Werkstraf: wat is het, (hoe) werkt het en achtergronden
Wat is een werkstraf, (hoe) werkt een werkstraf en wat zijn de historische achtergronden van deze strafmodaliteit. Een werkstraf kan worden opgelegd voor ieder misdrijf of iedere overtreding waar een vrijheidsstraf op staat. Wat betreft zwaarte zit de taakstraf tussen de geldboete en de vrijheidsstraf in. In 1981 werd de eerste werkstraf opgelegd; het heette toen nog 'dienstverlening'. Sindsdien is de werkstraf uitgegroeid tot een zelfstandige straf die niet meer is weg te denken uit onze samenleving.
Werkstraf: historische achtergronden
Dienstverlening
In 1974 werd door de toenmalige Minister van Justitie mr. A.A.M. van Agt de Commissie Alternatieve Sancties in het leven geroepen. Deze commissie kreeg als opdracht te onderzoeken of er meer verscheidenheid in het strafstelsel kon worden aangebracht. De bedoeling was het terugdringen van de korte onvoorwaardelijke gevangenisstraf door het introduceren van alternatieven. In 1978 adviseerde de commissie om te gaan experimenteren met de alternatieve sanctie dienstverlening (zoals de werkstraf toen genoemd werd). In 1981 gingen de eerste experimenten van start. De uitvoering daarvan kwam bij de reclassering te liggen en daar ligt het heden ten dage nog. In 1981 werden er 213 dienstverleningen uitgevoerd. Een aantal jaren later, in 1987, waren dat er al 4.005.
ATAN
In 1989 kwam de Wet op Onbetaalde Arbeid ten Algemenen Nutte (ATAN) tot stand. De werkstraf werd hierdoor een hoofdstraf. Tot die tijd was er geëxperimenteerd met de werkstraf en deze proefperiode had goede resultaten opgeleverd. De werkstraf kon tot 1989 opgelegd worden als bijzondere voorwaarde bij het voorwaardelijk sepot, de transactie, schorsing van de voorlopige hechtenis, het uitstel vonniswijzing en de voorwaardelijke veroordeling.
Gevangenis te Almere /
Bron: Aerovista/Shutterstock.comAlternatief voor een korte gevangenisstraf
De dienstverlening of werkstraf, mocht de rechter alleen opleggen als hij een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van ten hoogste zes maanden overwoog. In de praktijk stond 40 uren dienstverlening voor een maand gevangenisstraf. De dienstverlening was expliciet een alternatief voor een korte gevangenisstraf. In de praktijk pakte dit al snel anders uit. Uit onderzoek bleek dat in de helft van de gevallen de werkstraf werd opgelegd in plaats van een geldboete of voorwaardelijke vrijheidsstraf, hetgeen 'aanzuigende werking' werd genoemd.
Huidige situatie van de werkstraf
Zelfstandige straf
In 2001 werd de koppeling tussen een werkstraf met de onvoorwaardelijke vrijheidsstraf losgelaten. De praktijk zoals die mettertijd gegroeid was werd geformaliseerd in de Wet Taakstraffen; onder een taakstraf valt zowel de werkstraf als de leerstraf. Deze nieuwe wet verving de voorgaande wet en de taakstraf kreeg een plek in het Wetboek van Strafrecht (WvSr). Het werd daarmee een zelfstandige straf die de rechter kan opleggen "ten aanzien van misdrijven die worden bedreigd met een vrijheidsstraf of een geldboete of ten aanzien van overtredingen die worden bedreigd met een vrijheidsstraf" (art. 9 lid 2 WvSr).
Instemming van de verdachte
Voor 2001 kon de rechter slechts een werkstraf opleggen met instemming van de verdachte. Dat is sinds de laatste wetswijziging niet meer nodig. De rechter kan nu ook een werkstraf opleggen als de verdachte niet op de terechtzitting aanwezig is: een zogeheten werkstraf bij verstek. De rechter kan maximaal 240 uur onbetaalde arbeid opleggen, te verrichten binnen 1 jaar. Deze periode kan eventueel verlengd worden met een jaar. De rechter bepaald in het vonnis dat vervangende hechtenis wordt toegepast als de werkstraf niet naar behoren wordt verricht. Voor elke twee uren werkstraf, wordt niet meer dan een dag vervangende hechtenis opgelegd. De vervangende hechtenis beloopt maximaal acht maanden.
