Wat doet de Reclassering: toezicht/werkstraf/diagnose-advies

Warning: Undefined array key 11 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Wat doet de reclassering?
- Wat is het doel van de reclassering?
- Daders en verdachten
- Constante factor in de strafrechtsketen
- Uit welke organisaties bestaat de reclassering?
- Op welke doelgroep(en) richten de reclasseringsorganisaties zich?
- Met welke organisaties werkt de reclassering samen?
- Welke diensten biedt de reclassering aan?
- Diagnose & advies
- Reclasseringstoezicht
- Gedragsinterventies
- Werkstraffen
Wat is het doel van de reclassering?
Daders en verdachten
De reclassering werkt met mensen die met justitie in aanraking zijn gekomen, met zowel daders als verdachten. Een dader is een persoon die door de rechter is veroordeeld voor een strafbaar feit en een verdachte is iemand wiens zaak nog onder de rechter is. Het doel van de reclassering is het voorkomen en terugdringen van crimineel gedrag. Het voorkomen van recidive wordt dat ook wel genoemd. De reclassering wil daarmee een steentje bijdragen een een veiliger samenleving. Dit doet de reclassering op verschillende manieren. In de eerste plaats probeert de reclassering het gedrag van daders en verdachten positief te beïnvloeden waardoor crimineel gedrag wordt omgebogen in maatschappelijk aanvaardbaar gedrag. Tevens door de juiste voorwaarden tot stand te brengen waardoor daders stoppen met criminaliteit en hun leven zó gaan inrichten dat ze als volwaardig lid van de samenleving meedraaien.
Constante factor in de strafrechtsketen
Reclassering is de constante factor in de strafrechtsketen, de veiligheidsketen. Vanaf het moment dat een persoon door de politie wordt opgepakt en in verzekering wordt gesteld tot na zijn detentie of veroordeling, kan de reclassering een belangrijke rol vervullen door een inschatting te maken van de kans op recidive en de risico's, door te rapporteren aan justitie en met goede plannen te komen en oplossingen aan te reiken, door controle en toezicht te houden op justitiabelen, door trainingen en programma's aan te bieden die bewezen effectief zijn en door werkstraffen uit te voeren.Uit welke organisaties bestaat de reclassering?
Vanaf 1995 vormen drie organisaties 'de reclassering', te weten:- Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering
- Stichting Verslavingsreclassering GGZ
- Reclassering Nederland (RN)
Op welke doelgroep(en) richten de reclasseringsorganisaties zich?
Het Leger des Heils richt zich voornamelijk op dak- en thuislozen. Stichting Verslavingsreclassering heeft als doelgroep verslaafde justitiabelen en de RN werkt met de overige daders en verdachten. Daarbij richt de RN haar aandacht vooral op jongeren tussen 18-25 jaar, first offenders, veelplegers, zedendelinquenten en mensen die verdacht worden of veroordeeld zijn voor een geweldsdelict. Huiselijk geweld heeft daarbij de bijzondere aandacht van de reclassering.Met welke organisaties werkt de reclassering samen?
De reclassering werkt samen met strafrechtelijke en andere instanties. We noemen onder andere:- Openbaar Ministerie (OM). Het OM kan de reclassering verzoeken een voorlichtingsrapport op te maken teneinde de risico's in te schatten en met een gedegen plan te komen om de recidivekans te verkleinen. Op de rechtszitting wordt hier dan rekening mee gehouden bij het bepalen van de straf.
- Rechtbanken. De rechtbank kan mensen veroordelen tot een voorwaardelijke straf met de bijzondere voorwaarde dat hij zich moet houden aan de aanwijzingen van de reclassering, een meldplicht bij de reclassering. De rechter kan ook bepalen dat de veroordeelde behandeld moet worden of een gedragsinterventie moet volgen. De reclassering ziet toe op de naleving van de voorwaarden. Houdt de veroordeelde zich niet aan de voorwaarden, dan wordt het toezicht geretourneerd naar het OM die de zaak verder afhandelt. De veroordeelde kan dan alsnog het gevang indraaien.
