Het sacrament van verzoening: de biecht

Het sacrament van verzoening: de biecht Van de zeven sacramenten die de katholieke Kerk kent, is het sacrament van de verzoening misschien wel het meest in onbruik geraakt. De meeste mensen kennen het sacrament onder de naam van 'biecht'. Gelovigen zijn eigenlijk verplicht éénmaal per jaar hun zonden aan een priester op te biechten. Nadat hij een penitentie of straf heeft opgelegd, krijgt de gelovige de absolutie: zijn zonden worden vergeven. Deze hele praktijk is gebaseerd op de manier waarop Jezus zelf met zondaars omging.

Inhoudsopgave


De katholieke Kerk kent zeven sacramenten. Samen met het sacrament van de ziekenzalving vormt het sacrament van boete en verzoening, zoals de biecht officieel heet, de sacramenten van genezing. In de begintijd van het christendom werden de gelovigen geconfronteerd met het feit dat gedoopten toch opnieuw afdwaalden, terwijl het doopsel nochtans een bekering teweegbrengt en de zonden uitwist. Het bleek dat de mens steeds opnieuw zondigde en dus steeds opnieuw nood had aan bekering en vergeving. Geen enkele mens is zondevrij. Daarvoor ontstond het sacrament van de biecht.

Hoe ging Jezus om met zondaars?

Bron: Carl Heinrich Bloch, Wikimedia Commons (Publiek domein)Bron: Carl Heinrich Bloch, Wikimedia Commons (Publiek domein)
In de biecht worden zonden vergeven. Maar wat zijn zonden eigenlijk? Een zonde is het bewust ingaan tegen Gods wil door een handelingsbekwaam persoon. Wie iets doet en zeer goed beseft dat God dit verboden heeft, begaat een zonde. Dit kan gaan over zeer zware zonden zoals moord, maar ook 'kleinere' zonden als roddelen. In de eerste eeuw was de visie op zonde in het jodendom nogal hard. Wie zondigde werd in de joodse visie gestraft door God en had dat ook aan zichzelf te danken. Vergeving was niet mogelijk. Men maakte een onderscheid tussen goeden en slechten, en het was zeer duidelijk wie aan welke kant stond.

Jezus Christus ging sterk tegen deze visie in. Tijdens Zijn leven heeft Hij veel contact gehad met zondaars, met uitgestotenen. Een voorbeeld hiervan is de zondige vrouw die Jezus’ voeten wast met haar eigen tranen (Lc 7, 36-50). Jezus weet dat deze vrouw zondig is en toch gaat hij met haar om. Een nog mooiere en vooral beroemdere tekst is natuurlijk Joh 8,3-11:

"Nu kwamen de schriftgeleerden en de farizeeën aanzetten met een vrouw die betrapt was op echtbreuk. Ze brachten haar voor Hem en zeiden: ‘Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt op echtbreuk. Mozes heeft ons in de wet voorgeschreven zulke vrouwen te stenigen. Hoe staat U daar tegenover?’ Met deze vraag wilden ze Hem op de proef stellen, om te zien of ze een aanklacht tegen Hem konden indienen. Maar Jezus bukte zich om met zijn vinger op de grond te schrijven. Toen ze op een antwoord bleven aandringen, keek Hij op en zei: ‘Wie van u zonder zonde is, moet dan maar als eerste een steen op haar werpen.’ En weer bukte Hij zich om op de grond te schrijven. Zij echter trokken na die woorden weg, de een na de ander, te beginnen met de oudsten, zodat Hij alleen achterbleef met de vrouw daar vóór Hem. Jezus keek op en vroeg haar: ‘Waar zijn ze gebleven, vrouw? Heeft niemand u veroordeeld?’ ‘Nee Heer, niemand’, antwoordde ze. Waarop Jezus zei: ‘Ik veroordeel u ook niet. Ga nu maar, en zondig voortaan niet meer.’"

De Bijbel staat vol met gelijkaardige verhalen. Jezus gaat om met tollenaars, zeer ongewilde belastingpachters van de Romeinen, met 'gevallen vrouwen', hij haalt Samaritanen aan, een ongewild volk... Zoals de bovenstaande tekst zegt, veroordeelt Jezus de vrouw die overspel pleegde niet. Eigenlijk zou zij moeten gestenigd worden. Maar: Hij vermeldt op het einde wel duidelijk zat ze niet meer mag zondigen. Wat zij heeft gedaan was dus wel degelijk fout. Jezus is barmhartig, hij vergeeft haar. Dat is wat de Kerk ook wil doen met de biecht.