Maximaal aantal uren werkstraf
Het maximum aantal uren werkstraf die een rechter kan opleggen bedraagt 240 uur. Dat staat gelijk aan zes maanden detentie. Het Openbaar Ministerie legt maximaal 120 uur op bij een transactie en 180 uur bij een strafbeschikking. Een werkstraf kan door een rechter gecombineerd worden met een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van maximaal 6 maanden. Er gelden geen specifieke beperkingen voor een voorwaardelijk opgelegd deel. De combinatie van werkstraf en geldboete is ook mogelijk.
Zwaarte van een werkstraf
Een werkstraf voor volwassenen kan worden opgelegd voor ieder misdrijf waarop een vrijheidsstraf of geldboete staat en voor iedere overtreding waar een vrijheidsstraf op staat. Qua zwaarte zit de werkstraf tussen een vrijheidsstraf en een geldboete in.
Vervangende hechtenis
Als de werkstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd, dan kan de officier van justitie zonder tussenkomst van de rechter vervangende hechtenis bevelen. De veroordeelde wordt hiervan in kennis gesteld. Hij kan hiertegen binnen 14 dagen bezwaar maken. Het bezwaarschrift wordt door de rechter die de straf heeft opgelegd behandeld.
De uitvoering van de werkstraf
Reclassering
De reclassering is verantwoordelijk voor de de executie van de werkstraffen. De veroordeelde wordt uitgenodigd voor een intakegesprek op het bureau van de reclassering. In dit gesprek worden de regels van de werkstraf uitgelegd (zie onderaan artikel) en wordt er bekeken wanneer de veroordeelde zijn werkstraf gaat uitvoeren en op welke werkplek. Er zijn projectplaatsen van de reclassering, zoals arbeid in het bos of in de groenvoorziening en er wordt gebruik gemaakt van bestaande projectplaatsen. Hierbij kunnen we denken aan verpleeghuizen, ziekenhuizen, buurt- en clubhuizen, Sociale Werkvoorziening, enz. Vaak betreft het lichamelijk werk zoals keukenwerkzaamheden, schoonmaakwerk, eenvoudig onderhoudswerk en werk in de tuin.
Werkstraf in de praktijk
Na het intakegesprek volgt een plaatsingsgesprek op de projectplaats. Er bestaan verschillende soorten werkstrafprojecten. Voorbeelden van werkprojecten zijn het werken in een bejaardentehuis, kringloopbedrijf, sportkantine voetbalclub, afvalruimen. Er wordt dan een werkstrafovereenkomst getekend. Daarin staat op welke dagen en uren de werkgestrafte zijn uren zal verrichten op de projectplaats. Indien de werkgestrafte de afspraken niet nakomt, dan volgt een waarschuwing van de reclassering. Er volgt in dat geval ook een gesprek op het kantoor van de reclassering. Bij een tweede overtreding of een zeer ernstige overtreding, volgt stopzetting van de werkstraf en zal deze geretourneerd worden naar de officier van justitie die over zal gaan tot bevel vervangende hechtenis, zoals hierboven reeds uiteengezet. Binnen twee weken kun je een bezwaarschrift tegen de omzetting indienen.
Soorten werkstrafprojecten
Er bestaan verschillende soorten werkstrafprojecten. Bij een groepsproject van Reclassering Nederland werk je samen met andere mensen die een werkstraf uitvoeren. Een werkmeester houdt toezicht. Het werk kan buiten in de natuur zijn of binnen in een werkplaats. Bij een extern project plaatst de medewerker werkstraf je bij een organisatie, vereniging of instelling. Je voert je werkstraf dan uit op een andere locatie, zoals in (spoel)keukens van ziekenhuizen, kringloopwinkels of bijvoorbeeld bij Staatsbosbeheer.
Een aantal voorbeelden van externe projecten:
- Gemeentelijke diensten: Werkstraffen kunnen worden uitgevoerd bij verschillende gemeentelijke diensten, zoals groenvoorziening, afvalbeheer en het onderhoud van openbare ruimtes.
- Zorginstellingen: Sommige zorginstellingen bieden mogelijkheden voor werkgestraften om te helpen bij lichte taken zoals schoonmaken, opruimen en keukenwerkzaamheden.
- Kringloopwinkels: Werkstraffen kunnen worden uitgevoerd in kringloopwinkels waar werkgestraften kunnen helpen bij het aannemen en sorteren van donaties en het onderhouden van de winkel.
