Radicaal scepticisme: kwade-geest-hypothese (Descartes)

Descartes' kwade-geest-hypothese
Hoe kunnen we weten dat God niet liegt of dat de duivel ons compleet voor het lapje houdt? Het deed mij denken aan Descartes' kwade-geest-hypothese (zie afbeelding bovenaan het artikel). De hele wereld zou een illusie kunnen zijn, gecreëerd door een kwade geest (genus malignum of deceptor). De twijfel die de Franse filosoof en wiskundige Descartes (1596 - 1650, zie afbeelding) met deze hypothese oproep, is absoluut. Hij is niet meer zeker over het bestaan van de materiële wereld en twijfelt zelfs aan zijn eigen bestaan en het bestaan van God. De kwade geest is immers almachtig en zou derhalve van alles in zijn geest kunnen plaatsen. Uiteindelijk concludeert Descartes dat uit de idee dat God een oneindig perfect wezen is, de kwade geest niet kan bestaan. Een oneindig perfect wezen kan volgens de filosoof niet bedriegen, want dat zou een tekortkoming zijn.Descartes' epistemologie
De kwade-geest-hypothese maakte onderdeel uit descartes' epistemologie oftewel kennisleer. Hij ontwikkelde een methode die begint met het in twijfel trekken van alles wat wij menen te weten. Zijn scepticisme had betrekking op de betrouwbaarheid van onze zintuiglijke waarnemingen. Hoe kunnen we er zeker van zijn dat de dingen zijn zoals we ze waarnemen? Hoe weten we dat we kunnen vertrouwen op ons gehoor, of onze reuk?
De kwade-geest-hypothese maakte onderdeel uit descartes' epistemologie oftewel kennisleer. Hij ontwikkelde een methode die begint met het in twijfel trekken van alles wat wij menen te weten. Zijn scepticisme had betrekking op de betrouwbaarheid van onze zintuiglijke waarnemingen. Hoe kunnen we er zeker van zijn dat de dingen zijn zoals we ze waarnemen? Hoe weten we dat we kunnen vertrouwen op ons gehoor, of onze reuk?
'No way out'
Als je je eenmaal in deze kwade-geest-hypothese begeeft, dan is er geen enkele manier om eruit te komen. Je kunt allerlei rationele argumenten aandragen waarom God goed moet zijn [2] of met een theologische onderbouwing komen [3], het zal je niet baten. Ook Descartes' argument dat God een oneindig perfect wezen moet zijn, kan immers een waanidee zijn die de mens wordt ingeblazen door deze kwade geest. Descartes was namelijk inconsequent, aangezien hij wel bleef vertrouwen in het menselijk denkvermogen –wat tot uiting kwam in zijn beroemde motto cogito ergi sum ('ik denk, dus ik besta')– en er kennelijk vanuit ging dat het menselijk brein tot de juiste conclusies kan komen. Daar leek hij niet aan te twijfelen...Wil dat zeggen dat hedendaagse filosofen allemaal het scepticisme hebben omarmd? Nee, natuurlijk niet. Zij zijn juist tot de overtuiging gekomen dat de hypothese van Descartes niet juist was. Je begint niet op een punt van totale twijfel om van daaruit een systeem van overtuigingen op te bouwen welke rust op een ontwijfelbaar fundament. De les van Descartes is dat een dergelijk project gedoemd is te mislukken.
