mijn kijk opEen christelijke kijk op alternatieve genderidentiteiten
Waar veel mensen bekend zijn met twee genderidentiteiten, namelijk 'man' en 'vrouw', bestaan er vandaag de dag veel alternatieven voor deze twee genderidentiteiten. Hoeveel het er zijn is onduidelijk, maar een voorbeeld hiervan zijn de 31 verschillende genderidentiteiten die in New York City officieel een beschermde status hebben. Dit roept voor veel christenen vragen op. Wat zegt de Bijbel eigenlijk over dit onderwerp en hoe moeten christenen ermee omgaan?
31 genderidentiteiten?
De
New York City Commission on Human Rights (NYCCHR - bron 1) heeft in 2016 een lijst van 31
1 verschillende genderidentiteiten uitgebracht die vanaf dat moment officieel een beschermde status hebben gekregen in de stad New York. Deze bescherming houdt in dat mensen niet mogen worden gediscrimineerd op basis van hun genderidentiteit. Hiernaast hebben zij het recht om aangesproken te worden met de voornaamwoorden die passen bij hun genderidentiteit, om het toilet te gebruiken dat het best past bij hun genderidentiteit en om zich te kleden en te verzorgen op een manier die past bij hun identiteit. Dit zijn die identiteiten:
| | |
Bi-gendered
Cross-dresser
Drag King
Drag Queen
Femme Queen
Female-to-Male
FTM
Gender Bender
Genderqueer
Male-to-Female
MTF | Non-Op
HIJRA
Pangender
Transexual/Transsexual
Trans Person
Woman
Man
Butch
Two-Spirit
Trans | Agender
Third Sex
Gender Fluid
Non-Binary Transgender
Androgyne
Gender Gifted
Gender Blender
Femme
Person of Transgender Experience
Androgynous |
| | |
Tegenover de rechten die mensen met deze genderidentiteiten hebben gekregen staat geen verplichting om aan te tonen dat zij deze genderidentiteit hebben. Ook blijkt uit de erkenning van '
genderfluid' als genderidentiteit dat een genderidentiteit niet vast hoeft te zijn. Iemand mag elke dag, of zo vaak als hij/zij/enz. wilt claimen een andere genderidentiteit te hebben.
Biologische sekse en genderidentiteit
Om goed te begrijpen wat genderidentiteit is moet men het onderscheid tussen de biologische sekse van een mens en de genderidentiteit begrijpen. Het eerste is een biologisch feit, gebaseerd op de X- en Y-chromosomen die de mens heeft. Heeft iemand XY-chromosomen dan is hij een biologische man. Heeft iemand XX-chromosomen dan is zij een biologische vrouw. Onder normale omstandigheden zullen mannen en vrouwen zich identificeren als iemand van hun biologische geslacht. Er bestaan echter biologische omstandigheden die ervoor kunnen zorgen dat iemand zich vanaf de geboorte niet identificeert als iemand van het eigen biologische geslacht. Dit zijn:
- Prenatale hormonale invloeden
- Anatomische verschillen in het brein
- Genetische invloeden
Het tweede, genderidentiteit, is, volgens de NYCCHR (bron 1), het inwendige, diepgewortelde, besef van iemands geslacht als man, vrouw of iets anders. Er is dus geen sprake van een biologisch feit, maar van een besef, een idee. Het besef van een alternatieve genderidentiteit kan gegrond zijn op biologische feiten, zoals de drie hierboven genoemde, maar dat is niet noodzakelijkerwijs het geval. Het kan ook ontstaan door traumatische ervaringen of worden aangeleerd, bijvoorbeeld wanneer een jongen wordt opgevoed door een alleenstaande moeder (en dus een vaderfiguur mist) of wanneer jongens aangemoedigd worden om feminien gedrag te vertonen en afgestraft wanneer zij masculien gedrag vertonen.
Genderidentiteit in de Bijbel
De Bijbel zegt weinig over genderidentiteiten. De enige wetsteksten die erover lijken te gaan zijn de wetsteksten omtrent homoseksualiteit (Lev. 20:13) en cross-dressing (Deut. 22:5). In deze teksten wordt homoseksuele gemeenschap beschreven als vrouwelijk gedrag en wordt het verboden om kleding of attributen te dragen die bij het andere geslacht horen.
