Drie-eenheid Bijbel: 3 Personen bij elkaar, godsnaam Elohim
De drie-eenheid in het Oude Testament (het eerste deel van de Bijbel): Vader, Zoon, Heilige Geest bij elkaar en de godsnaam 'Elohim'. We gaan in op het begrip 'Elohim' of 'Elohiym' (Strong #430). Voorts worden de plaatsen in het OT waar de drie Personen van de drie-eenheid - Vader, Zoon en Heilige Geest - bij elkaar worden genoemd, besproken.
De drie-eenheid in het Oude Testament: Vader, Zoon, Heilige Geest bij elkaar en de godsnaam 'Elohim'
Het Sjema: Hoor, Israël: de HERE is onze God; de HERE is één!
Elders hebben we stilgestaan bij het Hebreeuwse woord voor 'één' wat in het Sjema (Deuteronomium/D'varim 6:4) wordt gebruikt, te weten: 'echad'. We hebben latten zien dat dit woord dikwijls een
samengestelde eenheid aanduidt en niet een
absolute eenheid. Met andere woorden: 'Echad' staat dus een eenheid toe van meer dan één. Nu doet zich nog iets 'merkwaardigs' voor in het Sjema. In het Hebreeuws leest het aldus:
Hoor, Israël! Jahweh onze elohim [goden] is één [echad] Jahweh.
De godsnaam 'Elohim' of 'Elohiym' (Strong #430) is een meervoudig zelfstandig naamwoord. Er staat letterlijk "goden". Hiermee lijkt
het meervoudige karakter van de goddelijke natuur uitgedrukt te worden.
Meer dan 200 keer wordt Hebreeuwse woord Elohim (in het meervoud) gebruikt als aanduiding voor 'goden', verwijzend naar afgoden. Het is exact hetzelfde woord dat wordt vertaald als 'God', hetgeen verwijst naar de Almachtige.
Ik ben de HERE, uw God [Elohim], die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb. Gij zult geen andere goden [Elohim] voor mijn aangezicht hebben. (Exodus 20:2-3)
God openbaart zich onder andere middels de meervoudsvorm Elohim (meervoud van elowahh - Strong #433) dat Hij méér is dan Één en door het woord 'echad' mogen we weten we dat God een
samengestelde eenheid is. Want nergens in de bijbel - ook niet in het Nieuwe Testament - wordt het geloof in het bestaan van 'drie goden' geproclameerd (zie 1 Timoteüs 2:5 en Galaten 3:20).
Er zijn critici die erkennen dat het woord ' Elohim' op zichzelf genomen een meervoudig zelfstandig naamwoord is, maar ontkennen dat 'Elohim' een pluraliteit in de Godheid tot uitdrukking brengt. Ze zeggen dat wanneer 'Elohim' wordt gebruikt voor de ware God, het wordt gevolgd door een enkelvoudig werkwoord. En wanneer het wordt gebruikt voor valse goden, wordt het gevolgd door een meervoudig werkwoord. Dit is inderdaad de algemene lijn. De Bijbel leert zonneklaar dat er slechts één God is. Het algemene patroon is dan ook dat het meervoud (Elohim), gevolgd wordt door een enkelvoudig werkwoord wanneer gesproken wordt over de ene ware God. Er zijn niettemin Schriftplaatsen waar het woord Elohim wordt gebruikt ter aanduiding van de ware God en waarbij het gevolgd wordt door een meervoudig werkwoord (zie Genesis 20:13; Genesis 35:7; 2 Samuel 7:23; Psalmen 58:12).(¹)
Het woord elohim is niet de enige uitdrukking waarin Gods meervoudigheid tot uitdrukking komt. In Prediker (Kohelet) 12:1 staat bijvoorbeeld: "Gedenk dan uw Schepper." letterlijk staat hier 'scheppers', want meervoudsvorm van het woord 'bara', dat wil zeggen 'scheppen uit niets'.
