De symboliek van het getal zeven in de schepping (Genesis 1)
Het scheppingsverhaal uit Genesis 1:1 - 2:3 is zorgvuldig opgebouwd. Het getal zeven heeft een centrale rol in het verhaal. Allereerst is de schepping van hemel en aarde opgedeeld in zeven dagen. Veel woorden zoals 'scheppen' of 'maken' komen precies zeven keer voor in het verhaal. Zelfs als je kijkt naar het aantal letters dat in bepaalde perikopen van het verhaal staan, dan blijkt dit vaak om een veelvoud van zeven te gaan. Zeven is het getal van de volmaaktheid. Met de centrale plaats van het cijfer zeven in het scheppingsverhaal wordt uitgedrukt dat Gods schepping volmaakt is.
De symboliek van het getal zeven in het scheppingsverhaal
De basisstructuur van het scheppingsverhaal uit Genesis 1:1 - 2:3 is de onderverdeling in zeven dagen. Het getal zeven heeft een symbolische betekenis. Het staat voor heelheid, volledigheid en compleetheid. Deze symboliek is voor een deel af te leiden uit de combinatie van de drie belangrijkste zones van de schepping, verticaal gezien, (hemel, aarde en zee) en de vier en richtingen van de schepping, horizontaal gezien, (noord, oost, zuid, west). Drie en vier vormen samen zeven.
De betekenis van de getallen drie en vier in het scheppingsverhaal
De nummers drie en vier zijn ook op zichzelf getallen met een symbolische betekenis. Geometrisch gezien staat drie voor het driehoekige symbool en vier voor een rechthoekig figuur (in perfecte symmetrische vorm als het vierkant). In de ruimte van de schepping worden deze twee getallen met elkaar gecombineerd. Als drie en vier samen worden opgeteld dan geeft dat het getal zeven en als drie en vier met elkaar worden vermenigvuldigd dan is de uitkomst twaalf. Zowel zeven als twaalf zijn terugkerende Bijbelse getallen die verwijzen naar volheid en perfectie.
Zeven in Genesis 1 vers 1
De Hebreeuwse tekst van Genesis 1 vers 1 bevat een veelvoud aan zeven. Het Hebreeuws is de oorspronkelijke taal waarin het Bijbelboek Genesis geschreven is. Het eerste vers van de Bijbel is een zorgvuldige compositie, waarin elke letter telt.
ְּ'בְּרֵאשִׁ֖ית בָּרָ֣א אֱלֹהִ֑ים אֵ֥ת הַשָּׁמַ֖יִם וְאֵ֥ת הָאָֽרֶץ
In het begin schiep God de hemel en de aarde.
(Genesis 1:1)
Dit vers bestaat uit zeven Hebreeuwse woorden met in totaal 28 letters (28 = 4 x 7). De eerste drie Hebreeuwse woorden die in het Nederlands vertaald worden met 'In het begin schiep God' bevatten 14 letters (14 = 2 x 7). De laatste vier Hebreeuwse woorden van het vers 'de hemel en de aarde' hebben samen 14 letters (14 = 2 x 7). Het vierde en vijfde woord bevatten bij elkaar 7 letters en ook het zesde en zevende woord hebben samen 7 letters. De drie kernwoorden uit het vers (God, hemel, aarde) hebben samen 14 letters (14 = 2 x 7) en ook het totaal aantal letters in de vier overige woorden is 14 (14 = 2 x 7).
Zeven in Genesis 1:1 tot 2:3
Genesis 1 vers 1 bestaat uit zeven Hebreeuwse woorden. Het volgende vers (Genesis 1: 2) bestaat uit veertien Hebreeuwse woorden (14 = 2 x 7). Het eind van het scheppingsverhaal, Genesis 2:1-3, bevat 35 Hebreeuwse woorden (35 = 5 x 7). 'God' (
Elohim) wordt in het hele scheppingsverhaal in totaal 35 keer vermeld (35 = 5 x 7). Het woord 'aarde' komt 21 keer voor in het scheppingsverhaal (21 = 3 x 7). Het woord dat in het Hebreeuws de 'hemel / gewelf / firmament' aanduidt komt ook 21 maal voor. De formule 'zo geschiede' of 'zo gebeurt het' komt zeven keer voor (Genesis 1:3; 1:7; 1:9; 1:11; 1:15; 1:24; 1:30). Zeven maal wordt het woord '
bara' scheppen gebruikt en zeven keer noemt de schrijver het woord '
asa' om aan te geven dat God iets maakt (Genesis 1:4; 1:7; 1:12; 1:16; 1:21; 1:25; 1:27).
De volkomen gave van God
God schiep de hemel en aarde. Toen Hij alles gemaakt had gaf Hij iets aan de schepping mee. Hij geeft aan de levende wezens (mensen, dieren en vogels), alle gewassen van de aarde tot voedsel. Als God geeft, dan geeft Hij volledig. Om de volkomenheid van deze gave uit te drukken, gebruikt God hier zeven keer het Hebreeuwse woordje kal dat alles / alle / heel uitdrukt.
'En God zei: Zie Ik geef u al (1) het zaaddragende gewas dat op heel (2) de aarde is, en alle (3) bomen waaraan zaaddragende boomvruchten zijn; dat zal u tot voedsel dienen. Maar aan al (4) de dieren van de aarde, aan alle (5) vogels in de lucht en aan al (6) wat over de aarde kruipt, waarin leven is, heb Ik al (7) het groene gewas tot voedsel gegeven'. (Genesis 1: 29 - 30, Herziene Statenvertaling)
En God zag dat het goed was
Zes maal vermeldt de verteller dat 'God zag dat het goed was' (Genesis 1:4; 1:10; 1:12; 1:18; 1:21; 1:25). De zevende keer wijkt hij er iets van af. Dan sluit hij af met: 'En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was
zeer goed'. (Genesis 1: 31). De zevende keer dat God naar zijn schepping kijkt, wordt de lezer ook uitgenodigd mee te kijken: 'en zie'. Vanuit dat zien kan ook de lezer tot de conclusie komen dat de schepping zeer goed is.
De zevende dag wordt de sabbat genoemd
God schiep in zes dagen de hemel en de aarde. Op de zevende dag rust God van zijn scheppingswerk. De zevende dag is een bijzondere dag. Het is een rustdag. De zevende dag wordt de sabbat genoemd. Het is een heilige dag. Op alle scheppingsdagen spreekt God en schept Hij. Op de zevende dag is alleen de verteller aan het woord. Hij noemt de zevende dag drie keer.
God voltooit op de zevende dag zijn werk dat hij heeft gedaan; hij houdt sabbat op de zevende dag van al zijn werk dat hij heeft gedaan. God zegent de zevende dag en heiligt die; want daarop heeft hij sabbat gehouden van al zijn werk, dat God geschapen heeft om te doen. (Genesis 2: 2-3, Naardense Bijbel)
Lees verder