- Dierenopvangcentra: Dierenasielen en opvangcentra kunnen soms werkgestraften gebruiken om te helpen met dierverzorging, schoonmaken en onderhoud.
- Buurtcentra: Werkgestraften kunnen taken uitvoeren in buurtcentra, zoals het assisteren bij activiteiten, schoonmaken en onderhoud van faciliteiten.
- Natuurbeheer: Natuurorganisaties kunnen werkgestraften betrekken bij taken zoals het opruimen van natuurgebieden, padenonderhoud en milieubeheer.
- Sportverenigingen: Lokale sportclubs kunnen werkgestraften inzetten voor taken zoals veldonderhoud, schoonmaak en soms ook de organisatie van evenementen.
- Culturele instellingen: Musea, galerijen en culturele centra kunnen werkstraffen aanbieden voor taken zoals tentoonstellingsopbouw, gidsen en administratieve ondersteuning.
Voordelen van werkstraffen
Waaier aan voordelen
Zowel voor de samenleving als voor de gestrafte heeft de werkstraf duidelijke voordelen. De voordelen zijn
onder andere:
- door het werk houdt de werkgestrafte contact met de maatschappij en wordt zelfdiscipline van hem verwacht en krijgt hij structuur en arbeidsritme aangeleerd;
- werkstraffen zijn relatief snel uitvoerbaar;
- werkstraffen zijn relatief goedkoop;
- de gestrafte maakt zich nuttig voor de samenleving die hij door zijn handelen schade heeft toegebracht, hij kan iets terug doen voor de maatschappij;
- de gestrafte gaat iets minder snel opnieuw de fout in na een werkstraf dan bij een gevangenisstraf (het recidivepercentage ligt lager - zie inzet hieronder);
- er is minder kans op ‘criminele infectie’ dan in een gevangenis.[1]
Werkstraf voorkomt meer criminaliteit: '47% minder recidive na werkstraf'
De werkstraf werkt. Dat is de belangrijkste conclusie van hoogleraar criminologie Paul Nieuwbeerta. Samen met het Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) onderzocht hij ruim zevenduizend daders van achttien tot vijftig jaar die in 1997 een werkstraf kregen opgelegd. De groep is over een periode van acht jaar vergeleken met 3.500 daders die door de rechter tot een gevangenisstraf van maximaal zes maanden werden veroordeeld.
Volgens Nieuwbeerta recidiveren daders met een werkstraf 47% minder vaak dan kort gestrafte gedetineerden. Sjef van Gennip, algemeen directeur Reclassering Nederland: "Dit onderzoek toont aan dat de werkstraf een effectieve sanctie is om criminaliteit terug te dringen." Uit cijfers van de reclassering bleek al dat het terugvalpercentage van werkgestraften lager is dan van gedetineerden.[2]
Succes- en faalfactoren bij werkgestraften
Het percentage werkstraffen dat wordt afgerond is omstreeks 75%. Bij de voorloper van de werkstraf, de zogenaamde dienstverlening, was het percentage circa 85%. Dat minder werkgestraften hun werkstraf voltooien, heeft volgens een rapport uit 2005 vooral te maken met de verzwaring van de populatie werkgestraften. Werden in de jaren '90 nog vooral jonge first-offenders van lichte misdrijven geselecteerd voor een werkstraf. Tegenwoordig wordt de werkstraf ook opgelegd bij zwaardere misdrijven en aan mensen die al meedere keren veroordeeld zijn. Dit is een evidente verzwaring van de doelgroep waardoor meer dan voorheen een werkstraf niet volledig wordt afgerond.
Uit onderzoek blijkt dat er een aantal faalfactoren zijn die samenhangen met het niet voltooien van de werkstraf. We noemen er drie:
- harddrugsverslaving;
- psychiatrische stoornis en/of lichamelijke klachten; en
- justitiële antecedenten.
Het blijkt dat slechts de helft van de harddrugsverslaafden de werkstraf met succes volbrengt. Alcoholverslaving is niet van invloed op het welslagen. Ook personen met een psychiatrische stoornis en/of lichamelijke klachten zijn aantoonbaar minder succesvol in het volbrengen van een werkstraf. Dit geldt ook voor mensen die al eerder een vrijheidsstraf of een taakstraf opgelegd hebben gekregen.
