Marianne Vaatstra Eiergooiers van Kollum
De zestienjarige Marianne Vaatstra werd in de nacht tussen Koninginnedag en 1 mei 1999 vermoord in een weiland bij Veenklooster. Toenmalig burgemeester Piet Visser van Kollumerland haalde zich woede op de hals en in oktober 1999 kreeg hij daarvoor eieren naar zijn hoofd. Het was een daad uit onmachtige woede van zes jonge mannen.
Eieren
Burgemeester Piet Visser van Kollumerland kreeg tijdens een informatieavond van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en de gemeente een aantal eieren naar het hoofd, waarvan ook een enkele doel trof. Visser zat achter een tafel met spreekgestoelte om informatie over een nieuw asielzoekerscentrum (AZC) binnen de gemeentegrenzen van Kollum te geven. Anneke Haarsma, toentertijd manager bij het COA, zat naast hem en gaf de informatie van COA-zijde. De sporthal in Kollum zat vol, het was een half jaar na de moord op Marianne Vaatstra. De dader was nog niet gevonden en er circuleerden allerlei scenarios, waarbij enkele asielzoekers uit het AZC dat al aan de Trekweg in Kollum was gevestigd, een rol speelden.
Plein
Op het plein voor de sporthal had zich een menigte verzameld met als aanvoerdster Hilly Veenstra. Zij was overtuigd dat de dader onder de asielzoekers van AZC Kollum gezocht moest worden. In de zaal was de regionale en ook de landelijke pers volop aanwezig. Juist vanwege de moord een half jaar eerder en de broeierige sfeer rond de beschuldiging aan het adres van enkele bewoners van het AZC was er politie en waren er agenten in burger aanwezig.
Kollum
In 1999 stond in Kollum, op minder dan 1 kilometer afstand van het weiland langs de Keningswei waar het lichaam van Marianne Vaatstra gevonden werd, AZC Kollum. De wijze waarom de moord gepleegd was, het doorsnijden van de keel, voedde het vermoeden bij een deel van de bevolking, dat de dader van niet-Europese origine moest zijn. Er werd gewezen naar het AZC. Enkele incidenten, waar bedreigende gebaren werden gemaakt, voedden dit vermoeden. De eiergooiers werden op één hoop gegooid met de mensen die aanhoudend de vinger wezen naar het AZC, maar passen niet in die groep. AZC Kollum sloot in 2003, de bestuursovereenkomst tussen het COA en de gemeente werd niet verlengd. Het dalende aantal asielzoekers dat ons land binnenkwam speelde daar een rol in. Burgemeester Visser ging in 2001 vervroegd met pensioen.
Burgemeester
Tijdens de informatieavond kwamen zes mannen de zaal binnen met eieren, die ze naar de mensen achter de tafel gooiden. Doelwit was voornamelijk burgemeester Piet Visser. Hij dook weg achter de tafel, maar was al geraakt. De sprekers werden via een zijdeur afgevoerd, de eiergooiers op één na gearresteerd. De laatste liep twee jaar later tegen de lamp: er was tegen hem een internationaal opsporingsbevel uitgevaardigd. Na een snelheidsovertreding werd ook hij gearresteerd.
Jongens
De groep eiergooiers bestond uit zes jongemannen. Een van hen, Hendrik Jan de Haan, had vlak daarvoor tien eieren bij de Chinees gekocht. Hij was toen twintig en kende Marianne Vaatstra goed. Hij was woedend op burgemeester Piet Visser omdat hij hem had horen zeggen dat het maar eens uit moest zijn met alle ophef over het vermoorde meisje. Het schoot de knaap in het verkeerde keelgat. Hij en zijn maten werden niet gedreven door vreemdelingenhaat, maar door frustrerende woede tegen het gezag en de burgemeester in het bijzonder. Dertien jaar na de beruchte informatieavond is hij nog verbaasd dat het tientje dat hij voor de eieren neertelde de Chinees wilde de eieren eerst niet verkopen zoveel impact had. De wereld stond op zijn kop.
Fleurig
De Haan kende Marianne. Ze was een
"fleurig famke", hij hoort nog haar schaterlach. Hij heeft geen spijt van zijn daad, al koste het hem een week cel en een werkstraf. Zijn zes maten hadden in december 1999 al voor de rechter gestaan. De politie was toen nog op zoek naar de zesde, die op de tribune in de rechtszaal zat. Spijt van zijn daad heeft hij niet. Het gooien van de eieren - De Haan had er zelf drie en had de andere eieren aan zijn maten gegeven - was niet ingegeven door racisme. Het was voor Marianne Vaatstra en tegen burgemeester Piet Visser van Kollum.
It wie foar Marianne. En tsjin de boargemaster."
Lees verder