Excentriek en Vreemd als persoonlijkheidsstoornissen
10 tot 15 procent van de mensen om ons heen lijdt in meer of mindere mate aan persoonlijkheidsstoornissen. Een heel klein percentage daar van komt terecht bij de psycholoog. De rest kwakkelt door: zowel de persoon lijdend aan de stoornis als de omgeving. In dit artikel worden de persoonlijkheidsstoornissen ' Excentriek en Vreemd' behandeld.
Wat zijn Persoonlijkheids stoornissen?
Mensen met persoonlijkheidsstoornissen
- hebben diepgewortelde, vaak als afwijkend beschouwde patronen in denken en gedrag
- zijn weinig flexibel
- passen zich moeilijk aan waardoor ze problemen hebben met het functioneren in de samenleving
Plaats van de pesoonlijkheids stoornissen binnen het DSM
Sinds 1990 wordt er gebruik gemaakt van een classificatie systeem in de psychologie en psychiatrie: het Diagnostic and Statistic Manual of mental Disorders, kortweg het DSM. Binnen het DSM maakt men gebruik van assen. Persoonlijkheids stoornissen vallen binnen het DSM IV onder de tweede as. (AS II). Binnen de assen worden de diverse onderwerpen ondergebracht in clusters.
In de huidige literatuur worden de persoonlijkheidsstoornissen (A II) onderverdeeld in drie clusters:
- excentriek of vreemd (cluster a)
- emotioneel en grillig (cluster b)
- angstig of bevreesd (cluster c)
Excentriek en Vreemd
Cluster A: exentriek en vreemd, kan in de psychologische literatuur nader ondergebracht worden als:
- paranoïde : extreem structureel achterdochtig en wantrouwend
- schizoïde : structurele buiten proportionele afstandelijkheid en emotieloosheid
- schizotypisch : structureel buiten proportioneel bizar en vreemd gedrag vaak gepaard gaand met een excentriek voorkomen
Mensen met een stoornis uit deze cluster kunnen gebukt gaan onder waandenkbeelden en kunnen daardoor vaak tot grote last voor hun omgeving zijn. Deze stoornissen vallen de buitenwereld vaak lange tijd niet op juist omdat de 'karakteristieken' excentriek en vreemd in de huidige maatschappij niet meer zo laakbaar zijn. Personen kunnen jarenlang stilletjes‘meedraaien’ in de maatschappij zonder dat hun stoornis opvalt en het binnen een stramien van een ‘ziekte’ wordt gezien. Het is ook niet zo simpel voor de omgevingl om ertoe over te gaan om dit soort gedrag paranoide, schizoide of schizotypisch op te plakken (Bijvoorbeeld: Tja, Oma was altijd al een beetje vreemd! Maar om nou te zeggen dat ze schizoide is…).
Wanneer is het erg?
Of er nu duidelijk sprake is van een persoonlijkheidsstoornis is voor de leek natuurlijk buitengewoon moeilijk te bepalen.
Er heerst echter binnen de psychologie een specifieke opvatting over hoe erg de vreemdheid en het excentrieke gedrag kunnen zijn zodat er mogelijk sprake is van een duidelijke persoonlijkheids stoornis: namelijk hoeveel overlast voor zijn of haar omgeving de persoon in kwestie veroorzaakt. De mate van overlast aan de omgeving bepaalt dus uiteindelijk of men in aanmerking komt voor een bezoekje aan de spreekkamer van de psycholoog tot aan opname in een instituut! Dat is op zich best een bijzondere bepaling! Niet hoe erg ziek denkt men dat iemand met een persoonsstoornis is, maar hoeveel overlast veroorzaakt zo'n persoon! Met andere woorden: iemand met een verregaande persoonlijkheidsstoornis kan zeer makkelijk in relatieve afzondering door leven zolang hij of zij maar niemand tot last is.
Begrijpt de persoon zelf dat hij 'ziek' is inplaats van alleen maar excentriek of een beetje vreemd?
Er zijn persoonlijkheidsstoornissen waarbij de mensen last hebben van zichzelf. Dan komt ook eerder het besef dat ze aan iets lijden waarbij ze beter professionele hulp in kunnen roepen.
Mensen met een excentrieke of vreemde persoonlijkheidsstoornis komen in het algemeen niet zo ver dat ze onderkennen dat ze aan een psychologische stoornis lijden. Het is namelijk zo dat anderen hen zien als emotieloos, wantrouwend, excentriek of bizar etc. Hun gedrag is wat hen betreft een uiting van hoe ze zijn en daar is niets vreemds aan wat hen betreft. Dat staat genezing uiteraard in de weg: men kan alleen maar genezen van een stoornis als het besef er is dat men er een heeft.
De conclusie is gerechtvaardigd dat uiteindelijk de omgeving bepaalt in hoeverre er sprake is van vreemd en excentriek gedrag als een stoornis en dat de omgeving dus uiteindelijk bepaalt dat er professionele hulp moet worden gezocht.
Lees verder