- Gevangeniswezen. Zo wordt door de reclassering in samenwerking met het gevangeniswezen voor alle gedetineerden die veroordeeld zijn tot een gevangenisstraf en na hun veroordeling een strafrestant hebben van minimaal 4 maanden, een re-integratieplan opgesteld teneinde recidive te voorkomen en zijn terugkeer in de samenleving te stroomlijnen.
- Gemeenten. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de nazorg aan ex-gedetineerden. De reclassering ondersteunt de gemeenten daarbij.
- Politie. De reclassering werkt veel samen met de wijkagent - die zijn pappenheimers kent.
- Forensische poliklinieken. Die ambulante behandelingen aanbieden aan justitiabelen met psychische of persoonlijkheidsproblemen.
- Forensische klinieken. Voor een klinische behandeling van justitiabelen met een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens.
- Verslavingszorg. Biedt programma's aan voor verslaafde justitiabelen om terugval in middelengebruik en delictgedrag te voorkomen.
- Woningbouwverenigingen.Voor huisvesting, bij voorbeeld het huisvesten van ex-gedetineerden die onder toezicht van de reclassering staan.
- Maatschappelijk werk. Voor psycho-sociale begeleiding.
- Bedrijfsleven. Voor terugkeer in het arbeidsproces of arbeidsgewenning.
- Non-profit instellingen. Fungeren als werkstrafproject.
Welke diensten biedt de reclassering aan?
De diensten van de reclassering zijn onder te brengen in vier categorieën:[OLIST]Diagnose & advies
Toezicht
Werkstraffen
Gedragsinterventies[/OLIST]
We zullen ze achtereenvolgens toelichten.
Diagnose & advies
De reclassering maakt in opdracht van het Openbaar Ministerie (OM), de rechtbank en het gevangeniswezen rapportages. Dit doet de reclassering op basis van de RISc, een afkorting voor Recidive Inschattings Schalen - een diagnostisch instrument dat de reclassering op gestructureerde wijze helpt inschatten in welke mate er sprake is van risico op recidive en gevaar. Grofweg zijn er op grond van de totaalscore van de RISc drie categorieën met betrekking tot de kans op recidive te onderscheiden.- Laag risico
- Gemiddeld risico
- Hoog risico
Bij de bepaling van het recidiverisico telt het professionele oordeel van de reclasseringswerker ook mee. Bij zo'n 40% van de justitiabelen is de kans op recidive laag, bij nog eens 40% is de kans gemiddeld en de overige 20% heeft een hoge kans op recidive.
Met RISc kan de reclasseringswerker beoordelen welke zogeheten criminogene factoren bij de dader/verdachte de kans op recidive vergroten. Er worden twaalf criminogene factoren onderscheiden:
- Delictgeschiedenis
- Huidig delict
- Huisvesting en wonen
- Opleiding, werk en leren
- Inkomen en omgaan met werk
- Relaties met partner/gezin
- Relaties met vrienden
- Drugsgebruik
- Alcoholgebruik
- Emotioneel welzijn
- Denkpatronen, gedrag en vaardigheden
- Houding
Met behulp van dit risicotaxatie-instrument wordt ook bepaald welke interventies nodig zijn om de recidivekans te verkleinen. RISc richt zich niet alleen op problemen en tekorten van de dader/verdachte, het instrument werpt ook licht op iemands mogelijkheden om zijn gedrag te veranderen. Over het algemeen zal een persoon met een laag recidiverisico geen specifieke trainingen of programma's hoeven te volgen, aangezien de kans dat iemand gaat recidiveren klein is. Bij delinquenten in de middengroep wordt in gedragsverandering geïnvesteerd teneinde recidive te voorkomen. Een groot deel van het interventie-aanbod is toegesneden op deze groep. Voor delinquenten die in de hoge groep vallen zijn er vooralsnog weinig effectieve interventies voorhanden. Het accent zal daarom bij deze groep minder liggen op gedragsverandering en meer op risicobeheersing en risicomanagement.
