Namen en Betekenis - Voornamen Jongens & Meisjes met een A
Meisjesnamen en jongensnamen en hun betekenis. Ben je op zoek naar een leuke, mooie of originele naam voor je baby, kindje dat op komst is? Wil je de betekenis van je eigen naam of vele andere namen weten? In dit overzicht vind je voornamen, zowel meisjes- als jongensnamen, die met de letter A beginnen met de betekenis van de namen erachter. Een lijst met klassieke en moderne namen, bekende, populaire en aparte voornamen van verschillende oorsprong en ook herkomst uit diverse landen en culturen.
Voornamen en Betekenissen - Jongensnamen en Meisjesnamen - Namen met de letter A
Aad - Adel, Edel, afkomstig uit Adria, donker/dofzwart
Aafke - De goede
Aaike, Aico, Aiko, Aai, Aaikje, Aya - Zwaard, Eg (Germaans)
Aalbert - Schitterend door adel
Aaldert - Edele, Sterke
Aaldrik - Edele heerser
Aaliyah - Opgewonden, Nobel, Opstijgen (Arabisch afgeleid van Ali: hoog, verheven)
Aaltje - Heerser met het zwaard, Van edele afkomst
Aaron, Aäron, Aron, Haroen, Arondina - De Verlichte, schijnend, berg (Hebreeuws: Aharon, Aaron naam van Mozes’ broeder)
Aart - Heersend als een adelaar
Abba - Vader (Hebreeuws, Babylonisch)
Abe, Abbe, Abel, Abo, Abbe, Abeltje, Abkel - Verheven geslacht (Germaans) Ook adem, de vergankelijke (Bijbels: Abel, 2e zoon van Adam en Eva, zie ook Abraham)
Abby - Vreugde van de vader
Abdelhamid - Dienaar van de lovenswaardigheid
Abdessalam - Dienaar van de Vredige
Abdi - Dienaar van Allah
Abdul - Dienaar van God
Abey - Blad, Omaha (Indiaans)
Abi - Oudere broer
Abia - Jahweh is mijn vader
Abigael, Abigaël, Abigail, Abigaïl - Vreugde van de Vader (Hebreeuws: mijn vader heugt zich, A-bi-ga-el)
Abner - Vader's licht, Schijnsel (Hebreeuws: 1e legergeneraal onder koning Saul in Israël)
Abraham, Abram, Avraham, Avram, Bram, Brammert, Abrán, Abra, Abramina, Abriana - Vader van een menigte/volk, Vader van vele naties (Hebreeuws) Bijbels: stamvader van Juda en Israël
Abriana - Moeder van vele volken
Absalom - Vader des vredes. Bijbels: Absalom, zoon van David (Hebreeuws)
Acelya - Azalea, bloem (Turks)
Achiel, Achille, Achilles - Rivier, Water en slang (Griekse acheloos: riviernaam en echis: slang) Griekse mythologie: Held Achilles, zoon van de halfgodin Thetis
Achmed - De voortreffelijke
Ad - Afkomstig uit Adria (bij Venetië) of dofzwart/donker
Ada, Adah - Adel, Verheven geslacht, schoonheid (Germaans), sieraad (Hebreeuws)
Adája - Jahweh is mooi
Adam, Adamus, Adama, Adamina - Mens (Hebreeuws) Bijbels: Adam de eerste mens. Adel (Germaanse ath)
Voornaam geslacht, ook wel Stof der Aarde
Adanna, Adanya - Haar vaders dochter (Nigeriaans)
Adaire Eik (Schots, afgeleid van Adair: eik)
Adara, Adaria - Maagd (Arabisch)
Adilah, Adila - Correct, eerlijk (Arabisch)
Adina - Vriendelijk, Zachtmoedig (Hebreeuws)