Bijbelse bron voor de biecht

Jezus' omgang met zondaars was natuurlijk niet voldoende om een sacrament als de biecht te kunnen instellen. Daarvoor greep de Kerk terug op een ander fragment uit de Bijbel, waarin - naar haar oordeel - Jezus expliciet de biecht instelt (Joh 20, 19-23):

"Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar. Hoewel de deur op slot was uit vrees voor de Joden, kwam Jezus. Ineens stond Hij in hun midden en zei: ‘Vrede!’ Na deze groet toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. Vreugde vervulde de leerlingen toen ze de Heer zagen. ‘Vrede’, zei Jezus nogmaals. ‘Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik jullie.’ Na deze woorden ademde Hij over hen. ‘Ontvang de heilige Geest’, zei Hij. ‘Als jullie iemand zijn zonden vergeven, dan zijn ze ook vergeven; als jullie ze niet vergeven, dan blijven ze behouden.’"

De Kerk heeft deze tekst dus altijd geïnterpreteerd als een duidelijke opdracht om de zonden van mensen te vergeven. Het gezag daarvoor heeft ze gekregen van Jezus zelf. Het spreekt voor zich dat protestantse kerkgenootschappen het hier niet mee eens waren. Ontsporingen in de biechtpraktijk (en de aflatenhandel) waren dan ook een belangrijke oorzaak voor het ontstaan van de reformatie in de zestiende eeuw.

Het doel van de biecht

Het vergeven van zonden

Het sacrament van boete en verzoening heeft vele namen. In de Catechismus vinden we volgende namen terug: sacrament van bekering, boetesacrament, sacrament van de biecht, sacrament van de vergeving en sacrament van verzoening. Naast de duidelijke Bijbelse oorsprong is er nog een reden voor de biecht: "Mensen hebben zichzelf vaak geslagen en gepijnigd, soms zelfs gedood – lichamelijk, maar ook geestelijk – om vergeving voor hun misdaden te verkrijgen. Er bestaat onder mensen een neiging tot zelfbestraffing die heel felle vormen kan aannemen.” (Heggen) Mensen hebben zelf, vanuit hun menselijke natuur, behoefte aan vergeving. Hiervoor is eerst zondebesef nodig, en net dat ontbreekt in de hedendaagse tijd wel eens.

De biecht probeert dus iets te ondernemen tegen de zonde. We staan even stil bij dit cruciale begrip. De Catechismus geeft ons in artikel 1440 volgende verklaring: “De zonde is allereerst een belediging van God, het verbreken van de gemeenschap met Hem. Zonde tast bovendien de gemeenschap met de kerk aan. Daarom leidt bekering zowel tot Gods vergeving als tot verzoening met de kerk." Een zonde is dus een daad die ingaat tegen de wil van God en tegen de wil van de Kerk. Vaak (maar niet altijd) wordt niet enkel God, maar ook de medemens gekwetst. Belangrijk hierbij is het feit dat een zonde op vrijwillige basis moet begaan zijn. Als iemand je met geweld dwingt om te zondigen is er geen sprake van een zonde.

Korte geschiedenis van de biecht

In de begintijd van het christendom waren er voor zware zondaren zeer zware boetewerken. Een zware zondaar kon slechts terug in de Kerk worden opgenomen nadat hij deze boetewerken had verricht én nadat hij, publiekelijk, de handen van de bisschop kreeg opgelegd. Deze boetewerken waren werkelijk zeer zwaar: men mocht het huwelijk niet langer beleven, geen handel drijven, niet dienen in het leger, op bedevaart gaan enz. Deze vorm van boetedoening kon slechts éénmaal ontvangen worden! Men behoorde tot een aparte ‘klasse’ of “orde van boetelingen”.

Het is natuurlijk duidelijk dat dit niet houdbaar was. Daarom verscheen er in de middeleeuwen een nieuwe vorm van boetedoening: de privébiecht. Deze werd in 1215 in de canon opgenomen, tijdens het Vierde Concilie van Lateranen. In de vroegere tijd was de boetedoening slechts ‘voorbehouden’ aan zeer zware zondaren; de privébiecht (de persoonlijke biecht aan de priester) is er voor elke gelovige. Deze privébiecht kan je ook meer dan éénmaal ontvangen; het is zelfs verplicht om minstens één keer per jaar te biechten. Vaak gebeurt dit rond de paastijd.

Verloop van het sacrament van de biecht

Bron: Georges Jansoone, Wikimedia Commons (CC BY-2.5)Bron: Georges Jansoone, Wikimedia Commons (CC BY-2.5)
De bedienaar of toedienaar van dit sacrament is volgens het kerkelijk recht de bisschop. Maar “de presbyters (de priesters), zijn medewerkers, oefenen dit dienstwerk uit in de mate dat zij volgens het kerkelijk recht deze taak hetzij van hun bisschop (of religieuze overste), hetzij van de paus ontvangen hebben.” (Catechismus) Het vergeven van bepaalde zware doodzonden is voorbehouden aan de paus. Alleszins is elke bedienaar van de biecht gebonden aan het bekende biechtgeheim. Dit houdt in dat de bedienaar nooit mag zeggen wat een gelovige hem verteld heeft in de biecht, zelfs niet in het voordeel van deze gelovige, noch onder bedreiging van straffen. De biecht bestaat uit vier delen.

