Namen en Betekenis - Voornamen Jongens & Meisjes met een B

Baba - Geboren op donderdag

Babeau, Babet, Babette, Bab, Babs, Barbara, Bärbel, Barry, Berbera - In het buitenland geboren, vreemdeling (Grieks: barbaros)

Babino - Kind

Badi - Uitvinder, Creator

Badir, Badr, Badru - Volle maan

Bahar - Lente

Bailey - Gerechtsdienaar

Balder - Dapper, moedig (Griekse mythologie Balder: God van het licht en de lente)

Baptist, Triste, Baptiste, Baptista - De Doper (Griekse baptistes)

Barak - Bliksem (Hebreeuws)

Barend - Sterk, Moedig als een beer

Barnabas, Barnaby - Zoon van de Vertroosting (Aramees)

Barre, Barrie, Barry - Goede schutter, speer (Keltisch: bearrach)

Bart, Bartholomeus, Bartholomeüs, Bartel, Bertus, Mees, Meeuwis, Mies, Barta, Bartola, Bartholomea, Meeske - Schitterend door adel, de strijdbare. Zoon van de vorentrekker, Zoon van de broederlijke (Hebreeuws: bartolmai)

Baruch, Barucha - De Gezegende, Zegenen, knielen

Bas - Zoon van de vertroosting, Eerbiedwaardige, Koninklijke

Basha - Dochter van God, Vreemdeling, in het buitenland geboren

Basten, Bastiaan - Verheven, Eerbiedwaardig

Batya, Batia, Basya - Dochter van God

Bauke, Bouke, Bouwe, Bauje, Bouk, Boukje - Eervolle strijd (Germaanse Badu: strijd)

Bavo, Bave, Baafje, Baafke - Strijd (Germaanse Bade: strijd)

Bayla, Baila - Mooi, edel wezen

Bea, Beate, Beatrice, Beatrijs, Beatrix, Trix, Trixie - Zij die geluk brengt, Gezegend

Beau, Beaudine - Knap, mooi

Beer - Sterk en moedig als een beer

Béla - Door adel schitterend

Belgin - Helder

Belinda - De geheimen kennend, Schild in de strijd (Germaans: betlindis)

Bella - De lieflijke, Schone

Ben, Bennie, Benno, Benny, Bendert, Bern, Bernard, Benhard, Bernhard, Bernie, Bennardus, Barend, Barendje, Bernadetto, Barendina, Berendina, Bernadet, Bernadine, Bernardina, Bernadette, Binske - Sterk en moedig als een beer, Gelukszoon, de Gezegende (Germaanse bern: beer en hard: moedig, sterk)

Benedict, Bengt, Benito, Bennet, Benoit, Bent, Bente, Benthe, Benedicta, Betta, Bettina, Benita - De Gezegende (Latijns benedictinus)

Benjamin, Benjamino, Ben, Benji - Zoon van het zuiden, Gelukskind (Hebreeuws: Zoon van de rechterhand)

Bentley - Heide, woeste grond

Berber - In het buitenland geboren, vreemdeling

Berda, Berdi, Berdien, Berend, Berendina, Berendje, Bernadette, Bernard, Bernd, Bernt, Born - Sterk of moedig als een beer

Beril, Beryl - Kristalhelder

Berit - De Verhevene

Berlinda - Beer met schild

Berenice, Bernice - De Overwinning, Zegen brengend (Grieks: pherenike)

Bernoe, Bernou - Heilige berin

Berrie, Berry, Bert, Berten, Berto, Bertus - Helder, stralend, Schitterend door adel

Berro - Heersen als een beer

Bertha, Berta, Berthe, Bertina, Bertine, Bertiny, Berethien, Bep - Stralend, helder, schitterend (Germaanse brecht)

Bertie, Bertram - Schitterende raaf (Germaanse brecht: helder/stralend en ramn: raaf)

Bertil - Schitterende heerser (Noors)

Bertje, Bertus - Schitterend door adel, schitterende raaf

Bertold, Barthold, Bartholdus, Berchtold, Berthold, Bartholina - Schitterende heerser (Germaanse brecht: helder/stralend en wald: heerser)

Bertran, Bertrand - Schitterend schild Germaanse brecht: helder/stralend rand: schild)

Bertwin - Schitterende vriend

Beryl - Groene Edelsteen (Grieks: berullos)