Basale overtuigingen
De Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga (1932 -) maakt duidelijk dat heel veel van onze overtuigingen basale overtuigingen zijn. Ze worden niet afgeleid uit meer fundamentele overtuigingen, maar vormen iemands fundamentele overtuiging. Overtuigingen die bestaan uit zelf-evidente axioma's of adequaat zijn geworteld in ervaring (de zintuigen), zijn te billijken. Het is volkomen rationeel om dergelijke overtuigingen te hebben, tenzij en totdat enkele defeaters de rationaliteit van die overtuiging ondermijnen.[4] We beginnen niet vanuit een punt van twijfel, maar vanuit onze overtuiging van wat we wèl (menen te) weten.De Amerikaanse filosoof Tom Morris (1952 -) merkt het volgende op over deze basale overtuigingen in relatie tot het scepticisme:
Vijf-minuten-hypothese
Terug naar de vraag van de scepticus. De twintigste-eeuwse filosoof Bertrand Russell (1872 - 1970) kwam met een radicale hypothese over het verleden, welke bekend staat als de 'vijf-minuten-hypothese'.Of wat dacht je van radicaal scepticisme over het heden. Het was dezelfde Descartes van de kwade geest, die met een andere radicale gedachte kwam. Hoe weten we niet dat alles wat we meemaken, beleven, denken en voelen geen buitengewoon gedetailleerde droom is? Descartes speelde ook met het idee dat ons huidige leven één grote, allesomvattende illusie is. Of wat te denken van radicaal scepticisme omtrent de toekomst? De Amerikaanse filosoof Jorge L.A. Garcia (1942 -) kwam met de hypothese die futuristisch nihilisme wordt genoemd en erop neerkomt dat de toekomst niet bestaat.
Bronnenscepticisme
Dan is er ook nog het zogeheten 'bronnenscepticisme'. De scepticus plaatst vraagtekens bij de betrouwbaarheid van onze bronnen welke ten grondslag liggen aan onze overtuigingen aangaande het verleden, het heden en de toekomst. Er zijn in feite twee soorten bronnen waar we onze overtuigingen met betrekking tot het verleden op baseren:- de verklaringen en getuigenissen van anderen, en
- (als we ergens zelf bij waren) ons geheugen.
Fysieke bewijzen worden soms opgevoerd als een onafhankelijke derde bron, desalniettemin is deze afhankelijk van de betrouwbaarheid van de twee andere (primaire) bronnen. Al onze overtuigingen met betrekking tot het verleden zijn kortom afhankelijk van getuigenissen, van het geheugen of van beide, maar de scepticus zal de vraag stellen hoe wij ooit kunnen weten of deze bronnen betrouwbaar zijn. Het gaat hierbij niet om de vraag of het geheugen altijd of meestal betrouwbaar is (want het geheugen is zeker niet altijd betrouwbaar[7]), maar de scepticus wil weten of het menselijk geheugen ooit betrouwbaar is. Als je hier probeert een adequaat antwoord op te geven, zal je ontdekken dat je altijd in een cirkelredenering terechtkomt. Als je een beroep doet op het geheugen om je vertrouwen in het geheugen te rechtvaardigen, zit je in een cirkelredenering. Probeer je de betrouwbaarheid van het geheugen te staven door een beroep te doen op getuigenissen, dan kom je in een grotere cirkelredenering terecht. Tom Morris drukt het aldus uit:
Waarom zou het menselijke brein tot de juiste conclusies kunnen komen?
