Sociale vergelijkingstheorie (Festinger): beter dan anderen?
We vergelijken onszelf continue met iedereen om ons heen. Of we de persoon nou kennen of niet. Steeds kijken we of we het beter of slechter doen dan anderen. De ene keer komen dan negatieve emoties bovendrijven, zoals verdriet, afgunst, jaloezie, boosheid. Andere keren voeren positieve emoties de boventoon: energie, blijdschap, enthousiasme en motivatie. Waarom, wanneer en hoe doen mensen dit? In de sociale vergelijkingstheorie van Festinger wordt dit verschijnsel verklaart.
Waarom vergelijken mensen zichzelf met anderen?
Bij het verzamelen van informatie over jezelf verzamel je informatie over jezelf (ideeën, meningen) en daarbij gebruik je ook anderen. Mensen willen wel graag accurate informatie, maar misschien nog liever informatie die het zelfbeeld oppept – ze willen zichzelf beter voelen. Dit wordt het
zelfverheffingsmotief genoemd. Ook kan er informatie gezocht worden om het zelfbeeld te bevestigen – klopt het wel wat ik denk? Dit wordt het consistentiemotief genoemd. Tot slot kunnen mensen informatie verzamelen om zichzelf te verbeteren en te ontwikkelen, wat het zelfverbeteringsmotief heet. Echter, mensen zijn voornamelijk op zoek naar ‘het goed voelen’.
Wanneer vergelijken mensen zichzelf met anderen?
Een reden om zichzelf met anderen te vergelijken wordt met name gedaan als objectieve informatie ontbreekt. Aangezien er geen objectieve maatstaf is, wordt er gekeken naar de norm in de groep. Wat is de norm in de groep en vind/doe ik dat ook? Het kan bijvoorbeeld gaan om een mening (“hoor ik wel bij de groep, denk ik er hetzelfde over?”), maar ook om bepaald gedrag (bijvoorbeeld meedoen met vandalisme, omdat je er dan bij hoort). Ook kunnen mensen zich juist afzetten tegen een groep (“Zo ben ik niet, hier distantieer ik mij van, daar hoor ik niet bij”). Het vergelijken komt dus met name naar voren als mensen graag bij een groep willen horen en zich aan de groep conformeren.
Hoe vergelijken mensen zichzelf met anderen?
Mensen kunnen zich op verschillende manieren vergelijken met anderen, afhankelijk van hun motieven. Ze kunnen zich vergelijken met mensen die (in hun perceptie) slechter af zijn (neerwaartse vergelijking) en zich aan de hand daarvan verheffen – ze zien dat ze beter af zijn dan anderen (bijvoorbeeld wanneer je geen geld hebt en je ziet een dakloze zitten, dan denk je “zo slecht heb ik het nog niet”).
Wil je je verbeteren, dan vergelijk je jezelf met iemand die beter af is (opwaartse vergelijking), zodat je kunt leren.
Mensen vergelijken zichzelf het liefst met iemand die op hen lijkt, zodat alleen wat iemand doet met z’n leven het verschil zou maken. ‘Hetzelfde zijn’ kan al zo simpel zijn als dezelfde haarkleur hebben, lengte delen of hetzelfde favoriete gerecht.
Gevolgen aan het neerwaarts of opwaarts vergelijken
Wat maakt dan het verschil in de emoties die ontstaan na de sociale vergelijking? Dit ligt eraan wat diegene wel of niet heeft bereikt en of jij hetzelfde wilde bereiken.
Zo blijkt dat een neerwaartse sociale vergelijking met iemand die lijkt op jou, maar slechter af is, een positief gevoel opwekt. Het idee “ik doe het veel beter dan hij!”. Bijvoorbeeld als jullie beiden dezelfde opleiding hebben gedaan en jij wel een baan hebt, maar die ander niet.
Neerwaarts vergelijken heeft een negatief effect op het zelfbeeld als iemand die slechter af is en jij daar ook op afstevent zonder daar iets aan te kunnen doen (denk aan ziekten); in gedachten ben je die ander (assimilatie). Dit kan bijvoorbeeld zo zijn bij de diagnose Multiple Sclerose (MS), waarbij je liever niet wilt zien hoe iemand die in een verder stadium is dan jij eraan toe is.
