Beschermheilige tegen doodsangst Achatius van Ararat
Achatius van Ararat leefde in de 2de eeuw en was een Romeinse legioencommandant. In de Rooms-Katholieke Kerk is hij de beschermheilige tegen doodsangst. Zijn historische identiteit is echter omstreden. Volgens de legende zou hij in ca. 135 op de berg Ararat met 10.000 andere legionairs gekruisigd zijn, omdat de soldaten de Romeinse goden niet langer wilden vereren. Zijn gedenkdag is 22 juni. In de Oosters-Orthodoxe Kerk is zijn feestdag 31 maart. Achatius van Ararat en de 10.000 martelaren zijn in de 11de-13de eeuw als inspirerend voorbeeld gebruikt voor de kruisvaarders die de Moorse overheersing in Zuid-Europa bevochten en optrokken naar Jeruzalem. Achatius van Ararat wordt wel eens verward met Achatius van Constantinopel, die eveneens legioencommandant was en het martelaarslot onderging.
Inhoud
Achatius van Ararat patroonheilige tegen doodsangst
Achatius van Ararat was een Cappadociër, maar volgens sommige bronnen van Armeense afkomst. De naam is gelatiniseerd en stamt af van het Hebreeuwse woord
achaz, wat standvastig in God betekent. Hij stierf in ca. 135 de
kruisdood met 10.000 andere legionairs op de Ararat, een legendarische en Bijbelse berg waar naar verluidt de Ark van Noach zou zijn gestrand. De berg bevindt zich in het oosten van het huidige Turkije, op de grens met Armenië.
Achatius van Ararat. Beeld in de St. Achatius, Mainz-Bretzenheim (Zahlbach) /
Bron: Schuppi, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0) Gruwelijk lot
Het verfhaal van
Achatius van Ararat is historisch niet te verifiëren en wordt dan ook tot de legenden gerekend. Niettemin werd hij heilig verklaard, maar zelfs dat feit is niet te bevestigen. Het gegeven dat hij de beschermheilige tegen
doodsangst is, heeft te maken met zijn standvastigheid terwijl hij en zijn metgezellen een gruwelijk lot tegemoet gingen.
De veldslag bij de Eufraat
De kruisdood van een bijna compleet legioen vond plaats tegen de achtergrond van de Romeins-Parthische oorlogen (66217). Keizer Publius Aelius Traianus Hadrianus (76138) regeerde van 117 tot 138 en wilde een einde maken aan de Romeinse expansiedrift door de Eufraat uit te roepen tot definitieve grens van het Romeinse Rijk in het
Midden-Oosten. In samenwerking met vazalkoningen in dat gebied ontstond er een relatief vredige periode, althans voor wat die waard was. Onlusten waren er immers voortdurend. Hadrianus had 9000 legionairs geworven, gerekruteerd uit de omliggende vazalkoninkrijken, om bij de bovenloop van de Eufraat een opstand de kop in te drukken.
Legio VI Ferrata (IJzerlegioen)
Het is niet bekend in hoeverre er ook reguliere Romeinse legioenen waren ingezet om de revolte te wreken. Bekend is echter dat het Legio VI Ferrata (IJzerlegioen) zich in die contreien ophield. In elk geval zag het gerekruteerde leger van bijna 10.000 soldaten zich in ca. 135 geconfronteerd met een indrukwekkende legermacht van naar verluidt honderdduizend rebellen. Hadrianus gaf het Romeinse legioen toen het bevel om zich voorlopig terug te trekken omdat het anders gegarandeerd het onderspit zou delven. De
legende verhaalt niet waarom Achatius de strijd zo graag wilde doorzetten en het bevel van Hadrianus aldus negeerde, behalve dat hij op de
goden vertrouwde en veel offers bracht.
Hemelse hulp
De angst onder de legionairs zou enorm zijn geweest, de overmacht was immers ontstellend groot. Toen de nood het hoogst was, en de strijd aangebonden zou worden, verscheen een engel aan Achatius. Het is niet bekend of het een van de
aartsengelen was die hem in een visoen een uitweg bood. De engel beloofde Achatius de overwinning wanneer hij en zijn legionairs zich tot het christendom zouden bekeren. Volgens sommige bronnen was het de
bisschop van Toledo die de manschappen vlak voor de strijd gedoopt zou hebben en die uiteindelijk ook samen met hen gekruisigd werd. De legionairs hechtten veel geloof aan het visioen van Achatius. Mogelijk beschouwden ze het als de laatste strohalm. Na een korte strijd wonnen Achatius en zijn manschappen op wonderbaarlijke wijze de veldslag. Het is niet bekend hoe het zegevierende leger tactisch en strategisch te werk was gegaan.
Achatius van Ararat, de marteldood van de heilige en de 10.000 martelaren. Afbeelding toont de doornen waarin de legionairs geworpen werden. Museum Catharijneconvent, Utrecht /
Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (CC0)De berg Ararat
Na de overwinning bij de Eufraat leidde
Achatius zijn troepen naar de berg Ararat, waar volgens de legende zeven engelen in hun midden vertoefden en hen lering gaven over het christendom. Zonder dat de legionairs geravitailleerd werden, en ze het weinige voedsel dat ze hadden rantsoeneerden, werden ze door de engelen voorbereid op een nieuwe strijd. De strijd van Jezus Christus en de wilskracht en motivatie om in zijn voetsporen te treden.
