Tamar en Ruth, overeenkomsten tussen stammoeders van Jezus
In Genesis wordt verteld hoe Tamar opkomt voor de rechten van haar overleden man. Ruth zoekt samen met haar schoonmoeder Naomi naar iemand die de rechten van hun overleden echtgenoten kan behartigen. Die vinden ze in Boaz. Tussen het verhaal van Tamar zijn meerdere overeenkomsten. Zou daarom Tamar aan het eind van het boek Ruth worden genoemd? Samen worden ze in ieder geval wel genoemd door de evangelist Matteüs. In zijn geslachtsregister van Jezus noemt hij vier vrouwen. Ruth en Tamar zijn daar twee van.
Het verhaal van Tamar en Juda
In Genesis 38 wordt verteld dat Tamar trouwde met Er, de zoon van Juda. Als Er sterft vraag Juda aan zijn zoon Onan, of hij een zwagerhuwelijk met Tamar wil aangaan. De kinderen geboren uit dat zwagerhuwelijk gelden als afstammelingen van Er. Als het er op aankomt weigert Onan om nageslacht te verwekken en ook hij sterft. Tamar wordt door Juda terug naar haar familie gestuurd, omdat hij bang is dat als hij zijn laatste zoon aan Tamar ten huwelijk geeft dat ook deze sterft.
De list van Tamar
Om voor haar overleden echtgenoot voor nageslacht te zorgen verzint Tamar een plan. Zij doet zich voor als prostituee en verleidt Juda zonder dat hij haar herkent. Als Juda erachter komt dat zij zwanger is, gebiedt hij haar door verbranding te doden. Tamar kan echter laten zien wie de vader van het kind is. Ze heeft zijn zegelring, snoeren en staf. Juda komt tot erkenning dat hij ten opzichte van haar tekortgeschoten is en dat zij in haar recht staat. Tamar brengt een tweeling ter wereld, Perez en Zerah.
Het verhaal van Ruth, Naomi en Boaz
Als de echtgenoot van Ruth en haar schoonvader overleden zijn vertrekt Ruth met haar schoonmoeder vanuit Moab naar Bethlehem in Israël. Haar schoonmoeder, Naomi, heeft haar nog teruggestuurd naar haar eigen familie, maar Ruth blijft bij Naomi. Berooid komen zij in Bethlehem aan. Ruth gaat op het land aren zoeken om te kunnen overleven. Daar ontmoet zij Boaz, de eigenaar van het land. Hij is haar goedgezind. Hij blijkt ook nog eens familie te zijn.
Boaz als losser
Samen met Naomi bedenkt Ruth een plan om te vragen of Boaz de belangen van haar overleden schoonvader wil behartigen en daarmee ook een zwagerhuwelijk met Ruth aangaan. Ruth vraagt aan Boaz of hij de losser wil zijn. Boaz gaat akkoord, maar er is nog iemand in de familie die dichterbij is en die daardoor eerder in aanmerking komt. Boaz spreekt de betreffende man in de stadspoort aan, maar anonieme man weigert. Hierna treden Boaz en Ruth met elkaar in het huwelijk. Zij krijgen een zoon, Obed. Hij verwekte Isaï die vader werd van koning David.
Overeenkomsten tussen het verhaal van Tamar en Ruth
Tussen de verhalen van Tamar en Ruth zijn verschillende overeenkomsten te zien. Die overeenkomsten worden al in de Bijbel zelf verwoord. Als Boaz tegen de getuigen in de poort zegt dat hij Ruth, de Moabitische, tot vrouw neemt om de naam van haar gestorven man en zijn erfelijk bezit in stand te houden, krijgt hij gelukwensen van de omstanders: 'Moge uw huis worden als het huis van Perez, die Tamar aan Juda baarde, door het nageslacht dat de HEERE u uit deze jonge vrouw geven zal' (Ruth 4:12). Deze uitspraak bevat een drievoudige verwijzing naar het verhaal van Tamar: Boaz wordt vergeleken met Juda, Ruth met Tamar en de te verwachte zoon met Perez.
