Antisemitisme Bijbel: Paulus in 1 Tessalonicenzen 2:14-15-16

Antisemitisme Bijbel: is Paulus anti-Joods?
- Het demoniseren van Joden
- Paulus en de Joden: de boodschap van 1 Tessalonicenzen 2:14-15-16
- Antisemitisme bij Paulus?
Het demoniseren van Joden
Op basis van het Bijbelgedeelte 1 Tessalonicenzen 2:14-16 wordt door sommige mensen Paulus aangewreven anti-Joodse sentimenten te hebben aangewakkerd. Paulus (Sha'ul) schrijft zijn eerste brief aan de Tessalonicenzen, de Messiaanse gemeente in Thessalonica. Bij oppervlakkige lezing zou je geneigd kunnen zijn te denken dat Paulus grossiert in anti-Joodse sentimenten. Het is als een lezer die niet bekend is met de Bijbel en die bij het lezen van het Bijbelboek psalmen (Tehillim) op de volgende teksten stuit en daaruit de conclusie trekt dat er sprake is van een wrekende en boosaardige God uit primitieve tijden en dat degene die deze bede uitspreekt blijk geeft van een inferieur geestelijk leven.En als je op zoek wilt naar ogenschijnlijke anti-Joodse teksten in het Oude Testament (Tenach), dan hoef je ook niet ver te zoeken. Laten we luisteren naar de woorden van Mozes (Mosje):
Het Nieuwe Testament (B'rit Hadashah) is "voor Joden in de eerste plaats, maar ook voor andere volken" (Romeinen 1:16), en is netzomin antisemitisch als de Tenach. De boodschap van het NT is dat God van Israël houdt en haar zal herstellen.
Paulus en de Joden: de boodschap van 1 Tessalonicenzen 2:14-15-16
Terug naar Paulus en het tekstgedeelte in 1 Tessalonicenzen 2:14-16. Hield Paulus een anti-Joodse tirade? We zullen dit Bijbelgedeelte kort bespreken.1 Tessalonicenzen 2:14-16 Nieuwe Bijvelvertaling (NBV) | 1 Tessalonicenzen 2:14-16 De Naardense Bijbel |
---|---|
[2:14] Het is u vergaan, broeders en zusters, als Gods gemeenten in Judea die Christus Jezus toebehoren. U hebt even zwaar onder uw stadsgenoten geleden als zij onder de Joden. [2:15] Die hebben de Heer Jezus en de profeten gedood en ons tot het uiterste vervolgd. Ze mishagen God en zijn alle mensen vijandig gezind, [2:16] omdat ze ons beletten andere volken bekend te maken hoe ze kunnen worden gered. De maat van hun zonden raakt nu vol, en Gods veroordeling is ten volle over hen gekomen. | [2:14] Want gíj zijt navolgers geworden, broeders-en-zusters, van de vergaderingen van God die er zijn in Judea, in Christus Jezus, omdat ook gij van de eigen stamgenoten hetzelfde te lijden hebt gekregen zoals ook zij van de Judeeërs, [2:15] die ook de Heer gedood hebben, Jezus, en de profeten, en ons hebben vervolgd en God niet behagen, en tegen alle mensen zijn, [2:16] terwijl zij ons willen verhinderen tot de heidenen te spreken opdat die gered worden,- en zo zijn zij aldoor bezig hun zonden volledig te maken; maar over hén is de Toorn tot een einde gekomen. |
In 1 Tessalonicenzen 2:14 maakt Paulus duidelijk dat zijn broeders en zusters in Tessalonica zwaar hebben geleden onder de vervolging van hun eigen stamgenoten (zie Handelingen 17:5), net zoals Gods gemeenten in Judea die Christus Jezus toebehoren hebben geleden onder hun stamgenoten - de Judeeërs die Jezus hebben gedood (zie Handelingen 8:1 en 12:1-4). Het is een parallelle situatie die alleen uit de verf komt door de term Ἰουδαῖοι te vertalen met 'Judeeërs'.
In de NBV is er een punt gezet tussen vers 14 en vers 15. Hierdoor staat er in vers 15 dat 'die' (wat zich laat lezen als 'de Joden', zie het voorafgaande vers) de Heer Jezus hebben gedood. Dat is quatsch! Alsof alle Joden daar de hand in hadden. Christenen beschuldigden eeuwenlang het Joodse volk van deïcide; de NBV werkt dit in de hand. In de Griekse tekst staat op die plek geen punt en overigens ook geen komma - in de Griekse handschriften van het Nieuwe Testament staan geen leestekens. Want door een komma te plaatsen, zoals in de meeste Engelse vertalingen gebeurt, wordt ook gesuggereerd alsof alle Joden de Heer Jezus hebben vermoord. David Stern zegt hierover in zijn Jewish New Testament Commentary:
... The Greek text unambiguously requires the latter understanding, that is, no comma (as any standard Greek grammar will prove in its discussion of the use of the definite article with adjectival predicates). (David Stern: JNC, p.618).
Als we gewoon vertalen wat er staat, blijkt dat Paulus het heeft over een specifieke groep Judeeërs (Ἰουδαῖοι) waar Gods gemeenten in Judea onder te lijden hebben, namelijk zij die (ook) de Heer Jezus hebben gedood. Een correcte vertaling geeft David Stern:
"For, brothers, you came to be imitators of God's congregations in Y'hudah that are united with the Meassiah Yeshua - you suffered the same things from your countrymen as they did from the Judeans who both killed the Lord Yeshua and the prophets, and chased us out too." (David Stern, CJB, p.1475).
Na vermelding van de vervolgingen in vers 14, somt Paulus in de verzen 15 en 16 de zonden op van deze Judeeërs:
Wat Paulus zegt in 1 Tessalonicenzen 2: 14-16 zijn geenszins de woorden van een antisemiet. Maar spreekt hij zich elders wel op anti-Joodse wijze uit?
Antisemitisme bij Paulus?
Nergens in het Nieuwe Testament wordt opgeroepen tot haat of afkeer tegen de Joden of worden de lezers opgeroepen tot geweld jegens hen. Integendeel, in de Brief van Paulus aan de Romeinen (vaak kortweg Romeinen genoemd), spoort hij de lezers aan tot het opwekken van na-ijver (afgunst):Paulus identificeerde zichzelf als Jood, zo kunnen we opmaken uit het Bijbelboek Handelingen. Paulus bleef ook na zijn Damascus-ervaring een wetsgetrouwe Farizeeër, maar wel vanuit het geloof in Jezus de Messias. In Romeinen 10:1-2 toont Paulus zijn liefde voor de Joden, zijn volksgenoten:
Paulus gaf zo duidelijk een belofte van verlossing, zoals is te vinden in de hele Bijbel.
Lees verder
- Ds. W.J.J. Glashouwer: de wortel van het antisemitisme
- Nieuwe Testament: Joodse wortels christelijke Jodenhaat?
- David H. Stern: commentaar op het Joodse Nieuwe Testament
- Maarten Luther en de Joden en zijn 7 anti-Joodse maatregelen
Warning: Undefined array key 75868 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/article.php on line 202