In het Nieuwe Testament is Paulus, in 1 Korintiërs 11:14-15, degene die raakt aan dit onderwerp wanneer hij het heeft over haardracht. Volgens Paulus leert de natuur ons dat het dragen van lang haar voor een man een schande en voor een vrouw haar eer is, omdat het haar haar als een sluier gegeven is. Het is onduidelijk of Paulus met het woord natuur duidde op menselijke (mogelijk biologische) neigingen (op basis van het feit dat het voor zowel Joden als Grieken en Romeinen gebruikelijk was dat mannen kort haar droegen en vrouwen lang haar) of dat hij duidde op de door God bedoelde natuurlijke orde.
Uit deze teksten blijkt dat de Bijbel biologische sekse en genderidentiteit niet vereenzelvigt, maar wel aanneemt dat ze hetzelfde moeten zijn. Een biologische man moet zich identificeren en gedragen als een man, een biologische vrouw moet zich identificeren en gedragen als een vrouw. Er zijn hiernaast geen andere geslachten. Hierbij moet wel gezegd worden dat de definities van de mannelijke identiteit en de vrouwelijke identiteit en de bijbehorende gedragingen niet helemaal vastomlijnd zijn. Zo biedt de Bijbel geen antwoord op de vraag wat voor kleding mannelijk is en wat voor kleding vrouwelijk is, waardoor de wet over cross-dressing erg relatief wordt. Er zijn namelijk geen andere antwoorden op deze vraag dan de antwoorden die de veranderende culturen waarin christenen zich begeven te bieden hebben (zo was bijvoorbeeld vroeger een spijkerbroek per definitie 'mannelijk', maar heb je tegenwoordig ook 'vrouwelijke' spijkerbroeken). Ook biedt de Bijbel geen regels als het gaat om de rolverdeling tussen mannen en vrouwen binnen het huwelijk. Wel zijn er een aantal aanwijzingen over deze rollen en een paar wetten over taken die alleen voor mannen zijn weggelegd.
Mannentaken
Adam, de eerste man, werd door God op de wereld gezet met de opdracht om de hof van Eden te bewerken en te bewaren (Gen. 2:15). Dit werk werd een stuk zwaarder toen Adam en Eva van de boom van kennis van goed en kwaad hadden gegeten. In reactie hierop besluit God de bodem van de aarde te vervloeken, waardoor Adam hard moest werken om te kunnen eten (Gen. 3:17-19). Adams werk werd dus zwaarder. Ook wordt de man ineens de heerser over de vrouw, die hem begeert (Gen. 3:16).
In de Israëlische maatschappij waren er een aantal taken die alleen aan mannen waren voorbehouden. Zo gold de dienstplicht in het Israëlische leger alleen voor de mannen (Num. 1:1-3), waardoor vrouwen achterbleven met een zorgtaak richting de kinderen en het vee (Deut. 3:19). Ook was het priesterschap alleen voor mannen bestemd (Num. 3:10). Dat laatste, samen met de gevolgen van de zondeval trekt Paulus door in het Nieuwe Testament wanneer hij stelt dat vrouwen niet mogen onderwijzen of gezag over mannen mogen hebben (1 Tim. 2:11-14). Hiernaast had de vader volgens de Bijbel een belangrijke rol in de opvoeding de van kinderen (Spr. 1:8; 4-7; 13:1; 23:22).
Vrouwentaken
Eva, de eerste vrouw, werd op de wereld gezet om een hulp te zijn voor Adam (Gen. 2:18-22). Hoe de vrouw hem moest helpen wordt niet gespecificeerd in het verhaal hierover. Moest zij ook de hof van Eden bewerken en bewaren? Moest zij Adam (vooral) voorzien van gezelschap? Of werd zij geschapen omdat Adam de opdracht om zich voort te planten nooit alleen had kunnen uitvoeren? Dat laatste lijkt in ieder geval een reden te zijn, omdat de zwangerschap ineens een stuk zwaarder wordt nadat Adam en Eva van de boom van kennis van goed en kwaad hebben gegeten (Gen. 3:16). Net zoals bij Adam, werd ook het werk van Eva zwaarder.