Tamar en Ruth als buitenlanders
Zowel Tamar als Ruth worden in de traditie gezien als buitenlanders, als niet-joden. Ruth is van Moabitische afkomst en men neemt aan dat ook Tamar van buitenlandse afkomst is. In de Joodse traditie en de rabbijnse literatuur is men er altijd van uitgegaan dat Tamar een buitenlandse afkomst heeft.
Tamar en Ruth als weduwen
In beide verhalen zijn Tamar en Ruth de hoofdpersonen. Beiden zijn jong weduwe geworden. Na het overlijden van hun echtgenoot worden ze beiden teruggestuurd naar hun ouderlijk huis (Genesis 38:11 en Ruth 1:8). Ze nemen daar geen genoegen mee. Allebei de weduwen komen in actie om de nagedachtenis van hun echtgenoot levendig te houden. Beiden verleiden ze op een slimme manier degene die hen nakomelingschap kan geven.
Tamar en Ruth als verleidsters
De omstandigheden waarmee zowel Tamar als Ruth hun doel proberen te bereiken zijn vergelijkbaar. Zij gaan beiden naar een openbare plek. Ruth gaat naar de dorsvloer en Tamar gaat naar bij de ingang van de weg naar het schaapscheerdersfeest. Ze nemen beiden positie in. Tamar zet zich neer en Ruth gaat liggen en dan wachten ze tot de man die hen nageslacht kan geven hen opmerkt. Zij hebben zich daartoe zorgvuldig voorbereid. Ze hebben zich voor de gelegenheid gekleed en opgemaakt om elk op eigen wijze aantrekkelijk te zijn voor de betreffende man. Daarbij valt het op dat zij zich niet vooraf aan de man bekendmaken. Beiden geven er de voorkeur aan om de ontmoeting geheim te houden.
Tamar en Ruth worden moeder
De opzet om mannelijke nakomelingen te verkrijgen en daarmee de naam van de overleden echtgenoot in stand te houden lukt. Beide vrouwen worden zwanger van een oudere verwant en zij baren een zoon. Tamar geeft zelfs het leven aan twee zonen, een tweeling.
In beide verhalen een weigeraar
Zowel in het verhaal van Tamar als dat van Ruth is er sprake van iemand die nader staat tot de overledenen en eigenlijk de taak op zich had moeten nemen om via een zwagerhuwelijk voor nageslacht te zorgen. In het verhaal van Tamar is dat haar zwager Onan, maar hij weigert zijn plichten jegens zijn overleden broer na te komen. Bij Ruth is er ook een familielid die dichter dan Boaz bij de overledene staat en dus een leviraatshuwelijk (Deuteronomium 25: 5-6) zou moeten aangaan. Deze persoon, die in het verhaal van Ruth naamloos blijft, weigert ook.
Niet genoemd in de geslachtslijn
Beide verhalen gaan over het voorzetten van de lijn der geslachten. Zowel in Genesis 38 als in Ruth lijkt deze lijn dood te lopen. Tamar en Ruth nemen echter initiatief. Zij zetten zich in zodat er toch nageslacht komt. Als er eenmaal zonen gebaard zijn verdwijnen beide vrouwen van het toneel. Er wordt over hen niet meer gesproken. Ook de naam van de overledenen wordt niet meer genoemd. Het blijkt te gaan om de zoon. Die krijgt een plaats in de geslachtsregisters van het Oude Testament.
Tamar en Ruth als stammoeders in geslachtslijst van Jezus
Dat de verhalen van Tamar en Ruth niet vergeten zijn blijkt in het Nieuwe Testament. Daar worden zij beiden genoemd in het geslachtsregister van Jezus. De evangelist Matteüs noemt hen in zijn geslachtslijst van Jezus Christus. Matteüs schrijft: 'Juda verwekte Perez en Zerah bij Tamar; Perez verwekte Hezron, [...], Salmon verwekte Boaz bij Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth, Obed verwekte Isaï; Isaï verwekte David, de koning; David' (Matteüs 1: 3-6).