Addick - Vader, De zoon van de edele of De kleine edele
Addie - Schoonheid, De voorname
Addo - Adel, edel
Adelbert, Aalbert, Aalbertus, Aalbrecht, Adelbrecht, Alberd, Albert, Albrecht, Appe, Bert, Bertus, Elbert, Elbrecht, Aalbrechtje, Alberdina, Alberta, Albertina, Albrechta, Bertha, Elbertje - Schitterend door adel, afkomst (Germaanse adel en adelbrecht: glanzend en stralend)
Adelgonde, Alagonda, Aldegundis, Allegondis, Gonda, Gon - Edele strijdster (Germaanse adel: adel en gonde: strijd)
Adelhard, Aldert, Allart, Ellert, Alard, Aaldertje, Allarda - Sterk door Adel (Germaanse adel: adel en hard: sterk)
Adelheid, Aal, Adeleida, Aleid, Adelina, Adeline, Aletta, Alice, Alida, Alijd, Leida, Let, Lida, Heidi, Adélaide, Adele - Van edele gestalte, Schoonheid (Germaanse adel: adel en heid: geslacht)
Adelmar, Ademar, Elmar, Elmer - Door adel beroemd (Germaanse adel: adel en mar: beroemd)
Ademar - Beroemd door strijd
Adelain, Adilene - Edel
Adèle, Adélaïde - Edel (Zie Adelheid)
Adelrik, Aalderik, Aalrik, Alarik, Alrik, Aalderika, Aeldrikje - Machtig door adel (Germaanse adel: adel en rik: heerser
Adelwijn, Adelwinus, Alwin, Elwin, Halewijn, Alwina, Alwine - Edele vriend (Germaanse adel: adel en win: vriend)
Adena - Delicaat, sensueel (Hebreeuws)
Adi - De Voorname
Adil, Adilah, Adilson - Rechtvaardig, Eerlijk persoon, Gelijk
Adinda (Indisch) - Eerste dochter of oudste dochter(uit Max Havelaar van Multatuli: Saidja en Adinda)
Adisa - Zij die helder, duidelijk is
Admon - Rode aarde
Adnan - Fortuin
Adne - Heersend als een Adelaar
Adoette - Grote boom (Indiaans)
Adolf, Adolphus, Alef, Dolf, Adolphe, Adolfine, Dolfine, Fien(e) - Edele wolf (Germaanse adel: adel en wolf: wolf)
Adriaan, Aad, Aarjen, Ad, Adri, Adriaan, Adrianus, Arie, Aris, Arius, Arjan, Hadrianus, Jaan, Janus, Jos, Adrian, Andar, Aaike, Adria, Adriana, Adrie, Arieta, Adrienne, Adry - Afkomstig uit Adria (plaats bij Venetië) of donker, dofzwart (Latijn)
Adora - Aanbiddelijke, Aanbedene
Adré - Heersend als een adelaar (arend)
Adwin - Variant van Edwin (Vriend van het erfgoed) en combinatie van de namen Ad (Afkomstig uit Adria of dofzwart/donker) en Edwin (Vriend van het erfgoed)
Aen, Arend, Aernout - Heersend als een adelaar (arend)
Aegidius, Egidus, Gillis, Giles, Aegidia, Gilda - Schild van Zeus (Grieks aigis: Geitevel, mythologie: de mantel van Aige, de voedster van de oppergod Zeus, beschermde Zeus in de strijd)
Aemilius, Amelius, Emiel, Emil, Mees, Melis, Mels, Miel, Emile, Aemilia, Emilia, Emilie, Millie, Emily - Zacht, Vriendelijk (Grieks: haimulos)
Afra - De Afrikaanse, Stof
Agatha, Aacht, Aagje, Addie, Agaat, Ageeth, Agatho, Agathus - Goed (Grieks : agathos)
Aggy - Goed, Zwaarddraagster
Agnes, Agneta, Agnetha, Agnieta, Angenieta, Neeske, Nita, Agnes, Inez - Heilig, Zonder schuld, Rein, kuis, Lam of jong schaap (Griekse hagnos: heilig, rein, kuis)
