Willem J. Ouweneel over de erfzonde: wat wordt geërfd?
Inmiddels heeft dr. Willem J. Ouweneel - bejubeld door de één, verguisd door de ander (ik overdrijf lichtelijk) - alweer 141 boeken op zijn naam staan.¹ In boek nummer 126 - 'De schepping van God: Ontwerp van een scheppings-, mens- en zondeleer' - staat een hoofdstuk over de erfzonde.² De term erfzonde heeft meermalen tot allerlei misverstand geleid. Hier volgt een korte samenvatting van een klein deel van het hoofdstuk over erfzonde.
De erfzonde
Bijbelse uitgangspunten over 'erfzonde'
Term 'erfzonde' komt niet in de Bijbel voor
Dr. Willem J. Ouweneel komt met een aantal Bijbelse uitgangspunten aangaande de 'erfzonde', een term die niet als zodanig in de Bijbel voorkomt. Adam werd een zondaar doordat hij zondigde en bij zijn nazaten is het net andersom: zij zondigen doordat zij zondaren zijn. Met andere woorden: zij hebben een 'zondige natuur', in de Romeinenbrief aangeduid met Gr.
sarx, vaak vertaald als 'vlees', 'natuur' of in de NBV onder meer met 'eigen wil'. Het woord 'vlees' kan tot het veelgemaakte misverstand leiden alsof het Nieuwe Testament een dualisme aanbrengt tussen geest als zijnde hoger en lichaam als zijnde lager en slecht. Dit is een Griekse notie, maar zeker niet Joods of christelijk. Hoe
sarx in de Romeinenbrief dan wel te verstaan? Ik laat David H. Stern even aan het woord:
Sha'ul [Paulus] had a highly developed psychology. By 'flesh' he did not mean the physical body alone, but all the toughts, emotions and physical urges that comprise human nature - and especially human nature as found in people before they are saved. Elsewhere Sha'ul says, "If anyone is united with the Messiah, there is a new creation" (2C 5:17) - that is, he has a second, new human nature controlled by the Holy Spirit. The old nature has died with Yeshua (6:5); and by the power of the Spirit it will stay dead - we owe nothing to it, that we should obey its corupted and misguided passions (8:1-13). In stead, as a result of being united with yeshua, we owe God obedience to His desires and commands.³
Gehele mens is aangetast
Niet alleen het lichaam is door het kwaad aangetast, maar de gehele mens is verdorven door de zonde. Zondige daden komen voort uit het hart (Spreuken 4:23), maar worden met de leden van het lichaam begaan.
De 'natuurlijke' zondigheid van de mens
Het gaat niet om de geschapen, maar om de
gevallen natuur van de mens. De Bijbel spreekt op diverse plekken over deze 'natuurlijke' zondigheid:
- "Alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht" (Genesis 8:21; vgl. 6:5).
- "Kan een mens tot reinheid brengen wat onrein is? Nee, dat kan hij niet" (Job 14:4)!
- "Hoe kan een mens nu zuiver zijn, wie uit een vrouw geboren is, onschuldig" (Job 15:14)?
- "De HEER kijkt vanuit de hemel naar de mensen om te zien of er één verstandig is, één die God zoekt. Allen zijn afgedwaald, allen ontaard, geen van hen deugt, niet één (Psalm 14:2-3; 53:2-3, vgl. Romeinen 3:10).
- "Ik was al schuldig toen ik werd geboren, al zondig toen mijn moeder mij ontving" (psalm 51:7).
- "Van de moederschoot af zijn ze van God vervreemd, van hun geboorte af dwalen die leugenaars." (Psalm 58:4).
- In het NT: Matteüs 7:11; Johannes 3:6; Efeziërs 2:3; Romeinen 2:5.
Men kan het zo zeggen: door de
wedergeboorte krijgt de mens deel aan de zegeningen van Christus' verlossingsdaad en door de
geboorte krijgt de mens deel aan de vreselijke gevolgen van de zondeval.
