Passie voor leedvermaak
Passie is een veelgebruikt begrip dat in het algemeen een positieve klank heeft. Passie voor iets of iemand maakt het leven zinvol. Passie kan echter ook een negatieve kant hebben, bijvoorbeeld als passie dwangmatig wordt. Of als passie leidt tot het beschadigen van anderen zoals seksuele uitspattingen of zelfs (lust)moorden. Ook een negatieve kant is passie voor leedvermaak. Jaloezie en/of afgunst kunnen hiervan de oorzaak zijn.
Passie
Passie voor iets of iemand hebben wordt over het algemeen opgevat als een
positief begrip. Het houdt in een dat men een sterke voldoening ervaart als men zich ergens op richt en dit vol overtuiging doet. Om een voorgenomen doel te bereiken worden tegenslagen niet uit de weg gegaan.
1
De negatieve kant van passie
Passie kan ook een
negatieve kant hebben. Dat kan voorkomen als passie obsessief (dwangmatig) wordt, zoals sporters die iedere dag moeten en zullen
sporten (sportverdwazing). Ook personen die anderen, al dan niet door een psychische stoornis, ernstig beschadigen kunnen hier in sterke mate voldoening uithalen. Hierbij kan gedacht worden aan mishandelen, verkrachten en
(lust)moorden. Er zijn ook mensen die er plezier in hebben als ze een ander leed zien ervaren zonder hier zelf direct actief in te zijn.
Leedvermaak
Leed komt van lijden. Lijden betekent: het ondergaan van verdriet, ellende, zich ongelukkig voelen. Als iemand leed heeft wil dat zeggen dat hij of zij verdriet, ellende ondergaat en zich ongelukkig voelt. Vermaak betekent plezier hebben. Leedvermaak is dan het plezier hebben om de ellende van de ander.
2
Bij leedvermaak beleven we plezier om het feit dat het slecht gaat met iemand anders.
Passie voor leedvermaak
Bij passie ervaart men een sterke voldoening. Deze voldoening zet een hersenstofje in werking die een belonend, prettig gevoel geeft. Dit hersenstofje is
dopamine. Bij veel mensen wordt dopamine aangemaakt als ze anderen een plezier doen. Ouders ervaren bijvoorbeeld de werking van dit stofje sterk als ze hun kinderen een plezier kunnen doen. Maar er zijn ook mensen die juist dopamine aanmaken als ze een ander zien lijden.
3 Dat komt vooral voor bij mensen die op een of andere wijze een ander niet mogen, omdat deze hen bijvoorbeeld op een of andere wijze irriteert. Jaloezie en afgunst zijn belangrijke oorzaken. Sommige mensen zijn sterk gericht op de ellende van de ander en kunnen deze door bijvoorbeeld
roddel of pesten nog vergroten.
Jaloezie en afgunst, oorzaken van leedvermaak
Belangrijke oorzaken van leedvermaak zijn:
Jaloezie wordt opgewekt als een relatie op het spel staat. Dat kan zijn dat je partner naar een ander neigt, je vriend meer aandacht heeft voor een andere vriend, een familielid geen contact meer zoekt enz. Bij jaloezie wordt pijn ervaren. Het wordt
sociale pijn genoemd dat overeenkomsten heeft met lichamelijke pijn. Bij beide vormen van pijn zijn dezelfde hersengebieden actief.
4 Pijn willen we niet. We proberen de pijn om te zetten in plezierige gevoelens. Dat kan als we de ander, waarop we jaloers zijn, leed zien ervaren. Hoe meer leed bij de ander hoe minder sociale pijn bij onszelf. Onze gevoelens kunnen dan zelfs worden omgezet in plezierige gevoelens. Indien we deze plezierige gevoelens nog kunnen vergroten dan zullen we niet aarzelen om het leed van de ander te vergroten. Dat kan op verschillende manieren: roddel, contact verbreken, niet gevraagde adviezen geven waar de persoon toch niets mee kan (“als ik jou was dan zou ik…”.).
Afgunst is iets (auto, huis, speelgoed) wat een ander heeft maar wat je de ander eigenlijk niet gunt. Krijgt de ander een aanrijding, of er gaat iets kapot dan ervaren we een plezierig gevoel. Ook al spelen we dat we het heel erg vinden. Hoe arroganter iemand is of hoe meer bezit deze heeft, hoe groter het leedvermaak.
Is passie voor leedvermaak aangeboren?
Passie op zich is niet aangeboren. Het kan gebaseerd zijn op aangeboren talent. Als je talent voor iets hebt en het kan toepassen dan kan het tot passie leiden. Bijvoorbeeld iemand met voetbaltalent wordt door de omgeving aangemoedigd. Dit stimuleert en kan leiden tot passie voor voetbal. Leedvermaak is gebaseerd op o.a. jaloezie. Volgens psychologe Pieternel Dijkstra is jaloezie deels genetisch bepaald te zijn. Hierbij verwijst ze onderzoek van de Amerikaanse persoonlijkheidspsychologen die vonden dat van de meeste persoonlijke eigenschappen 30 tot 50 procent aangeboren is. Jaloezie als oorzaak van passie voor leedvermaak zou dan aangeboren kunnen zijn.
5
Uit Israëlisch onderzoek bleek dat kinderen op peuterleeftijd wel al leedvermaak ervaren. Het onderzoek werd gedaan met moeders, hun eigen kind en een ander kind. De moeder las een boek voor waarbij een kind dat niet haar eigen kind was op haar schoot zat. Haar eigen kind keek ernaar. Het werd jaloers en wilde ook op schoot zitten. Dat mocht niet. Toen liet de moeder ‘per ongeluk’ een glas water over het boek vallen. Toen verdween een groot deel van de jaloezie en sloeg die om in leedvermaak. Kinderen klapten in hun handen, rolden over de grond van het lachen en riepen dingen als: ‘Ja! Het water ging over het boek!’ en ‘fijn!’ De conclusie is dat er al op jonge leeftijd al onrechtvaardigheid en leedvermaak wordt ervaren. Of het is aangeboren kan met dit onderzoek echter niet worden aangetoond.6
Verschil in leedvermaak tussen vrouwen en mannen
Vrouwen kennen een ander soort leedvermaak. Zij ervaren een prettig gevoel als andere vrouwen dik, lelijk of slecht gekleed zijn. Mannen blijken meer prestatiegericht leedvermaak te ervaren. In de westerse cultuur worden vrouwen vaak afgerekend op hun uiterlijk, terwijl mannen meer beoordeeld worden op hun status.
7
Grenzen van passie voor leedvermaak
Passie voor leedvermaak kent grenzen. Als het leed van de ander zodanig is dat er sprake is van bijvoorbeeld ernstige ziekte, een ongeluk of overlijden dan verdwijnt bij de meesten het gevoel van leedvermaak. Leedvermaak heeft dan ook het meest te maken met meer alledaagse dingen zoals schoolcijfers, schade aan materiële dingen, boetes, kleine lichamelijke kwalen etc.
8
Vraag
Sommige mensen blijken een negatieve passie te hebben voor het leed van een ander. Hoever die passie gaat zal van persoon tot persoon verschillen. Belangrijke oorzaken als jaloezie en afgunst blijken al vroeg aanwezig te zijn. Jaloezie, volgens sommige onderzoekers, zelfs al in aanleg. De vraag rijst of deze negatieve passie geheel of gedeeltelijk kan worden omgezet in een positieve passie.