Ago - Zwaard
Agostino - Eerbiedwaardig
Ahmed - De Voortreffelijke
Ahuva - De Beminde (Hebreeuws)
Aïcha, Aischa - Leven, Liefde
Aida - Helpster, Terugkerende gast
Aidan, Aiden - Klein vuur
Aike, Aiko - Zwaard, Afkomstig uit Adria (plaats bij Venetië) of donker, dofzwart
Aileen - Plezierig, Mooi, de lichtende
Ailie, Aily - Dapper met het zwaard
Aimée - De Geliefde, beminde
Aina - Vreugde
Aino, Ainoa - De Enige (zus)
Aise, Aizo - Zwaard
Aisha - De Gelukkig levende, Vrouw
Aliza - Vreugde (Joodse Kabbala: vreugdevolle mogelijkheid om te stijgen boven de natuur)
Ali, Alie - Hoog, verheven (Arabisch)
Ajani - Hij die de strijd wint
Ajax - Door smart rennend (Grieks: aiazoa: weeklagen, smart veroorzakend, en aissoo: rennen)
Akas - Kroniek
Akbar - Groter
Akif - Toegewijd aan God
Akim - Jahweh richt op
Akira - Intelligent
Akiva, Akiba - Vastgehouden door de hiel (zie ook Yaakov, Jakob) (Hebreeuws)
Akke, Akko - Zwaard
Akshay - Eeuwig, onverwoestbaar
Alan, Al, Allan, Alain, Alana, Alanah - De Rots (Keltische oorsprong)
Alba - Witte stralen, Dageraad
Alberdina, Albert, Albertina - Door adel schitterend
Alberik, Alfrik, Oberon, Aubrey - Heersend over bovenaardse wezens (Germaanse alb: bovenaards wezen en rik: machtig)
Albin - De Witte, Vriend van de Alven
Alcindo - Sterk karakter
Alco - Adel, Edel
Ald, Alde, Aeld - Edel, Ervaren, oud (Germaanse ald: oud, ervaren)
Aldemar, Almer - Beroemd door ervarenheid (Germaanse ald: oud, ervaren en mar: beroemd)
Ale, Alco, Eelco, Elzo, Aalke, Eelje, Elsje - Adel (Germaanse adel: adel)
Aldert - Sterk en volwassen
Aldrik - Ervaren en machtig
Aldwin - Volwassen, Ervaren vriend
Ale - Edel
Aleida, Alet, Aletta, Alette - Van edele afkomst
Alexander, Alex, Alec, Alessandro, Alessio, Alesio, Aleandro, Lex, Sander, Xander, Alec, Sascha, Sandor, Iskander (Arabisch), Alexa, Alexandra, Alexandrine, Sandar, Zandra - Beschermer, mensenredder, mannenverdediger/afweerder (Grieks)
Alfons, Alfonsus, Fons, Alphonse, Alfonso, Alonso, Alfonsina, Alphonsine - De Edele Bereidwillige. Hij die tot alles bereid is, bereid tot strijd (Germaanse adel: adel en funs: wagen, bereid zijn)
Alfred, Alfredus, Fred, Alf, Alfreda, Fredie - Hij die raad van elfen (bovenaardse wezens) krijgt. Germaanse alf: elf en raed: raad)
Alger, Alker, Algertsje - Edele speerdrager (Germaanse adel: adel en ger: speer)
Ali - Hoog, Verheven
Alice, Alicia. Alida, Alieke, Alies, Alisha, Alison, Alitcia - Van edele afkomst
Alina - Schoonheid
Aline - Vrouw van edele gestalte
Alister - Beschermer of afweerder van mannen
Aljan, Alje - Adel, Edel
Aljosja - Verdediger
Allaart, Allard - Edel en sterk
Allan - Rots
Alle - Van adel, de Edele
Allon, Alon - Rots of sterke boom, eikenboom (Hebreeuws: kleinkind van Jakob)