Alle mensen zijn zondaren
'Er is geen mens die niet zondigt'
De Bijbel getuigt op vele plekken dat alle mensen zondaren zijn:
- "Er is geen mens die niet zondigt" (1 Koningen 8:46; 2 Kronieken 6:36).
- "Wie zou kunnen zeggen: ‘Ik heb mijn hart gezuiverd, ik ben vrij van zonden’" (Spreuken 20:9; vgl. vers 6)?
- "We weten dat wij uit God voortkomen, terwijl de hele wereld in de macht is van hem die het kwaad zelf is" (1 Johannes 5:19).
- "Ook wij waren eens onverstandig, ongehoorzaam, op de verkeerde weg, slaaf van allerlei begeerten en lusten. Ons leven stond in het teken van boosaardigheid en afgunst, we verafschuwden en haatten elkaar" (Titus 3:3).
De Bijbel is duidelijk: elk mens staat schuldig voor God. Zie:
- "Als u de zonden blijft gedenken, HEER, Heer, wie houdt dan stand" (Psalm 130:3)?
- "Daag uw dienaar niet voor het gerecht, voor u is geen sterveling onschuldig" (Psalm 143:2).
- In het NT: Efeziërs 2:3, vgl. 4:17; Matteüs 6:12.
Natuur van de mens deugt niet
De mens is vanaf zijn geboorte een zondaar, ofschoon dat niet wil zeggen dat hij al vanaf de conceptie zondigt (zie Psalm 51:7; vgl. 58:4). Maar zijn natuur deugt niet, zelfs al voordat die natuur ook zonden voortbrengt.
Zo draagt elke goede boom goede vruchten, maar een slechte boom draagt slechte vruchten. Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, evenmin als een slechte boom goede vruchten dragen kan. Matteüs 7:17-18)
Een boom is niet verkeerd doordat hij slechte vruchten draagt, maar hij brengt slechte vruchten voort doordat hij verkeerd is.
En de rechtvaardige mensen dan?
Sommige mensen worden in de Bijbel als rechtvaardig en onberispelijk omschreven. Het lijkt er daarom op dat niet ale mensen zondaren zijn, maar schijn bedriegt. Van ieder mens wiens levensverhaal wat uitvoeriger in de Bijbel wordt beschreven, blijkt tot ernstige zonden te vervallen. Ouweneel noemt een aantal voorbeelden. Zo wandelde Noach met God (Genenis 6:9, desalniettemin verviel hij tot dronkenschap en exhibitionisme (Genesis 9:21). In 1 Koningen 14:8 zegt God van David: "Maar jij bent anders dan mijn dienaar David, die mijn geboden in acht nam, mij met heel zijn hart toegewijd was en altijd deed wat goed is in mijn ogen." In 2 Samuel 11 maken we echter kennis met David als overspeler en moordenaar.
Erfzonde: betekenis
Kernpunten
Ouweneel benadrukt dat mensen:
- geen zondaren zijn doordat zij zondigen, maar zij zondigen doordat zij zondaren zijn.
- geen zondaren zijn doordat zij in en met Adam 'mee gezondigd' zouden hebben;
- geen zondaren zijn doordat hetgeen hun verbondshoofd Adam heeft gedaan hun 'toegerekend' wordt;
- maar zondaren zijn doordat zij met een zondige natuur geboren zijn, welke uiteindelijk teruggaat tot de eerste mens, Adam.
In de macht van de zonde
De mens heeft dus niet in Adam gezondigd, maar elke dag zondigen wij met Adam mee door de zondige natuur die wij geërfd hebben. De zonde van Adam wordt de mens niet toegerekend, ook zijn schuld niet! De eigen zonden wordt de mens toegerekend. En deze zonden begaan wij als gevolg van de zondige natuur. Wij zijn allen in de macht van de zonde (Romeinen 3:9).