Reclasseringstoezicht
Mensen die schuldig worden bevonden aan een strafbaar feit, kunnen veroordeeld worden tot een deels voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarde een meldplicht bij de reclassering. Vaak heeft de reclassering vooraf over de persoon een rapport uitgebracht op basis van de RISc en een plan van aanpak voorgesteld dat erop is gericht om recidive te voorkomen. Dit plan richt zich op de criminogene factoren die bij de persoon bijdragen aan de kans op recidive. Justitiële autoriteiten bepalen het type toezicht en de bijbehorende sancties. De reclassering voert het toezicht uit en ziet erop toe dat de veroordeelde de bijzondere voorwaarden (voorwaardelijke sanctie) naleeft. Dat gebeurt volgens de cijfers van de reclassering zo'n 15.000 keer per jaar. Bij overtreding van de voorwaarden wordt het Openbaar Ministerie of de politie gewaarschuwd en zal de delinquent alsnog de gevangenis in moeten. Soms krijgt hij een tweede kans.Begeleiding van de delinquent door de reclassering – naar maatschappelijk aanvaardbaar (delictvrij) gedrag, zinvolle dagbesteding (werk en/of school, ondersteunende sociale contact - is van groot belang om recidive te voorkomen. Met alleen (gevangenis)straf of controle kom je er niet. De reclassering kan – na instemming of op verzoek van justitiële autoriteiten – diverse middelen inzetten om toezicht te houden op de wandel en handel van de delinquent en om zijn gedrag te beïnvloeden. Het aanbod varieert van voorwaarden die gericht zijn op gedragsbeïnvloeding zoals gedragsinterventies en trainingen (zie hieronder), op zorg gerichte voorwaarden zoals een psychiatrische of psychologische behandeling. Maar we kunnen tevens denken aan vrijheidsbeperkende voorwaarden die gericht zijn op risicomanagement, zoals een drugs- en alcoholverbod of elektronisch toezicht (ET).
Elke delinquent krijgt een (resocialisatie)plan dat is toegespitst op zijn persoon, de situatie waarin hij verkeert en zijn recidive- en risicoprofiel. Het is een plan op maat. De reclassering hanteert drie niveau’s van toezicht, waarbij de intensiteit van het toezicht samenhangt met de bovengenoemde drie risicocategorieën: laag, gemiddeld en hoog. Het niveau waarin een delinquent is ingedeeld, bepaalt welke controle- en begeleidingsmiddelen ingezet worden tijdens het toezicht.
Sinds kort kan de reclassering ook toezichten uitvoeren in het kader van een voorwaardelijke invrijheidstelling.
Gedragsinterventies
Volgens de cijfers van RN voert de reclassering jaarlijks rond de 1000 trainingen en cursussen uit. Er worden verscheidene trainingen door de reclassering aangeboden die zijn getoetst op effectiviteit, dat wil zeggen dat ze een bewezen bijdrage leveren aan het terugdringen van recidive. De volgende gedragsinterventies zijn mogelijk:Werkstraffen
In 2008 werden er meer dan dertigduizend werkstraffen uitgevoerd. De rechter kan iemand veroordelen tot maximaal 240 uur onbetaald, zinvol werk. Een werkgestrafte kan te werk worden gesteld bij gemeenten, verpleeghuizen, ziekenhuizen, boswachterijen, de groenvoorziening, enz.Wie betaalt de reclassering?
Reclassering Nederland is een zelfstandige organisatie, het is geen onderdeel van justitie. De reclassering wordt voor een groot deel betaald door middel van subsidiegelden. Gemeenten financieren enkele activiteiten van de reclassering, doch het leeuwendeel is afkomstig van het ministerie van Justitie. In 2008 ging het bij Reclassering Nederland om een budget van € 116.000.000 en 1.657 mensen waren in dienst van deze organisatie. Het geld wordt door de samenleving dubbel en dwars terugverdiend, aangezien de reclassering zichtbaar bijdraagt aan het terugdringen van recidive.Lees verder
- Elektronisch Toezicht / Elektronische controle / huisarrest
- Voorwaardelijke veroordeling: voorwaardelijke straf
- ART Wiltshire-NL Agressie Regulatie Training volwassenen
Warning: Undefined array key 36672 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/article.php on line 202
Warning: Undefined array key 50598 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/article.php on line 202