Een belangrijke succesfactor is een snelle uitvoering van de werkstraf door de werkgestrafte. Dit is vaak het geval bij een 'Transactie Openbaar Ministerie' (zie onder), waarbij de werkgestrafte binnen een half jaar zijn werkstraf moet hebben afgerond. Deelname aan de arbeidsmarkt is de
grootste succesfactor. Werkgestraften met een betaalde baan hebben aanzienlijk meer kans om hun werkstraf tot een goed einde te brengen.
Werkgestraften die hun werkstraf tot een goed einde brengen zijn gemiddeld ouder dan zij die mislukken. Werkgestraften die zijn geboren in Turkije, Nederland of bepaalde delen van Azië voltooien het vaakst de werkstraf (80-85%) en zij die geboren zijn in Marokko het minst. En vrouwen voltooien hun werkstraf beter dan mannen.[3]
Buitengerechtelijke afdoening
Bij een buitengerechtelijke afdoening doet het OM een strafzaak zelf af buiten de rechter om. Dat kan met een sepot, een voorwaardelijk sepot, een transactie of een strafbeschikking. Voor elke strafzaak moet het OM een besluit nemen over de routering. Het OM kan de zaak zelf afdoen met een buitengerechtelijke afdoening of de zaak voor de rechter brengen.
Wat is een transactie?
Een transactie is een overeenkomst tussen het OM en de cliënt. Het OM doet een voorstel dat de cliënt iets doet: meestal een geldboete of een werkstraf. Als de cliënt dat doet, dan komt de zaak niet voor de rechter.
Een transactie is alleen mogelijk bij overtredingen en bij misdrijven waarvoor maximaal 6 jaar gevangenisstraf kan worden opgelegd. Het gaat meestal om 'veelvoorkomende criminaliteit' zoals winkeldiefstal, belediging, eenvoudige mishandeling en vernieling.
Voor een transactie is het nodig dat de cliënt ermee akkoord gaat. Bezwaar tegen een overeengekomen transactie is niet mogelijk.
Welke sancties zijn mogelijk bij een transactie?
De wet (art. 74 Sr) heeft het over 'voorwaarden'. Maar dit zijn geen bijzondere voorwaarden zoals we die kennen. Bedoeld wordt dat de cliënt zich aan de 'voorwaarde' houdt om één of meer van de volgende sancties uit te voeren:
- Taakstraf van maximaal 120 uur (wettelijk gezien is er geen sprake van een taakstraf, maar van onbetaalde activiteiten)
- Betaling van een geldbedrag (als boete, vergoeding van schade of 'ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel')
- Afstand van voorwerpen
Omdat er geen bijzondere voorwaarden mogelijk zijn, is ook een reclasseringstoezicht niet mogelijk.
Wat is een strafbeschikking?
In een strafbeschikking kan het OM een straf, maatregel of aanwijzing opleggen (art. 257a Sv).
Een strafbeschikking is een vorm van vervolging. Dat is anders dan bij een transactie of voorwaardelijk sepot. Een cliënt die een strafbeschikking krijgt, wordt door het OM 'bestrafte' genoemd. Niet 'veroordeelde', want alleen de rechter kan iemand veroordelen.
Een strafbeschikking is alleen mogelijk bij overtredingen en bij misdrijven waarvoor maximaal 6 jaar gevangenisstraf kan worden opgelegd. Dat is hetzelfde als bij een transactie.
Voor een strafbeschikking moet het OM vaststellen dat de cliënt schuldig is.
Als de cliënt het niet eens is met de strafbeschikking, kan hij binnen 14 dagen verzet instellen. Dan komt de zaak voor de rechter, tenzij het OM de strafbeschikking intrekt of wijzigt.
Welke sancties zijn mogelijk bij een strafbeschikking?
Het OM kan de volgende sancties opleggen:
- Taakstraf van maximaal 180 uur
- Betaling van een geldbedrag (als boete, vergoeding van schade of 'ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel')
- Afstand van voorwerpen
- Ontzegging van de rijbevoegdheid voor maximaal 6 maanden
- Gedragsaanwijzing ('aanwijzing, het gedrag van de verdachte betreffend') met een proeftijd van maximaal één jaar.
Het OM kan geen gevangenisstraf opleggen. Dat kan alleen de rechter.
