Pedagogische stromingen in het onderwijs (basisschool)
In Nederland zijn veel verschillende soorten basisscholen te vinden. Er is het zogenaamde reguliere/openbare onderwijs en er zijn scholen die in hun manier van lesgeven het geloof als basis gebruiken. Er zijn ook (basis)scholen die zijn geïnspireerd door een pedagogische stroming of de pedagogische ideeën van een persoon zoals daltonscholen, freinetscholen, jenaplanscholen, montessorischolen en vrije (antroposofische) scholen. Wat houdt een bepaalde pedagogiek in en hoe kan je deze terug zien in de dagelijkse praktijk op de basisschool van jouw (eventuele) keuze?
Daltonschool
Helen Parkhurst (1887-1973) is de grondlegster van het daltonplan. Binnen het daltononderwijs zijn drie uitgangspunten terug te vinden:
- Vrijheid in gebondenheid (kinderen mogen kiezen uit een beperkte lijst met mogelijkheden, hoe ouder het kind, hoe meer mogelijkheden en eigen verantwoordelijkheid)
- Zelfstandigheid (zelf kiezen en plannen, je werkt op je eigen niveau)
- Samenwerken (in de klas wordt ieder kind gekoppeld aan een maatje; jongens werken samen met meisjes, oudere kinderen leren werken met jongere)
Kinderen zitten met twee verschillende leerjaren in een klas (de jongere kinderen leren van de oudere kinderen en de oudere kinderen leren rekening te houden met de jongere en hun te helpen indien nodig).
Freinetschool
Célestin Freinet (1896-1966) heeft de basisbeginselen vormgegeven voor het freinetonderwijs. De basis voor het onderwijs zijn de ervaringen van de kinderen. Er wordt veel vanuit de praktijk en interesses van de kinderen gewerkt en de leerkrachten bouwen hier hun lessen omheen. Ook is er veel aandacht voor de interactie tussen de kinderen en het leren van elkaar. Ieder klas wordt door de kinderen en de leerkracht zelf op democratische basis georganiseerd. In iedere klas zijn werkhoeken (bijvoorbeeld een keuken en een timmerhoek) te vinden.
Jenaplanschool
Peter Petersen (1884-1952) heeft de basis gelegd voor het Jenaplanonderwijs. De basisactiviteiten van Jenaplan zijn;
- Gesprek (minstens één keer per dag zitten de kinderen in de kring om te luisteren naar elkaar en te vertellen)
- Spel (uiteraard is hier minder tijd voor in de hogere groepen, maar spel komt ook voor tijdens creatieve vorming en gym)
- Werk (er wordt veel ervaringsgericht gewerkt)
- Viering (vieringen komen voor in kringen, projectopeningen en projectafsluitingen et cetera)
Bij Jenaplanscholen zitten kinderen met twee verschillende leerjaren in een klas, zogenaamde bouw. Er is de kleuterbouw (groep 1/2), onderbouw (groep 3/4), middenbouw (groep 5/6) en bovenbouw (groep 7/8).
Montessorischool
Maria Montessori (1870-1952) heeft de basis gelegd voor het montessori-onderwijs. Het montessori-onderwijs gaat uit van de natuurlijke drang van kinderen om te leren. Leerkrachten hebben de taak om de omgeving zo in te richten (met de juiste materialen) dat de kinderen op het moment (de gevoelige periode) dat ze er aan toe zijn zelf aan de slag kunnen. Er is veel speciaal lesmateriaal dat het leren stimuleert via meerdere zintuigen. Belangrijk in het montessori-onderwijs is de uitspraak van Maria Montessori ‘leer mij het zelf te doen’. Door veel zelf te doen groeit het zelfvertrouwen van de kinderen en neemt hun eigenwaarde toe. Ieder kind werkt op zijn eigen niveau. Ook bij dit type onderwijs zitten de kinderen met twee verschillende leerjaren bij elkaar.
Vrije school (antroposofische school)
Rudolf Steiner is de grondlegger van de antroposofie (wijsheid van de mens). De antroposofie gaat niet alleen over pedagogiek, maar ook over geneeskunde en landbouw. Doel van de antroposofie is door te dringen tot het wezen van de dingen, om zo de ware zin van het leven te achterhalen. Er is aandacht binnen de antroposofie voor de spirituele kant van het leven en veel ruimte voor fantasie en sprookjes. Binnen de vrije school is er veel aandacht voor de harmonische ontwikkeling van de drie ‘zielkrachten’; willen, voelen en denken. Rust en ritme (veel aandacht voor de seizoenen) zijn ook belangrijke elementen en er is veel ruimte voor creativiteit. Vaak houden kinderen van groep 3 t/m 8 dezelfde leerkracht.
Lees verder