Participatie in de ouderenzorg
Ouderenzorg is een van de grootste toekomstige maatschappelijke uitdagingen. Reeds nu is duidelijk dat door de demografische veranderingen het aantal mensen dat zorg nodig heeft, toeneemt, terwijl tegelijk het aantal potentiële zorgverleners afneemt. We hebben in de toekomst dus persoonlijke netwerken en mensen nodig die bereid zijn om hun steun te verlenen. Meer participatie is daarbij het toverwoord.
Ouderenzorg in Nederland
Als gevolg van de
vergrijzing zijn er in Nederland steeds meer ouderen. De senioren van tegenwoordig zijn vaak nog actief en zorgen ervoor om fit te blijven. Ze hebben veel interesses en zijn creatief, ontdekken nieuwe woonvormen en willen liefst zo lang mogelijk, vaak tot op zeer hoge leeftijd, in hun eigen woonomgeving verblijven. De ouderen van nu zijn doorgaans goed geïnformeerd en profiteren van hun levenservaring. De overheid ondersteunt deze ontwikkeling.
Maar hoe kunnen we de diverse mogelijkheden van maatschappelijk engagement nog beter benutten? Welke impulsen en voorwaarden zijn nodig om ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk burgers zich mee verantwoordelijk voelen en actief betrokken raken?
Wat verstaan we onder ouderenbeleid?
Onder ouderenbeleid verstaan we maatregelen van de overheid (voornamelijk rijk en gemeenten) die een impact hebben op het leven van de oudere bevolking. Belangrijk is vooral het veiligstellen van
voldoende inkomen, het bevorderen van maatschappelijke participatie en het integreren van ouderen. In bredere zin raakt ouderenbeleid tal van thema’s en beleidsterreinen, bijvoorbeeld:
- sociale zekerheid;
- volkshuisvesting en ruimtelijke ordening;
- mobiliteitsaspecten;
- arbeidsmarkt en oudere werknemers;
- statistiek (bevolkingsscenario's);
- vrije tijd, sport en beweging;
- gezondheid;
- verzorging en ondersteuning van ouderen;
- goede communicatie;
- onderzoek;
- generatieaspecten.
Ouderenbeleid in enge zin
In engere zin omvat ouderenbeleid op centraal niveau enerzijds de financiële pensioenvoorziening volgens een 3-pijler-systeem:
Anderzijds heeft de centrale overheid ook bemoeienis met de financiering van de gezondheidszorg, de ziektekostenverzekering en de financiering van langdurige zorg.
Overheid doet steeds meer beroep op eigen betrokkenheid
Ouderenbeleid anno 2015 stelt zich ten doel om de zelfredzaamheid van ouderen in de samenleving steeds meer te erkennen en te bevorderen, hun welbevinden en materiële zekerheid te garanderen. De politiek streeft naar de autonomie, wil participatie door ouderen bevorderen en de solidariteit tussen generaties versterken.
Participatie, het nieuwe toverwoord
Zoals hiervoor al gesteld, valt er een gestage toename van het aantal oudere mensen in onze samenleving waar te nemen, en met name het aandeel van hoogbejaarden (ouder dan 80 jaar) zal in de toekomst blijven stijgen. Daarmee stijgt ook het risico om afhankelijk te worden van hulp en verpleging door anderen. Dat stelt de maatschappij voor belangrijke uitdagingen op het vlak van economische en sociale structuren.
Participatie, zoals nog eens heel nadrukkelijk gehanteerd in de troonrede van dinsdag 17 september 2013, is in dit kader het nieuwe toverwoord. Het kabinet Rutte 2 wil ermee uitdrukken dat onze klassieke verzorgingsstaat meer en meer tendeert naar een participatiesamenleving: "iedereen die daartoe in staat is, moet verantwoordelijkheid nemen voor zijn eigen bestaan". Het spreekt voor zich dat de verzorgingsstaat zoals we die decennialang hebben gekend, niet langer houdbaar is, want dat systeem is inmiddels onbetaalbaar gebleken. Het opgeven van de verzorgingsstaat laat ruimte aan burgers en particulier initiatief. Maar de overheid moet er wel op blijven toezien dat kwetsbare groepen niet de dupe worden.
Verzorging door naaste familie en verwanten
Het overnemen van de thuiszorg gaat vaak gepaard met belangenconflicten en/of -uitwisseling. De verzorging van een hulpbehoevende oudere kan een aanzienlijke druk leggen op intra-familiale relaties, want doorgaans hebben beide partijen vaak afwijkende belangen die met elkaar in overeenstemming moeten worden gebracht: ouderen willen zo lang mogelijk in hun eigen huiselijke omgeving verzorgd worden en verwachten min of meer dat die zorg door een naaste of familielid wordt geboden.
Zorgverlenende familieleden daarentegen, moeten vaak evenwicht vinden tussen de eigen psychosociale of economische belangen (werkgelegenheid, sociale participatie, vrijetijdsbesteding, de eigen partner, kinderen en de noden van de oudere. Vaak ontstaat dan een gevoel van schuld omdat men het niet iedereen naar de zin kan maken.
Ouderen die met meerdere mensen in een huis wonen, worden in de meeste gevallen verzorgd door een familielid dat tot hetzelfde huishouden behoort of op minder dan 10 minuten afstand woont. Het fenomeen mantelzorg echter, veronderstelt niet noodzakelijkerwijs dat die persoon altijd samenwoont met de oudere die hulp nodig heeft.
Stress bij mantelzorgers
Studies bevestigen dat spanningen en toestanden van
emotionele stress tussen mantelzorgers en de afhankelijke ouderen vooral toeneemt, wanneer iemand de rol van verzorger op zich neemt als gevolg van grote sociale druk vanuit de familiekring. Met name het ontbreken van autonomie bij de eigen dagindeling, wordt daarbij als bijzonder belastend ervaren. Vanuit economisch perspectief overigens, moet het effect van financiële prikkels, zoals de overdracht van een erfenis, niet worden onderschat om spanningen tussen de kinderen en hun ouders te voorkomen.
Mishandeling van ouderen door hulpverleners en mantelzorgers
Een aspect dat ook steeds meer aandacht krijgt, is mishandeling van ouderen door hulpverleners en mantelzorgers. Niet altijd gebeurt zo’n mishandeling met verkeerde bedoelingen. De mantelzorger die zijn demente moeder even opsluit om een boodschap te kunnen doen, ziet vaak geen andere uitweg. De opsluiting gebeurt in dat geval door de hulpverlener met de beste bedoelingen: de oudere kan zich ondertussen niets zelf aandoen. Onderzoeken tonen aan dat 20% van de ouderen wel eens slachtoffer is van dergelijke mishandeling, een percentage dat door de actuele druk op mantelzorgers nog zal toenemen.