Het OM kan niet zomaar een taakstraf, ontzegging van de rijbevoegdheid of gedragsaanwijzing opleggen. Daarvoor is nodig dat de officier van justitie de cliënt heeft gehoord en dat de cliënt heeft verklaard dat hij bereid is hieraan mee te werken (art. 257c Sv). Deze bereidverklaring betekent niet dat de cliënt afziet van verzet. Ook voor een geldboete of schadevergoeding boven de 2.000 euro moet het OM de cliënt horen, maar daarvoor is geen bereidverklaring van de cliënt nodig.
Wat is een gedragsaanwijzing?
Bij een strafbeschikking kan het OM een gedragsaanwijzing opleggen (art. 257a Sv, lid 3 onder e). Zo'n gedragsaanwijzing kun je zien als bijzondere voorwaarde. Als de cliënt zich er niet aan houdt, kan het OM de zaak voor de rechter brengen. Het OM kan bijna alle soorten bijzondere voorwaarden als gedragsaanwijzing geven:
Bijvoorbeeld een ambulante behandeling, locatieverbod of gedragsinterventie. Zie Adviseren van bijzondere voorwaarden.
Opname in een zorginstelling is niet mogelijk als gedragsaanwijzing. Die voorwaarde beperkt de vrijheid zozeer, dat daarvoor een beslissing van de rechter nodig is.
De gedragsaanwijzing bij strafbeschikking wordt soms verward met de Gedragsaanwijzing art. 509hh Sv. Dat is een maatregel die het OM kan nemen om ernstige overlast te voorkomen, in afwachting van de rechtszitting. Bijvoorbeeld een meldplicht bij de politie of een contactverbod.
Dood van de veroordeelde
Indien de persoon die is veroordeeld tot een werkstraf overlijdt, dan vervalt het recht tot uitvoering van de straf.
Beperking van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen
Beperkingen
In 2009 heeft de toenmalige regering een wetswijziging ingediend om de oplegging van taakstraffen te beperken. Voor recidivisten, bij zedenzaken en bij ernstige geweldsmisdrijven zou het niet meer mogelijk moeten zijn om een kale werkstraf op te leggen. Een werkstraf kon in deze gevallen nog wel worden gecombineerd met een voorwaardelijke of onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
In 2011 heeft de huidige staatssecretaris dit voorstel verder aangescherpt. Ook de combinatie met een voorwaardelijke straf zou niet meer mogen. De werkstraf kan bij ernstige zeden- en geweldsdelicten alleen nog worden opgelegd in combinatie met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf of vrijheidsbenemende maatregel. Per 1 januari 2012 is deze wet in werking getreden.[4]
Het Wetboek van Strafrecht art. 22b geeft beperkingen bij advisering van taakstraffen. Een taakstraf mag niet worden opgelegd bij ernstige misdrijven en bij zeden- en geweldsmisdrijven, zie het Wetboek van Strafrecht art. 22b. Ook is de mogelijkheid tot het opleggen van een taakstraf beperkt bij 'soortgelijke recidive binnen vijf jaar'. Dit betekent dat er geen kale taakstraf meer opgelegd mag worden indien de verdachte wegens een soortgelijk misdrijf al door de rechter is veroordeeld tot een taakstraf (en de uitspraak onherroepelijk is). Wat wordt beschouwd als 'soortgelijke delicten' staat in het Wetboek van Strafrecht art. 43b. Opleggen van een taakstraf is wel mogelijk als deze gecombineerd wordt met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van maximaal zes maanden.
Artikel 22b
1. Een taakstraf wordt niet opgelegd in geval van veroordeling voor:
a. een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van zes jaren of meer is gesteld en dat een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer ten gevolge heeft gehad;
b. een van de misdrijven omschreven in de artikelen 181, 240b, 248a, 248b, 248c en 250.
2. Een taakstraf wordt voorts niet opgelegd in geval van veroordeling voor een misdrijf indien:
1° aan de veroordeelde in de vijf jaren voorafgaand aan het door hem begane feit wegens een soortgelijk misdrijf een taakstraf is opgelegd, en
2° de veroordeelde deze taakstraf heeft verricht dan wel op grond van artikel 22g de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis is bevolen.
3. Van het eerste en tweede lid kan worden afgeweken indien naast de taakstraf een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel wordt opgelegd.
Een 'kale' werkstraf wordt dus uitgesloten in gewelds- en zedenzaken waarin sprake is van een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en dat geldt ook voor delicten als het bezit van kinderporno en jeugdprostitutie. Een 'kale' taakstraf is evenmin mogelijk als de verdachte vijf jaar voorafgaand aan het nieuwe strafbare feit al eens eerder voor een soortgelijk feit tot taakstraf is veroordeeld. De taakstraf kan in deze gevallen nog wel worden opgelegd in combinatie met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechter zal de oplegging van die straf in dat geval wel moeten motiveren.