The Name Eloah
"If the plural form Elohim was the only form available for a reference to God, then conceivably the argument might be made that the writers of the Hebrew Scriptures had no other alternative but to use the word Elohim for both the one true God and the many false gods. However, the singular form for Elohim (Eloah) exists and is used in such passages as Deuteronomy 32:15-17 and Habakkuk 3:3. This singular form could have easily been used consistently. Yet it is only used 250 times, while the plural form is used 2,500 times. The far greater use of the plural form again turns the argument in favor of plurality in the Godhead rather than against it."(²)
In het Oude Testament worden de Drie Personen bij elkaar genoemd
God spreekt in de bijbel verschillende malen over zichzelf in een
meervoudsvorm. In Genesis (B'resheet) 1:26-27 staat:
En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen.
Het betreft hier geen majesteitsmeervoud (zoals in 'Wij Beatrix, enz.'), aangezien dat in het Oude Testament niet wordt aangetroffen - dat is een taalvorm die afkomstig is van Romeinse keizers. In dit bijbelgedeelte wordt een raadslag door de Drie Personen van het Goddelijke Wezen om de mens te scheppen. In het derde hoofdstuk van het bijbelboek Genesis vers 22, zegt God:
En de HERE God zeide: Zie, de mens is geworden als Onzer één...
Ook in Jesaja (Yesha'Yahu) 6:8 spreekt God over zichzelf in een meervoudsvorm:
Daarop hoorde ik de stem des Heren, die zeide: Wie zal Ik zenden en wie zal voor Ons gaan?
En tijdens de de torenbouw van Babel zegt God:
Welaan, laat Ons nederdalen en daar hun taal verwarren, zodat zij elkanders taal niet verstaan. (Genesis 11:7)
Voorts is er de Oud-Testamentische of Aäronitische zegen, door God zelf verordineerd, die gegeven moest worden door de hogepriester. Deze zegen, die in veel protestants-christelijke kerken een vast onderdeel is van de liturgische eredienst en aan het eind van de dienst door de dominee uitgesproken met daarbij de armen gestrekt, luidt aldus:
De HERE zegene u en behoede u; de HERE doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; de HERE verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede. (Numeri/B'midbar 6:24-26)
Driemaal wordt de naam HERE genoemd en dat is veelzeggend. Het betreft overigens geen
parallellisme. God geeft de Israëlieten verschillende gaven, die met de drie-eenheid in verband staan. J.G. Feenstra schrijft in 'Onze geloofsbelijdenis':
- Het behoeden, bewaren, beveiligen is het voorzienig bestel des Vaders, Die ons alzoo bewaart, dat zonder Zijn wil, geen haar van ons hoofd zal vallen;
- Het genadig zijn wijst ons op de verlossing door den Zoon aangebracht;
- De vrede wordt door den Heiligen Geest in ons hart gewerkt.
In Psalm (Tehillim) 33:6 staat het volgende:
Door het Woord des HEEREN zijn de hemelen gemaakt, en door den Geest Zijns monds al hun heir.
Deze psalm is als volgt te ontleden:
Door het Woord (de Zoon) des HEEREN (de Vader) zijn de hemelen gemaakt, en door den Geest (de Heilige Geest) Zijns monds al hun heir.
In Jesaja treffen we nog twee schriftplaatsen aan waar de Drie Personen bij elkander worden genoemd. In Jesaja 61:1 staat:
De Geest des Heren HEREN is op mij, omdat de HERE mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis.
Jesaja 61 opent met Jezus' woorden (Lukas 4: 16-21). Jezus wist Zich een geroepene en Hij was bereid om gezonden te worden, gezondene van de Vader, de Gezalfde. In dit Bijbelgedeelte worden genoemd: de HERE, de Geest des Heren en de Gezondene.
De tweede Schriftplaats, is Jesaja 63:9-10:
In al hun benauwdheid was ook Hij benauwd, en de Engel zijns aangezichts heeft hen gered. In zijn liefde en in zijn mededogen heeft Hij zelf hen verlost en Hij hief hen op en droeg hen al de dagen van ouds. Maar zij waren wederspannig en bedroefden zijn heilige Geest; daarom veranderde Hij voor hen in een vijand.
Conclusies
God openbaart zich onder andere door de meervoudsvorm Elohim dat Hij
méér is dan Één en door het woord 'echad' maakt God duidelijk dat Hij een
samengestelde eenheid is.