Opwaarts vergelijken heeft een positief effect op het zelfbeeld als je jezelf vergelijkt met iemand die beter af is, maar waarbij jij datgene ook (nog) kunt bereiken (bijvoorbeeld omdat de ander veel ouder is en daardoor meer heeft kunnen oefenen). Ook hier speelt assimilatie. Het gaat bijvoorbeeld om iemand die al het gewenste, beoogde beroep uitoefent, terwijl jij nog je opleiding doet. Diegene wordt een voorbeeld voor je; dit wil jij ook bereiken en je ziet dat het mogelijk is. Het “dat wil ik ook” zonder afgunst zorgt hier voor positieve emoties.
Opwaarts vergelijken heeft een negatief effect als iemand het beter doet, maar jij dit niet kunt bereiken. Dit is zeker van belang als dit domein ook belangrijk voor diegene is. Dit kan het geval zijn als je astronaut wilde worden, maar natuurkunde en scheikunde gaat je helemaal niet goed af. Je merkt dat je doel niet realiseerbaar is. De frustratie die komt kijken bij het mislukken in je wensen kan enorm zijn. Je hebt dan twee opties: je gaat harder werken, zodat het toch mogelijk wordt (en het eigenlijk een opwaartse vergelijking wordt met een positief effect), of je laat het domein los – je vindt het niet meer zo belangrijk.
Kortom:
Gevoel bij sociale vergelijking | Jij kan/wil het doel niet bereiken | Jij kan/wil het doel ook bereiken |
Neerwaartse sociale vergelijking | Positief (Je hebt die betere baan) | Negatief (Je stevent af op ongeluk) |
Opwaartse sociale vergelijking | Negatief (Het lukt je niet; frustraties) | Positief (Positief vooruitzicht; rolmodel) |
Hoe reageren mensen op een sociale vergelijking? Je ego redden!
Mensen kunnen verschillende dingen doen om hun ego te redden, want niemand wil ‘afgaan’. Er zijn een aantal strategieën waardoor mensen hun ego redden:
- Ze overtreffen de ander: Ze leveren extra inspanningen leveren of saboteren de ander (waardoor zij beter lijken).
- Ze bagatelliseren prestaties van anderen, waardoor ze de mate waarin de ander het beter doet verminderen (bijvoorbeeld prestaties toeschrijven aan geluk).
- Ze reduceren de nabijheid tot de ander: Er wordt een afstand (in tijd of in kilometers) gecreëerd tussen beiden, zodat men niet meer continue geconfronteerd wordt met diegene zijn prestaties.
- Ze reduceren de belangrijkheid van het domein: Het doel wordt als het ware opgegeven (onbewust!) voor zichzelf; het wordt niet meer geambieerd. Uitspraken die hierbij horen zijn “Dit is niet zo belangrijk voor mij, maar ik ben blij dat hij er in uitblinkt”. Tevens laten mensen zo een beetje succes van de ander op zichzelf afstralen (“Ik ken hem, hij is goed, toch?!” ).
Sociale vergelijking: waarom een rolmodel belangrijk is
Je kunt dus op twee manieren een positief gevoel krijgen. Toch zou ik gaan voor de opwaartse vergelijking. Hierbij is namelijk sprake van een rolmodel. Dit rolmodel kan je leren hoe je iets moet aanpakken, hij kan je motiveren en activeren. Bovendien speelt er een doel: je wil graag datzelfde bereiken en daarvoor werk je hard.
Natuurlijk, via negatieve vergelijking kun je ook een positief gevoel overhouden. Maar in mijn mening blijf jij als het ware op gelijke hoogte staan en geef je eigenlijk een schop naar beneden. Hoeveel mooier is het als je zelf naar boven klimt?
Succes zit niet hem niet in naar beneden schoppen, maar naar boven klimmen.
Bedenk daarom eens: Wat zou jij graag willen bereiken? En wie kan dienen als rolmodel?
Lees verder