Wat geldt voor de betrouwbaarheid van de zintuiglijke waarneming, geldt ook ten aanzien de betrouwbaarheid van het logisch denken. Bij Descartes ligt de nadruk op het logische, het denken als instrument om tot waarheid te komen, maar we kunnen –met in ons achterhoofd het radicaal scepticisme– met evenveel recht het menselijk denkvermogen in twijfel trekken. Waarom zou het menselijke brein tot de juiste conclusies kunnen komen? De keuze voor de rationaliteit kan ten diepste zelf niet rationeel verantwoord worden (omdat –als je dat probeert– je genadeloos in een cirkelredenering verstrikt raakt), zoals de Oostenrijks-Britse filosoof Karl Popper (1902 - 1994) duidelijk heeft gemaakt. Wij kiézen ervoor om rationeel te denken, maar naar haar aard is dit –om een term te gebruiken die de Nederlandse bioloog, filosoof en theoloog W.J. Ouweneel (1944 -) vaak in de mond neemt– een 'boven-rationele keuze' (let op: niet irrationeel!).[9]
Het bronnenscepticisme maakt volgens Tom Morris duidelijk dat we niet bij machte zijn ook maar het geringste zuivere bewijs aan te leveren dat onze fundamentele overtuigingenvormende mechanismen betrouwbaar kunnen zijn. En de vragen van het radicale scepticisme (zoals de 'kwade-geest-hypothese' en de '5-minuten-hypothese'), wrijven nog eens even extra zout in de wonden. We hebben geen enkel bewijs om deze radicale hypothesen van de hand te wijzen, hoewel ze logisch onverenigbaar zijn met onze huidige overtuigingen over essentiële zaken.Wat geldt voor de betrouwbaarheid van de zintuiglijke waarneming, geldt ook ten aanzien de betrouwbaarheid van het logisch denken. Bij Descartes ligt de nadruk op het logische, het denken als instrument om tot waarheid te komen, maar we kunnen –met in ons achterhoofd het radicaal scepticisme– met evenveel recht het menselijk denkvermogen in twijfel trekken. Waarom zou het menselijke brein tot de juiste conclusies kunnen komen? De keuze voor de rationaliteit kan ten diepste zelf niet rationeel verantwoord worden (omdat –als je dat probeert– je genadeloos in een cirkelredenering verstrikt raakt), zoals de Oostenrijks-Britse filosoof Karl Popper (1902 - 1994) duidelijk heeft gemaakt. Wij kiézen ervoor om rationeel te denken, maar naar haar aard is dit –om een term te gebruiken die de Nederlandse bioloog, filosoof en theoloog W.J. Ouweneel (1944 -) vaak in de mond neemt– een 'boven-rationele keuze' (let op: niet irrationeel!).[9]
Principe van overtuigingenbehoud
We kunnen dus deze buitensporige hypothesen niet verwerpen. We zijn niet bij machte ook maar het geringste positieve én doorslaggevende bewijs aan te voeren om aan te tonen dat deze hypothesen onwaar zijn. Dit betekent echter niet dat we dan maar moeten aannemen dat die hypothesen waar zijn. Zo is er geen enkele dwingende reden om te denken dat God je bedriegt of dat alles vijf minuten geleden is begonnen te bestaan. Het was ook Bertrand Russell die zei: "Het is onwenselijk geloof te hechten aan een overtuiging als er geen enkele reden is om aan te nemen dat ze waar is." Het is de filosoof Tom Morris die met het principe van overtuigingenbehoud een adequaat antwoord geeft op het scepticisme. Het principe van overtuigingenbehoud houdt (kort weergegeven) in dat je een propositie als onwaar verwerpt indien:- deze propositie eist dat je een groot aantal van je huidige (basis)overtuigingen moet verwerpen of betwijfelen,
- je geen autonome positieve reden hebt om al die andere overtuigingen te verwerpen of te betwijfelen, en
- je geen dwingende reden hebt om die propositie voor waar te houden.[10]
Neem nu de vijf-minuten-hypothese of de kwade-geest-hypothese in gedachten en stelt jezelf dan de volgende vragen:
Welke les kan getrokken worden?