Aloys, Alois, Wies, Aloysius - De zeer Wijze, in alle opzichten wijs (Germaanse alwisis: zeer wijze)
Almar - Vermaard om zijn ervaring
Alof - Edele wolf
Alouette - Zwaluw, Leeuwerik
Alvaro - Beschermer van alles
Alvin, Alwin - Edele vriend
Alyna - Edel
Alysha - Van edele afkomst
Amadeus, Amedee, Amédé - De God beminnende (Latijn)
Amaia - Nachtelijke regen
Amalia, Alma, Amelia, Amelie, Emelie, Mele, Emily, Emmy, Milly - Beschermster in de strijd, ingespannen strijdend (Germaans: Amalberga)
Amalrik, Almaric, Amerigo - Machtig in de strijd (Germaanse amal: strijd en rik: machtig)
Amanda- Lieflijk, Beminnelijk
Amani - Vrede
Amaqjuaq - De Sterke
Amaranth, Amarens - Eeuwig Bloeiend, onverwelkbaar
Amaru - Slang
Amaryllis - De Glanzende
Amatus, Aimé, Amata, Aimée, Amy - De Beminde (Latijns: amatus)
Amaury - Machtig in de strijd, Vol inspanning strijdende
Ambrosius, Ambroise, Ambrose - Goddelijk schoon (Grieks: ambrosios)
Amber - Reukstof en symbool voor zonlicht (Arabische ambar: reukstof)
Americo, Amerik - Machtig in de strijd
Amil - Factor
Amira, Amyra - Prinses, leider, aanvoerder, welvarend, levendig, spraak/woorden
Amos - Drager van Last, Geladen, bevolkt, wijsheid (Bijbel: 1 van de 12 kleine profeten)
Amra - Sterk, krachtig
Amram - Machtige natie (Hebreeuws: vader van Mozes, leider Joodse volk voor de exodus uit Egypte)
Amrish - De God Indra
Amy - De Geliefde
Ana - Genadig, lieflijk
Anaïs - Genadig, liefijk of sierlijk
Ananda, Anando - Eén en al vreugde
Anastasius, Staas, Anastasia, Asta, Natasja - Tot nieuw leven opgestaan door doop (Griekse anastasis: opstanding)
Anatole - Opkomst van de zon, uit het oosten (morgenland) afkomstig (Grieks: anatole)
Ancella - Dienstmeisje, slavin
Andelina - Toorn, haat (Germaanse and)
Anderson - Zoon van Anders
Andreas, André, Andreus, Andries, Dries, Andres, Andrez, Andor, Andro, Andy, Andrea, Andria, Dreesje - De mannelijke, dappere, de Sterke (Grieks: andreios)
Ane, Anno, Aantje, Anke, Anne - Arend of Adelaar (Germaanse arn)
Anel, Anil - Wind, God van de wind
Anette - Genadig, lieflijk
Ange, Angelus, Angelico, Angelo, Angela, Angèle, Angelic, Angelica, Angeline Angélique, Angelita, Aniel - De Engel of Engelachtige (Griekse angelos: engel of boodschapper of Germaanse angel: afkomstig van het volk der engelen)
Angenita - Heilig, Zonder schuld, Rein/kuis, Lam (jong schaap)
Angus - Enige keuze
Ania - Genadig, lieflijk
Aniam - Ik ben een deel van het volk
Aniek, Anika, Anique - Genadig, lieflijk
Anila - Zonder begin
Anisha - Ononderbroken
Anita, Anitra, Anja, Anjo, Anjella - Genadig, lieflijk
Ank, Anka, Ankie, Anna, Anne, Anetta, Annegien, Anneke, Annet, Anette, Annie, Ans, Nanette, Nanon, Anita, Ann, Nancy, Annuska - Genadig, genade of begnadigde (Hebreeuws: Hanna), lieflijk, God is mij genadig geweest
Annando - Vreugde, geluk