Keizer Hadrianus
Intussen had keizer Hadrianus afgezanten gestuurd naar de berg Ararat, benieuwd hoe Achatius 'bij alle goden!' deze ongelijke strijd had kunnen winnen. Kennelijk was het feit dat de 9000 legionairs christen waren geworden belangrijker dan dat de rebellen waren verslagen. Hadrianus riep de hulp in van zeven vazalkoningen die naar verluidt een leger van vijf miljoen soldaten op de been kregen om Achatius en zijn volgelingen op andere gedachten te brengen. Aldus zette Hadrianus Achatius schaakmat. Achatius werd ter verantwoording geroepen terwijl een engel hem in een visoen ervan overtuigde dat de engelenscharen met hem zouden zijn om hem te sterken. De vazalkoningen spraken onophoudelijk in op Achatius dat het beter zou zijn om de Romeinse goden weer te vereren.
De dood van Achatius en de 10.000 martelaren
Keizer Hadrianus zette Achatius voor het blok: terugkeer naar het oude geloof of een gruwelijke marteldood sterven. Achatius en zijn manschappen gaven geen krimp. Eerst werd geprobeerd het complete omsingelde, vermoeide en inmiddels nooddruftige en dus verzwakte legioen van 9000 manschappen te stenigen, maar de stenen keerden midden in de lucht als boemerangs terug en kwamen op de stenigers terecht. Met zwepen stonden andere soldaten klaar, maar hun armen werden krachteloos. Vervolgens kreeg elke gekerstende legionair een doornenkroon op zijn hoofd gedrukt. Volgens andere bronnen werden ze een voor een in doornenhopen gegooid en aldus gespietst. Toen 1000 soldaten overliepen naar het bekeerde legioen, liet Hadrianus hen allemaal
kruisigen op de berg Ararat. Terwijl ze daar hingen bad Achatius luidkeels en onophoudelijk de geloofsbelijdenis, voor iedereen hoorbaar. Na korte tijd volgde een aardbeving en vielen de inmiddels overleden martelaren van hun kruis. Volgens de legende verschenen engelen die ervoor zorgden dat alle martelaren respectvol begraven werden.
Kruisvaarderstijd
Dit heldhaftige, epische verhaal werd in de 11de-13de eeuw, in de kruisvaarderstijd, telkens opnieuw verteld. Uit het relaas van de beschermheilige Achatius van Ararat konden de
kruisvaarders moed en inspiratie putten in hun strijd tegen de Moren en hun veldtochten tegen de moslimoverheersing van Jeruzalem.
Achatius van Ararat, kruisiging van de heilige.
Martirio de San Acacio, van anonieme schilder uit Toledo (Spanje) /
Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)Verering
22 Juni is de rooms-katholieke gedenkdag, of feestdag, van Achatius van Ararat en de 10.000 martelaren. In de Oosters-Orthodoxe Kerk wordt 31 maart aangehouden. Achatius zou in de vroege eeuwen van het christendom heilig zijn verklaard. De feestdag van Achatius werd echter in 1969 geschrapt tijdens de kalenderhervorming. Het verhaal van de 10.000 martelaren is in de 13de eeuw, volgens sommige bronnen in de 12de eeuw, samengesteld en opgetekend in de
Legenda Aurea.
Veertien Noodhelpers
Achatius van Ararat wordt met name in Spanje en Italië nog steeds vereerd. In het officiële
Martyrologium Romanum van de Rooms-Katholieke Kerk is het relaas van Achatiius niet vermeld en ook niet opgenomen in het huidige
Calendarium, na de hervorming in 1969. Wellicht heeft dat te maken met het feit dat het verhaal elke
historische grondslag mist. Ook de Romeinse kroniekschrijvers vermeldden het voorval op de berg Ararat niet. Niettemin is de verering van Achatius van Ararat wijdverbreid. Wellicht omdat deze beschermheilige en de 10.000 martelaren deel uitmaken van de
Veertien Noodhelpers, ook wel de Veertien Heilige Helpers genoemd. Het zijn heiligen tot wie men zich kan wenden als de nood het hoogst is. Doorgaans worden alle heiligen uit die groep tegelijk aangeroepen. Mogelijk vindt dit zijn oorsprong in de religieuze strijd tegen de pestepidemieën.
Attributen en iconografie
Achatius van Ararat is in veel gevallen afgebeeld als edelman, legionair, kruisvaarder, maar soms ook als bisschop. Het laatste heeft wellicht te maken met de persoonsverwisseling aangaande de
martelaar Achatius van Constantinopel (feestdag 8 mei) en enkele andere bisschoppen, onder wie Achatius van Melitene (feestdag 17 april). De attributen van Achatius van Ararat zijn de lans, het zwaard (
gladius), een doornenkroon en een kruisbeeld, vaak ook met een vaandel (legionair), en in zijn hand een doornentak, aangezien hij er volgens sommige bronnen door gespietst werd.
Patronaat van Achatius van Ararat
De belangrijkste voorspraak betreft
doodsangst en verscheurende twijfel. Maar ook redding uit
gevaar in het algemeen, bij uitzichtloze situaties, het voorkomen en dragen van ernstige ziekten en troost tijdens het
stervensproces. In de orthodox-christelijke leer verkort zijn voorspraak het lijden in het vagevuur.
Lees verder