Er zijn meerdere Schriftplaatsen in de Tenach waarin de Drie Personen van de drie-eenheid bij elkaar genoemd worden.
Noten:
- Arnold G. Fruchtenbaum: Jewishness and the Trinity; http://jewsforjesus.org/publications/issues/1_8/jewish (voor de laatste keer geraadpleegd op 23 september 2010)
- Ibid.
Lees verder
Reacties
Jan Koolstra, 27-09-2010
Geachte infoteur,
Hartelijk dank voor uw reactie op 24-09-2010.
Dat Mozes niet echt als god wordt gezien, ben ik met u eens.
U haalt vervolgens een aantal teksten aan, waarbij "Eoihim" wordt verbonden met een meervoudsvorm
van een werkwoord. Uw schrijft dan: "Dit is alleen te verklaren indien God een samengestelde eenheid is."
En dat ben ik niet met u eens en wel om twee redenen:
1. In v e r r e w e g de meeste gevallen wordt Elohim verbonden met een enkelvoudvan een werkwoord.
Ik heb dat nagegaan door nog eens te beginnen met Gen. 1 en dan staat er:
in vers 1 geen "baroe" voor "schiep" maar "bara"
in vs. 3 geen "wajomeroe" voor "en (God) zei" maar "wajomer"
in vs. 4 geen "wajeroe" voor "en (God) zag" maar "wajar"
en dit gaat vele hoofdstukken zo door, dus in alle gevallen steeds een enkelvoud.
Een aantal jaren geleden ben ik met een bevriende collega begonnen om
het boek Genesis uit de grondtekst te vertalen en daarbij kritische aantekeningen te maken.
We zijn toen een heel eind gekomen, maar uit mij aantekeningen bllijkt op een enkele uitzondering na,
dat Elohim altijd gepaard gaat met een enkelvoudige vorm van een werkwoord.
Dat er heel af en toe een meervoud staat, wijt ik aan het feit dat het gebruik van het Bijbels Hebreeuws
niet altijd consequent verloopt.
Om het wetenschappelijk te formuleren:
U wilt dus gebruik maken van uitzonderingen op een wetmatigheid om het
tegenovergestelde van een wetmatigheid te bewijzen
en dat is een redenering die gewoon niet klopt.
2. Dat een woord met een meervouds-v o r m in het bijbels Hebreeuws af en toe met een werkwoord
in de pluriform wordt verbonden, is heel logisch. Dat het niet perse een meervouds- i n h o u d hoeft te hebben,
heb ik in mijn vorige reactie reeds verwoord.
Jan Koolstra 27-sep-2010
Reactie infoteur, 27-09-2010
Geachte heer Koolstra,
Ik maak geen regel van uitzonderingen. De regel is dat God wordt aangeduid als Elohim. Om Arnold G. Fruchtenbaum nog eens te citeren: "The far greater use of the plural form [Elohim i.p.v. Eloah] again turns the argument in favor of plurality in the Godhead rather than against it." En dan zien we idd dat Elohim bijna altijd gepaard gaat met een enkelvoudige vorm van een werkwoord. Dit benadrukt de eenheid van God. God is immers één God en niet drie Goden. Stel, dat het andersom zou zijn geweest (na Elohim volgt bijna altijd een meervoudswerkwoord), dan zou de lezer heel gemakkelijk op het verkeerde been te zetten zijn en kunnen denken dat er meerdere Goden zijn. Dat krijg je als er bv. steeds zou staan: 'De Goden zeiden'; 'De goden schiepen'; 'de Goden zagen' en dat kan niet de bedoeling zijn. Welnu, de uitzonderingsgevallen dat er wel een meervoudswerkwoord volgt, kan naar mijn mening beschouwd worden als een vingerwijzing. Dit - tesamen (!) met andere aanwijzingen en schriftplaatsen zoals ik bespreek in deze drieluik - zoals dat God in de meervoudsvorm spreekt in bv. Genesis 1:26, de plaatsen waar de Drie Personen bij elkaar of los worden genoemd, enz., geeft duidelijk het beeld dat de Godheid pluraal is en uit Drie Personen bestaat. In het NT wordt, zeg maar, het beeld verder ingekleurd. Bedenk dat er sprake is van een voortschrijdende openbaring. Om J.G. Feenstra te citeren:
"Het is er dus mee, als met een bloembol. De tulp zit in de bol. Al de kleuren zijn dus reeds in die bol. Later komt, wat erin zit, tot openbaring, maar er komt niet iets bij, dat er niet was. Zoo is het Nieuwe Testament verborgen in het Oude, en het Oude Testament wordt openbaar in het Nieuwe. Er is dus een voortschrijdende openbaring. Dat moeten wij vooral bedenken, wanneer wij over Schriftbewijzen voor de Drieëenheid spreken."