Ouweneel schrijft dat dus het volgende onder het begrip 'erfzonde' verstaan kan worden:
Wat ik erf, is niet de zonde die Adam begaan heeft, ik erf niet de schuld die hij op zich heeft geladen, ik erf niet de verantwoordelijkheid voor zijn schuld die hij gedragen heeft. Wat ik erf is de zondige natuur die Adam sinds zijn zondeval bezat en die hij op al zijn nageslacht heeft overgedragen. Ik ben op geen enkele wijze verantwoordelijk voor de zondige natuur die ik bij mijn conceptie heb meegekregen. Ik ben alleen verantwoordelijk - en dat is al ernstig genoeg - voor de zonden die ik als gevolg van die zondige natuur bega. Er wordt mij niets 'toegerekend' wat Adam heeft begaan; ik draag niet zijn schuld. Wat mij in deze zaak slechts met Adam verbindt, is de zondige natuur die ik van hem geërfd heb - en dat is al erg genoeg. (p.208)
Erfzonde: geen ideale term
Ouweneel vindt de term 'erfzonde' verre van ideaal. Om minstens drie redenen:
- De term kan suggereren alsof het om de geërfde zondige daad van Adam zou gaan in plaats van de geërfde zondige natuur.
- De term kan voorts suggereren dat het woord iets met genetische erfelijkheid te maken heeft en dat heeft het niet.
- De leer van de erfzonde kan het misverstand wekken dat de verantwoordelijke mens eenzijdig om zijn natuur verworpen wordt en dat is niet zo. Hij wordt veroordeeld om zijn zondige daden (zie o.a. Romeinen 2:5v.).
Mensen hoeven zich voor de rechterstoel van God niet voor hun erfzonde te verantwoorden, maar voor hun eigen boze werken. En niemand kan zeggen dat hij niet verantwoordelijk is voor zijn eigen zonden, omdat hij nu eenmaal zo is.
Een wedergeboren christen laat zich leiden door de Heilige Geest en is bevrijd van de zonde
Gepredisponeerd om te zondigen?
'Ik ben door de erfzonde gepredisponeerd om te zondigen,' kan iemand tegenwerpen. Ouweneel zal dan antwoorden:
En laat hij die zich erover beklaagt dat hij als gevolg van de erfzonde niet anders kán dan zondigen, zich haastig bekeren, het nieuwe leven uit God en de kracht van de Heilige Geest ontvangen, om rijk oftewel ijverig te zijn in goede werken. (p.209, hiermee verwijzend naar 1Tm6:18; Tt2:14; Mt5:16; Ef2:10; 4:28;Tt3:8,14; hb10:24)
Wedergeboren christenen mogen de volgende tekst van Paulus op zichzelf toepassen:
Maar u leeft niet zo. U laat u leiden door de Geest, want de Geest van God woont in u. Iemand die zich niet laat leiden door de Geest van Christus behoort Christus ook niet toe. Als Christus echter in u leeft, bent u door de zonde weliswaar sterfelijk, maar de Geest schenkt u leven, omdat u door God als rechtvaardigen bent aangenomen. Want als de Geest van hem die Jezus uit de dood heeft opgewekt in u woont, zal hij die Christus heeft opgewekt ook u die sterfelijk bent, levend maken door zijn Geest, die in u leeft. (Romeinen 8:9-11)
Zonde heeft geen vat op wedergeboren christenen
Wedergeboren christenen kunnen - indien ze dicht bij God blijven - elke verleiding die op hen afkomt weerstaan. De zonde hoeft helemaal geen vat meer op hen te krijgen:
Maar God zij gedankt: u was slaven van de zonde, maar nu gehoorzaamt u van ganser harte de leer waaraan u zich hebt toevertrouwd, en bevrijd van de zonde hebt u zich in dienst gesteld van de gerechtigheid. (Romeinen 6:17-18)
Noten:
- http://www.willemouweneel.nl/publicaties (voor de laatste keer geraadpleegd op 20 mei 2011)
- Dr. Willem J. Ouweneel: De schepping van God - Ontwerp van een scheppings-, mens- en zondeleer, Uitgeverij Medema, Vaassen, 2008.
- David H. Stern: Jewish New Testament commentary; Jewish New Testament Publications, Inc., 1992, p.376.
Lees verder