In tegenstelling tot het gangbare idee dat de wet in de Bijbel (direct of indirect) voorschrijft dat een man buitenshuis moet werken en een vrouw binnenshuis moet werken en de kinderen moet opvoeden zegt de Bijbel hier niets over. Sterker nog, in Spreuken 31:10-31 staat dat de 'degelijke huisvrouw' onder andere akkers verwerft, wijngaarden plant en handel drijft. Hiernaast hielden vrouwen zich bezig met alles dat rondom het huis moest gebeuren, van kleding maken tot leiding geven aan personeel, tot eten maken en waren zij behulpzaam voor hen die hulpbehoevend waren. Vrouwen konden in de Israëlische maatschappij dus een soort manusje-van-alles zijn. Vanzelfsprekend werd van vrouwen ook verwacht dat ook zij hun belangrijke rol in de opvoeding van en zorg voor de kinderen speelden (Spr. 1:8; 4:3; 6:20; 31:1).
Onduidelijkheid
De Bijbel zegt dus niet bijster veel over wat mannelijk en vrouwelijk is of zou moeten zijn. Bij de schepping werden de taken al niet strikt gescheiden en de taken van mannen en vrouwen lopen sindsdien door elkaar. Zorg voor zowel de kinderen als voor financiële zaken werd in een gezin door beide ouders gedaan. Op basis van de bovenstaande teksten zou men kunnen zeggen dat mannen fysiek krachtiger zijn en dit moeten gebruiken door het fysiek zware werk te doen. Hun rol buiten het huis was dan ook groter omdat veel beroepen fysiek zware beroepen waren. Vrouwen waren zorgzamer en hun rol in het huishouden was groter, maar men kan niet zeggen dat hun enige recht het aanrecht was. Zo konden vrouwen zelf bedrijven en handeltjes opzetten en konden zij zeer actieve deelnemers aan de maatschappij worden.
Hoe moeten christenen hiermee omgaan?
De manier waarop christenen hiermee om moeten gaan is tweeledig. Enerzijds is het goed om tradities over hoe een gezin moet functioneren kritisch te herzien. Het gaat hier dan echt alléén over het functioneren, de samenstelling van het gezin als bestaande uit een man, vrouw en kind(eren) staat niet ter discussie. Wel mag men met een open houding kijken naar de rollen die de man en de vrouw spelen. Hierdoor wordt duidelijk dat vrouwen best wel mannelijke trekken mogen hebben en andersom. De Bijbel biedt maar een paar harde regels als het gaat om taken die specifiek voor mannen zijn.
Dit kan verwarring voorkomen. Als men namelijk met betrekking tot taken en eigenschappen een harde lijn trekt tussen de man en de vrouw, dan zullen er altijd mensen zijn die op een of andere manier aan de verkeerde kant van die lijn zitten en zich daardoor niet meer mannelijk of vrouwelijk voelen. Hierdoor kan het zijn dat biologische mannen zich niet een man voelen en biologische vrouwen zich niet een vrouw voelen, terwijl ze dat eigenlijk wel zijn en terwijl hun eigenschappen dat algemeen genomen ook zijn. Christenen mogen best van mannen verwachten dat zij masculien zijn en van vrouwen dat zij feminien zijn, maar moeten de grenzen tussen masculien en feminien niet te streng handhaven.
Bigenders
Anderzijds moet men Bijbels gezien wel bij het feit blijven dat er twee geslachten zijn, namelijk man en vrouw. Iemand kan dus niet
genderfluid zijn, wat wil zeggen dat iemand zich afwisselend identificeert als man, vrouw en non-binair. Ook mag men best op een sceptische manier kijken naar de verschillende geslachten die mensen hebben bedacht, zoals
two-spirit,
pangender en
bigender.
Deze geslachten hebben iets weg van een psychische aandoening omdat
bigender mensen fantoomlichaamsdelen ervaren en omdat met een 'geslachtswisseling', die bij veel
bigenders meerdere keren per dag voorkomt, iemand vanuit een compleet ander perspectief de wereld ziet. Het lijkt zodoende op een meervoudige persoonlijkheidsstoornis, alleen kennen de verschillende persoonlijkheden elkaar. Case en Ramachandran (bron 5), zien het dan ook als een milde vorm van een meervoudige persoonlijkheidsstoornis. Zij stellen namelijk dat botsingen of scherpe contrasten tussen verschillende componenten van de 'zelf' kunnen leiden tot
bigenderism, terwijl het in extreme gevallen kan leiden tot een meervoudige persoonlijkheidsstoornis.