SUCCES- EN FAALFACTOREN BIJ 18+ WERKGESTRAFTEN
Samenvatting van het onderzoeksrapport 'Werkstraffen: succes verzekerd? Succes- en faalfactoren bij werkstraffen van meerderjarigen'
In 2005 kwam het onderzoeksrapport 'Werkstraffen: succes verzekerd? Succes- en faalfactoren bij werkstraffen van meerderjarigen' uit van het WODC / Verwey-Jonker Instituut. In dit rapport wordt ingegaan op factoren die mogelijk bijdragen aan het slagen van een werkstraf en op factoren die mogelijk van invloed zijn op het niet succesvol afronden van een werkstraf. Het betrof een grootschalig onderzoek naar volwassen werkgestraften.
Verzwaring van de populatie
Het percentage werkstraffen dat wordt afgerond is omstreeks 75%. Bij de voorloper van de werkstraf, de zogenaamde dienstverlening, was het percentage circa 85%. Dat minder werkgestraften hun werkstraf voltooien, heeft volgens het rapport vooral te maken met de verzwaring van de populatie werkgestraften. Werden in de jaren '90 nog vooral jonge first-offenders van lichte misdrijven geselecteerd voor een werkstraf. Tegenwoordig wordt de werkstraf ook opgelegd bij zwaardere misdrijven en aan mensen die al meerdere keren veroordeeld zijn. Dit is een evidente verzwaring van de doelgroep waardoor meer dan voorheen een werkstraf niet volledig wordt afgerond.
Persoonlijke kenmerken van de werkgestrafte
De volgende persoonlijke kenmerken hangen samen met het al dan niet succesvol afronden van de werkstraf:
- vrouwen ronden in 82% van de gevallen tegen 74% van de mannen;
- mensen die wat ouder zijn (gemiddeld 34 jaar) ronden vaker hun werkstraf af (gemiddeld 31 jaar);
- mensen uit Azië-overig [5] hebben de meeste kans dat ze hun werkstraf afmaken (85%), op de voet gevolgd door mensen die geboren zijn in Nederland (81%) en Turkije (80%);
- het minst succesvol zijn werkgestraften die zijn geboren in Marokko (58%), Nederlandse Antillen (69%) en Suriname (72%).
Leefsituatie van de werkgestrafte
Welke kenmerken in de leefsituatie hangen samen met het succesvol afronden of mislukken van de werkstraf? We noemen ze op:
- werkgestraften met een vaste baan hebben een grotere kans hun werkstraf af te ronden (87%);
- scholieren doen het ook goed (85%), evenals mensen met semi-vast werk (83%);
- mensen met partner en (eventueel) kinderen ronden in 88% van de gevallen hun werkstraf succesvol af;
- alleenstaanden daarentegen scoren niet al te best (73%);
- opleidingsniveau heeft geen invloed, het hebben van een diploma wel (83% wel diploma tegen 75% zonder diploma).
Verslaving en psychische problemen
Drugsgebruik en psychische problematiek hebben invloed op de wijze waarop de werkstraf wordt volbracht:
- mensen met aantoonbare psychiatrische problemen zijn minder succesvol in het volbrengen van een werkstraf (73%) dan zij die dat niet hebben (81%);
- van de harddrugsverslaafden maakt slechts 52% zijn werkstraf af en softdrugsverslaafden scoren 70%;
- een alcoholverslaving heeft geen invloed op het uitvoeren van een werkstraf;
- mensen met lichamelijke klachten zijn minder succesvol (67%).
Justitieverleden en eerdere werkstraffen
- hoe meer contacten werkgestraften hebben gehad met justitie, des te groter de kans dat zijn voortijdig afhaken.
- werkgestraften die voor de eerste keer een werkstraf uitvoeren, hebben ook meer kans op succes.
- als een persoon eerder een werkstraf niet goed heeft afgerond, dan is de kans groter dat hij dat weer doet.
- het soort delict maakt ook uit: mensen die zijn veroordeeld voor een eenvoudige diefstal ronden de werkstraf minder succesvol af dan mensen die een overtreding hebben begaan of hebben gereden onder invloed.
