnieuw te enten. Immers, als u die van nature een tak van de wilde olijfboom bent, tegen de natuur in op de edele olijfboom bent geënt, hoeveel eerder zullen dan zij die er van nature bij horen, op die boom worden geënt! (Romeinen 11:21-24)
Ondanks deze niet mis te verstane woorden van Paulus, zijn het vooral christenen geweest die door de eeuwen heen Joden hardvochtig hebben vervolgd. Derek Prince zegt hierover:
The Jews have suffered presecution in many different forms from many different peoples, but ... their cruelest and most consistent presecutors have been the Christians. (p.11-12)
Het is daarom niet verwonderlijk dat binnen het hedendaagse Jodendom Jezus niet als de Messias gezien wordt, uitgezonderd een kleine minderheid van
Messiasbelijdende Joden.
De aarzeling om hem als zodanig te aanvaarden zal onder andere te maken hebben met de huidige onverlostheid van de wereld, het niet kunnen begrijpen dat de Messias moest lijden, en met de wijze waarop in de loop der eeuwen Christenen Jezus als de Messias aan de Joden opgedrongen hebben.³
Het heil is uit èn voor de Joden
Bijbels gezien is het heil uit èn voor de Joden. De God van Israël heeft de wereld
via Israël verlossing te bieden. De redding is niet alleen uit de Joden, het is in de eerste plaats ook voor de Joden. Jesaja 49:6 maakt weliswaar duidelijk dat de rol van de Messias universeel is: niet alleen het volk Israël bevrijden, maar aan de hele wereld verlossing brengen. Niettemin kwam Jezus in de eerste plaats om zijn volk te bevrijden van hun zonden (Matteüs 1:21). Ds. Glashouwer houdt de christelijke kerk voor:
Christelijke kerk, christelijke gemeente, wees niet hoogmoedig, maar vrees! En verbaas je over Gods genade jegens jullie. En zie maar: Hij heeft gedacht aan Zijn genade, Zijn trouw aan Israël nooit gekrenkt. Want het Joodse volk komt thuis. Israël herleeft. En dat betekent dat de Verlosser in aantocht is. Hij zal Zichzelf op Zijn eigen wijze aan Zijn Joodse broeders openbaren. (p.56)
In en door Jezus Christus gelden de beloften van het Nieuwe Verbond (Lucas 22:19-20). Paulus zegt in zijn brief aan de Romeinen:
"Voor dit evangelie schaam ik mij niet, want het is Gods reddende kracht voor allen die geloven, voor Joden in de eerste plaats, maar ook voor andere volken" (Romeinen 1:16). De gelovigen uit de heidenen moeten er van doordrongen zijn dat juist
zij geënt zijn op het Nieuwe Verbond van God met Israël (Romeinen 11). Ken uw plaats en wees bescheiden. De Kerk moet voorts radicaal stelling nemen naar het Joodse volk in de geest van wat Ruth zei:
"Uw volk is mijn volk".
Noten:
- Derek Prince: Our Debt to Israel; Derek Prince Ministries International, 1984 (2006).
- Ds. Willem J.J. Glashouwer: Waarom Israël?; Barnabas, Heerenveen, 2007, p.58.
- C.J. van den Boogert in: Vrede over Israël; jaargang 41, nr. 5; september 1997.
Lees verder