Sociale netwerken en jeugdcriminaliteit: netwerk jongeren
Sociale netwerken en jeugdcriminaliteit. Uit de literatuur blijkt dat het sociale netwerk van jongeren een belangrijke rol speelt in hun criminele gedrag en het al dan niet herhalen van delictgedrag. Al in de jaren '30 van de vorige eeuw toonden de onderzoekers Shaw en McKay aan dat >80% van de jongeren die voor de rechter moeten verschijnen, samen met anderen een delict hadden gepleegd. De aard van het sociale netwerk is van invloed op het risico op delictgedrag en de kans op recidive.
Jeugdcriminaliteit: Wanneer jongeren het verkeerde pad op gaan
Jeugdcriminaliteit gaat over jongeren, meestal onder de 18 jaar, die de wet overtreden. Dit kan van alles zijn: van kleine dingen zoals winkeldiefstal of vandalisme, tot serieuzere zaken zoals geweld of drugshandel. Jongeren die in aanraking komen met criminaliteit, doen dat vaak uit verveling, groepsdruk, of omdat ze zich willen bewijzen. Soms speelt er meer: problemen thuis, op school, of in hun omgeving, die hen op het verkeerde pad brengen.
Het bijzondere aan jeugdcriminaliteit is dat de maatschappij vaak anders kijkt naar jonge daders dan naar volwassenen. Er wordt geprobeerd om jongeren weer op het juiste spoor te krijgen, bijvoorbeeld door hulp te bieden of speciale programma’s aan te bieden die hen leren om betere keuzes te maken. In plaats van alleen straf, is er veel aandacht voor heropvoeding en preventie, omdat de samenleving gelooft dat jongeren nog een kans verdienen om hun leven te verbeteren.
Sociale netwerken en jeugdcriminaliteit
In het artikel 'Sociale netwerken en jeugdcriminaliteit' van de hand van J. Broekhuizen, F.M.H.M. Driessen en B. Völker worden drie vragen gesteld om te onderzoeken hoe
sociale netwerken van invloed zijn op
crimineel gedrag van de jongere.(1)
- In hoeverre zijn de verschillende sociale netwerken waarin een jongere zich begeeft, van invloed op zijn criminele gedrag?
- Leidt contactfrequentie met het 'verkeerde' netwerk en de mate van ontvangen steun, tot meer crimineel gedrag?
- Wat is de invloed van sociale netwerken afgezet tegen de effecten van andere criminogene factoren, dat zijn factoren die van invloed zijn op het ontwikkelen of in stand houden van crimineel gedrag?
De gegevens waarop de auteurs zich baseren zijn afkomstig van longitudinale onderzoek onder Rotterdamse scholieren van verschillende scholen in diverse deelgemeenten. Er hadden twee metingen plaatsgevonden op het moment dat de auteurs het artikel schreven. Een derde meting moest nog plaatsvinden in het najaar van 2008.
Invloed van sociale netwerken op criminaliteit
Voor dit onderzoek werden vijf sociale netwerken onderscheiden:
- school
- woonbuurt
- jongerengroepje
- sportvereniging
- familieleden van dezelfde leeftijd
Wat blijkt? De aanwezigheid van criminele en deviante kinderen in de vijf voornoemde netwerken, draagt aanzienlijk bij in het risico dat de scholier zelf ook crimineel gedrag gaat vertonen. Als een scholier weinig tot geen contacten heeft met criminele leeftijdsgenoten, dan is de kans klein dat hij zelf criminele activiteiten gaat ontplooien.
De contactfrequentie is ook, zij het in mindere mate, van invloed van de ontwikkeling van crimineel gedrag van de scholier. De ontvangen steun en de mate waarin dat gebeurt, is echter niet van invloed op de criminaliteit.
Jongerengroepje
De sociale groep die het meeste bijdraagt aan het ontwikkelen van crimineel gedrag, zijn contacten met het jongerengroepje, gevolgd door kinderen uit de buurt, school en familie. Kinderen van de (sport)vereniging spelen nauwelijks een rol in het aanzetten tot delictgedrag.
Andere factoren
Ook als er met andere factoren rekening wordt gehouden zoals sociaaleconomische status, culturele oriëntatie en kenmerken van de ouder(s), dan blijkt onmiskenbaar dat de mate van criminaliteit van de kinderen in de vijf groepjes voor het grootste gedeelte van invloed zijn op het ontwikkelen van deviant gedrag door de scholier. Andere factoren die blijkens het onderzoek een belangrijke rol spelen zijn:
- Jongeren die zelf aangeven in een slechte buurt te wonen, vertonen vaker crimineel gedrag. Waarmee gezegd kan worden dat iemands woonomgeving aanleiding kan geven voor crimineel gedrag.
- Jongens zijn crimineler dan meisjes.
- Jongeren die geneigd zijn meer rekening te houden met anderen, plegen minder snel een delict dan jongeren die meer individualistisch zijn ingesteld.
- Jongeren die weinig sociale controle ervaren van hun ouders, plegen sneller een delict dan jongeren die ouders hebben die meer toezicht en controle uitoefenen.
Criminele vriendjes in de buurt en in het groepje
Al deze traditionele criminogene factoren tezamen hebben echter minder invloed op het ontwikkelen van crimineel gedrag, dan sociale netwerken waar crimineel gedrag de norm is. De belangrijkste voorspellers van crimineel gedrag van de scholier zijn criminele vriendjes in de buurt en in het groepje.
Conclusie: sociale netwerk is van doorslaggevende betekenis
De belangrijkste criminogene voorspellers zijn de omgang van de jongere met deviante jongeren in de buurt en in het groepje.
Sociale netwerken zijn in staat het criminele gedrag van scholieren te verklaren, zo blijkt uit dit onderzoek. Het effect van de sociale netwerken zijn zeer sterk, maar de traditionele verklaringen mogen niet onderschat worden. Weinig sociale controle door de ouders en een individualistische opstellen, leiden tot meer criminaliteit. Het staat buiten kijf dat de netwerktheorie de belangrijke rol die sociale netwerken spelen in crimineel gedrag bij scholieren aantoont. 'Waar je mee omgaat, word je mee besmet,' gaat ondubbelzinnig op voor jongeren. Het effect van sociale contacten met vriendjes en de aard van sociale netwerken (al dan niet crimineel), is zeer groot.
'Zeg mij wie uw vrienden zijn en ik zal zeggen wie u bent.'
Noot
- J. Broekhuizen, F.M.H.M. Driessen en B. Völker: 'Sociale netwerken en jeugdcriminaliteit', in: Justitiële Verkenningen, jrg.34, nr.5, 2008.
Lees verder