- ook mensen die in het verleden meerdere gevangenisstraffen achter de boeg hebben, zijn minder succesvol.
Vonnis of transactie
Een andere belangrijke succesfactor die ik wil noemen is een snelle uitvoering van de werkstraf door de werkgestrafte. Dit is vaak het geval bij een 'Transactie Openbaar Ministerie' (zie onder), waarbij de werkgestrafte binnen een half jaar zijn werkstraf moet hebben afgerond en veel sneller aan de slag gaat dan bij een werkstraf die is opgelegd door de rechter.
Overige determinanten
Hoe langer een werkstraf, des te groter de kans op falen. En werkgestraften die werkzaam zijn in een groepsproject van de reclassering ronden iets minder vaak hun werkstraf af dan zij die geplaatst zijn in een extern project, een non-profit instelling zoals een verpleeghuis.
Motivatie
Ook speelt de
motivatie van de werkgestrafte een belangrijke rol. Deze motivatie kan voortkomen uit de opvatting dat zij terecht een werkstraf moeten uitvoeren, maar kan ook extern zijn. In dat geval worden ze gedreven door de wens hun baan of andere voor hun belangrijke zaken niet te willen verliezen.
Conclusie
Volgens het onderzoek is geen enkele zelfstandige factor van doorslaggevende waarde. Wel zijn er groepen aan te wijzen die minder of juist meer kans maken hun werkstraf te voltooien. Mensen met vast werk of een opleiding, geen eerdere justitiecontacten en die een werkstraf als transactie krijgen aangeboden door de officier van justitie, maken veel meer kans (96%), dan werklozen met meer dan zes justitiecontacten die verslaafd zijn aan harddrugs. Van deze groep maakt slechts 41% hun werkstraf af.
DE 15 STANDAARDREGELS VOOR DE WERKSTRAF
Vooraf
U heeft een werkstraf opgelegd gekregen. Reclassering Nederland ziet toe op de uitvoering van de werkstraf. Tijdens deze werkstraf moet u zich aan een aantal regels houden. Daarnaast moet u eventuele aanwijzingen van de reclassering opvolgen.
Voor u met de werkstraf begint, vragen we u deze regels te ondertekenen. Daarmee geeft u aan dat u ze gelezen én begrepen heeft. Als u de regels niet ondertekent of als u zich niet aan de aanwijzingen houdt, kan het Openbaar Ministerie gevangenisstraf vorderen. Elke twee uur die u niet heeft gewerkt, betekent dan één dag in de gevangenis.
Wat verwachten wij van u tijdens de werkstraf?
- U heeft altijd een geldig legitimatiebewijs bij u tijdens de uitvoering van de werkstraf.
- Als er problemen zijn waardoor u de werkstraf niet kunt uitvoeren, geeft u dit direct door aan Reclassering Nederland.
- Als u ziek bent en daardoor niet kunt werken op de afgesproken tijd, meldt u dat vóór 09.00 uur aan Reclassering Nederland én aan de werkmeester of de contactpersoon van het werkstrafproject. Verblijft u tijdens uw ziekte op een ander adres dan uw officiële adres, dan geeft u dit verpleegadres door. Zodra u weer beter bent, meldt u dat ook direct.
- Tijdens de werkstraf moet u zelf zorgen voor een ziektekostenverzekering.
- Gemiste uren moet u altijd later inhalen, ook als u niet kon werken omdat u ziek was.
- Veranderingen in uw woon- of werksituatie geeft u direct schriftelijk door aan Reclassering Nederland. Woont u (tijdelijk) ergens anders dan op het adres waar u officieel staat ingeschreven, dan geeft u dat ook direct door.
- Wanneer u niet aanwezig kunt zijn op een afgesproken werkdag, moet u altijd vooraf toestemming vragen aan Reclassering Nederland. Dit geldt ook voor bijzondere situaties. De reclassering kan om bewijsstukken vragen. Daarnaast moet u zich afmelden bij de werkmeester of de contactpersoon van het werkstrafproject.
- Als u een uitkering krijgt, laat u zelf - vóór aanvang - aan het UWV weten dat u een werkstraf heeft. Als u (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt bent, vraagt u zelf bij het UWV een ‘lijst van toegelaten werkzaamheden’ op.
Welke regels gelden er op het werkstrafproject?
- U mag geen mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen gebruiken. Ook de iPod en andere geluidsdragers zijn verboden.