Betsie, Betsy, Bette, Bettie, Bettina, Bettine, Betty - Ik zweer bij God

Beverly - Beverstroom, Beverveld

Beyoncé - Licht van hoop

Bhodi - Verlichting, Verbetering van de strijd

Bhuma - Aarde

Biagio - De Koninklijke

Bianca, Bianka, Blanka - Wit, blond, de Blanke, de glanzende

Bibi - De Verhevene

Bibianne - De Levendige

Bibiche - Schat, lieve meid

Bieke - Zij die geluk brengt, Kromming, boog

Bieneke - Elfenvriend

Bijou - Sieraad, Snoesje, lieveling

Billy - De Wilskrachtige beschermer en verdediger

Bina - Wijsheid, Begrijpen, intelligentie

Bindi, Bindy - Schild in de strijd

Bionda - De Blonde

Birger - Helper, Redder

Birgit, Birgitta, Birgitte, Birke, Birte, Birthe, Britta, Gitta - De verhevene, Scandinavisch, zie ook Brigit...)

Birk - Berkenboom

Bjarki - Berenjong

Bjarne - Beer

Björk - Kleine beer

Bjorn, Björn - Beer (Germaans: bern)

Blair - Ongekunsteld, Veld, akker

Blanca, Blanche - Blank of glanzend (Germaans: blanka, zie ook Bianca...)

Blasius, Blaise - De Koninklijke (Grieks: basileios)

Bloys - Knap, mooi of Woning, bewoner

Bo - Knap, mooi (jongens en meisjes), Woonachtig, gevestigd (jongens), Kostbaar (meisjes)

Boaz, Boas - Hierin schuilt kracht, Snelheid (Bijbels: Stamvader v. David en Jozef)

Bob, Bobby - Schitterend door roem

Boder - Bevelen, Gebieden

Bodhi, Bodi - Verlichting, Verbetering van de strijd

Bodil - Gebieder in de strijd

Bodine - Gebieder

Boet - Hij die zijn wensen kenbaar maakt

Bonaventura, Bonifatius, Bonifacius, Faas, Boniface - Voorspoedig lot of goede toekomst (Latijn: bona (ad)ventura)

Bonne - Een goede toekomst voorspellend, Weldoener

Bonnie, Bonnita - Lief, mooi

Bonno - Goed, mooi

Bono - Heel goed, Helemaal goed

Bora - Wervelstorm of orkaan

Boris - Strijder (Slavisch)

Borre - Beer

Boudewijn, Baldewijn, Baldwin, Baudouin, Baldewina, Boudewina - Dappere vriend(in) (Germaanse bald: moed en win: vriend)

Bougien - Strijdster

Boukje - Strijdster (Badu: strijd)

Bouwina - Strijdster

Bowen - Zoon van Owen

Bowien - Stoutmoedige vriendin

Boy - Jongen, de moedige vriend

Boyan - Strijd

Boyd - Geel (Gaelische Buidhe: gele haarkleur)

Bracha - De Gezegende, Zegen (Hebreeuws)

Brad, Bradley - Grote weide

Brain - Heuvel, Hersenen

Bralt - Heersend als een beer

Bram - Verheven vader, Vader van een grote menigte (zie Abraham)

Branco - Roemrijke beschermer

Brando, Brandy - Vlammend, Vlammend zwaard

Brandon - Met berm begroeide heuvel, Kleine raaf

Brechje, Brecht, Brechtje, Bregina, Bregje - De Stralende (Germaans bhereg: stralend)

Brend, Brent - Raaf, Prins, Vlammend en driftig

Brenda - Vlammend zwaard (Keltisch)

Brendan, Brennain - Vuurtorenwachter, Bij de vuurtoren wonend (Oud Iers)

Brendon - Met berm begroeide heuvel

Brett - Engels

Brian, Brianna, Bryan - De Hoge, de heuvelbewoner (Keltisch)

Bridget, Brigid, Brigida, Brigit, Brigitte, Brigitta, Britta - De Stralende, de verhevene (Oud Ierse Brigit: godin van het licht en de dichtkunst)

Britney, Brittannië, Britt, Britte - De Verhevene

Brun, Bruning, Bruno Bruin, Bruina - Glanzend of Borstharnas (Germaanse brun: donkerglanzend, borstharnas)

Brunhilde, Brunehilda, Brunhild - Gepantersde strijdster (Germaanse brun en hild: strijd)

Bryony - Mooie groene klimplant

Bruce - Held (Schots: achternaam Koning de Bruce)

Brutus - Zwaar en log (Latijn)

Buffy - Ik zweer bij God, Mooie indiaan, Klein konijn

Buck - Bok, reebok

Burghard, Burgje, Borchert, Burkhart, Burghardina - Burcht en dappere bescherming (Germaanse burg: bescherming en hard: dapper of moedig)

Byela - De Blije