B-SAFER: inschatten kans op herhaling relationeel geweld
De B-SAFER is een diagnose-instrument waarmee de kans op herhaling van relationeel geweld ingeschat kan worden. In Nederland werkt onder meer de reclassering met dit instrument, als aanvulling op de RISc (Recidive Inschattings Schalen). Met de RISc kan wel de kans op algemene recidive bij daders van relationeel geweld goed ingeschat worden, maar met de RISc is de kans op herhaling van een gewelddadig delict niet goed te voorspellen.
B-SAFER
Verantwoording
Dit artikel is een samenvatting van het boek ‘B-SAFER, Richtlijn voor het beoordelen van het risico van relationeel geweld’.¹ B-SAFER is een afkorting voor:
Brief Spousal Assault For Evaluation of Risk.
Definitie en aspecten van relationeel geweld
Wat is relationeel geweld?
Onder relationeel geweld wordt het volgende verstaan:
“Ieder daadwerkelijk fysiek geweld, poging daartoe, of bedreiging ermee door een man of een vrouw gericht tegen een huidige of ex-partner, waarmee de dader een (intieme) relatie heeft (gehad).”²
Aspecten
Aspecten van relationeel geweld zijn:
- Geweld heeft veelal een hogere frequentie en is ernstiger wanneer er tussen het slachtoffer en de dader sprake is van een relatie, in tegenstelling tot gewelddadig gedrag gericht op vreemden.
- Relationeel geweld is één van de meest voorkomende vormen van interpersoonlijk geweld, zo blijkt uit onderzoek.
- Relationeel geweld treft mannen en vrouwen op verschillende manieren. Vrouwen zijn vaker het slachtoffer van herhaald en ernstig geweld, inclusief doding. Ook zijn zij vaker het slachtoffer van psychische mishandeling.
- Vrouwen spelen vaak een rol als uitlokker van het geweld. Ook kunnen vrouwen zelf met het fysieke geweld beginnen, maar vanwege de vaak fysieke overmacht van de man, worden zij uiteindelijk vaker in de rol van slachtoffer aangetroffen.
De noodzaak van risicotaxatie
In Nederland is huiselijk geweld één van de meest courante vormen van geweld. Bij huiselijk geweld gaat het vaak om relationeel geweld, maar niet uitsluitend. Kindermishandeling en oudermishandeling vallen er ook onder. Het belangrijkste doel van risicotaxatie is
preventie, dat wil zeggen dat bepaald moet worden welke stappen er genomen moeten worden om het risico dat bij een persoon naar voren komt te reduceren. Het is niet voldoende om in te schatten wat de kans op recidive is. Het gaat om een volledige beoordeling van het risico, zoals de aard van het verwachte geweld, de verwachte ernst en de frequentie en de voorwaarden waaronder het geweld zou kunnen optreden.
Benaderingen met betrekking tot risicotaxatie
Er zijn grofweg drie benaderingen wat betreft risicotaxatie van gewelddadig gedrag:
- Het ongestructureerde klinische oordeel, welke zijn gebaseerd op de ervaring van de beoordelaar. Deze benadering is alom bekritiseerd vanwege de beperkte betrouwbaarheid, validiteit en transparantie.
- Het actuariële oordeel waarbij de beoordeling wordt verricht aan de hand van volledig vaststaande, nader omschreven procedures. Deze benadering heeft als manco dat de praktische bruikbaarheid gebrekkig is.
- Het gestructureerde professionele oordeel slaat een brug tussen het ongestructureerde klinische oordeel en de actuariële benadering. Deze blijkt een bruikbare en nauwkeurige benadering te zijn voor het beoordelen van het risico van relationeel geweld. Systematisch worden (vooral dynamische, veranderbare) risicofactoren nagelopen die betrekking hebben op het individuele geval en op basis daarvan kunnen risicohanteringsstrategieën worden opgesteld om geweld te voorkomen.
Toepassingen, populatie en beperkingen B-SAFER
B-SAFER is bedoeld voor professionals in het forensische werkveld en andere setting waarin risicotaxatie is vereist, zoals de reclassering of GGZ.
De B-SAFER is bedoeld door gebruik bij de volgende personen:
- 18 jaar en ouder;
- Mannen en vrouwen;
- Ongeacht seksuele oriëntatie;
- Met een bewezen of vermoedelijk geschiedenis van relationeel geweld.
