Opvoeders en jeugdcriminaliteit
Stelling: Bij jeugdcriminaliteit moet niet de dader worden gestraft, maar de opvoeders. Ouders zullen in sommige gevallen beter op hun kinderen moeten gaan letten.Overheid
De overheid heeft veel gedaan om jeugdcriminaliteit. Jeugdcriminaliteit houdt in dat jongeren strafbare delicten plegen. Het is de loop van de jaren een maatschappelijk probleem geworden. Steeds meer jongeren komen in aanraking met de politie. Jeugdcriminaliteit ontstaat vooral onder groepen jongeren. De jongeren proberen in een groep indruk te maken of in een groep beginnen ze elkaar op te jutten etc. De overheid kan ook helpen om de leefsituaties te verbeteren. Zodat jongeren minder behoeften hebben om in deze wereld te komen.Onderwijs en Criminaliteit
De belangrijkste factoren die een rol spelen bij het ontstaan van jeugdcriminaliteit zijn opvoeding en onderwijs. Doordat jongeren in het gezin waarin ze opgroeien niet de goede normen en waarden worden geleerd of doordat ze geen goede baan, te veel vrije tijd hebben doordat ze geen opleiding hebben. Als ze geen opleiding hebben moeten ze op een manier aan geld komen. Dit kan ervoor zorgen dat ze in het criminele circuit terecht komen.De jeugdcultuur heeft een grote invloed op jeugdcriminaliteit. Hier kunnen ouders niets aan doen. De jeugdcriminaliteit ontstaat vooral in groepen jongeren. In deze groepen proberen jongeren indruk te maken op iemand binnen die groep of ze jutten mensen op binnen een groep. De jeugdcriminaliteit ontstaat vooral in groepen jongeren. De jongeren proberen indruk te maken op de groep of op een bepaald persoon of in een groep beginnen ze elkaar op te jutten. Het is moeilijk om deze problemen te voorkomen omdat jongeren vaak deze bezigheden niet vertellen aan hun ouders en het dus moeilijk is om op te sporen. Goed contact tussen ouderen en jongeren kan wel helpen. Dit kan er tot leiden dat jongeren de bezigheden gaan vertellen aan hun ouders.
Als de jongeren in aanraking komen met de politie door het plegen van kleine delicten, probeert de politie de jongeren op het goede spoor te brengen. Jongeren onder de 18 worden doorgestuurd naar HALT, deze organisatie probeert de jongeren op het goede spoor te brengen en de jongeren krijgen meestal taakstraffen. Jongeren boven de 18 vallen onder reclassering. Bij deze organisaties proberen ze de sociale vaardigheden van de jongeren te verbeteren en worden ze begeleid door jongerencoaches om op het goede spoor te blijven. Maar het blijft moeilijk om jeugdcriminaliteit te bestrijden omdat iedere jongere weer een andere behandeling nodig heeft of op een andere manier moet worden behandeld.
Opvoeding
Weinig communicatie tussen opvoeders en jongeren kan leiden tot crimineel gedrag. Uit onderzoek is gebleken dat weinig communicatie in een gezin kan leiden tot meer crimineel gedrag. De jongeren vertellen al minder aan ouders in de pubertijd, maar doordat er weinig contact is tussen opvoeders en kinderen kan dit er voor zorgen dat de kinderen steeds meer problemen voor zich gaan houden. Ze gaan minder snel hulp vragen aan ouders. Dit contact wordt ook verminderd doordat beide ouders vaak werken, dit was dertig jaar geleden nog niet vaak het geval. Ook speelt het mee dat ouders steeds vrijer worden in het opvoeden van kinderen. Dit kan het gedrag nog erger bevorderen.De opvoeders besteden geen of weinig aandacht aan de opvoeding van hun kinderen of ze voeden hun kinderen verkeerd op omdat ze onwetendheid hebben over het opvoeden van kinderen. Dit komt vooral voor bij jonge moeders. Onwetendheid kan voorkomen worden door meer cursussen te geven over het opvoeden van kinderen of jonge moeders verplicht cursussen over het opvoeden van kinderen te laten volgen. Ouders die te weinig aandacht besteden aan de opvoeding van kinderen geven niet de goede normen en waarden. Dit kan leidden dat jongeren in aanraking komt met het criminele circuit. Dit probleem is moeilijk te voorkomen. Iets wat de ouders wel kunnen doen is een heropvoedingcursus te volgen waarin ze wel de goede normen en waarden leren. Verder moet er worden geleerd hoe ze om moeten gaan met kinderen, zodat ze niet de verkeerde dingen overdragen aan hun kinderen en dat ze controle en gezag houden over hun kinderen.
Doordat de opvoeders zelf problemen hebben, ze minder gezag en controle over hun kinderen. Ze kunnen bijv. verslavingen hebben of zelf psychische problemen hebben. Dit zorgt ervoor dat hun gezag en controle afneemt en dat kinderen meer naar gaan doen naar hun eigen zin. De problemen van ouders zijn te voorkomen, maar dan moeten de ouders er ook aan meewerken, anders heeft het weinig zin.
De opvoeders kunnen ervoor zorgen dat de kinderen niet in de jeugdcriminaliteit komen. Ze moeten er voor zorgen dat ze de normen en waarden goed overbrengen op de jongeren. Zodat ze binnen groepen niet op het idee komen om aan deze praktijken te beginnen. Dit kunnen ze op verschillende manieren doen en de overheid geeft geld uit om dit te voorkomen. De ouders moeten hiervan gebruik van maken en er goed mee om gaan. Verder kunnen ze heropvoedingcursussen volgen om beter met de jeugdcultuur om te gaan.