De huidige trend om deze geslachten te erkennen en te normaliseren moet afgewezen worden. Zij zijn volgens Case en Ramachandran een uiting van een psychische en/of neurologische aandoening en hiervoor zal iemand psychologisch of psychiatrisch behandeld moeten worden als het normaal functioneren in de weg staat. Je identificeren met één van deze geslachten betekent Bijbels gezien namelijk dat je jezelf identificeert als iets dat niet bestaat. Iedereen is namelijk geschapen en geboren met een geslacht, man of vrouw, en moet zich als zodanig identificeren.
Transgenders
Baker en Stoller (bron 7) stellen op basis van eigen onderzoek en het bestuderen van 100 artikelen over dit onderwerp dat zowel biologische factoren als iemands opvoeding de primaire drijvende kracht achter iemands seksuele identiteit kunnen zijn.
Bij of voor de geboorte kan het dus gebeuren dat er sprake is van een biologisch defect waardoor iemand lijdt aan een geslachtsidentiteitsstoornis. Dan zijn biologische factoren de drijvende kracht. In dat geval kan men dat diegene niet kwalijk nemen en mogen christenen openstaan voor de verschillende oplossingen hiervoor. Als, bijvoorbeeld, iemands hersenen vrouwelijk zijn terwijl het lichaam mannelijk is, dan kan therapie misschien een oplossing bieden, omdat diegene zich daardoor mannelijker gaat voelen. Maar een geslachtsoperatie of een hormoon/testosteronbehandeling kan ook uitkomst bieden, omdat lichaam en identiteit daardoor bij elkaar passen.
Beide oplossingen zijn vergelijkbaar met het genezen van een ziekte of een handicap waar een kind mee geboren wordt. In zo een geval is iemands vrouwelijkheid of mannelijkheid hersteld of in ieder geval herstellende. Hiernaast bestaan er ook andere defecten waarmee iemand geboren kan worden. Zo kan iemand bijvoorbeeld als
hermafrodiet geboren worden, iets dat hoogstwaarschijnlijk steeds meer zal gaan gebeuren door
hormoonverstorende stoffen in voedsel. Voor dit soort situaties geldt hetzelfde. Christenen mogen openstaan voor de verschillende oplossingen die de medische wetenschap voor dit soort problemen te bieden heeft, zolang hiermee iemands mannelijkheid of vrouwelijkheid, hersteld wordt.
Als er sprake is van een oorzaak die na de geboorte gezocht moet worden, dan kan met zekerheid gesteld worden dat iemand geboren is als man of vrouw en pas later zich als een ander geslacht identificeerde, dan is opvoeding de drijvende kracht. In dat geval betekent het herstel van de eigen sekse per definitie dat iemand niet tot het andere geslacht omgebouwd moet worden, maar dat opgelopen psychische schade moet worden hersteld.
Maar wat nou als er een bigender of transgender in de kerk komt?
Dan zijn ze meer dan welkom. Het is niet aan christenen of de kerk om iemand te veroordelen omdat voor diegene, omwille van biologische of psychologische problemen, lichaam en brein niet bij elkaar passen. Het is een situatie waar de betrokkenen niets aan kunnen doen. Wél mag je als kerk van de betrokkenen verwachten dat zij iets doen aan hun situatie en hen hierbij ondersteunen. Uiteindelijk zijn ook zij als een man of een vrouw geschapen en zullen zij de rol van een man of een vrouw in de maatschappij moeten spelen. Kinderen krijgen, wat veel christenen een belangrijke taak vinden op basis van het scheppingsverhaal (Gen. 1:26-28), is hierbij misschien onmogelijk, maar daar zegt God zelf het volgende over:
Jesaja 56:3-5
"En laat de eunuch niet zeggen: 'Ik ben maar een dorre boom.' Want dit zegt de Heer: De eunuch die mijn sabbat in acht neemt, die keuzes maakt naar mijn wil, die vasthoudt aan het verbond, hem geef ik iets beters dan zonen en dochters: een gedenkteken en een naam in mijn tempel en binnen de muren van de stad. Ik geef hem een eeuwige naam, een naam die onvergankelijk is."