Het berouw

Dit is de eerste en tevens belangrijkste stap in de biecht. De boeteling moet bij zichzelf nagaan welke zonden (vooral doodzonden) hij begaan heeft sinds zijn laatste biecht. Hij moet over deze zonden berouw of spijt hebben. Dit valt natuurlijk niet te controleren, maar God ziet in het hart van elke mens… Dit inzicht in de eigen zonden noemt men ook wel eens een 'gewetenspiegel'.

De belijdenis van de zonden

De gelovige vertelt al de zonden die hij zich herinnert aan de priester. Wanneer iemand tegenwoordig te biecht gaat, vindt deze vaak plaats in een aparte ruimte. De priester en de gelovige kijken elkaar gewoon aan. Vroeger vond de biecht vooral plaats in biechtstoelen. De gelovige zit op de knieën en ziet de priester slechts door een soort gaas.

De penitentie

De gelovige moet “op geëigende wijze ‘voldoening’ schenken of zijn zonden uitboeten”. Het doel van de penitentie is het volgende: je hebt berouw over je zonden, maar je moet deze nog goed maken (in de mate van het mogelijke). Meestal bestaat de penitentie uit het opzeggen van een gebed, bv. tien keer een Onzevader bidden. Maar er zijn ook andere mogelijkheden: helpen in een nabijgelegen ziekenhuis, een storting doen aan een goed doel enz.

De absolutie

Dit deel van de biecht wordt uitgesproken door de priester. Het woord absolutie betekent letterlijk ‘vrijspraak’. Door de absolutie ontslaat de priester de boeteling van zijn zonden door volgende woorden:

"God, de barmhartige Vader, heeft de wereld met zich verzoend door de dood en de verrijzenis van zijn Zoon,
en de Heilige Geest uitgestort tot vergeving van de zonden;
Hij schenke u door het dienstwerk van de kerk vrijspraak en vrede.
En ik ontsla u van uw zonden
in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest."

Lees verder

© 2017 - 2024 Jan80, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Zesde sacrament: de BiechtDe Biecht staat ook wel bekend als het sacrament van de vergeving. Tijdens de Biecht vraagt een gelovige namelijk om ver…
Het sacrament van de ziekenzalving in de katholieke KerkHet sacrament van de ziekenzalving in de katholieke KerkHet sacrament van de ziekenzalving is een van de zeven sacramenten van de katholieke Kerk. Het is bedoeld voor mensen di…
De zeven sacramenten van de Katholieke KerkDe zeven sacramenten van de Katholieke KerkDe Katholieke Kerk kent zeven sacramenten. Sacramenten zijn tekens van Gods nabijheid. Volgens de katholieke leer zijn d…
De Catechismus van de Katholieke KerkDe Catechismus van de Katholieke KerkIn het jaar 1960 werd door het bisdom van Roermond een catechismus gemaakt, speciaal voor kinderen van de toenmalige lag…

Een christelijke kijk op alternatieve genderidentiteitenmijn kijk opEen christelijke kijk op alternatieve genderidentiteitenWaar veel mensen bekend zijn met twee genderidentiteiten, namelijk 'man' en 'vrouw', bestaan er vandaag de dag veel alte…
Conclaaf: hoe kiezen de kardinalen een nieuwe paus?Conclaaf: hoe kiezen de kardinalen een nieuwe paus?Wanneer de paus sterft, breekt de periode van de Sede Vacante aan. Het is dan aan de belangrijkste mannen van de katholi…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Adam Smith, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)
  • Bronswijk A.C. (2006). Christelijke symbolen van A tot Z. Zoetermeer: Boekencentrum
  • Licap – Libreria Editrice Vaticana. (1995). Katechismus van de katholieke Kerk. Brussel: Licap
  • Neysters, P., Schmitt, K.H., e.a. (2000). Al de dagen van ons leven. Een boek voor gelovige gezinnen. Averbode: Altiora
  • Trigilio, J., Brighenti, K. (2006). Katholicisme voor dummies. Amsterdam: Pearson Education Benelux
  • Van der Ploeg, J.P.M. o.p. (1983). Ik geloof. Het Credo toegelicht, de Sacramenten, Maria. Tilburg: Uitgeverij H. Gianotten
  • Wortelboer, H. (2005). De Rooms-Katholieke Kerk. Het complete handboek. Kampen: Uitgeverij Kok
  • Heggen, F.J. (1987). Sacrament van boetevaardigheid. Hilversum: Gooi en Sticht
  • Afbeelding bron 1: Carl Heinrich Bloch, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 2: Georges Jansoone, Wikimedia Commons (CC BY-2.5)
Jan80 (49 artikelen)
Laatste update: 31-10-2019
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Religie
Bronnen en referenties: 10
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.