De Amerikaanse filosoof William Lane Craig (1949 -) zegt over de kwade-geest-hypothese van Descartes (en dat kan gezegd worden van alle radicaal sceptische hypothesen):
"At most, it shows that one cannot prove inferentially that one’s foundational beliefs are true. That’s right; that’s the lesson of Descartes. But that doesn’t imply that our properly basic beliefs are therefore irrational or unwarranted."[12]
Morris wijst erop dat het principe van overtuigingenbehoud er tevens op duidt dat het rationeel is om in elk van de volgende proposities te geloven, zonder dat je beschikt over directe bewijzen dat ze waar zijn:De Amerikaanse filosoof William Lane Craig (1949 -) zegt over de kwade-geest-hypothese van Descartes (en dat kan gezegd worden van alle radicaal sceptische hypothesen):
- de zintuiglijke ervaring is soms betrouwbaar;
- het geheugen is soms betrouwbaar;
- getuigenissen zijn soms betrouwbaar;
- onze primaire overtuigingsvormende mechanismen zijn soms betrouwbaar.[13]
Want zeg nu zelf: hoe zou ook maar één van onze overtuigingen waar kunnen zijn, als we niet zouden geloven dat de zintuiglijke waarneming en de andere bronnen waarlangs je de overtuigingen hebt verkregen, soms betrouwbaar kunnen zijn? Let wel: alle empirische en logische bewijzen zijn afhankelijk van deze 'geloofsuitgangspunten'. Kortom: we denken dus redelijk als we uitgaan van het principe van overtuigingenbehoud. Ook de scepticus 'Daan' waarmee ik het artikel begon, gaf er in een andere discussie impliciet blijk van uit te gaan van het principe van overtuigingenbehoud:
Tegen de wind in spugen

Bovendien maakt het ten aanzien van het radicale scepticisme geen klap uit of je wel of niet in God gelooft. Niemand, ook niet de atheïst, is gevrijwaard van de consequenties van het radicale scepticisme, namelijk dat we geen bewijzen hebben om de radicale hypothesen te verwerpen. Als een atheïst in een discussie aan een christen de vraag stelt hoe hij kan weten dat de Bijbel geen complot van de duivel is, dan kan hij meteen aan zichzelf de vraag stellen hoe hij kan weten dat hij niet aangestuurd wordt door de inblazingen van een kwade geest en dat zijn leven één grote illusie is. De atheïst die een 'slechte-god-hypothese' of de 'kwade-geest-hypothese' in stelling brengt tegen een christen (of een andere theïst), is daarom te beschouwen als iemand die tegen de wind in spuugt.
God als onderdeel van de oplossing
Nu kan de scepticus volhouden dat de christen of theïst in een beroerdere positie verkeert dan de atheïst doordat hij in een almachtige God gelooft. Want ja, die God kan je dus net zo goed voor de gek houden. William Lane Craig maakt echter duidelijk dat een theïst zich door zijn geloof in God juist in een betere positie bevindt:Noten
[OLIST]http://www.habakuk.nu/columns/item/3583-de-hel-een-aansporing (voor de laatste keer geraadpleegd op 25 mei 2013)
Emanuel Rutten. Is God goed? 29 oktober 2012, http://gjerutten.blogspot.nl/2012/10/is-god-goed.html (voor de laatste keer geraadpleegd op 25 mei 2013)
A. Ladrierre. God, Zijn natuur en Zijn kenmerken. http://www.oudesporen.nl/Download/Y03.pdf (voor de laatste keer geraadpleegd op 25 mei 2013)
Argumenten kun je bekritiseren op geldigheid, op de aanwezigheid van een cirkelredenering, enz. maar dat kan bij basale overtuigingen niet. Wil je de rationaliteit daarvan ondermijnen, dan moet je met defeaters komen. In de kennistheorie of epistemologie is een defeater de overtuiging B1 welke onverenigbaar is met een andere overtuiging B2, waarbij argumenten of bewijs voor B1 gebruikt kunnen worden om B2 te weerleggen. Defeaters zijn dus redenen om te denken dat je overtuiging onwaar is of op een onbetrouwbare manier is geproduceerd.
Tom Morris. Filosofie voor dummies. Pearson Education Benelux bv, Amsterdam, 6e druk november 2007, p80.
Ibid, p67.
Schacter D.L. The seven sins of memory. Insights from psychology and cognitive neuroscience. Am Psychol. 1999 Mar;54(3):182-203.
Morris, p64.
Willem J. Ouweneel. De God die is - Theïstisch Manifest. Uitgeverij Medema, Vaassen, 2005, p10-11.
Morris, p79-80.
Ibid, p81.
William Lane Craig. Does theism foster scepticism? http://www.reasonablefaith.org/does-theism-foster-scepticism (voor de laatste keer geraadpleegd op 25 mei 2013)
Morris, p82.
http://www.habakuk.nu/columns/item/3613-toekomstblind (voor de laatste keer geraadpleegd op 25 mei 2013)
William Lane Craig. Does theism foster scepticism? http://www.reasonablefaith.org/does-theism-foster-scepticism (voor de laatste keer geraadpleegd op 25 mei 2013)[/OLIST]