Veerkracht en participatie, maatschappelijke kernwaarden
Waar in de troonrede van 2013 de term participatie nog de boventoon voerde, lag de nadruk in 2014 op de maatschappelijke veerkracht, onder meer toen het ging over de veranderingen in de zorg. Maar wat is eigenlijk een veerkrachtige samenleving?
Overdaad aan collectieve zorg
De door velen waargenomen teruggang in sociale cohesie, vindt volgens sociologen onder meer zijn oorzaak in onze toegenomen mobiliteit. Daarmee wordt een geleidelijke afname van bindingen tussen vrienden, bekenden, buren en familie bewerkstelligd. Sommige beleidsmakers daarentegen, menen dat de 'overdaad aan collectieve zorg" in ons land heeft bijgedragen aan die verminderde sociale betrokkenheid.
Verzorgingsstaat is onbetaalbaar geworden
Die beleidsmakers zien de overmaat aan sociale zekerheid als een verkeerde prikkel, waarbij een te hoge beschermingsgraad groeiremmende eigenschappen bezit. Omdat steeds minder mensen solidair moeten zijn met steeds meer medeburgers, daalt onze sociale verantwoording en sociale cohesie. Op de jonge generatie drukt door het omslagstelsel van onze wettelijke pensioenvoorziening een steeds hogere last, terwijl ze gelijktijdig voorzieningen voor zichzelf moeten treffen omdat de traditionele solidariteit in de toekomst mogelijk niet meer zal werken. En de inwerkingtreding van de
nieuwe WMO per 1 januari 2015, kan worden gezien als een van de meest ingrijpende naoorlogse maatschappelijke operaties. Onze aloude verzorgingsstaat is onbetaalbaar geworden.
Veerkracht en participatie hebben hun grenzen
Er is dus volgens de overheid een steeds grotere maatschappelijke betrokkenheid vereist. Hiaten in langdurige zorg moeten in toenemende mate worden gecompenseerd door burgerinitiatief. Hoe zei koning Willem Alexander het ook weer in zijn troonrede van 2013? “Iedereen die dat kan, zou verantwoordelijkheid moeten nemen voor zijn leven”. Onze klassieke verzorgingsstaat zal langzaam overgaan in een
participatiesamenleving. En premier Mark Rutte had het al in 2010 over een “veerkrachtige samenleving vol zelfredzaamheid”. Maar veerkracht en participatie hebben ook hun grenzen.
De bejaarde buurvrouw regelmatig met een bezoekje vereren, haar helpen in tuin en huishouden, de hond uitlaten. Ieder van ons kan zich daar nog iets bij voorstellen. Maar sommige zaken zijn taboe: incontinentieluiers verwisselen of het wassen, voeden en verbinden van hoogbejaarden. En dan hebben we het nog niet gehad over het thema
aansprakelijkheid bij de zorg door leken? Wat als er iets gebeurt? Als iemand uit de armen van zijn helper glijdt en zich ernstig verwondt?
Het potentieel aan mantelzorgers neemt af
Waar hulpbehoevende ouders in vroegere generaties door hun kinderen werden verzorgd, ziet de realiteit er tegenwoordig heel anders uit. De kinderen studeren aan universiteiten ver weg van huis en blijven daar hangen na afronding van hun studie. De bereidheid om bejaarde ouders te verzorgen, neemt af, terwijl professionele hulp te duur wordt. En met continu dalende geboortecijfers krimpt uiteraard ook het potentieel aan mantelzorgers. Als er niet fundamenteel iets verandert, zal de vraag naar zorg in de toekomst vele malen groter zijn dan het aanbod.
In een land als Italië zet men hulp van “buitenaf” in. Vanaf 2002 worden daar Roemeense en Tunesische vrouwen binnengehaald om de zorg en verpleging voor ouderen op zich te nemen. En in buurland Duitsland bieden steeds meer Oost-Europeanen hun diensten aan, velen van hen
zwart. Moeten we in ons land dan ook die kant op?
De overheid verwacht teveel van “burenhulp”
In een publicatie met de titel “Hulp geboden” zoals die in september 2014 door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) werd gepresenteerd, wordt geconcludeerd dat er te weinig oog is voor de positie van de mantelzorger. Professionele hulpverleners zoals huisartsen en medewerkers in de thuiszorg, ontbreekt het aan tijd voor en kennis over de mantelzorger. En mantelzorgers zelf, zijn onvoldoende bekend met het zorgaanbod en lopen regelmatig tegen een muur van bureaucratie en wachtlijsten aan. De overheid heeft volgens het SCP te hoog gespannen verwachtingen met betrekking tot het fenomeen mantelzorg.
“Veerkracht” als middel om steeds nieuwe bezuinigingen recht te praten
Na de troonrede van 2013 met participatie als centrale thema, is die term nauwelijks nog in het politieke debat naar voren gekomen. Waar dat debat wél keer op keer over ging? Over bezuinigingen en ombuigingen die onontkoombaar zijn. Al in 2011 werd door de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) het begrip maatschappelijke veerkracht te berde gebracht in de discussie over burgerparticipatie. Veerkracht wordt doorgaans beschouwd als een goede kwaliteit bij mensen maar beleidsmakers hanteren de term te pas en te onpas om daarmee de impact van steeds verdergaande
bezuinigingen recht te praten. In dat verband werd door sommigen zelfs de veelzeggende term “rookgordijn” van stal gehaald.
De grote veranderingen van deze tijd leiden uiteraard tot veel onzekerheid maar die laat zich gemakkelijker dragen als men een doel voor ogen heeft dat onze inzet en engagement waard zijn. In een maatschappij daarentegen, die alleen materieel bezit verdedigt, verkommert elke vorm van idealisme en verstarren creativiteit en gemeenschapszin. Zo'n samenleving boet inderdaad aan veerkracht in.
Lees verder