Om terug te komen op mijn stelligheid. Wanneer we deze uitzonderingen (schriftplaatsen waar het woord Elohim wordt gebruikt ter aanduiding van de ware God en waarbij het gevolgd wordt door een meervoudig werkwoord) geisoleerd in ogenschouw nemen, is uw verklaring 'dat het gebruik van het Bijbels Hebreeuws niet altijd consequent verloopt' nog niets eens zo gek ('plausibel' zouden sommigen zeggen). Wanneer ik echter de context van het gehele Oude Testament in ogenschouw neem, dan zie ik een duidelijk patroon aftekenen waaruit afgeleid kan worden dat de Godheid pluraal is, uit Drie Personen bestaat en toch Eén is, en kom ik tot een andere verklaring van genoemde uitzonderingen. Namelijk dat dit een vingerwijzing is die wijst op het plurale karakter van God. Een vinderwijzing dus, en niet meer dan dat. Neem deze vingerwijzing weg, dan blijft het concept van de Drie-eenheid zoals zich dat aftekent in de Hebreeuwse geschriften nog steeds overeind staan.
Mvg, Tartuffel
Jan Koolstra, 22-09-2010
Dat het woord "Elohim" een meervoudsvorm is, bewijst nog niet de meervoudigheid van de God van Israel.
In het Hebreeuws bestaan wel meerdere woorden met een meervouds- vorm, maar met een niet noodzakelijke
meervouds-inhoud, denk aan "majim"= water, "paniem" = aangezicht.
In Exodus 4:16 wordt Mozes aangesteld tot God over Aaron. Voor "God" staat hier ook "Elohim"
Daarmee wordt duidelijk:
- dat het woord Elohim niet alleen gereserveerd is voor de Allerhoogste
- dat Elohim geen meervouds-inhoud hoeft te hebben, anders zou ook Mozes meervoudig zijn.
Reactie infoteur, 24-09-2010
- Het woord 'Elohim' is inderdaad niet alleen gereserveerd is voor de Allerhoogste, maar ook voor valse goden;
- "En jij zult zijn god zijn" staat er in Exodus 4:16. Er staat niet dat Mozes Elohim is. Mozes was als een elohim voor Aaron, alleen in de zin dat hij in een positie geplaatst zou worden van meer gezag en respect. Dezelfde uitdrukking wordt gebruikt in Exodus 7:1, waar God tegen Mozes zegt: "Ik zal ervoor zorgen dat jij als een god voor de farao staat, en je broer Aäron zal je profeet zijn." Mozes hoeft dus niet meervoudig te zijn, het is een vergelijking.
- U schrijft: "Dat het woord 'Elohim' een meervoudsvorm is, bewijst nog niet de meervoudigheid van de God van Israel." Er zijn echter schriftplaatsen waar het woord Elohim wordt gebruikt ter aanduiding van de ware God en waarbij het gevolgd wordt door een meervoudig werkwoord (zie Genesis 20:13; Genesis 35:7; 2 Samuel 7:23; Psalmen 58:12). Dit is alleen te verklaren indien God een samengestelde eenheid is. Verder een citaat van Arnold G. Fruchtenbaum: "If the plural form Elohim was the only form available for a reference to God, then conceivably the argument might be made that the writers of the Hebrew Scriptures had no other alternative but to use the word Elohim for both the one true God and the many false gods. However, the singular form for Elohim (Eloah) exists and is used in such passages as Deuteronomy 32:15-17 and Habakkuk 3:3. This singular form could have easily been used consistently. Yet it is only used 250 times, while the plural form is used 2,500 times. The far greater use of the plural form again turns the argument in favor of plurality in the Godhead rather than against it."