Annabel, Annabelle - Combinatie van Anna (genadig, lieflijk) en Sybille (waarzegster)
Annalies - Combinatie van Anna en Elisabeth (Ik zweer bij God)
Annefloor - Combinatie van Anna en Flora (bloem)
Annegien - Oude Drentse vorm van Anna (genadig, lieflijk)
Annegré - Combinatie van Anna en Greet (Parel)
Annelie, Annelieke - Combinatie van Anna en Louise (krijgsheldin), Lydia (vrouw uit Lydië of Lieke: de onbekommerde)
Annelien - Afgeleid van Anna of combinatie van Anna en Lena: Fakkel, stralende of schitterende)
Annelies - Combinatie van Anna en Elisabeth (Ik zweer bij God)
Anneloes - Combinatie van Anna en Loes (krijgsheldin)
Annelotte - Combinatie van Anna en Charlotte (kerel, vrije man)
Annemarie, Annemarieke, Annemiek, Annemieke, Annerieke - Combinatie van Anna en Maria of Marie (bedroefd, bitter, zee)
Annemijn - Combinatie van Anna en Wilhelmina (De wilskrachtige beschermer)
Annica, Annie, Annick, Annika, Annique, Annoeska, Anny, Anoek, Anouk, Anoeschka, Ans - Genadig, lieflijk
Anoop - Onvergelijkbaar, de beste
Anouar - Briljant, stralend
Ansar - De Helpers (van Mohammed)
Anselm, Selm, Anselma, Selma - Door de Goden beschermd (Germaanse ans: God en helm: bescherming)
Ansfried - Onder de bescherming van de Goden
Ansgar, Oscar, Oskar - Door de Goden beschermde speerdrager (Germaanse ans: God en ger: speer)
Anshu - Zonnestraal
Ansuya - Geleerde vrouw
Anta, Antia - Bloem, De onschatbare
Ante - Toornige (oorlogszuchtige) stemming
Antina, Antje - Genadig, lieflijk
Antonius, Anton, Antoin, Antonie, Antonio, Antoon, Teun, Teunis, Ton, Tone, Tonke, Tonny, Toon, Antoine, Anthony, Antonetta, Antonette, Antonia, Netta, Teuntje, Tonia, Toos, Antoinette - De Onschatbare (Romeins)
Anwar - Toegewijd aan Allah, Licht, helder, stralend, schittering, pracht en praal
Anwer - Schitterend, lichtstralen
Anyam - Ik ben een deel van het volk
Aoife - Het Leven gevende
Aphrodite - Godin van de liefde
Apollo - Verwoester
Appolonius, Pleun, Pol, Apollonia, Lonneke, Pleuntje, Polly Behorend tot Appollo (Latijn)
Appie, Appy - Verheven vader, schitterend door adel
Ara - Vermogen, kundig, begaafd, Altaar of Verzamelen
Arabella - De kleine Arabische (Spaans)
Aram - Verhevene
Aramintha - Hoog, verheven, Elegant
Aranka - Goud
Arber - Verkoper van kruiden
Archibald - Werkelijk dapper
Archimedes - Heersend door vernunft (Griekse archo: ik beheers/medomai: ik beraam)
Arco - Strijkstok
Ard, Arda - Hij/zij die heerst als een adelaar of beschermer, bewaker van het erfgoed
Ardeline, Arend, Ardian - Afkomstig uit Adria, Dofzwart/donker
Areke - Adelaar of Arend (Germaanse arne)
Arend, Arende, Arent - Heersend als een adelaar, arend
Ariadne, Ariana, Ariane - De Eerbiedwaardige, de zeer heilige, de onnoembare (Grieks)
Arie, Ariënne, Arij, Aris, Ariska, Arja, Arjan, Arjen, Arjenne, Arjette, Arjon, Aryan - Afkomstig uit Adria (plaats bij Venetië) of donker, dofzwart