De B-SAFER is niet geschikt om te bepalen of iemand zich schuldig heeft gemaakt aan relationeel geweld. Ook kan het instrument niet gebruikt worden om te beoordelen of iemand voldoet aan het profiel van een partnermishandelaar, aangezien er geen eenduidig profiel bestaat. De B-SAFER kan niet gebruikt worden om andere vormen van geweld te beoordelen.
Kwalificaties en training voor de gebruiker
Gebruikers dienen expertise te hebben in individuele diagnostiek en op het gebied van relationeel geweld. Twee risicofactoren van de B-SAFER (middelengebruik en psychische stoornis) geven kenmerken weer die samenhangen met psychische stoornissen. De gebruiker hoeft geen gedragskundige te zijn om deze items in te vullen. Er hoeft geen diagnose gesteld te worden. De gebruiker man op zijn indrukken afgaan en de diagnose op het markeerblad als ‘voorlopig’ aanduiden.
Voor (toekomstige) gebruikers wordt een korte training aanbevolen, welke in totaal ongeveer 8 tot 16 uur in beslag neemt.
Gebruik van de B-SAFER
De toepassing van de B-SAFER bestaat uit vier stappen:
- Stap 1: verzamelen en documenteren van informatie die nodig is boor de codering:
- Een gesprek met de dader;
- Een gesprek met het slachtoffer;
- Gesprekken met referenten;
- Bestudering van dossierinformatie, zoals processen-verbaal, psychologisch rapport, enz.
- Stap 2: Het coderen van de aanwezigheid, in wel heden als verleden, van de tien te onderscheiden risicofactoren (zie onder).
- Stap 3: Het maken van aanbevelingen over strategieën om het relationele geweld te beheersen. Er bestaan vier categorieën van risicohanteringsactiviteiten:
- Monitoring/toezicht;
- Behandeling;
- Vrijheidsbeperking (bijvoorbeeld straatverbod); en
- Veiligheidsplannen voor het slachtoffer.
- Stap 4: Het vastleggen van een algemeen oordeel.
Relationele geweldsfactoren
B-SAFER bestaat uit 15 items, 10 over de dader en 5 over het slachtoffer. Alle items kennen een scoring op een 3-punts-schaal. Op basis van de scores wordt een gestructureerd professioneel oordeel over het recidiverisico gegeven wat bestaat uit 3 onderdelen: onmiddellijk risico, lange termijn risico en risico van extreem ernstig geweld. Er is dus geen automatische conclusie over het risico.
Risicofactoren in de B-SAFER:
Deel 1:
Relationeel geweld
- Ernstig lichamelijk/seksueel geweld;
- Ernstige gewelddadige dreigementen, gedachten of intenties;
- Escalatie van lichamelijk/seksueel geweld of dreigementen, gedachten of intenties;
- Schending van voorwaarden of toezicht;
- Negatieve opvattingen aangaande huiselijk geweld.
Deel 2:
Psychosociale aanpassing
- Andere ernstige delicten;
- Relatieproblemen;
- Problemen met betrekking tot werk en/of financiën;
- Middelenmisbruik;
- Psychische stoornis.
Deel 3:
Kwetsbaarheid van het slachtoffer
- Inconsistent gedrag en/of houding ten opzichte van de dader;
- Extreme angst voor de dader;
- Onvoldoende toegang tot hulpbronnen;
- Onveilige woonsituatie;
- Persoonlijke problemen.
B-SAFER en de reclassering
De reclassering zet de B-SAFER in om een goede taxatie te kunnen maken van het risico op herhaling van relationeel geweld. Het gaat hier dus om een specifieke vorm van risicotaxatie. Op grond van de analyse kan tevens een indicatie gesteld worden van noodzakelijke interventies om toekomstig relationeel geweld te voorkomen, en risico’s voor herhaling op korte termijn te beheersen.
Noten
- P. Randall Kropp, Stephen D. Hart, Kevin Douglas en Henrik Belfrage (Nederlandse vertaling: Corine de Ruiter): B-SAFER, Richtlijn voor het beoordelen van het risico van relationeel geweld, Maastricht University, 2009.
- Ibid, p.7.
Lees verder