- U zorgt zelf voor werkkleding, tenzij de werkmeester of de contactpersoon van de projectplaats anders beslist.
- U houdt u aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
- Het is verboden om tijdens de werkstraf onder invloed van drugs en/of alcohol te zijn of om verdovende middelen bij u te hebben.
Welke verplichtingen heeft u tijdens de werkstraf?
- Reclassering Nederland bepaalt waar en op welke tijdstippen u de werkstraf moet uitvoeren. Dit betekent dat de reclassering u kan verplichten om een aantal dagen achtereen - ook in de avonduren, in de weekeinden of vakantieperiodes - de werkstraf uit te voeren.
- Reclassering Nederland kan u verplichten om mee te werken aan een urinecontrole. Als hieruit blijkt dat u drugs en/of alcohol heeft gebruikt, krijgt u een officiële waarschuwing of wordt uw werkstraf stopgezet.
- Wanneer u ziek bent, kan Reclassering Nederland om een bewijs vragen zoals een doktersverklaring. Ook kan de reclassering u verplichten een keuringsarts te bezoeken.
Wat kunt u van Reclassering Nederland verwachten?
- Voor u begint met de werkstraf krijgt u een intakegesprek met een medewerker van Reclassering Nederland. Tijdens dit gesprek bespreekt u uw achtergrond en persoonlijke situatie. Vervolgens bepaalt de reclassering hoe uw werkstraf eruit komt te zien. Gaat u naar school, heeft u een baan of een eigen bedrijf? Dan probeert de reclassering hier rekening mee te houden. Toch kan het voorkomen dat u vrij moet nemen om de werkstraf uit te voeren. Reclassering Nederland beslist hierover.
- Reclassering Nederland verzekert u tegen ongevallen en wettelijke aansprakelijkheid. Kosten door ziekte tijdens de werkstraf worden niet vergoed.
- Reclassering Nederland kan contact opnemen met het UWV en melden dat u een werkstraf heeft.
- Alleen de uren die u onder begeleiding staat van een werkmeester of contactpersoon van een werkstrafproject tellen als werkstraf. Eventuele reiskosten worden niet vergoed.
Wat gebeurt er als u de regels overtreedt?
Als u de regels overtreedt, krijgt u een officiële waarschuwing. Overtreedt u de regels nóg een keer, dan zet Reclassering Nederland de werkstraf stop. Bij een ernstige overtreding zet de reclassering de werkstraf direct stop, zonder voorafgaande waarschuwing. Dit doet zij onder andere in de volgende gevallen:
- Bij bedreiging, intimidatie, pestgedrag of agressief gedrag.
- Als u alcohol, drugs of wapens bij u heeft.
- Als u werkstrafuren probeert af te kopen.
- Als u een strafbaar feit pleegt op het werkstrafproject of als u hiervan wordt verdacht.
Als de werkstraf wordt stopgezet, stuurt de reclassering de werkstraf terug naar het Openbaar Ministerie met de melding dat deze is mislukt. De werkstraf kan dan worden omgezet in een gevangenisstraf.
Als u een strafbaar feit pleegt op het werkstrafproject of in verband met het werkstrafproject, doet Reclassering Nederland aangifte bij de politie.
Wat kunt u doen als u een klacht heeft?
Als u het niet eens bent met een beslissing van Reclassering Nederland, kunt u een klacht indienen. Het klachtenreglement staat op www.reclassering.nl.
Ondertekening
Ik verklaar de regels voor de werkstraf te hebben begrepen en gelezen en houd me aan deze
regels.
Plaats: ...
Datum: ...
Naam (in blokletters): ...
Handtekening: ...
Noten:
- Grotendeels overgenomen uit: factsheet 'De Wet taakstraffen' van het Ministerie van Justitie.
- Persbericht Reclassering Nederland: 47% Minder recidive na werkstraf' - Werkstraf voorkomt meer criminaliteit. Datum 3 september 2009 14:15 uur.
- Zie voor een uitgebreide samenvatting van de succes- en faalfactoren bij 18+ werkgestraften de inzet onderaan het artikel.
- Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden- en geweldsmisdrijven en bij recidive van misdrijven (32 169)
- Landen die onder Azië-overig vallen zijn: Iran, Indonesië, Nieuw-Guinea, Vietnam, Irak, Afghanistan, India, Koeweit, Libanon, Mongolië, Nederlands-Indië, Pakistan, Sri Lanka, Syrië, Filippijnen en China.
Lees verder