Ariël - Leeuw van God, Engel met vredesboodschap (Hebreeuws: andere naam voor Jeruzalem/altaar Heilige Tempel)
Arild - Gevechtscommandant
Arindi - Heersend als een adelaar
Aristide - Zoon van de Beste (Grieks: aristeides)
Aristoteles - De beste voleinding (Griekse aristos en telos)
Arjun, Arjuna - Zuiver, helder, daglicht, kleur van de dageraad of melk
Arkenbout, Archibald, Archie, Archimbaud - De werkelijk dappere (Germaanse erken: volkomen, rein en bald: stoutmoedig)
Arko - Hij die heerst als een adelaar
Arlan - Belofte
Arlen - Eed, bezwering of pand, borgstelling
Arlet, Arlette - Edelvrouw
Armand, Armin, Armina - Strijder, held van het leger
Armgard, Irmgard - De machtige, eerbare behoedster (Germaans)
Arn, Arne, Arno, Arnold, Arnoldus, Nol, Aartje, Arnoud, Arnout, Aard, Arend, Arna, Arnolda, Arnoldina, Nolda - Heersend als een adelaar (arend) Germaanse aran of arn-u: arend en wald: heersen
Aro, Aeron - De Verlichte
Arran - Eiland
Arsenius, Arsene - De sterke mannelijke (Griekse arre-n of arsen)
Art - De Krachtige
Arthur, Artorius, Artur - De Sterke, moedige Beer (Keltische artus: beer en Welsch: held)
Aruna - Dauw
Arwin - De Muze
Aryeh, Ari, Arieh - Leeuw, Koning van de dieren
Asher, Osher - De Gezegende of Gelukkige (Hebreeuws: zoon van Jakob)
Ashley - Essenhout, weide
Ashutosh - Blij, Gezegend
Ashwin - Ster, Vriend der Goden
Asmara - Liefde
Aster, Asteria - Ster (Grieks)
Astrid, Asta - Rijdend onder de gunst der Goden, Schone Godin (Noorse ast: genade en rid: rijden)
Athalia, Athalie - Jahweh is verheven
Ate, Atie, Atze - Adel of edel, schitterend door adel
Atif, Atife - Zorgzaam
August, Augusta, Augustijn, Augustus, Guus, Stijn, Auguste, Augustina, Gusta, Guusje - De Verhevene, Eerbiedwaardig
Aukje - oorsprong onbekend; mogelijk een bakernaam (naam die in de kindermond is ontstaan en later een officiële naam werd)
Aurélie - Goud, luchtstroom (Latijnse Aurum: goud, Griekse/Latijnse Aura: wind)
Aurora, Aurore, Aure - Morgenstond (Latijn)
Ave, Aaf, Aafko, Aafje, Aafke, Afke - Elf, bovenaards, niet goddelijk wezen (Germaanse alf: elf) (Romeinse Ave: groet)
Avalon, Avelon - Van het eiland Avalon
Avi - Mijn Vader (Hebreeuws: afkorting van Avraham, 1e aartsvader Joodse volk, zie Abraham)
Avigdor - Vader van degene die grenzen stelde voor het Joodse volk.(1 van de namen van Mozes)
Avinash - Onverwoestbaar
Avital - Oeroude
Axel - Beschermer, Vader van de vrede (zie Alexander)
Ayanna - Mooie bloem
Aydin - Intelligent
Ayesha - Leven, levend
Ayla - De Eikenboom, Sterrenkrans rond de maan
Aynoa - De Enige (zus)
Ayolt - Heerser met het zwaard
Ayoub - De Vervolgde
Ayumi - Loop, groei
Ayzo - Zwaard
Azaire - God heeft geholpen
Azam - Grootste, machtige, geweldige, almachtige
Azer - Vuur
Azriël- Engel, Helper van God
Lees verder